-r. ^ VEREENIGDE STATEN \ \> NOO1ID-AJMERIKA. II. r.EDKUKT BIJ A. TER CtWE fi COMP., TE DEYENTER. DE VEREENIGDE STATEN ;*^ V * NAAH DE NIEUWSTE BRONNEN EN BERIGTEN BIJ- EN OMGEWERKT. Wie schetst ores, wat gij warden zult , Wat nieuwe toekomst u goat blinken, Als reeds Euroop in 't graf zal zinken Schoon de oude war eld onderga ? 6 Jong en schoon Amerika! TEK HAAR TWEEDE DEEL. TE DEVENTER, BIJ A. TER GUNNE. 1840. V, / o I N II O U D. Bladz. 1. OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN 1 2. SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN 28 \ 5. LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. ... 68 4. GODSDIENST EN KERK 102 1. !>;: KATIIOLIKKEN 107 2. DE EPISCOPALEN 111 3. DE KETHODI8TEN 115 4. DE PRESBTTERIANEN 117 5. DE CONGREGATION ALISTEN 118 6. DE DOQPSGEZINDEN (fiAPTISTEN) 119 7. DE KWAKERS - 8. DE SHAKERS (BEVERS) 9. DE RAPPISTEN T N H O U I>. IJhul/. 10. DE MORMONEN 120 11. DE UNIVEKSALISTEX 124 12. DE UNITARIERS ALGEMEENE OPMERKIKGEN 1 27 3. DE STAAT OHIO 147 G. BUITENLANDSCHE BETBEKKINGEN ...... 174 \ 7. STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN 193 FRAGMENTEN UIT REISBRIEVEN VAN F. VON RAUMER. . L'.'il 1. Op roe re ii en pnrtijschappcn, Wanneer, uit de reeds aangewezene oorzaken, in de binncnlanden en de pas ontgonnen westelijke strcken meer afzonderlijke daden van geweld ge- plecgd zijn , zoo heeft men , helaas ! in de snel toe- nemende zeesteden over groote ongeregeldheden en opstanden te klagen : als te Boston de vernieling van eon klooster, te Baltimore van een huis, te Philadelphia van eene negerschool en eene zaal, waar de Abolitionistcn vergaderd waren. Ilet is luer de plaats niet op deze oudere, reeds verjaarde onbehoorlijkheden terug te komen, maar wel moet ik over eenige nieuwere misdrijven en onlusten iets naders mededeelen, om hieruit algemeene beschou- wingen en besluiten af te leiden. \ . DE VERMOORDING DEE MOEMONISCHE PROFETEN. Van de secte der Mormonen en hare lotgevallen wordt in een ander hoofdstuk gesproken; hunno leer daargelaten, blijft echter de moord dier ge- svaande profeten eene des te verfoeijelijker misdaad, daar zij wegens bijzondere aanklagt reeds in hech- tenis* waren, een onpartijdig vonnis to wachten stond, en de stedehouder van Illinois zich borg bad gestcld voor hunno veiligheid. Onwaar is de 1 2 OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN bcwering, dat de Mormonen de gevangenen met geweld bevrijden wilden, liet eerst geschotcn en daardoor eenen bloecligen strijd veroorzaakt haddeo. De stedehouder legt in latere ambtelijke verklarin- gen de vooroverlegde inisdaad alleen hun te laste, die zich hiertoe als Indiancn liadden verkleed, en laat zich met kracht en nadruk tegen die wandaad uit. Het is zeer te wenschen dat zijn voornemen, om de misdadigers uit te vorsclien en voor 't ge- regt te stellen, in de heerschende hartstogten geen hinderpaal moge vinden. 2. DE RENSSELAER-ONLUSTEN IN DEN STAAT NEW-YORK. Nog tijdens de Hollandsche regenng wcrden aan de familie Rensselaer groote streken lands af'ux- staan, onder voorwaarden, die eene soort van k>en- betrekking vestigden. De familie verdeelde het land verder onder vele opgezetenen, die zcktrc uitkeeringen (b. v. in koren, hout, hoenders enz.) op zich namen, en, in geval van verkoop den heer een vierde van den koopprijs als laiidemium beloof- den uit te keeren. Die uitkeeringen waren aan- vankelijk niet hoog, en konden bij de ongemeen stijgende prijzen der landerijen in latere tijden nog minder drukkend genoemd worden. Bovendien had de voorlaatste rijke bezitter die volstrekt niet streng ingevorderd , maar groote achterstallcn latcn op- loopen. Toen nu zijne erfgenamen de vokloening der achterstalUge en loopende vorderingen, volgens hun wettig regt, opeischten, kwam het tot tegen- spraak en processen , welke de eischers , naar den duidelijken letter der oude wetten en verdragen, wonnen. Zoodra echter de geregtsbeambte het von- nis ten uitvoer leggen en tot de uit winning over- OPROEBEN EN PARTIJSCHAPPEN. 5 plan wilde, vond liij met alleen weerstand, maar werd ook tcr afschrikking door verkleede pcrsonen geteerd en gevederd. Zulk cen vergrijp aan een ovcrhcidspersoon verdient ernstige straf en is 't te wenschcn dat het die weldra zal vinden , want anders laat zich voorzien dat mishandeling en willekeur toenemen, en den onschuldigen even als der weife- lende overheden dubbel leed en moeite berokkenen zullen. Met halve maatregelen komt men in der- gclijke omstandigheden nimmer ten doel. Ilct onregt daargelaten, bieden deze onlusten nog eene andere zijde ter beschouwing aan, en toonen, hoe nuttig en noodzakelijk het is in alle landen, dat ongepaste en niet met den geest des tijds over- ccnkomende inrigtingen met moed, beradenheid en gematigdheid worden veranderderd. De voorliefde tot een volkomen vrij, onbelast en onbezwaard eigendom, is in de Vereenigde Staten zoo boven- matig groot, dat zelfs eene onbeduidende nitkeering als een drukkende last , ja do betaling daarvan als vernedering en schande wordt bescliouwd. Grond- stukken op deze wijze belast, vinden om die reden ook naar evenredigheid minder liefhebbers en koo- pers. Deed zich echter een kooper op, dan vond de verkooper het ondragelijk, dat hij van de koop- waarde (die door aanwending van kapitaal en vlijt ongelijk hooger was geworden) 25 percent als leen- schat moest afstaan In vorige tijden, toen grond- eigendom uiterst zcldzaain in" vreeinde handen over- ging, werd deze laatste uitkeering dus ook niet ge- heven; in onze dagen van veelvuldigen overgang daarentegen, kon bij viervoudige vervreemding ligt de voile waarde aan den leenhecr terug komen. Zoo- danige beschouwingen en omstandigheden zijn althans een bewijs van den weerzin en de tegenspraak der 1* 4 OPROEREN EN PARTUSCHAPPEN. betalingpligtigen , en men mag hopen en wcnschen dat een minnelijk vergelijk spoedig moge getroffert word en. 5. OPROER IN PHILADELPHIA. Wei onderrigte personen beweren , dat de opstand in Philadelphia geene plotselinge uitbarsting van hartstogtelijk geweld geweest is, maar het gevolg van sinds lang werkende oorzaken en eene verslap- ping van zedelijke beginsels en verbindtenissen. In dit opzigt zijn de hooger geplaatsten, de re- gering zelve, met een slecht voorbeeld voorgegaan; zoo door hare ingenomenheid met het verachtelijke , bedriegelijke bankwezen, door de bij toereikende middelen dubbel baatzuchtige , verfoeijelijke staking der rentebetalingen , door ligtzinnigheid en willekeur van allerlei aard. Hoe dit ook zij , zoo vindt men echter bij deze laatste daadzaak , het oproer , aan alle kanten en in alle opzigten, dwaling, schuld en misdrijf. Geen deel kan onschuldig verklaard en volledig vrijgesprokea worden, wanneer in eene stad (die zich op rust, orde en broederlijke liefde beroemt) drie dagen lang plundering, moord en brand onbeteugeld heerschen. Verbaaasd moet men vragen: hoe was dit mogelijk? en het antwoord verklaart de daadzaken, bewijst de schuld, toont eenige verontschuldigingen aan en sluit met hoop op betere uitzigten. In Philadelphia hadden zich allengs een groot aantal leren nedergezet. Hunne mededinging bij velerlei arbeid werd door menigeen met leede oogen aangezien, en hunne soms tot overmoed stijgende vreugde over de nieuw verworven vrijheid door velen gelaakt. Den grootsten aanstoot gaf him ijverig Katholicismus , him vertrouwen op en hunne 0PROEREN EN PARTIJ SCHAPPEN. afhankelijkheid van de priesters. Zij zonden. even als de Protestanten , hunne kinderen naar de scho- len, en hier werd de vraag over het lezen van den bijbel , voorwendsel en wortel van alien lateren twist en wrevel. In plaats van uit het boek van liefde en godsvrucht zich eendragtig te stichten, en over ondergeschikte twijfelingen zich waarlijk chris- tclijk te verstaan, grepen onbevoegde ijveraars dit gevaarlijk thema aan, om eveneensdenkenden op te ruijen en te beheerschen. Vooreerst vorderden de Katholieken, dat, wanneer zij naar hun vermo- gen tot de schoolbelasting bijdragen moesten, men het protestantsch godsdienstig onderwijs den Katho- lieken kinderen geenszins opdringen, noch hen tot het zingen van protestantsche gezangen verpligten mogt (*). Het schoolbestuur was het ten vollen eens met deze meening, die vooral met de Ame- rikaansche godsdienstvrijheid strookte, doch de ge- maakte verordeningen werden op verre na in alle scholen niet gewillig opgevolgd. Hiernevens ging de vraag gepaard: in welke overzetting men den Bijbel lezen zoude? Inderdaad is het verschil tusschen de katholieke en de pro- testantsche vertalingen niet zeer aanmerkelijk of voor scholen gewigtig; maar toen de Protestanten, te regte of onregte , volstrekt aan hunne overzetting vast hielden, zoo is het niet te verwonderen, dat de Katholieken van hunnen kant even zoo deden^ Weldra verbreidden zich deze twisten buiten den kring van schoolbesturen en beambten; van den kansel ijverden onverdraagzame geestelijken , in de nieuwsbladen hartogtelijke schrijvers, en het was geen wonder dat de menigte eveneens in drift ge- (*) Over dergelijke cischen en twisten in New- York , zic men het hoofdstuk : Godsdienst en Kcrk , Katholieken. 6 OPKOEREN EN PARTIJSCHAPPEN. raakte, zoodra de eene partij de andere voor ket- ters, voor bij- of ongeloovigen uitmaakte, die of het volk den Bijbel ontrooven , of het eene geloofs- belijdenis opdringen wilde. Eenige natives (te New- York geborenen) tergden , op hunne overmagt vertrouwend, de prikkelbare leren; van bittere, grove verwijten kwam het tot kloppartijen , schieten , moord en brand. De uit- spraken en getuigenissen der ambtenaren zelve be- wijzen, dat het overal ontbrak aan orde, spoed, zamenhang en gehoorzaamheid. De burgemeester der eigenlijke stad Philadelphia had geen regt- streeksch gezag over de voorsteden, terwijl de over- heden der voorsteden niet buiten dezelve mogten gaan. Men wist , dat er ongeregeldheden onder- nomen zouden worden en men voorkwam die niet. Men beraadslaagde over den zjn van bestaande en den inhoud van toekomstige wetten, terwijl het ge- peupel kanonnen plantte, en alreeds de kerken ver- woestte. De opgeroepenen ter bescherming bleven uit, of twistten hoe zij zouden optreden, als bur- gers of als gevolmagtigden van den Sherif. Ja, nadat een hoofdman Hill ter neder geworpen en onder den voet getreden , nadat men landweermannen de ribben gebroken , en zelfs eenen het hoofd afgesne- den had, waren er nog, die dit gespuis van roo- vers en brandstichters beschouwden als het souve- reine volk, tegen welks geheiligden wil men geen geweld gebruiken mogt. Voorzeker is het hoogst gevaarlijk, wanneer iemand het waagt , zich boven de wet te stellen , of eigenmagtig beslist wat wettig is of zijn moet. Maar er zijn oogenblikken , waar slechts redding van zulken moed, die vrijwillig de grootste verant- woordelijkheid op zich neemt, mogelijk is. Was er OPROEREN EN PARTLTSCHAPFEN. 7 in Philadelphia een man geweest met de geestkracht en inborst van generaal Jackson, in een kwartier had hij al de muitelingen verstrooid, de wet doen eerbiedigen en den hoogsten dank verdiend. Nieuwsbladen roemden er op , en aanzienlijke man- nen in Philadelphia bevestigden het, dat tijdens den bloedigen opstand, alles in de meest bezochte stra- ten in volkomene rust was, en heeren en dames onbezorgd gingen wandelen. Andere ooggetuigen verhalen, dat op het gerucht van het voornemen orn eene kerk te verbranden, zich heeren met hunne dames als toeschouwers verzamelden, en zeiden dat ze naar huis zouden gaan zoo er m'et spoedig iets gebeurde. Eindelijk zag men, dat straatjongens de glazen insloegen, en van binnen vuur aanlegden en nu hield men het geraden zich te verwijderen. Ik hoop en wensch, dat deze berigten onjuist zijn, want waren zij juist, zoo zouden zij slechts bewijzen, dat hier die veroordeelenswaardige partij- loosheid plaats had , welke Solon met regt af keurde ; of veeleer, dat onverschillige gevoelloosheid hier, waar het welzijn van zoovele medeburgers op ? t spel stond, de overhand had. 't Was thans voor de jonge heeren de tijd niet om hunne lokken te krul- len , ' hunne manchetten uit te halen , met wandel- stokjes te spelen en de dames hun hof te maken; maar om hunne pligten als mensch en burger te betrachten; om, nog v66r de oproeping der angstig dralende overheden, ijverig en aanmoedigend op te treden, en zich ter handhaving van orde en wet aan te bieden. Dat men later zijne hanclen in on- schuld wascht, of zelfs zich gelukwenscht over de rustige houding, is voorzeker het ware gedrag en gezindheid niet, om weder op den weg van regt en deugd te geraken. 8 OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN. Laat ons , na deze gewigtige beschuldigingen , nog eenige verontschuldigingen aanvoeren. De inrigtin- gen en werkkringen der stad Philadelphia en hare voorsteden kwamen volstrekt niet overeen , waardoor men, zoo in 't besluiten als tiitvoeren, zeer belem- merd werd. De wetten waren niet duidelijk om- trent de regten der overheid of de pligten der bur- gers, en angstvallige twijfel is, zoo al niet prijsse- lijk, evenwel natuurlijk, bij de tot hiertoe nimmer voorgekomene vraag: of en wanneer de eene bur- ger den anderen mag nederschieten ? Belangrijker nog en troostelijker zijn andere om- standigheden. Zoo hield zeer spoedig de verkeerde deelneming op, die aanvankelijk werd aan den dag gelegd voor de oproerigen en tegen de wetten, die de burgers zelve gemaakt , en tegen de overheid die zij zelve gekozen hadden, en die niets misdaan had. Eveneens trad de drukpers met zeer weinige en onbeduidende uitzonderingen , nadrukkelijk voor regt en orde op, en ten gevolge van nieuw genomene , dringend noodwendige besluiten , werd de poging tot een tweeden verfoeijelijken opstand spoedig met goed gevolg onderdrukt. Eene herha- ling van dergelijke tooneelen is derhalve niet te vreezen, en zooveel te minder daar de regtbanken de schuldigen opgespoord, de gezworenen hen ver- oordeeld, en het regt op schadevergoeding voor de onschuldig lijdenden erkend hebben (*). 4. ONLUSTEN IN RHODE-ISLAND. De eerste vrijbrief van Rhode-Island van 't jaar 1645 gaf alien inwoners staatkundige regten, en de (*) Het is te hopen, dat het berigt onjuistis, dat alleen leren veroordeeld werden, en men tegen de althans even schuldige inboorlingen geene bewijzen heeft kunhcn of willen vinden. OPROEREN EN PARTI JSCHAPPEN. 9 bevoegdheid om deze grondwet naar liet besluit der meerderheid te veranderen. Na de restauratie be- paalde een nieuw charter van 1665, dat alleen de grondeigenaren en vrijbezitters (freeholders) staat- kundige regten zouden hebben, en beslissen wie ge- regtigd war en in hunne gemeenschap te worden opgenomen. De vereischten voor eenen vrijbezitter waren niet steeds dezelfde; gedurende den langsten tijd vorderde men eenen eigendom van 154 pond sterling waarde. Zoolang landbouw het hoofdbedrijf , en het getal uitgeslotenen zeer gering was , hoorde men geene klagten; zoodra echter de steden en fa- brieken toenamen, en het getal der van staatkun- dige regten uitgeslotenen met den dag grooter werd , waren deze ontevreden dat kleine grondeigenaren alles beslisten, en zich boven rijkeren en beschaaf- deren verhieven. Van de inwoners stonden 108,000 onder de magt van 5,558, en het graafschap Pro- vidence met 3 / 5 der bevolking zond slechts 21 ver- tegenwoordigers , de overige 2 / 5 daarentegen 50. Tegen de bewering, dat ieder ligt land koopen en hierdoor stemregt verwerven kon , werd ingebragt , dat zulk een aankoop bijna onmogelijk en althans hoogst lastig is, voor hen die niet zelf landbouw drijven willen of kunnen. Ook heeft de vergadering van vrijbezitters zelfs grondeigenaren teruggewezen , die hun niet bevielen. De bewering, dat geene praktische bezwaren zich voordeden , dat de eigen- dom beschermd en het regt gehandhaafd werd, doet hier niets ter zake. Dit een en ander heeft onder alle ordelijke regeringsvormen plaats, maar het geldt hier de uitoefening der staatkundige regten , welke al de overige Noord-Amerikaansche Staten hunnen meerderjarigen inwoners toestonden, doch de monopolisten van Rhode-Island, in tegenspraak 10 OPROEREN EN PARTUSCHAPPEN. met alle nieuwere grondstellingen van staatsregt T in strijd met alle ervaring, him onbillijk onthielden. Hierbij komt, dat de staatkundig uitgeslotenen ook ten opzigte van menigerlei bijzondere regten ver- kort werden; zoo konden zij geen gezworen wor- den, en geen proces voeren, wanneer niet een vrij- bezitter de aanklagt medeonderteekende. Over al deze bezwaren waren reeds aan de rege- ring vertoogen ingeleverd in 1797, 1811, 1820, 1824, 1829, 1852 en 1854. De regering sloeg eehter geene acht hierop, deels wijl zij van de zoo lang tdtgeoefende regten geen afstand doen wilde, deels wijl zij meende dat het geschreeuw slechts door eenige ijdelen en onrustigen werd aangeheven. Eindelijk meenden ook velen , dat de bestaande in- rigtingen beter waren dan de voorgedragene, en dat uit het algemeen stemregt veel kwaads en naau- welijks iets goeds zou voortkomen. In alien gevalle, meende men, zou eene beperking van het stemregt geene reden geven tot eene gewelddadige omwenteling. Dorr en zijne aanhangers waren van een geheel ander gevoelen. Zij zeiden: wanneer het volk al- leen uit de oudgeregtigden bestaat, zoo is het veel grooter getal der uitgeslotenen volstrekt niets, en men komt tot dat stelsel van onbeperkte regten der overheid, waartegen zelfs volkomene eenstem- migheid van alle inwoners zonder regt en kracht blijft. Dit is eehter in strijd met alle leer van Amerikaansch staatsregt, van Washington en Ha- milton tot Quincy Adams en Tyler; in strijd met alle uitspraken van regtsgeleerden , met alle Ame- rikaansche staatsregelingen. Derhalve moet thans het volk zelf de zaak ter hand nemen , en zich eene nieuwe staatsregeling geven. De ontevredenen beweerden, dat verre de meer- OPROEREN EN PARTI JSCHAPPEX. 11 derlieid des volks zich verklaard had v66r een nieuw ontwerp van staatsregeling , him in eene wettige vergaderingen voorgelegd, terwijl hunne te- genstanders het loochenden, en hen beschuldigden van groote misbruiken bij het stemmen. Vraagt men de meerderheid : of zij het monopolie der min- derheid ophefFen en zich zelve hare regten toeeige- nen wil? zoo is *t niet te vermoeden dat zij neen" zal antwoorden. Belangrijker is de vraag: of, wanneer alle verbetering geweigerd, alle vreedzaam verzoek afgeslagen werd, het volk het regt had, om tegen de regering, (die bij de minderheid, de tegenpartij was), op te komen? Of dergelijke po- gingen en bewegingen niet tot eindelooze, willekeu- rige omwentelingen zouden leiden? Of eindelijk de bloote hoofdelijke meerderheid toereikend is, om het oude af te schafFen en iets nieuws in te voeren? Reeds Washington zeide : Wanneer eene staatsre- geling gebrekkig is, mag men die verbeteren, maar niet dulden dat zij gedurende haar bestaan overtre- den wordt (*). Ofschoon de regering van Rhode-Island voor zulk een uiterst geval van geweldadigen. opstand op de hulp der Bondsregering kon rekenen, hield zij zich echter overtuigd, dat het beter ware het verstandig (*) Door Amerikaansclie schrijvers is beweerd, dat elke om- wenteling, zonder toetreding, ja leiding der regering, teveroor- deelen is; en zulks is buiten twijfel, waar deze regering uit de keus der meerderheid (als in Massachusetts) haren oorsprong heeft. Alsdan zijn alien gehoord, en de meerderheid beslist voor en door de regering. In plaats van eene omwenteling , komt dan eene verbetering (amendment). Maar wanneer de hoog- ste magt van eene geringe meerderheid uitgaat, welke alle ver- beteringen hardnekkig wederstreeft, zoo is er geen andere keuze dan of onvoorwaardelijke gehoorzaamheid , of tegenstand. Voor- zeker is de Amerikaansche omwenteling niet met en door de Engelsche regering tot stand gebragt. 12 OPROEREN EN PAliTIJSCHAPPEN. voorbeeld van Connecticut te volgen, 'twelk in der~ gelijke omstandigheden in 1818 zijne grondvvet ver- anderde en daardoor alle gemoederen bevredigde. De eerste , van de zijde der geregtigden ontworpene staatsregeling voor de grondbezitters {Landholders constitution) werd, in weerwil harer vrijzinnigheid , door oude en nieuwe ijveraars verworpen, en tegen eene nog gunstiger door de regering voorgestelde staatsregeling werd ingebragt: dat men onder invloed der vreesinboezemende krijgswet had doen stemmen, en daardoor eene gekunstelde, onware meerderheid verkregen had. Thans ware het voor Dorr gepast geweest de aangebodene staatsregeling aan te nemen, welke in alle wezenlijke punten met zijne eigene voorslagen overeenstemde , en in plaats van tot eene geweldda- dige omwenteling, tot de vreedzame verbetering van *t amendment leidde. Hij zou, bij gematigder, liefderijker bemiddeling, als weldoener zijns vader- lands erkend, en waarschijnlijk aan 't hoofd van 't bestuur geplaatst zijn. In plaats daarvan liet hij nit hartstogt, ijdelheid of verblinding het juiste oogenblik ongebruikt, en meende dwaselijk, dat het volk om kleine verschilpunten in de staatsrege- ling of om afgetrokken regtsvragen, eenen burger- krijg beginnen, en het door de regering wel laat maar toch loifelijk aangeboden vergelijk van de hand wijzen zou. Zoodra Dorr met krijgsmagt en kanon- nen zijne plannen wilde doorzetten, smolt de groote meerderheid zijner aanhangers tot eene zeer kleine minderheid; hij moest vlugten en de nieuwe grond- wet werd door de groote meerderheid der oud- en nieuwgeregtigden aangenomen. Zij bepaalt, dat iedere stad eenen senator ^dest, en ieder district, naar de bevolking afgedeeld, eenen afgevaardigde. OPROEREN EN PARTIJSGHAPPEN. 15 Stemregt hecft elk die -21 jaren oud, en twee jaren in den Staat gevestigd is, minstens eenen dollar belasting betaalt of dienst doet bij de landweer. De regters warden door de meerderheid der beide ka- mers gekozen en ontslagen. Zonder bepaalde vor- men in acht te nemen , en zonder toestemming van drie vijfden der kiezers, kan geene verandering der grondwet plaats liebben. Toen Dorr weder naar Khode-Island terugkeerde, werd hij gevat en voor het geregt gebragt, als be- schuldigd aan hoogverraad en verwekking van bur- gerkrijg. Met zijne theoretische bewijzen , dat hij regt had, en de beslissende meerderheid met hem instemde, lieten regters en gezworenen zich niet in, en hielden vooral zijne laatste stappen en maatrege- len in 't oog. Men leide de oude vormen en reg~ ten als onwraakbaar ten grondslag, en besloot daar- uit tot de schuld des aangeklaagden. Of dit, na de aanneming der nieuwe grondwet, regtvaardig was, en of zekere regtsvormen, b.v. bij de benoe- ining van het gezworenen-geregt, ook gekrenkt wer- den, kunnen wij hier niet onderzoeken. Is werke- lijk de meerderheid der nieuwe burgers op zijne zijde, oordeelt zij, dat hij meer volgens Europesche dan Amerikaansche denkbeelden veroordeeld , en de uitgesprokene straf te hard zij , zoo zal het haar niet moeijelijk vallen , door de naastvolgende verkie- zingen zijne bevrijding te veroorzaken. Het zij ons vergund , aan het medegedeelde eenige algemeene opmerkingen toe te voegen. Gewis ver- leidt de Amerikaansche volksheerschappij (demo- cratie) menigmaal tot onregt en overmoed. Het souvereine volk acht zich soms geregtigd en ver- pligt, in plaats der wettelijk daartoe aangestelde regters en ambtenaren , zclf te regeren en te be- 14 OPROEREN EN PARTUSCHAPPEN. slissen; even als, niet minder verkeerd, Europesche heerschers , door kabinetsbevelen , lettres de cachet , ordonnances enz. , maar al te dikwijls in den wetti- gen gang van 't bestuur grepen. Zij, die derge- lijke verkeerdheden als natuurlijke noodzakelijkheid, als onvermijdelijk gevolg van republikeinsche inrig- tingen beschouwen, staan op een eenzijdig, ver- keerd standpunt, en vervvisselen krankheid en ont- aarding met gezondheid. Ook ontstonden de Ame- rikaansche onlusten bijna nergens uit de democratic, maar uit dweepzucht (fanatismus) en uit onvolko- mene inrigtingen, welke meer den aanzienlijkeren en beschaafderen , dan het algemeen ten laste ko- men. Daarbij moet men een' oploop van ? t gemeen niet met natuurlijke en geoorloofde volksbewegingen verwisselen; de eerste kunnen slechts plaats heb- ben , waar men het gemeen vreest , of aanbidt , of waar men het tot partij-oogmerken gebruiken wil. Hoe verfoeijelijk dergelijke opstanden ook zijn, hoe noodzakelijk het is die krachtig te onderdrukken , houd ik ze evenwel voor minder gevaarlijk, scha- delijk en onzedelijk 7 dan de bank- en tarief-zwen- delarijen, en zekere bankeroeten, waaraan het ge- meen geen deel heeft , maar die in hoogere kringen te huis hooren. Erger eindelijk dan de misdrijven zou hunne straffeloosheid zijn, wanneer door verkrach- ting der waarheid geene bewijzen zouden te vinden zijn, en geene jury die regt en wet hooger achtte dan vooroordeelen en hartstogten. In alien gevalle is het zeer prijsselijk en afschrikkend , dat elke ge- meente de schade moet vergoeden, welke onschul- digen lijden door onwettelijke onlusten. Wanneer de Engelsche pers zegt, en anderen het napraten, dat Amerika door drie, vier opstanden als de beschrevene te gronde gaat, zoo kan men OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN. 15 antwoorclen: de brandstichiingen gedurende ecu jaar in Engeland, de gewelddadigheden in Bristol en Manchester , de rooverijen der Rebecca'iten in Wales , de zoo lang door de overheid gedulde misdrijven der Orangisten in lerland, en de tot burgerkrijg aangroeijende schandalen in liet naburig Kanada, wegen veel zwaarder dan alles waaraan de Ameri- kanen zich ooit scliuldig maakten. Ook moet men niet vergeten, hoe uitgestrekt hun land is; niet vergeten dat sedert 1787 in de steden van Europa, ja in Parijs alleen, meer gruwelen werden bedreven dan in de Vereenigde Staten te zamen. Zoo moge men dan overal, met ernst en liefde , de oorzaken van burgerlijke ontevredenheid uit den weg ruimen, en de onwettige rigtingen en pogingen van hoog of laag gemeen tegen gaan, maar nimmer lafhartig vertwijfelen en de handen in den schoot leggen, omdat het kwaad df te groot of te onbeduidend schijnt. Een groot staatsman heeft aangemerkt: in vrije Staten kan men 't kwaad niet voorkomen." Geheel juist: men \vil geene wet geven, voor ze dringend noodig is , en mag ze , wanneer ze gegeven is , niet aanwenden om de gewaande meerdere vrijheid te handhaven. Heeft echter de dikwijls bittere ervaring eerst de noodzakelijkheid en nuttigheid eener wet werkelijk bewezen, zoo gaat die in aller meening en gevoel over; er blijft dan geene tegenstelling tusschen bevelenden en gehoorzamenden , tusschen hoog en laag, geen argwaan, nijd en tegenkanting. Maar bezitten dan onbeperkter regeringen inderdaad het voorregt van heilzaam voorkomen? Hebben zij ongehoorzaamheid en opstand verhinderd , van Kapels af tot Rusland en Turkije toe. Hoe verfoeijelijk , als gezegd is, oproeren en ge- 16 OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN- welddadigheden als de beschrevene zijn, hoe zeer men wenschen, ja eischen mag, dat alle burgers, dat inzonderheid regters en gezworenen ze met ernst tegengaan en met den meesten nadruk bestraffen; zoo zijn het toch slechts plaatselijke rampen (*), die aan enkele oorden uitbreken en, naar mijn ge- voelen, geenszins het gansche verbond besmetten en in gevaar brengen. Of echter dit grooter, al- gemeener gevaar niet voor de deur staat, of zelfs reeds is binnen geslopen door de heftige, over den ganschen Bondsstaat verbreide partijschappen , is (*) De billijkheid vordert , aan het medegedeelde een lof- waardigen tegenhanger toe te voegen. Toen ik (zegt Ferral) op zekeren avond te New-York naar mijn logement terugkeerde , hoorde ik rumoer in een kroeg, en ging er met eenige anderen in, om te zien hoe men hier wederspannige burgers gevangen neemt. Een konstabel kwam geheel alleen, en het scheen mij zedelijk onmogelijk , dat hij een half dozijn kerels zou vatten, die slechts met moeite werden weerhouden van met elkander te kloppen. Evenwel scheen zijn arm zoo magtig te zijn als Armida's tooverstaf; want pas had hij hun zijne hand op den schouder gelegd, of zij gingen zoo rustig als schapen met hem been. De reden van de zaak is deze: die lieden hadden alien het kiesregt uitgeoefend, zoo al nietjegens dezen konstabel, dan toch jegens anderen, en zoo achtten zij zich niet alleen verpligt, zijn aanzien te ondersteunen, maar waren ook zeer genegen het te doen. Zij wisten, dat de magt, die hij uitoefende , hem door hen zelven was opgedragen, en dat, zoo zij hem weer^ stand boden, zij dit hunne eigene souvereiniteit deden. Zoo vindt de overheid overal in de burgers zelven de sterkste bond- genooten." Alle kleine gebreken, alle groote kwalcn of ge- varen van Noord-Amerika zijn niets , zij verliezen alle belang en gewigt , in vergelijking bij hetgene Middel- en Zuid-Amerika in ontzettende grootte opleveren : ruwheid , hoogmoed, onkunde, bijgeloof, dweeperij , wraakzucht, bloeddorst, vervolgzucht, moord, roof, burgerkrijg, in de afschuwelijkste vermenging, en vreesselijk geweld. Op dien weg neemt al het waarlijk menschelijke een einde, en men zou, in vergelijking daarmede, het natuurleven der dieren hoocrer kunnen stellen. OPROEKEN EN PARTIJSCHAPPEN. 17 eene hoogst gewigtige vraag, die wij eenigzins na- der in oogenschouw willen nemen. In elken Staat, waar geene dwingelandij de in- woners noodzaakt eene meening te hebben, of ten minste slechts eene te erkennen en te uiten, zullen en moeten vrije burgers over ontelbare onderwerpen verschillende meeningen liebben en die verdedigen. Deze vrijheid, deze verscheidenheid is het levens- beginsel hunner vooruitgaande ontwikkeling; en al het voorschrijven , al het eenzijdige besturen, aan- kweeken, regelen van meeningen en overtuigingen , door overmoedige koningen, pausen, vorsten, minis- ters, ambtenaren, biechtvaders , censors, pastoors , inquisiteurs en dergelijken , heeft ten alien tijde meer nadeel dan voordeel aangebragt, heeft koningen, regeringen en volken verlamd, hun bloesem ge- knakt, hun wasdom belemmerd, hen aan het lat- werk van zwakke wetten gebonden , om zich daarna te verheugen in derzelver misvorming tot nietige leiboompjes. Omgekeerd echter heeft de vrijheid, zoo wel als de edelste zegepraal, ook de grootste gevaren; slechts zijn het gevaren van een' anderen, eigendommelij - ken aard. Vooreerst berust de ware vrijheid niet op wittekeur, maar op zelfbeheersching, en deze deugd is overal schaarsch. Vorderde Solon , dat ieder burger eene partij moest kiezen; zoo lag stilzwijgend de strikte voor- waarde ten grondslag, dat dit geschiedde na het ernstigst onderzoek, en volgens beste kennis en ge- weten. Hij wilde in zijn gemeenebest geene laffe, domme nullen , maar even zoo min dweepers voor onbeduidende personen en verfoeijelijke oogmerken. Het partij kiezen kan goed of slecht, wijs of dwaas zijn. Diegenen, welke zich beroemen, dat zij on- IL 2 18 OPROEPtEN EN PAETIJSCHAPPEN. voorwaardelijk eene partij kiezen , of dat zij er geene kiezen, zijn beide evenzeer te veroordeelen. Het is laakbaar, om (zonder nader inzigt) elk vastliouden aan overtuigingen , elk volhardend werken tot be- paalde doeleinden als afkeurenswaardige partij schap aan te merken; of omgekeerd elk liartstogteHjk op- treden, elk gemis aan verdraagzaamheid en mati- ging te hoog aan te slaan. Bijna nimmer had de eene partij de geheele waar- heid aan hare z-ijde, die is slechts te vinden in God daar boven ; bijna nimmer vertegenwoordigde de eene alleen leugen en onregt , anders ware de duivel haar on voorwaardelijk opperhoofd. Van daar zeide Jef- ferson in zijne boodschap: Elk verschil van mee- ningen is geen verschil van grondstellingen. Wij hebben breeders van wezentlijk gelijke overtuiging met verschillende namen bestempeld. Wij zijn alien republikeinen, alien federalisten." In gelijken zin waarschuwden Washington , Jackson , Qujincy Adams en alle groote Amerikanen voor de overmaat van hartstogtelijke partijschap; zij heeft overal de slecht- ste vruchten gedragen, en inzonderheid de republi- keinsche vrijheid telkens vernietigd. Zoo stout hef- tige partijschap zich aan den eenen kant voordoet, zoo laf vernedert zij zich van den anderen kant tot diibbelzinnigheden , uitvlugten, vleijerijen, waaruit dan eindelijk onverschilligheid voor regt en wet, trotschheid en overmoed voortkomt. Het is (zegt Clay) een ongeluk voor vrije Sta- ten, dat in tijden van groote partijwoeling, de re- gering maar al te dikwijls overhelt, om alles aan te grijpen, wat de eene partij versterken en de an- dere verzwakken kan." - Met even veel regt ver- klaart hij zich tegen eene eeuwig en altijd weerstre- vende oppositie, welke zich ten onregte eene stel- OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN. 19 selmatige pleegt te noemen. De harmonie onzer stelsels (zegt hij) kan alleen worden onderhouden door verdraagzaamheid , vrijzinnigheid , praktisch ge- zonden zin en wederzijdsche inscliikkelijkheid. Brengt men dezen geest in liet bestuur onzer menigvuldige instellingen , zoo zullen alle bekommernissen over botsing en strijd der overheden en staatsligchamen als droomen verdwijnen (*)." Hoort men Amerikaansche ijveraars , zoo zou men gelooven, dat het heil des vaderlands enkel en al- leen van hunne meeningen afhing en echter, hoe afwisselend, hoe weinig duurzaam zijn zij. Voorzeker heeft de overmaat van Noord- Ameri- kaansche partijschap reeds inenige schade berok- kend, de waarheid verdonkerd en eenzijdige mee- ningen op den voorgrond gesteld. Gewis waren die tijden niet de slechtsten, toen bij de presidents- keuze zich alien, althans verre de meerderheid, met ter zijde stelling van ieders partij-meeningen en doel, om een groot man schaarden. Waar ech- ter tegenstellingen zich voordeden en levendig deden gelden, volgde tot nu toe in de Vereenigde Staten dadelijk na de beslissing de grootste rust, en het viel niemand in, de magt zijner partij tegen de wet in beweging te brengen. Zoo werd in 1840 in Massachusetts een democratisch stedehouder met de meerderheid van slechts eene enkele stem (31,054 van 102,066) verkozen, en zijne wettigheid zonder eenige tegenkanting erkend. Zij die de Noord- Amerikaansche partijwoelingen zoo zwart mogelijk afmalen, moesten eens den blik wenden naar de Middel- Amerikaansche , waarvan Stephens verhaalt: beide partijen hebben hier een uitmuntehd middel (*) Ook de vrces van Clay voor de magt van het veto en voor de belastingwet zal dan verdwijuen. 20 OPROEREN EN PARTI JSCHAPPEtf. om eenstemmigheid te bevorderen, doordien zij al- ien, die niet van hun gevoelen zijn, het land nit drijven. Dien ten gevolge zag ik in Leon palei- zen, waarin eens adelijken woonden, zonder dak, meest verwoest en door uitgehongerde schooijers bewoond; ja de halve stad toonde slechts een pn- metelijk veld van bouwvallen." Laat ons na deze algemeene opmerkingen , de grondstellingen en den toestand der groote Ameri- kaansche partijen van naderbij beschouwen. De aan Engeland vasthoudende Loyalisten werden, in den loop van den omwentelings-oorlog , door de voorstanders van den nieuwen Bondsstaat onderwor- pen of verdreven. Hoezeer ook de overwinnaars (de Federalisten) Amerika's onafhankelijkheid be- oogden, zoo koesterden zij tocli achting en eerbied voor vele Engelsche instellingen , en meenden, dat men die, als de volkomenste , moest behouden. Van daar bevalen Hamilton en zijne medestanders: le- venslange presidenten en senatoren, uitbreiding van de magt der Bondsregering , een veto van den pre- sident ten opzigte der Staten en dergelijke instel- lingen aan. Ja menigeen wenschte het erfregt der eerstgeborenen , en eene staatskerk. Al deze en dergelijke meeningen werden door Jefferson en zijne vrienden ten voile overwonnen; de leiding van alle aangelegenheden kwam in de handen der republi- keinen, en wanneer Madison, Jefferson's vriend en opvolger, als vrijgeviger geroemd wordt, moet men niet vergeten dat tijdens zijn presidentschap de strijd zegerijk geeindigd was. Madison stond tot Jeffer- son, als Melanchton tot Luther. Gemakkelijk is het, Amerikaansche gebreken op te sporen, en die kortweg uit de republikeinsche strekking af te lei- den ; maar het is buiten eenigen twijfel , dat uit de OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN, 81 zegepraal der federalistische meening nog meer kwaads ontstaan, en het staatsverbond in zijne spoe- dige en wezenlijke ontwikkeling gestremd zoude zijn. De republikeinsche strekking is het eigenlijk levensbeginsel der Vereenigde Staten, het karak- teristieke, het eigendommelijke , welks eenzijdighe- den men regelen, welks overdrijvingen men beteu- gelen mag, maar 't welk uit te roeijen echter on- mogelijk is en onzinnig zijn zoude. Alle partijen noemen zich thans Democraten (*); de eene (de locofoco's) kortaf zonder eene nadere aanduiding, terwijl de andere aan de benaming Whig-Democraten de voorkeur geeft. Beide er- kennen Jefferson als him leeraar en meester; geene van beiden beroept zich thans op Hamilton en de federalisten , en de meeningen loopen slechts hieromtrent uiteen: hoe zekere uitspraken en dadeii van Jefferson moeten worden opgevat, en welke maatregelen hij onder de gegevene omstandigheden goedkeuren of verwerpen zoude? Zeker zoude hij, mijns bedunkens, datgene afkeuren, wat beide te- genwoordige partijen schadelijk voorkomt; ten op- zigte van zaken welke door slechts eene partij wor- den goedgekeurd en aanbevolen, zoude hij daaren- tegen , met zeer weinige uitzonderingen , niet de zijde der Whigs, maar die der Democraten kiezen. Zoo lang evenwel de partijen zich tot algemeene uitdrukkingen en spreekwijzen bepalen, is er eigen- lijk geene reden van strijd voorhanden: goede re- gering, gezond geldvvezen, verstandige tolbepalingen C*) Men verhaalt : Toen in eene vergaclering der democraten te New-York een lid der minderheid de kraan der gasleiding digt draaide om de beraadslaging af te breken, stak een ander het gas met een zwavelstok (loco/oco) weder aan. Van daar de benaming, die weldra aanleiding gaf tot spottende uitleg- gingen. 22 OPROEEEN EN PARTIJSCHAPPEN. en dergelijken , prijzen en bedoelen alien. Met dezc lokvogels kan men echter op den duur geene stem- men vangen, en de zaken niet voornit brengen. Die algemeene theoretische uitdrukkingen moeten door toepassingen op het bijzondere, door te doen uitkomen wat daar acliter verborgen is, eerst be- teekenis en karakter verkrijgen. Laat ons daarom eenige verscliilpunten in scherper trekken tegen- over elkander stellen. De Democraten verwerpen de uitbreiding der magt van 't Congres, en vor- deren eene stipte uitlegging en uitvoering der ver- bondsacte. Zij willen dat het veto-regt van den president, en de vrijheid om dien te herkiezen, in- gevolge de grondwet onverkort in stand geliouden worde. Zij zijn tegen de beperkingen van vreemden en landverhuizers , als ook tegen de herstelling eener groote , magtige bank ; zij zijn tegen de verdeeling onder de bijzondere Staten der ontvangst van land- verkoop; zij zijn vdor de vereemging met Texas, v66r zoo veel mogelijk vrijen liandel, en tegen liooge bescliermende regten enz. Ten opzigte van deze en vele andere onderwerpen koesteren de Whigs, zoo al niet geheel tegengestelde , dan toch zeer afwijkende gevoelens. Daar over deze punten reeds ter behooiiijker plaats gesproken werd, is een herhaald onderzoek overbodig, maar ik mag hier niet onvermeld laten, dat vele Whigs mij zeiden, dat alle deze zaken in- derdaad slechts van geringe beduidenis en slechts door de intrigues bij de verkiezingen boven hare eigenlijke waarde opgevijzeld werden. Dat partij- drift alles scherper voorstelt en beoordeelt, is ze- ker, maar dat de genoemde onderwerpen op zich zelven van geen zeer groot gewigt zouden zijn , daarvan kan ik mij moeijelijk ovcrtuigen. Zij zijn OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN. 25 de belangrijkste waarover thans te beslissen is ; of zijn ze niet belangrijk, waarom twist men er dan over? Clay zeide: de Whigs staan thans daar, waar de republikeinen van 1798 stonden; zij kampen voor de vrijheid van het volk, voor vrije instellingen , tegen magt, verderf, aanmatiging van uitvoerende personen en alleenheersching !" Maar was hij, toen hij deze besclmldiging uitsprak, niet zelf van den partijgeest bevangen, dien hij met regt berispt? Achter de op den achtergrond geschovene ge- schilpunten (varen de bovenvermelde Whigs voort) liggen veel grootere gevaren verborgen, die zonder onze bestendige opmerkzaamheid, zonder rusteloozen strijd losbreken en ons te gronde rigten zouden. De Locofoco's zouden ten laatste alle wetten aan de willekeur van 't gemeen willen onderwerpen , alles 't onderste boven keeren, en den eigendom opheffen. Wij Whigs zijn behoudend, conservatif, onze tegenstanders verwoestend, destructif. Hierop kan men antwoorden: het is mogelijk, dat onder de Democraten zich enkelen bevinden, die alle redelijke maat te buiten gaan, en hunne dwaasheden als heilaanbrengende openbaringen zouden willen binnensluiken of opdringen; zoo als het ook mogelijk is , dat enkele Whigs in tegengestelde en toch gelijksoortige dwaasheden vervallen. Maar nooit heeft eenig Democraat van naam, eenig acht- baar orgaan van hunne partij, die veroordeelde grondstellingen in 't algemeen geleerd of in toepas- sing willen brengen. De regten des volks zijn zoo groot als zij kunnen wezen, en deswege is 't in Amerika niet noodig eene omwenteling te maken, en even zoo weinig is er toereikende grond, het volk voor 't gemeen of het gemeen voor 't volk te houden. Wanneer monopolien, overmatige bescher- 24 OPROEREN EN PARTIJSCHAPPEN. mende regten, onregtmatige bankprivilegien tot de onaantastbare eigendommen gerekend worden, zijn de Democraten wel tegen deze soort van eigendora, juist wijl zij den eigendom in liooger en algemee- ner zin heilig achten. De bezorgdheid, dat eene groote Amerikaansche partij eenmaal den eigendom in 't algemeen zou willen en kunnen ophefFen, is zonder eenigen grond. In Europa werd die veel heftiger en gevaarlijker aangerand, en de hersen- scliimmen van St. Simon, Fourier en de Commu- nisten zijn niet uit de Amerikaansche democratie voortgesproten. In 't algemeen is de eigendom eene zoo volstrekt natuurlijke en noodwendige betrekking , dat die, door zijne eigene onverstoorbare kracht, zich altijd zal handhaven, en wel in bijzonderheden gekrenkt, maar nooit in zijn gelieel omvergeworpen kan worden. De burgerregten en uitoefening aan den persoon , en niet aan zekere mate van eigendom te verbinden, heft overigens den laatsten in alle an- dere opzigten niet op , ja in de meeste landen der wereld staat de bijzondere eigendom met de staats- regten volstrekt in geen verband. Waarom de "Whigs zich bij uitsluiting behoudend noemen, is moeijelijk in te zien . daar zij de grondwet willen veranderen in vele belangrijke punten, die door de Democraten willen behouden worden, b.v. de keus van den President , het veto , de ontvangst uit land- verkoop enz. Wilde men echter beweren, dat dit veranderen in hoogeren zin een maatregel van be- houd is , zoo zouden daarvoor veel sterker bewij- zen moeten worden geleverd , dan tot hiertoe ge- schied is. In Mei 1844, tijdens de groote bijeenkomst te Baltimore, had den de Whigs, zoo 't scheen, zoo zeer het overwigt, en zoo veel zelfvertrouwen, dat OPROEREX EN PARTIJSCHAPPEN. 2 zelfs de hoofden der Democratische partij den kies- strijd verloren achtten. In plaats echter van te vertwijfelen of werkeloos de handen in den schoot te leggen, erkenden de Democraten den grond hun- ner zwakte, stelden de onderscheidene mededingers ter zijde , en vereenigden zich voor Polk. Hier- door, en door de terugtreding van den president Tyler, kwam er eenlieid in hunne gelederen, en wat men wel als uitweg der zwakte, of als het uitwerksel van onedele kuiperijen heeft uitgekreten, was ? t werk van eclite scliranderheid en lofwaardige vaderlandsliefde. Inderdaad echter is de zegepraal der Democraten hierdoor ontstaan, dat binnen zes maanden de grondstellingen en gevoelens van beide partijen het openlijkste , scherpste onderzoek onder- gingen , en eene overtuiging der meerderheid daar- door gegrondvest werd. Hoe onwaar en belagchelijk het is, te beweren, dat de groote beslissing door de stemming van eenige weinige landverhuizers er doorgehaald zou zijn, heb ik reeds vermeld. Voor- zeker strekt het dezen landverhuizers niet ten blaam (*), wanneer zij de stelsels van beide partijen onderzochten , naar hunne beste overtuiging eene keuze deden , en zich aan die zijde schaarden , waar de meeste geboren Amerikanen reeds stonden. Ant- woordt men: wij spreken niet van de landverhui- zers der laatste jaren, maar van de vijf millioen Amerikaansche burgers van Duitsche afkomst," zoo zoude zulk eene aanmerking te dwaas en te hatelijk zijn, om daaraan eenig gewigt te hechten. De gematigde, verzoenende, wijze verklaring van Polk, dat liij de groote grondstellingen der Demo- (*) Dat Duitsche landverhuizers geene heftige ijveraars zijn voor papieren geld, hooge beschennende regten enz. is zeer natuurlijk. 26 OPKOEREN EN PARTIJSCHAPPEN. craten handhaven, maar geene ambtenaren wegens afwijkende gevoelens afzetten zoude, dat hij niet president eener partij wilde wezen, maar het wel- zijn van 't geheel behartigen, zal en moet de scherpte der gescliilpunten verzachten en tot eene heilzame verdraagzaamheid leiden. Het vrijwillig of gedwongen gemis aan belangstel- ling en deelneming van vele inwoners der Europe- sche staten aan de openbare aangelegenheden , kan den Amerikaanschen vrijen burgeren niet worden aanbevolen; zij zouden de vrees der angstvalligen slechts kunnen belagchen, en den wrok der vijan- delijken verachten. Maar welligt moesten zij de op- merking van wezentlijke vrienden niet in den wind slaan , dat men zich ook te veel met de staatkunde kan inlaten en zich daarvoor beijveren, als wanneer de tallooze bijeenkomsten en redeneringen , het on- ophoudelijk krantenlezen geen tijd , kracht en lust voor andere bezigheden overlaat. Er is ook een te hoog geschat staatkundig exerceerveld en slopkou- sen-dienst, welke den gezigtskring vernaauwt en al- gemeene beschaving belemmert. Er is eene staat- kundige lief hebberij , die zich zeer veel laat voor- staan, maar den staat even zoo weinig baat, als de aanmatiging der dilettanten de schoone kunsten doet. Soms gelukt het znlken liefhebbers wezentlijk, dat zij in het Congres komen en daar groote mannen naapen; vaak is hun dit echter te moeijelijk, en het is dan goed, dat zij tegenzin in de staatkunde krij- gen, en tot andere bezigheden naar hunne woon- plaats terugkeeren. De dikwijls herhaalde bewering, dat de persoon- lijkheid in onze dagen alle gewigt verloren heeft, is in Amerika even onwaar als in Europa. Ook daar regeren , niettegenstaande de magt des volks , OPROEREN EN PARTI JSCHAPPEN. 27 slechts weinige uitstekende mannen, en ? t is zeer verblijdend te zien, hoe dit volk gevoel van eigen- waarde met geestdrift voor hoogbegaafden weet te vereenigen. ledereen staat de baan open; slechts enkele bevooroordeelde reizigers verlangen naar split- sing in kasten, om de geschiktste aan de spits te brengen. De denkbeelden der leidende personen hebben invloed op het volk , en de openbare meening werkt wederkeerig opdeleiders; beide verdient meer lof dan berisping. Evenzoo is het te billijken dat men eene botsing van beide partijen , in vergaderingen , optogten, beraadslagingen , redevoeringen enz. door minnelijke schikkingen zoekt te verhinderen, voor zoo verre dergelijke voorbehoedselen de klove der partijen niet verwijden, en steeds grootere eenzijdig- heid van beschouwing veroorzaken. Eindelijk toch is de verwijdering tusschen de Amerikaansche par- tijen minder, en eene onderling goede verstandhou- ding veel meer mogelijk, dan onder de Europesche, elkander lijnregt tegensprekende , meeningen (*). Moge de zin en de achting voor reine eenvoudige waarheid niet door partij-overdrijvingen worden ver- nietigd , wet en overheid , na plaats gehad hebbende opgewondenheid , niet in minachting geraken, en geene slechte middelen tot gewaande goede doelein- den worden aangewend. Die zin voor waarheid , regt, gematigdheid en eensgezindheid , is oneindig meer waard, dan de dikwijis zoo voorbarig bewon- derde welsprekendheid , het rhetorisch blanketsel , 'twelk verblindt en tot onbehoorlijken hartstogt ver- voert. (*) Hoe zou het zijn, wanneer in Europa alle inwendige vraagstukken met de kenze van een koning in verbinding zou- den staan? . Scholcii cii UuftvcvsUcfttcu. Xveeds meermalen lieb ik van het verwijt ge- waagcl, dat de zin en ijver der Noord-Amerikanen alleen op het stoffelijke, handtastelijke , onmiddelijk nuttige gerigt zijn zoude; dat zij daarin voorzeker groote vorderingen gemaakt, maar voor de meer algemeene verstandelijke ontwikkeling niets gedaan, daarvoor niets opgeofferd, daartoe geen' tijd noch kracht aangewend hebben. Deze verwijtingen van Europeanen worden, zoo 't scliijnt, door vele Arae- rikanen bevestigd; want zij klagen, met betrekking tot opvoeding en schoolwezen , over onverschilligheid der ouders, over onbekwaamheid , te veelvuldige verwisseling of groote jongheid der onderwijzers , over te korten schooltijd, veronachtzaming van 't bezoeken der school, gebrekkige leerboeken, slechte leerwijzen, slappe tuclit, verkeerd streven naar wel- gevallen, afhankelijkheid van bijdragen en toelagen, onvoegzame geldbesteding , nuttelooze pracht in ge- bouwen, opwekking van valsche eerzucht, verkeer- delijk op den voorgrond stellen van bloot uitwendige wereldlijke doeleinden, te veel onderwerpen van onderwijs en daardoor oppervlakkige behandeling, nadeeligen invloed van staatkundige partijen enz. enz. Aan den eenen kant bewijzen deze bittere klagten SCHOLEN EN UNIVER3ITEITEN. 29 cngetwijfeld de aanwezigheid van belangrijke gebre- ken, maar van den anderen kant blijkt daaruit ook groote belangstelling in de zaak, en het ernstig streven naar algemeenen vooruitgang. Over 't ge- heel blijft elke onderscheiding of tegenoverstelling van materialismus en spiritualismus , van liclit en schaduw , gelieel verkeerd , en even als wij aan de tot hier toe beschouwde materiele zijde, nevens be- wonderenswaardigen vooruitgang, ook dwalingen en gebreken vonden (b. v. bij de banken, de repudia- tie, de slavernij , het tolwezen enz.), zoo vinden wij ook omgekeerd aan de verstandelijke zijde grond- stellingen , pogingen en vooruitgangen , welke den hoogsten bijval verdienen. Het school- en opvoeding- wezen b. v. is , vooral in de noordelijke Staten , sinds de eerste vestiging ijverig voortgescbreden ; en se- dert de onafhankelijkheid van het Verbond heeft Washington's en Jefferson's luid uitgesproken woord algemeenen weerklank gevonden : hoe grootere reg- ten een vrijstaat zijnen burgeren verleent, des te meer zorg moet voor hmme opvoeding en geestbe- schaving gedragen worden." Reeds in zijne eerste boodschap aan 't Congres zeide Washington : Gij zijt gewis met mij overtuigd, dat niets uwe be- scherming meer verdient, dan de bevordering van wetenschap en letterkunde. In ieder land zijn zij de zekerste grondvesten des openbaren welzijns: in een land ecliter als het onze , waar de maatregelen der regering zoo onmiddelbaar door de algemeene denkwijze bepaald worden, zijn zij dubbel noodza- kelijk. Het volk moet leeren zijne regten en der- zelver waarde te erkennen, onderdrukking te on- derscheiden van uitoefening van wettelijk gezag, noodzakelijke opbrengsten van willekeurig opgelegde lasten, en den ecliten geest der vrijheid van dien 50 SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. der teugelloosheid , opdat het genen beminne en de- zen verfoeije enz." In gelijken zin verklaarde de Witt Clinton: Kundigheden zijn even zoo wel oorzaak als uitwerksel eener goede regering." En in een schoolverslag van New- York (1840) wordt gezegd: Het opkomend geslacht is bestemd een- maal het land te regeren , daarom moet men het vormen en opvoeden, opdat het beschermd zij tegen de lagen der volksmenners , en zijne onschatbare regten zoo uitoefene, dat zij niet door misbruik verloren gaan." De algemeene Bondsregering kan, ingevolge de wetten en de bovengenoemde meening, niet onmid- dellijk het opvoedingswezen leiden, weshalve er dan ook geen ministerie van openbaar onderwijs , geene algemeene schoolwet, geene algemeene schoolkas bestaat; veeleer gaan alle bewegingen met goed gevolg van de bijzondere Staten en van enkele per- sonen uit. Eenzijdige inmenging en gedwongene overeenstemming vreest men veel meer, dan enkele gebreken van inzigt en verband. Den onderwijzers staat gewoonlijk eene schoolcommissie (trustees) ter zijde, welker leden door de gemeente ter leiding der eigenlijke werkzaamheden verkozen worden. Ofschoon de eene over de andere soms met reden klaagt, zoo is toch deze inrigting beter dan of alle magt en beslissing in eene hand is gesteld. Doordien de Bondsregering (zoo als wij gezien hebberi) 7 86 van alle staatslanderijen voor de scho- len beschikte (*) heeft zij deze een verbazend groot, dagelijks in waarde stijgend geschenk gemaakt. De regeringen der Staten wachten zich intusschen dezen (*) Ingevolge hiervan zullen in de wcstelijke Staten ongeveer 2,166,000 akers land aan de scholen toebehooren, waarvan de waarde reeds voor jaren op 4,332,000 dollars begroot werd. SCHOLEK EN UNIVERSITEITEN. 51 schat overijld te verspillen , veelmeer vorderen zij , dat zich de gemeente vodr alle toelagen zelve offers oplegge , onderwijzers aanstelle , en het viervoud , of althans het dubbel bijdrage van 'tgeen de overheid geeft. Bijna alle grondwetten bevatten zeer loffe- lijke bepalingen over de waarde der opvoeding, en wijzen middelen aan, om de daarmede noodwendig verbondene uitgaven te bestrijden. Dat in de Ver- eenigde Staten (vooral in 't zuiden) niet alle kin- deren ter scliole gaan; dat vooral in de westelijke Staten (bij dun verspreide bevolking) nog gebrek aan scholen bestaat, is ligt te begrijpen; er is toch geen land ter wereld, wat in dit opzigt alle eischen en wenschen bevredigt. Evenwel betuigt M'Gregor, dat het landvolk in Amerika niet zoo onbeschaafd, en zeker niet zoo onkundig is als in Engeland; en een ander Engelschman , Caswall , zegt : de opvoeding in Amerika is algemeener, schoon ook niet zoo grondig en naauwkeurig, als in Engeland." Dit gemis van grondigheid en naauwkeurigheid heeft hoofdzakelijk betrekking op het aanleeren van oude talen en de geschiedenis , als ook op de, meer in het noorden dan in de slavenstaten heerschende , neiging om spoedig in het werkdadig leven te tre- den. Deze neiging ontstaat echter zeer natuurlijk uit de gemakkelijkheid om een zelfstandig voordeel- gevend bedrijf op te vatten. De Amerikaan heeft eene menigte praktische kundigheden noodig, waar- aan de Europeer naauwelijks denkt, en menigvul- diger oefeningen daartoe zijn genen dienstiger, dan het navorschen eener enkele zaak. Daar reeds in Europa tegen de leerwijze en het nut der geleerde en philologische opvoeding tegenwerpingen zijn ge- maakt, zoo is het nog ligter te regtvaardigen , dat de Amerikanen niet juist denzelfden weg inslaan. 32 SCHOLEN EX UNIVERSITEITEN* Voor zoo ver die voor hoogere trappen van be- scliaving nooclzakelijk zal blijken, zal hij evenwel niet onbetreden blijven, ja is dit reeds met goed gevolg gescliied. Over gang en doel van 't onderrigt in Yale- College te New-Haven (eene der beroemdste opvoe- ding-inrigtingen van Noord-Amerika) laat de be- sturende overheid zich op volgende wijze uit: Onze inrigting stelt zicli niet ten doel, eenzijdig onderrigt (partical education) over slechts enkele onderwerpen te geven ; maar van den anderen kant ook niet , om van alle zaken eenige oppervlakkige kennis mede te deelen, of alle bijzonderheden voor een bepaald be- roep te leeren, maar eene veelomvattende oplei- ding en beschaving aan te vangen, en die zoo ver te brengen als gedurende het verblijf der scholieren en studenten mogelijk is. Onze bedoeling is, eene evenrediglieid tusschen de verschillende takken van letterkunde en wetenscliappen te vestigen, welke eene eigenaardige gelijkmatiglieid en een evenwigt van het karakter veroorzaakt. Om zulk eene door- tastende opvoeding te grondvesten , is het noodig alle vermogens des menschen in werkzaamheid te bren- gen; want wanneer eenige van dezelve veel sterker worden ontwikkeld dan de anderen, bekomt het \vetenschappelijk karakter eene scheeve rigting. De krachten van den geest worden niet in de schoonste evenrediglieid ontwikkeld, wanneer men afentalen, of wiskunde, of natuur-, of staats- wetenscliappen leert. Het doel onzer inrigting is niet, datgene te onderwijzen wat tot een of ander bepaald beroep wordt gevorderd; maar den grond te leggen tot hetgeen aan alien gemeen is , en waarop het overige moet worden gebouwd. De grondbeginselen van wetenschap en letterkunde geven de stof, den vorm, SCHOLEN EN UNIVERSITE1TEN. 5 tie verheffing van den geest, welke het best tot de studie van elk bijzonder vak gescbikt maken. 1 ' Verstand en wetenscbap is op en om zich zelve eene bezitting , even als gezonde ledematen , zin- nen, menschheid in 't algemeen. Zonder weten- scbap was de mensch aan het dier gelijk, en wordt zij al niet als hoogste wijsheid en deugd aangemerkt of daarmede vereenzelvigd , zoo gaat toch onwetend- heid nog veel minder met deze gepaard. De ge- varen van eenzijdige , zelfzuchtige ontwikkeling van den geest , zijn intusschen voortreffelijk ontvouwd in een scboolverslag des heeren Dwight voor Al- bany (1844). Onder anderen zegt het: De zede- lijke invloed der scholen heeft zonder twijfel onze maatscbappelijke betrekkingen verbeterd, maar nog niet aan de deugd die vastheid en sterkte gegeven, welke voor veiligheid en geluk zoo onmisbaar is, De gewone deugden zijn meest bloote schrander- heid, zij ontspringen uit eigenbaat, voeren tot rijk- dom en roem, maar niet in gelijke mate tot waar welzijn en geluk. Vele menschen hebben het ge- loof aan den mensch verloren; de welgelukte schel- merij gaat onder den dekmantel van bekwaamheid onbeschaamd door de straten, en vergt de goedkeu- ring van 't algemeen." Dergelijke juiste teregtwijzingen , ondersteund door zeer bittere ervaringen, zullen tot den regten weg terug brengen, en tevens het gewigt van hiermede verbondene klagten verminderen. De Amerikanen (zegt namelijk menigeen) hebben te weinig vereering voor eigenlijke wetenschap, beschouwen die als een Aristocratismus , dat geschuwd moet worden , vragen altijd slechts : wat nut brengt het aan? houden de geleerden voor schadelijke windbuilen , zijn overal aan het middehnatige in het letterkundige gewoon, II. * 54 SCIIOLEN EN UNIVEESITEITEN, en hebben geene behoefte aan, geene kennis van het hooger beschaafde, en nog minder geestdrift daarvoor. Voorzeker is hiermede eene zwakkere zijde van den Amerikaansclien toestand aangetoond, maar kon dan een met de Europesche opvoeding bekencl Amerikaan niet antwoorden: Ongetwijfeld leeren de scholieren, zoo niet in 't algemeen in Eu- ropa dan toch in Duitscliland , meer Griekscb en La- tijn dan in Amerika; maar hoe velen (onderwijzers en philologen van professie uitgezonderd) lezen echter , na het verlaten van scholen en tmiversiteiten , nog de klassische schrijvers? hoevelen zijn voor hen inder- daad met geestdrift bezield? Bijna alleen toekom- stige ambtenaren bezoeken de hoogescholen , en na die te hebben verlaten, vinden ze hunne verdere vorming in de waarneming van meestal beuzelach- tige bezigheden. De groene tafel vormt echter naauwelijks hen die er aan zitten , maar niet die er over heen kijken, en nog veel minder anderen door tallooze besluiten en beschikkingen. Ons praktisch t ons politick leven vordert voor alle inwoners des lands eene veelvuldige, onafgebrokene werkzaamheid van den geest, en er komt daardoor een geheel ander en grootscher resultaat der gezamenlijke le- vens-opvoeding aan 't licht, dan uit de Europesche schoolmeesterij en het bestendig aan den leiband loopen. Hoe velen zijn in Europa reeds oud en pedant in de jeugd; bedillers zonder geestverh ef- fing, alles beter wetende en toch niets wetende; immer ontevreden , als of tevredenheid eene flaauwe , geesteloosheid aanduidende eigenschap ware; zonder geloof of vertrouwen jegens ouders, opvoeders en onderwijzers; hoogmoedige berispers der geheele wereld en alle maatschappelijke betrekkingen , zon- der ootmoedig met de verbetering bij zich zelven te SGHOLEN EN UNIVBBSITEITEN. 55 beginnen; zonder hoop, troost of verlossing, dan die uit eigene algenoegzaamlieid en geringschatting van al het bestaande en verledene moet voort- vloeijen. Wanneer, zoo als men berigt, de Duitsche land- verhuizers in eenige Staten van Noord- Amerika zich omtrent school-inrigtingen en verbeteringen onver- schilliger toonen dan de prikkelbare Yankees, zoo is gewoonte, traagheid en domheid wel niet de eenige oorzaak. Zij vermoedden, of gevoelclen veeleer , datgene , 'twelk uit genoemde eenzijdiglieid der Europesche rigting voortvloeit, en dat lezen en schrijven op zich zelf het oordeel weinig scherpt, en het karakter ongevormd laat. In dezen zin zeide zelfs Pestalozzi: zeer groot acht ik het kwaad, dat uit het vroege schoolgaan , uit al wat buiten de woonkamer aan de kinderen gekunsteld wordt, is voortgevloeid." Deze gevaren van verkunsteling doen zich evenwel in Amerika veel minder voor dan in Europa , omdat op den school- en opvoeding- tijd een frisch , vrij , werkdadig leven volgt , en de ontevredenheid over staat, grondwet, kerk en maat- schappij bij voorkeur (of ongelukkiglijk) eene krank- heid van 't oude Europa is. "VVij vinden in Amerika zondagsscholen, volks- of elementaire scholen, eenigzins hooger opleidende taalscholen (grammar schools) , colleges (met onze gymnasien te vergelijken) en hoogescholen (univer- siteiten) met eene tot vier faculteiten. Zeer na- tuurlijk en volstrekt republikeinsch toont zich de belangstelling voor en het naauwlettend toezigt over de volksscholen ; te regt evenwel heeft men er op- merkzaam op gemaakt, dat eene verwaarloozing der hoogere beschaving ook den vooruitgang en de ver- cdeling van 't algemeen zou verhinderen. 56 SCHOLEN EN UNIVERSITEITEtf . Be gymnasien en universiteiten , wier getal ge- noegzaam groot is, zijn op verschillende plaatsen op verre na niet gelijk a an elkander; doordien eenige pas beginnen en nog maar weinig onder- wijzers , scholieren en boeken tellen , terwijl andere (als Cambridge in Massachusetts en Yale-College te New-Haven in Connecticut) met professoren, stu- denten , bibliotheken en andere verzamelingen ruim en doelmatig voorzien zijn. Volgens Europesche wijze van zien, zoude men aan weinige volkomene inrigtingen de voorkeur geven boyen een grooter aantal onvolkomene; bij de uitgestrektheid der Bondsstaten en de verspreide bevolking, wensclit echter elk huisvader zeer natuurlijk eene lioogere inrigting voor opvoedin-g in zijne nabijheid te heb- ben; ook wordt het een zeker punt van eer, in difc opzigt niet aehter te blijven bij dezen of genen na- burigen Staat. Op de collegies of gymnasien vertoeven de scho- lieren gewoonlijk vier jaren, van 14 tot 18, of in andere hooger opleidende, van 16 tot 20. Ge- woonlijk vordert men bij de opneming meer of min kennis van Engelsche taalkunde, rekenen, aard- rijkskunde, beginseleri van Latijn, ook wel van Grieksch. Deze beide talen worden dan verder onderwezen, hier en daar Hebreeuwsch of nieuwere talen, mathesis, rethorica, bespiegelende en natuur- lijke wijsbegeerte , als ook iets over Amerikaansch en volken-regt. Het onderwijs in de geschiedenis is dikwijls gebrekkig, ja ontbreekt soms geheel. Bij het verlaten van het collegia bekomen de meeste scholieren den graad van Baecalaureus van kunsteii of wetenschappen , en gaan dan gewoonlijk voor twee , drie jaren over tot eene inrigting ter opleiding in godgeleerdheid , regtsgeleerdheid of geneeskunde. SGHOLEN EN UNIVEBSITEITBN. o/ Van een onderscheid der standen en hunne be- liandeling is natuurlijk nergens sprake; een des te sterker tegenstelling doet zich echter tusschen blan- ken en zwarten voor. Terwijl vele negervrienden voor beiden een gemeenschappelijk onderrigt aanbe- velen , wenschten anderen , om vroeger vermelde re- denen, de negerkinderen zoo al niet geheel van on- derwijs te onthouden, dan toch (reeds alleen om de onaangename uitwasemingen) bijzondere inrigtingen voor lien daar te stellen. Den laatsten uitweg lieeft men meestal gekozen. Op de onzalige gevolgen, welke de ongelukkige twist over het bijbellezen in de scholen gehad heeft, zal ik later terug komen , en merk ik liier slechts in 't algemeen aan , dat de gevoelens over het gods- dienstig onderwijs op de scholen zeer verschillen. Vele sekten willen hierbij alleen hun eigen geloof ten grondslag leggen; anderen slechts die godsdien- stige grondsteHingen voorgedragen hebben, over welke onder de Christenen geen verschil bestaat; nog anderen willen het wetenschappelijk onderrigt ge- heel en al van het kerkelijke scheiden, en dit alleen aan de geestelijken der onderscheidene gezindten overgelaten hebben. In dezen zin bepaalt eene wet van den Staat Illinois: aan geene opvoeding- of school-inrigting mag eene theologische afdeeling worden toegevoegd. Met goed gevolg heeft men zeer vele vrouwen als onderwijzeressen , zelfs in jongensscholen , aan- gesteld. Zij maken in Ohio ongeveer de helft, en in Massachusetts zelfs twee derde van het geheele aantal onder wijzenclen uit. Voor de lagere klassen stelt men ze algemeen boven de mannen, want zij zijn liefderijker , geduldiger, zediger en meer ge- wijd aan het gekozen beroep , indien zij althans 58 SGHGLEN EN UNIVERSITEITEN. niet door verandering van levensplan worden ge- stoord. Eene andere eigenaardige inrigting in vele sclio- len, vooral in de westelijke Staten, is de verbinding van wetenschappelijk onderrigt met ligchamelijken arbeid. De scholieren besteden liiertoe gewoonlijk drie uren daags (als drukkers, boekbinders, timmer- lieden , landbouwers enz.) , versterken hierdoor hunne gezondheid , en verdienen een groot gedeelte hunner kosten van onderwijs. Eene inrigting bij Palmyra in Missouri bezit land, 'twelk de scholieren in pacht nemen, bearbeiden en hierdoor zich zelven onderhouden. Ofschoon het onmogelijk, althans zeer vermoeijend zijn zoude , de schoolinrigtingen van 50 Staten in alle bijzonderheden voor te stellen, zoo blijft het toch noodig een en ander als ten voorbeelde mede te deelen; mede tot een bewijs hoe onregtmatig het verwijt is van den tegenzin of de onverschilligheid der Noord-Amerikanen omtrent verstandelijke be- schaving en opleiding. 1. In Alabama is het 56 ste deel van den grond- eigendom van elk landschap , en buitendien 46,000 akers voor eene universiteit bestemd, welke thans reeds een millioen dollars waard zijn. 2. In Noord-Carolina behoorden in 1858 aan de scholen l'/a millioen akers land, 'twelk ten minste gedeeltelijk tot bebouwing geschikt is. De overige schooleigendom bedraagt circa 1 millioen dollars. 5. In Zuid- Carolina zijn geestelijken en school- onderwijzers vrij van paten tbelasting. Van tijd tot tijd werden toegestaan: voor de bibliotheek . . . kapitaal 2,000 dollars ... jaarlijks G10 den bibliothecaris 000 SCHOLEN EN UNIVERSITE1TEN. 59 voor elken professor der hoogere school 2, 500 dollars, (slechts 1,000 dollars voor ieder minder dan de stedeliouder.) versclieidene beurzen voor stu- denten, elk van 400 vrijscholen .... jaarlijks 57,000 een gebouw tot physische ver- zanielingen en proeven . . . 6,000 een doofstommen-institnut . . 25,000 Het stelsel van vrijscholen heeft , om redenen , tot wier ontwikkeling hier de plaats niet is, nog geen bevredigenden voortgang gehad. In 1801 werd te Columbia, de hoofdstad van Zuid-Carolina , een hooger gymnasium opgerigt. De Staat gaf het geld tot den aanleg der groote gebouwen en tot de (wegens de duurte der plaats noodzakelijke) ruime bezoldigingen. Eene door de wetgeving gekozene commissie, met den stedehou- der aan het hoofd, bestiert de eigenlijke werkzaam- heden, terwijl de meer wetenschappelijke leiding meest in handen van den directeur en de professoren van 7 t gymnasium gesteld is. Echter benoemt ge- melde commissie alle professoren , en heeft ook het regt hen te ontslaan. Er zijn zeven professoren: 1. Voor fraaije letteren en logica. 2. Voor wiskunde en natuurlijke wijsbegeerte. 5. Voor bijbelsche letterkunde en waarheden des Christendoms. 4. Voor Grieksche en Latijnsche letterkunde. 5. Voor chemie, geologie en mineralogie. 6. Voor geschiedenis en volkshuishoudkunde. 7. Voor bovennatuurkunde en zedekundige wijs- begeerte. Bij de aanvaarding van zijn ambt moet elk pro- fessor eene tot zijn vak betrekkelijke rede houden. 40 SCHOLEtf EN UNIVERSITEITEX. De scholieren (gymnasiasts) worden, even als in alle clergelijke inrigtingen, in vier klassen verdeeld, die vrij zonderling genoemd worden : Freshmen , Sopho- mores, Juniors en Seniors. Met het 14 de jaar worden zij opgenomen. Alle half jaar heeft een examen, alle jaar eene promotie plaats. De gymnasiasten wonen , even als de professoren , in het algemeene gebouw. Elken professor is een bepaald getal van hen ten opzigt overgegeven, wier kamers hij dage- lijk ten minsten eenmaal bezoekt. Insgelijks heb- ben de professoren bij afwisseling het opzigt aan tafel. De gymnasiasten dragen eene eenvoudige ge- lijke kleeding van donkergrijs laken. Hun is ver- boden: tabak te kaauwen, honden te houden, ster- ken drank te drinken , zondags instrumenten te be- spelen of andere gewone oefeningen of verstrooijin- gen te bedrijven. Al het geld voor de gymnasias- ten gaat door de handen eens schatmeesters. Geen huuner mag jaarlijks meer dan eene bepaalde som (circa 900 guldens) uitgeven, omdat de ervaring leert, dat dit de nadeeligste gevolgen heeft. De cursus duurt van den eersten Maandag in October tot den eersten Julij. Dagelijks worden slechts drie leeruren gegeven , ee*n na het morgengebed , een om elf en een om vier uur; er bestaan echter naauwkeurige voorschriften over de verdere verdee- ling en besteding van den tijd. Tot naauwkeurige beoordeeling van het schoolplan, dat van Duit- sche inrigtingen zeer verschilt, ontbreekt hier de ruimte. 4. Te Georgetown, (bij Washington, district Columbie), hebben de Jesu'iten in een bekoorlijk oord eene stichting gevestigd, welke het onderwijs van een gymnasium met eene gedeeltelijke univer- siteit tracht te verbinden. Overal zijn de grond- SCHOLEN EN UNiVERSITEITEX. 41 stellingen in beoefening gebragt, welke de ratio atque institutio studioruin societatis Jesu voorsclirijft , en welke het dus onnoodig schijnt hier over te ne- men. Er wordt gewaarschuwd tegen niet onderzochte nieuwigheden en onkerkelijke rigtingen ; veel-leeren , veel-weten en loutere aardigheden worden gelaakt; de studie der klassieken daarentegen, als eeuwige voorbeelden van juist denken en schoon schrijven, meer op den voorgrond gesteld dan gewoonlijk in Amerika. Echter is menige verandering in den ouden cursus noodig, ora voor natuurwetenschap- pen, nieuwere talen en moedertaal den vereischten tijd te vinden. Daarom wordt dagelijks 1 '/ 4 uur besteed aan Mathesis, Fransch enz. De cursus duurt van 15 September tot 51 Julij. Na vierjarig verblijf in de klassen van het gymnasium, gaat men over tot de hoogere klassen, die nog de oude na- men poetica, rhetorica en philosophia dragen. leder scholier moet den geheelen cursus doorloo- pen, en vrijstelling van deze of gene onderwerpen wordt niet verleend. Men mag alleen ouders of voogden bezoeken. Alle brieven, die niet van ouders komen, opent de bestuurder der inrigting; ook beslist liij , welke boeken de scholieren mogen lezen. De jaarlijksche kosten voor woning, onder- wijs, opzigt, bewasschen en geneeskundige hulp, beloopen 200 dollars. Al het overige wordt af- zonderlijk betaald; bovenmatig hoog zakgeld wordt echter niet geduld. Ook Protestanteu worden in de stichting opgenomen. Het tabak kaauwen is verboden, maar van rooken wordt niet gesproken. De theologie (welke als toelichting voor de phi- losophic wordt aangewezen) moet men vier jaren bestuderen , goddelooze leeringen geheel onopgemerkt aten , en zich in alles aan Thomas Aquinus aansluiten. 4:2 .SCHOLEN EN UNIVERSITE1TEX. 5. In Connecticut ontstond uit oude landverkrij- gingen allengs een schoolfonds van omstreeks 2 millioen dollars , hoog verrent , kapitaal, waarbij bui- tendien door belastingen nog eene jaarlijksche toe- lage van 12,000 dollars komt. De gezamenlijke ontvangst wordt over 80 84,000 kinderen verdeeld, maar evenwel nog niet al het wenschelijke bereikt. Een schoolgebouw , dat ik te New-Haven bezocht, was ruim en doelmatig, en de leerlingen, volgens de leerwijze van Lancaster onderwezen , vermenig- vuldigden onder anderen getallen van vijf cijfers uit het hoofd. Yale-College te New-Haven, gesticht in 1701, en allengs zeer iiitgebreid en verrijkt (*) wordt met regt onder de beste wetenschappelijke inrigtingen van Noord-Amerika gesteld, en verbindt het doel van een gymnasium met dat eener universiteit. De wetten voor scholiereu en studenten bevatten de ge- wone verordeningen , echter verdienen de volgende eene bijzondere vermelding: zij mogen geene schul- den maken , en slechts dan , met verlof van huime bestuurders, in de stad wonen, wanneer alle ver- trekken van 't algemeen gebouw bezet zijn. Wie uit blijft of te laat op de leeruren komt, wordt af- keurend aangeteekend. Bijzondere opzieners (tutors) hebben het toezigt over vlijt en gedrag. Niemand mag vrouwenkleederen aantrekken, den schouwburg bezoeken of mede spelen, ook geen ander spel spe- len, of binnen het schoolgebouw koek of vruchten koopen. Die huwt kan geen student blijven. leder moet Zondags te kerk gaan, en dien dag op 't strengst vieren (f). Die luide het goddelijk gezag (*) De stichting bekwam den naam naar den stedehouder Yale, die haar grootelijks begunstigde en in 1721 stierf. (t) De wet zegt: \vie den Zondag ohtheiligt door noodeloos SCliOLEN KN UNIVEKSITKITEN. 4O (the divine authority] van de Heilige Schrift of een deel derzelve ontkent, zal worden weggezonden. Het beheer van 't vermogen, de aanstelling der onderwijzers , en de algemeene zaken worden door eene bijzondere commissie geregeld; een president, de professoren en tutoren daarentegen vormen de faculteit voor onderwijs en tucht. Er zijn profes- soren aangesteld: voor mineralogie, cliemie en geologic, Latijnsche letterkunde, Grieksche letterkunde, wiskunde , natuurlijke wijsbegeerte en sterrekunde, welsprekendheid en Engelsche letterkunde , godsdienst , een lector voor Latijn en Grieksch, zeven tutoren. Nadat een scholier in vier jaren den zeer eigen- aardig gestelden schoolcursus heeft doorloopen, en baccalaureus is ge worden , gaat liij over tot de fa- culteiten der universiteit. Bij de theologische facul- teit zijn vier professoren aangesteld, en voor den driejarigen cursus wordt geen honorarium betaald. De medische afdeeling heeft vijf professoren en een 7 driejarigen cursus ; de regtgeleerde drie professoren en een' tweejarigen cursus: beide faculteiten nemen honorarium, claar oude stichtingen hier niet toerei- kend zijn. De vacantien (zomer-, kers- en paasch-) duren omstreeks 12 weken. De bibliotheek van 't gymnasium telt 1 2,000 , die van 't studenten-genoot- schap 20,000 boekdeelen. Er waren tegenwoordig ill werk, onderhoud of uitgaan, wie dicn dag zijue kamer ver- laat, of eenen anderen student, of eenen vreemde biunen laat enz., zal bestraft worden, naar den aard van het raisdrijf. 44 SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. freshmen, 88 sophomores, 77juniores, 107 seniores, 60 medici, 44 juristen , 66 tlieologaiiten. Tot eene proef geef ik de onderwerpen van eenige rede-oefeningen : Over vastheid van grondstellin- gen; natuur; de bedrieger; Washington's bestuur; de spraak van het zwijgen; zedelijke moed; over de beoefening der Amerikaansche geschiedenis ; over dichtkunst; de heidensche mythologie; vox populi vox Dei; onze politieken geene staatsmannen; hard- nekkigheid; dvvingelandij der mode; over de ach- ting, die de wijsbegeerte aan de godsdienstleer verschuldigd is; over de geneigdheid der menschen tot vrije staatsregelingen ; de bestemming der vrouw. 6. In New-Hampshire wordt jaarlijks ruim 90,000 dollars , meest door eene belasting op de bezittingen , voor de scholen opgebragt. Insgelijks moet elke bank J /2 percent van haar kapitaal hiervoor betalen. Voor schoolgebouwen en gymnasien bestaat nog een bijzonder inkomen. Eene gekozene commissie exa- mineert de schoolonderwijzers en kiest de school- boeken. Er wordt geen genomen , dat in den geest eener bijzondere gezindte of belijdenis geschreven is. 7. In Illinois bedroegen reeds in 1859 de trac- tementen aan schoolonderwijzers betaald 44,000 dol- lars, en een deel der ontvangst van landverkoop is voor de scholen aangewezen. 8. Te Lexington (Kentucky) bevindt zich een gymnasium , eene school voor regtsgeleerdheid en eene inrigting voor geneeskundig onderwijs. De cur- sussen duren van November tot Maart en van April tot Augustus. De scholieren staan onder bepaald opzigt en wonen in het openbaar gebouw, of met goedkeuring hunner bestuurders, in de stad. De schooluren ,zijn van 9 tot 12 en van 2 tot t> uur. SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. 4< Het leergeld voor een half jaar bedraagt 10 a 20 dollars. Te Louisville is eene voortrefFelijke inrigting ge- sticht voor geneeskundig onderwijs. De stad gaf daartoe 115,000 dollars. De gehoorzalen in het groote, schoone gebouw zijn doelmatig en wel ver- licht; voor natuur-, schei- en ontleedkunde zijn verzamelingen aangelegd; de bibliotheek telt reeds 4 a 5,000 banden , en acht professoren onderwijzen sedert zes jaren 1,060 studenten. De lessen duren slechts van den eersten November tot den laatsten February , maar dan dagelijks zes uren. Het ho- norarium voor elken professor bedraagt 10 a 15 dollars , de inschrijving en bibliotheek 5 dollars , de doctorale graad 20 dollars. 0. In Louisiana besteedde men reeds in 1827 40,000 dollars voor de opvoeding der armen. In 1841 werden zeer doelmatige besluiten genomen tot het stichten en uitbreiden van scholen , en de aan- gestelde onderwijzers (grootendeels vrouwelijke) zeer goed bezoldigd. 10. In Maine heeft elke plaats zijne vrijschool, welke meestal uit algemeene vermogen-belasting on- derhouden wordt. Evenwel komt de gezamenlijke staatskas met eene belangrijke som te hulp. Ook voor gymnasien en inrigtingen ter godgeleerde op- leiding heeft men reeds zorg gedragen. 11. In Maryland en vooral te Baltimore is het schoolwezen insgelijks sterk vooruitgegaan ; jaarlijks worden b.v. 15 schoolcommissien verkozen , en l 5 / 4 cent schoolbelasting van 't vermogen geheven. 12. Michigan bezit omstreeks een millioen akers land voor de scholen en brengt buitendien eene schoolbelasting op. De geheele uitgave voor de scholen beloopt 87,000 dollars, en bedraagt meer 46 SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. dan de kosten der geheele regering. Het aantal scholieren klom in 1844 tot 66,000. In 1857 vaar- digde men eene wet uit over de sticliting eener nieuwe hoogeschool met drie afdeelingen voor reg- ten, geneeskunde , kunsten en wetenschappen. Men wees liaar 48,000 akers land toe, en hare verza- melingen voor botanie, mineralogie, geologie en zoologie zijn reeds zeer talrijk. 15. Missouri bezit 1,114,000 akers onverkocht schoolland en beurde uit den verkoop van 54,000 akers ruim 400,000 dollars. Reeds in 1858 be- taalde men aan de schoolonderwijzers meer dan 50,000 dollars, maar klaagde tevens over het ge- brek aan geschikte personen. 14. Over het schoolwezen in Ohio geef ik elders berigt. In New-Jersey is een schoolfonds van 550,000 dollars en eene jaarlijksche toelage uit publieke fondsen van 50,000 dollars. 15. In Pennsylvanie klaagt men dat fabriekarbeid reeds vele kinderen van de scholen afhoudt; echter heeft het onderwijs in de laatste tijden verbazende vorderingen gemaakt. De onverschilligheid , de voor- oordeelen , ja de tegenstand zelfs tegen kosteloos onderwijs, zijn meest verdwenen, en de gelden voor de scholen benoodigd, worden gewillig opgebragt. In de plaats der goedkoopere leerwijze van Lancas- ter komt allengs , naar mate meer onderwijzers zich vormen, de gewone; nieuwe schoolhuizen worden gebouwd, de bibliotheken en verzamelingen worden vermeerderd, en ook voor kinderen van kleurlingen zorgde men. In 1859 werden ruim 500,000 dollars uit publieke kassen voor scholen besteed. Er \va- ren 4,488 mannelijke en 2,050 vrouwelijke onder- wijzers; de eerste ontvingen maandelijks gemiddeld SCHOLEN EN UXIVEfiSITEITEX. 47 20, de laatste 12 dollars. Er waren 5,494 scholen in gebruik, 887 in aanbouw. De graafschaps-com- missien, en een persoon voor ieder schooldistrict , bepalen het bedrag der op te brengen schoolbelas- ting. Zij moet ten minste net dubbel der staatstoe- lage opleveren. In het stadsdistrict van Philadelphia waren in 1845, 214 scholen, waaronder eene hooge school (high school), 40 taalscholen, 18 lagere scholen, 7G aanvangscholen (primer schools) en 80 in de buitenwij- ken, met 499 onderwijzers , waarvan 87 mannelijke en 412 vrouwelijke. Het inkomen bedraagt gemid- deld circa 275 dollars , de geheele uitgave voor de scholen bijna 192,000 dollars. Het aantal leerlingen bedraagt 55,150, en is in 1 ! /2 j aar 5,222 toegeno- men. Gaat Philadelphia op deze wijze volhardend voort, zoo zullen woeste en verfoeijelijke oproeren niet ligt terugkeeren '(*). 1C. Rhode-Island besteedde in 1845 uit openbare en bijzondere bronnen 48,000 dollars. Er waren 542 mannelijke, 175 vrouwelijke onderwijzers, en scholiereiv 11,960 jongens en 8,151 meisjes. Ook in Tennessee bestaan doelmatige wetten en inrigtingen. 17. Vermont bestemde 80,000 akers en een aan- zienlijke som voor de scholen ; buitendien wordt er eene schoolbelasting volgens het vermogen geheven. De universiteit of het gymnasium te Burlington (Staat Vermont) staat onder de leiding van 16 per- sonen, die bij onderlinge keuze benoemd worden. Zij kiezen uit de personen, die hun door de pro- (') Voor 1843 vind ik de volgende opgaven: 6,156 scholen, 5,264 mannelijke en 2,330 vrouwelijke onderwijzers, 161,000 schoolgaande jongens en 127,000 meisjes, staatstoelnge 272,000 dollars, schoolbelasting 410,000 dollars. 48 SCHOLEN EN fessoren worden voorgesteld. de benoodigde on- derwijzers. Met den Staat heeft de inrigting wei* nig of geene betrekking. Toor het onderwijs be- taalt ieder scholier circa 67 gulden. Zij zijn ver- pligt het morgen en avondgebed bij te wonen , en zondags ter kerk te gaan. Tabakrooken en mu- ziekmaken, gedurende den leertijd, is verboden. Na geeindigde scliooljaren en afgelegd examen, verkrijgen de leerlingen den graad van baccalau- reus of magister. De vacantien duren \ 5 weken. 18. In Virginie klaagt de waardige stedehou- der M. Dowell, dat vele kinderen nog geheel niet ter schole gaan, of die slechts korten tijd en onregelmatig bezoeken. De ouders, zegt hij in zijn verslag, moesten door overtuigende gronden aange- spoord worden , liunne kinderen naar de scholen te laten gaan. Evenwel neemt belangstelling en deel- neming in het schoolwezen allengs toe, en er weiv den reeds jaarlijks circa 64,000 dollars voor de volksscholen besteed. Reeds zeer vroeg zag de edele Jefferson in, hoe noodwendig volksbeschaving en hoogere beschaving in een republikeinsch statenverbond is. Voedt men (zeide hij) het geheele volk op, onderrigt men het, stelt men het in staat om te beseffen, dat het zijn belang is , vrede en orde te handhaven ; zoo zal het zulks doen." Hij ijverde daarom voor scholen, en stichtte de universiteit te Charlotteville. Men heeft hem, hoewel veel goeds erkennende, echter in dit opzigt twee aanmerkingen gemaakt: Vooreerst, dat hij de universiteit in het eenzame Charlotteville en niet in de hoofdstad Richmont ge- plaatst had. De redenen voor en tegen komen overeen met die, welke in Duitschland en elders voor en tegen de vestiging van hoogescholen in SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. 49 groote of kleine steden werden aangevoerd. Waar- schijnlijk wilde Jefferson de wetenschap met bloot- stellen aan het gevaar, van door de overmagt van bloot praktische strekking, en door de voorliefde tot winstbejag en gezelligheid overvleugeld te worden. Ten anderen , werd Jefferson bitter verweten, dat hij de geestelijken van alien onmiddelijken in- vloed op zijne stichting uitgesloten had; dat liieruit zijn ongeloof en zijne vijandschap tegen het Chris- tendom bleek. Godsdienst en leerstellingen heb- ben echter onmiddelijk volstrekt niets te maken met het onderwijs in Latijn en Grisksch; maar hebben haar eigen gebied, dat door deze inrigting op gee- nerlei wijze benadeeld is. Hij wilde voor iedereen de vrije keuze en ontwikkeling openhouden ; want welke van de vele gezindten zou hij anders als de heerschende in zijne stichting hebben moeten aan- nemen, en de onvoorwaardelijke leiding toevertrou- wen? Of was het mogelijk, voor iedere belijdenis eenen geestelijke aan te stellen , en daarbij besten- digen vrede te bewaren ? Om echter het geschreeuw tegen te gaan, en het gevaar van onbemindheid af te wenden, benoemt men thans voor zekeren tijd eenen universiteits-geestelijke , volgens bepaalde volg- orde , uit eenige begunstigde of meest talrijke belij- denis. Even als men zulks weleer van de plancten geloofde , heerschen hier dus thans gedurende eenige jaren zekere godsdienstige gevoelens , en maken plaats voor anderen, wanneer him tijd is afgeloopen. - Geheel in Jefferson's geest schrijven daarentegen de wetten van New- York voor: geene school, in welke eene of andere godsdienstige sekte of leerstuk (tenet) , wordt geleerd , ingeprent of beoefend , be- komt eenig deel van het openbare schoolgeld. En in een ander voortreffelijk werk leest men : te II. 4 50 SCHOLEN EN UNIVEIISITEITEN. vele onzer wetenschappelijke inrigtingen, schijnen sekten-meeningen te begunstigen. Zij moesten op den breedsten grondslag des Christendoms gevestigd zijn, zonder de minste betrekking tot eenige der verschillende sekten , in welke de Christenheid ver- deeld en weder verdeeld is. De universiteit ontvangt, als toelage van den Staat, jaarlijks circa 14.000 dollars. Eene commissie van zeven leden, door den stedehouder benoemd, bestiert vele zaken, en nevens haar de jaarlijks ge- kozene rector, als ook een boekhouder, die van alle ontvangsten en uitgaven der studenten boek houdt. Er zijn negen professoren aangesteld, voor wis- kunde, natuurlijke en zedekundige wijsbegeerte, cheinie en materies medica, ontleed- en heelkunde, geneeskuude, regten, oude en nieuwere talen. De geschiedenis (zoo als maar al te dikwijls in Ame- rika) heeft geen afzonderlijken leerstoel. leder pro- fessor heeft gemiddeld 1000 dollars inkomen, vrije woning en collegie-gelden. Het honorarium be- draagt, wanneer de student bij slechts eenen professor collegie houdt: 50 doll. bij twee, voor ieder 50 bij drie of meer, ieder 25 sommige collegicn kosten . . . . . .15 voor de bibliotheek en tijdschriften is toe- gestaan 550 voor de anatomic 50 chemie 50 >^ den bibliothecaris 250 De studenten, circa 160 in getal en minstens 16 jaren oud, staan onder opzigt der professoren, wordcn door hen streng geexamineerd , en, voor zoo ver zij bekwaam bevonden worden, tot bacca- laureus of magister benoemd. Zij mogen, zonder SCHOLEX EX UXIVERSITEITEX. 51 bepaald verlof, met buiten het universiteits-gebouw wonen, en dragen gelijke eenvoudige zomer- en winterkleeding. Geen student mag raeer dan eene bepaalde som ontvangen en uitgeven , de aankoop van boekeu alleen is onbeperkt. De wetten ter handhaving van tucht en goede orde ztjn streng, en de misbruiken is men eindelijk altijd meester ge worden. De geheele inrigting draagt het karak- ter van eene middelschool ttisschen gymnasium en universiteit , en mogt wel naar de behoefte van den tegenwoordigen tijd worden uitgebreid. 19. New-York. Meermalen herhaalt zicli de treurige , maar tevens verblijdende ervaring , dat , hoe meer eene inrigting vooruit gaat, en zich der volkomenheid nadert, des te scherper de nog be- staande gebreken opgemerkt, des te bitterder ge- wraakt worden. Zoo gaat het met het schoolwe- zen, vooral in New-Engeland en New- York. "Wij zullen dus lof en berisping elkander doen verzellen , zoo als waardige mannen beide uitspraken, of zij zich aan den waarnemer opdoen. De eerste groote prikkel tot verbetering van het schoolwezen, werd in 1795 door den stedehouder Clinton gegeven, die in zijne boodschap uitriep : ik beschouw het stelsel onzer scholen als het Pal- ladium onzer vrijheid!" Meerdere stedehouders , als Gideon Hawley, werkten met onverflaauwden ijver in denzelfden geest. In 180:5 vereenigde zich een genootschap ter verbetering van het schoolwe- zen , en in hetzelfde jaar vond de eerste groote toewijzing van land voor de scholen plaats. Thans nog bedraagt de onverkochte oppervlakte meer dan 400,000 akers. In 1812 vaardigde men eene ge- wigtige wet uit over de scholen, welke echter in 1858 en 1841 wezenlijke veranderingen en verbe- 4* 52 SCHOLEN EX UNIVERSITEITEN. teringen onderging. De behandeling voor stad en land is thans in overeenstemming gebragt, en door gekozene plaatselijke en graafschaps-beambten wordt in kleinere kringen zeer nuttig gewerkt. Opper- toezigt en leiding van 't geheel is in handen van eenen super-intendent van 't opvoedingwezen. Zoo is het schoolwezen in een volledigen zamenhang, en voorrang noch gebrek, ijver noch nalatigheid kunnen onopgemerkt blijven. Tot het meestal half- jarig schoolbezoek , alsmede tot het examineren der aan te stellen onderwijzers , benoemt men geschikte personen, en het is slechts te wenschen, dat staat- kundige partijschap dezen onafhankelijken kring niet binnendriRge en store. In de laatste jaren werd uit openbare kassen aan de onderwijzers in den Staat uit- betaald 565,000 dollars. Voor boeken aan de districts- bibliotheken 95,000 Door de inwoners opgebragt . 509,000 te zamen 1,169,000 dollars. Hoe belangrijk , zeggen voorstanders van 't school- wezen, deze som ook moge schijnen, zoo is zij ech- ter gering in vergelijking van 't geen tot andere einden is toegestaan en besteed. De bijdragen uit openbare kassen worden in den regel verdeeld naar het aantal leerlingen, die wer- kelijk de scholen bezoeken. ledere gemeente moet even zoo veel door eene vermogen-belasting opbren- gen, als zij op de eerste wijze ontvangt. Hierop is echter aangemerkt, dat de armste en kleinste ge- meenten (die voor weinige kinderen eenen school- onderwijzer moesten houden) hierbij het slechtst wegkomen, waarom dan ook reeds het voorstel tot SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. 53 eene wijziging van den grondslag dier verdeeling is gedaan. Bewijsbare armen betalen geen schoolgeld; men merkt het echter als een gebrek aan, dat ook welgestelden in New-York, gedurende den tijd dat hunne kinderen van de school blijven, geen school- geld betalen, daar dit tot ongeregeld schoolgaan leidt; terwijl in Massachusetts het schoolgeld telkens voor den geheelen leertijd betaald wordt. Yoorzeker is de bezolding der onderwijzers dikwijls nog zoo gering, dat zij gaarne tot andere bedrijven over- gaan; ook zijn de schoolgebouwen ten deele in zoo slechten toestand, dat ook deze dit beroep niet aan- lokkelijk maken. Eindelijk is de tijd van het school- gaan veel te kort, en men hoort beweren: onderwijs vormt noch het karakter, noch leert geld winnen; onwetenden komen hier even zoo ver, als die lang school gegaan hebben." Hoezeer echter dergelijke aanmerkingen en gebreken in gewigt en grootte verliezen, blijkt intusschen uit sprekende getallen. Zoo waren er b.v. in 1816, 140,000 scholieren en de Staat gaf 48,000 dollars; in 1844 was dit: 660,000 scholieren en 565,000 dollars. Over 't ge- heel gaat het schoolwezen ongetwijfeld regelmatig vooruit, en de poging om het onder de verschil- lende sekten te verbrokkelen is, zoo als wij later zullen zien , den Hemel zij dank, geheel mislukt. 20. In Massachusetts en geheel New-England bestonden, van den tijd der vestiging af, zeer iof- felijke wetten op het stichten en onderhouden van scholen, die echter niet ten uitvoer werden gelegd; eerst in de laatste tijden heeft men aan dit onder- werp eene verdubbelde opmerkzaamheid geschon- ken, die rijke vruchten draagt. Het volgende is aan de nieuwere wetten ontleend : Op elke plaats die 50 huisgezinnen telt, zal op openbare kosten, 54 SCIIOLEN EN UNIVERSITEITEN. door een' of meer beschaafde en bekwame onder- wijzers, ten minste zes maanden 'sjaars school ge- houden, en de jeugd onderwezen worden in lezen, sclirijven, rekenen, taalkunde, aardrijkskunde en goede zeden. Waar 100 gezinnen wonen, duurt liet onderwijs het gelieele jaar door; waar 500 ge- zinnen wonen, breidt liet onderwijs zich uit tot ge- schiedenis der Vereenigde Staten, meetkunde, land- meten, algebra en boekhouden. Eene plaats van 4,000 inwoners moet een gymnasium liebben met leeraars voor Latijn, Grieksch, geschiedenis , wel- sprekendlieid en redekunde. Alle onderwijzers moeten naar hun beste vermogen inprenten : de grond- stellingen van braafheid en regtvaardigheid , heilige acliting voor waarheid, vaderlandsliefde , menschlie- vendheid en welwillendheid , zelf beheersching , vlijt, matigheid, kuischheid en alle andere deugden, welke het sieraad zijn der menschelijke zamerileving, en waarop de republikeinsche staatsregeling gegrond- vest is. leder zonder uitzondering is gehouden, naar zijn vermogen tot de schoolbelasting bij te dra- gen, zonder in aanmerking te nemen of hij al of niet zelf kinderen ter school zendt. Zoo eene plaats achterlijk blijft in het opbrengen van het geld voor de scholen benoodigd, zoo wordt zij door zekere straffen daartoe genoodzaakt, en ontvangt geene on- dersteuning uit de aanzienlijke staatsschoolkas, welke meest op inkomsten en verkoop van landerijen is gevestigd. Jaarlijks worden op elke plaats mannen verkozen, die het schoolwezen besturen, de onderwijzers en schoolboeken kiezen, het aantal vrijscholen bepalen, het vlijtig bezoeken der scholen bevorderen en die verpligt zijn te waken, dat er geene schoolboeken worden gekocht of gebruikt, die uitsluitend de eene SCHOLEN EN UNIVEESITEITEN. 55 of andere goclsdienstige sekte trachten te bevorderen. Sedert 1857 bestaat te Boston een opvoeding- bestuur voor den ganschen Staat. De stedehouder en acht personen, van welke jaarlijks een aftreedt, ontvangen alle berigten der plaatselijke schoolbestu- ren, waaruit de secretaris, thans de ijverige en schrandere Horace Mann, algemeene jaarlijksche verslagen zamenstelt. Zeer belangrijk weiden zij uit over den gang der opvoeding, getal van onderwij- zers en leerlingen, schoolgelden , tijd en onderwer- pen van 't onderwijs enz. Zij vergelijken de inrig- tingen voor onderwijs van Massachusetts met die van andere landen, () stellen goed- en afkeuring nevens elkander, en wijzen wegen en middelen tot verderen vooruitgang aan. Deze valt, niettegen- staande het nog bestaan van sommige gebreken, el- ken waarnemer in 't oog. Alles neemt toe, de bij- dragen, het bezoeken der school, de duur van 't onderwijs, bekwaamheicl, getal en bezolding van onderwijzers en onderwijzeressen , doelmatigheid der schoolgebouwen enz. (f) In drie scholen , 's jaarlijks met 6000 dollars begif- tigd, worden mannelijke en vrouwelijke onderwijzers gevormd; de eerste worden met hun 17e, de laatste met haar 16 e jaar, tot eenen cursus van een tot drie jaren aangenomen. Volgens de laatste berigten zijn er oj) eene bevolking van circa 755000 zielen, 2500 mannelijke en 4282 vrouwelijke onderwijzers ; voorts vier collegien met 769 leerlingen (), 251 (') Bijeenkomsten van en tijdschriften voor onderwijzers doen insgelijks veel nut. (f) In Massachusetts verscheen een zeer leerzaam geschrift over den bouw van scholen, banken, luchtverversching , ver- warming enz. () Met regt berispt de Hr. Mann zeer strong, dat door on- bekwaamheid der ondervvijzers , maar nog raeer door ongehoor. 56 SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. taalscholen met 16447, en 5562 lagere scholen met 160258 leerlingen, van welke men 158551 op open- bare kosten, dat is uit school-kapitalen en belastin- gen, onderwijst. In 't laatste jaar werden namelijk 509000 dollars door schoolbelastingen opgebragt. De omslag steeg in de verschillende graafschappen van 1,10 dollar tot 6,27 dollars; gemiddeld 2,84 dollars. Voor het bouwen van nieuwe en het herstellen van oude schoolgebouwen werd in vijf jaren 654,000 dollars uitgegeren, en de bijdragen voor de bijzon- dere scholen , door de inwoners betaald , zullen die der openbare scholen genoegzaam gelijk komen. Te Boston is een Latijnsch gymnasium met vijf klassen, eene industrie-school (high school) waar bij voorkeur mathesis, physica, Fransch en Engelsch wordt geleerd; voorts 15 taalscholen en 95 lagere scholen met 46 onderwijzers en 148 onderwijzeres- sen. De schooluren zijn des zomers van 8 tot 11 en van 2 tot 5 , en 's winters van 9 tot 1 2 en van 2 tot 4 1 / 2 uur. Voor kinderen van kleurlingen worden bijzondere scholen opgerigt. Het schoolwe- zen wordt bestuurd door den burgemeester , den voorzitter des gemeenteraads , en 24 uit de 1 2 stads- wijken (icards) benoemde personen. Zij kiezen en ontslaan onder anderen de onderwijzers en bepalen hun inkomen. Eervolle vermelding verdienen de belangrijke ge- schenken, in Massachusetts voor het onderwijs ge- daan. Zoo gaf een enkel man 20,000 dollars tot stichtins; van een leerstoel voor Grieksche letterkun- zaamheid en weerspannigheid der leerlingen, dikwijls met de schuld der ouders, scholen geheel vcrliepen (broken up). Hier is eene strenge tucht hoogst noodig, anders worden uit losban- dige schoolknapen , in later jaren, oproermakers en misdadigers , zoo als, helaas! bij de onlusten in Philadelphia gebleken is. SCIIOLEN EN UNIVERSITEITEX. 57 de; een ander even zoo veel voor nieuwere talen ; en Samuel Abbot 120,000 dollars tot het oprigten van een gymnasium te Andover. De hoogste en met regt geroemde inrigting van onderwijs in Massachusetts is het Harward-collegie of universiteit te Cambridge bij Boston. Zij he eft haar ontstaan (in 1G56) aan de giften des verdien- stelijken John Harward te danken, had echter in de 17o eeuw niet alleen met uitwendigen nood te kampen, maar werd ook op eene onaangename en belemmerende wijze in de hartstogtelijke twisten der godgeleerden van dien tijd gewikkeld. Zelfs in 't midden der 1 8 e eeuw waren er nog , die der weten- schappelijke inrigting de kleur eener enkele sekte wilden opdringen; die verklaarden, dat de Heilige Geest en kundighederi vijandig tegen over elkander stonden; dat gemis van de laatste meer dan ver- goed werd door buitengewone genadewerkingen. Eindelijk echter zegevierden juister en vrijzinniger denkbeelden , en de inrigting werd door nieuwe stichtingen en schenkingen zoodanig uitgebreid, dat thans met het gymnasium ene universiteit is ver- bonden. Daar intusschen de geldmiddelen nog niet voor alles toereikend zijn, is het studeren te Cam- bridge kostbaar (*) en de inkomsten van 't gymna- sium blijven van die der universiteit, of der facul- teiten, gescheiden. De eersten bedragen jaarlijks omstreeks 41,000 dollars. Een groot deel der ka- pitalen was uitgezet aan banken, verzekerings-maat- schappijen, fabrieken, kanalen, spoor wegen enz. , waarbij men niet altijd buiten schade is gebleven. Het inkomen der professoren stijgt van 1,000 tot 2,000 dollars, de president der geheele inrigting O Men zcidc , dat een student jaarlijks 200 tot 600 dollars iioodig had. 58 SOIIOLEN EN UNIVERSITEITEX. trekt 2,235 dollars. Taalonderwijzers bekomen om- streeks SCO dollars. De honoraria worden van de studenten in be- paalde sommen geheven en vloeijen in de hoofdkas der universiteit. Buiten de taalmeesters , lectors en opzieners (tutors) zijn er te Cambridge 10 profes- soren van 't gymnasium (college faculty), 2 in de godgeleerdlieid , 5 in de regten, 6 in de genees- kunde. De gymnasiasten worden, als overal in Amerika, in vier klassen verdeeld, en staan onder opzigt der reeds genoemde opzieners en der profes- soren. De school- en universiteits-wetten bevatten de , genoegzaam algemeene , bepalingen. Al wat lof of berisping verdient wordt naauwkeurig opgetee- kend, en daaruit een rooster van verdienste (scale of merits) gevormd. Bijna zonder uitzondering wor- den de afgaande gymnasiasten baccalaureus , en de studenten magister. Deze graden verleent men niet ten gevolge van examina of wegens buitengewone verdienste, maar men kan ze vergelijken met onze eenvoudige getuigschriften (testamonia) bij 't verla- ten der scholen. In 1842 45 waren te Cambridge: Seniores G8 Juniores ... * 62 Sophomores 64 Freshmen 68 Die geen aanspraak maakten op een' graad 4 -266 Theologen 22 Medici 107 Juristen 108 Reeds gegradueerden ... 2 -259 Gymnasiasten en studenten te zamen . . 505 SCIIOLEN EN UNIVERSITEITEN. 59 Alle moeten de morgen- en avond-godsdienst bij- wonen, in de kerk en bij plegtige gelegenheden een zwarten rok met zwarte knoopen dragen, naar de kerk of de lessen geen' stok medenemen, slechts daar wonen waar het universiteitsbestuur Let ver- oorlooft, aan tafel geen tabak rooken enz. De va- cantien duren, van 12 January en 12 Augustus af, telkens zes weken. In de nieuwe, smaakvol gebouwde bibliotheek, een legaat van den Heer Gore, zijn ongeveer 1,800 theologische , 1,000 medische en 6,100 juridische wer- ken. Hierbij komen 40,000 van de bibliotheek van 't gymnasium en 9,000 van eene bibliotheek , ontstaan uit bijdragen der studenten. In den laatsten tijd werd der inrigting 21,000 dollars tot aankoop van boeken en 25,000 voor eene sterrewacht geschon- ken, evenwel hebben alle wetenschappelijke verza- melingen nog eene verdere verrijking noodig. Toen in 1841 het bestuur 't besluit nam, dat het aan de keuze der ouders of voogden zou staan, of de gymnasiasten , na den eersten cursus der fresh- men, mathesis, Latijn en Grrieksch zouden leeren, werden hiertegen belangrijke bezwaren ingebragt. Ouders en leerlingen (zeide men) weten zelden te beoordeelen, wat en hoe men leeren en studeren moet; in den regel wanen zvj, dat een karige grond- slag voldoende is voor het leven, en eene eenzijdige vlugtige praktijk meer waard dan alle wetenschap. Wanneer de inrigting aan de oppervlakkige wenschen van den dag toegaf, een grooter aantal scholieren trachtte te lokken, en haar doel lager stelde, zoude zij zich zelve en niet minder het algemeen welzijn schaden. Men antwoordde: het is onmogelijk alle weten- schappen te beoefenen; het is noodzakelijk daaruit CO SCHOLEN EN UNIVERS1TEITEN. eene keus te doen. Daartoe zijn de ouders, na het oordeel van 't schoolbestuur te hebben ingewonnen , bevoegd en het best in staat. Mogen velen van hen ook mathesis, Latijn en Grieksch ten onregte voor overtollig houden, zoo is het toch verkeerd zich tegen de openbare meening te verzetten en die te willen dwingen. Op deze wijze wordt de inrig- ting steeds minder bemind en minder bezocht. Be- ter is 't, de ongezinden, de tegenkanters te verwij- deren, en met vrijwillige deehiemers een hooger doel te bereiken. Ziedaar het v66r en tegen; het gevolg heeft ech- ter beide partijen verrast. Hetgeen men (geheel volgens Amerikaansche zienswijze) niet wilde, omdat het opgedrongen was , verscheen , na vrijgelatene keuze, in zoo gunstig licht, dat het getal van hen, die mathesis, Latijn en Grieksch leeren, niet afge- nomen, en de ijver vermeerderd is. Everieens is de keuze vrijgesteld of men (Fransch is voorge- schreven) Italiaansch, Spaansch of Duitsch wil lee- ren; de meerderheid verklaart zich voor de laatste taal. Van de universiteits-voorlezingen bestaat geene ge- drukte verzameling, ook zou deze, bij die der Duit- sche hoogescholen , zich slechts sober voordoen , want de theologen wenden zich meest tot de leer- scholen hunner belijdenis; de medische voorlezingen voor een geheel jaar duren slechts vier maanden, en de cursus der regtsgeleerden is in twee jaren afge- loopen. Ook mist men hier wijsgeerige regtsleer, Romeinsch regt, regtsgeschiedenis , en staatsregt van andere rijken. Opmerkenswaardig scheen mij de handelwijze van den verdienstelijken professor Storij in eene zijner leerrijke regtsgeleerde voorlezingen. Bij ons is de SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. (jl vermeerdering der examina's van de eene zijde aan- bevolen, van den anderen kant bestreden geworden, omdat daarmede veel tijd verloren gaat, of eene vermeerdering der leeruren noodig is. De heer Storij vlocht in zijne doorloopende , vloeijende voor- dragt enkele vragen, die liij aan verschillende toe- hoorders, die hij bij naam noemde, rigtte. Deze antwoordden dadelijk, en vulden als 't ware den zin aan, zoodat de voordragt niet werd afgebroken. De, geneeskundige inrigtingen zijn niet in alle Sta- ten op dezelfde wijze geordend. Ten gevolge deels der republikeinsche gezindheid, deels der nog on- volkomene leerscholen , is over 't geheel het toe- zigt minder, en zijn de eischen zachter, dan in vele Europesche landen. Men verwacht in Noord-Ame- rika, dat ieder arts zich zelveri zooveel mogelijk zal onderscheiden , en elke zieke zelf de beste keus doen. Te Washington werden in 1857 wetten voor een geneeskundig genootschap gedrukt. Aan loffelijke voorschriften over het gedrag der artsen , paarde zich een hoog tarief voor geneeskundige hulp. Elke visite kostte een dollar, het eerste consult 5 dollars, eene nachtvisite 5 7 dollars, eene pokinenting 5 dollars, eene genees- of heelkundige operatie 40100 dollars. Het was verboden minder geld te nemen , of voor eene vaste som eenige overeenkomst aan te gaan. Welligt vonden deze verordeningen tegenstand. Althans reikte het Congres in 1858 aan eene ge- neeskundige vereeniging te Columbia een bepaalden vrijbrief. Zij verkreeg het regt jonge artsen te examineren, en hun het verlof tot uitoefening der praktijk te verleenen, wanneer zij bewezen behoor- lijk gestudeerd te hebben en aan het examen vol- deden. Wie zonder zoodanig verlof geneeskundige 62 SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. hulp verleent, mag zich daarvoor niet laten beta- len. Met het vaststellen van belooning mag dat genootschap zich niet inlaten. Te Baltimore bestaan soortgelijke inrigtingen. Uit al de gezamentlijke geneeskundigen en professoren worden de examinatoren der candidaten gekozen. In New- York is een gezondheidsbestuur , bestaande uit den burgemeester en eenige leden van den raad. Er is een geneeskundig genootschap van den Staat, en andere van de graafschappen. In 't eerste moet ieder arts zich doen opnemen en zekere kundighe- den doen blijken, anders wordt de praktijk hem verboden. Wegens slecht gedrag of grove missla- gen kan zelfs de graafschapsvereeniging eene voor- dragt doen tot verwijdering of ontzetting van eenen geneesheer, en de regtbanken beslissen , in zoo verre de beklaagde zich niet vrijwillig onderwerpt. Geen gymnasium (college) mag de doctorale waardigheid verleenen, en de faculteit der medische universiteit vordert driejarige studie en een wetenschappelijk opstel in de Latijnsche, Engelsche of Fransche taal. Daar echter de jaarlijksche lessen den laatsten Oc- tober beginnen en den laatsten February eindigen , zoo maakt deze drie maal vier maand slechts een vol jaar. Verwerpt het graafschaps-genootschap eenen doctor, zoo komt de zaak ter eindbeslissing aan het staats-genootschap. Afzonderlijke studie onder 't opzigt van eenen arts, mag soms de plaats van een gedeelte der universiteits-studien vervan- gen. De medische universiteit te New-York bekomt van de regering jaarlijks 5,000 dollars, maar is ove- rigens geheel onafhankelijk. De leiding der voorle- zingen en werkzaamheden nemen gekozene raden en de zes professoren der faculteit op zich. Deze SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN. 65 worden door de raden voorgedragen en door de fa- culteit benoemd. Vooraf worden openbare oproe- pingen gedaan , om zich tot de vacante plaats aan te melden. Het getal stuclenten bedroeg laatstelijk 525. Het honorarium voor zes collegien, bij elken professor eene, bedraagt 105 dollars. Eigenlijke staatsexamina vinden geene plaats. In bijzonder goeden naam staat Jefferson's medical college te Philadelphia. Het telt zeven professoren en vordert drie jaren studie, maar ook hier duren de voorlezingen slechts van November tot Maart. Volgens een algemeen overzigt waren in 1845 in de Vereenigde Staten 108 gymnasien (college), 9 regtsgeleerde , 28 medische en 57 theologische scho- len. Het getal onderwijzers bij een college stijgt van 4t tot 51; bij de hoogere inrigtingen voor eene enkele wetenschap of faculteit van een tot acht , het getal gymnasiasten van 10 tot 441 , der stu- denten van 50 tot 444, der boeken in de hiertoe behoorende bibliotheken van 225 tot 45,000. In 1840 werd het getal leerlingen opgegeven op 1,845,000, dat der zoogenaamcle studenten op 16,258. Volgens een ander berigt waren: in de colleges . . . 0,8 percent der scholieren in de taalscholen 8,1 in de volksscholen . 91,1 In de zuidelijke Staten staat het bezoeken der lagere tot dat der hoogere scholen als 5 tot 1 , in de noordelijke Staten als 12 tot 1 . In de eerste is dus de beschaving der hoogere klasse, in de andere die van 't volk algemeener, en aan beide zijden vertoonen zich voordeelen en gebreken. Zien wij terug op al het medegedeelde , zoo doen zich eenige algemeene opmerkingen voor: Vooreerst: de hoogescholen , bibliotheken, weten- 04 SCHOLEN EN UNIVERSITE1TEN. schappelijke verzamelingen (welke liet eensklaps on- mogelijk is daar te stellen) staan in Amerika bij de Europesche, inzondcrheid de Duitsche, ten achte- ren; ten opzigte der volksopvoeding daarentegen, zijn vele der Vereenigde Staten aan de beschaafdste Europesclie landen gelijk, en versclieidene (zelfs Engeland) verre vooruit. Ten tweede: geen volk heeft in zoo korten tijd zoo veel voor de scliolen gedaan als de Ameri- kanen. Want oude stichtingen ontbreken bijna ge- heel , en sclioon men ook de toekenning van land , dat althans in den beginne weinig waarde heeft, niet zeer hoog moge aanslaan, zoo hebben toch andere volken , welken het ook niet aan onbebouw- den grond ontbreekt, tocli niets dergelijks gedaan, en slechts met moeite heeft men hier en daar in Europa kunnen doordrijven, dat bij gemeenschaps- verdeelingen een armelijk stuksken voor school en schoolmeester werd afgezonderd. Maar bo venal ver- dient het eene herhaalde vermelding, dat de hoofd- behoefte der scholen , niet door schoolgeld van de armen, maar door eene vermogen-belasting opge- bragt wordt, welke hoofdzakelijk de rvjken treft, zij mogen kinderen hebben en ter schole zenden of niet. In New-Engeland betalen b. v. de welgestelden (circa */ 5 der inwoners) de helft van 't benoodigde , ofschoon zij nog geen f / der kinderen naar school zenden. Deze inrigting werkt terug op de veilig- heid en het voordeel der rijkeren; zij is republi- keinsch, ja geheel overeenkomstig met menschelijke regten en gevoelens. Ten derden , is er in de Vereenigde Staten geen gevaar voor opvoeding boven stand en betrekking. Want van wege den Staat is zooveel verleend , dat niets daarboven onvoorwaardelijk verheven en on- SCIIOLEN EN UXITEItSITKITEN. (>.) bereikbaar schijnt, weshalve de opyoeding dan ook de strekking heeft, met alleen om onderdanen maur ook om bestuurders te vormen. De beschaving wordt dus te regt en als oorzaak en als gevolg eener goede regering beschouwd. Ik zeide, dat geene boekerij in Amerika de groote Europesche bibliotheken gelijk komt; daarentegen zijn , vooral in de groote steden van bet oosten , vele bibliotheken door eigene inspanning voor bij- zondere einden (b. v. voor regtsgeleerden , geeste- lijken , arisen, kooplieden enz.) gesticbt, die vlijtig gebruikt worden. Deze werkten eclitqr niet op de raassa des volks, en de leesbibliotheken in de ste- den, nieest met sleehte romans aangevuld , beclier- ven slechts tijd , smaak en goede zeclen. Van daar de regtmatige klagt dat men bet volk met groote inoeite en tijdveiiies aan 't lezen brengt , en op dit gevolg trotscb is , terwijl bet daarna niets te lezen heeft. Zelfs de Bijbel wordt den Katholieken niet eens in handen gegeven, en is door Protestanten , (wien alle andere kundigheden ontbraken) dikwijls tot bet ontsteken van woeste dweeperij misbruikt geworden. De boer, (beweert men vooral in Europa) heeft lust nocb tijd om te lezen. De lust editor zal weldra komen , zoodra hem geschikte boeken worden aangeboden; en tijd om te lezen heeft hij rneer , dan kanseliers en secretarissen, dan geheim- raden en ministers. Of wat doet hij thans des winters? Hij zit aan den haard, knibbelt met zijne vrouw, ranselt de kinderen, gaat dan naar de kroeg om bet aartsvaderlijk evenwigt, bet, zoogeriaamd door boekeiiwijsheid nog niet verdorven, onschuldig gemoed te herstellen (*J. (*) Do schrijvcr schetst hicr den Dnitschen landman ; of dit ook op den Xcdcrlaiulschcn tocpasselijk is?... VJJRT. IT. 5 66 SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN , Wei wordt de burger der Vereenigde Staten door het lezen der dagbladen meer opgewekt en onder- rigt dan in eenig ander land; echter is deze bron niet altijd rein en ten minste niet genoegzaain. Derhalve was het een nieuw zegenrijk en lofwaar- dig denkbeeld (eerst door Wadswortli en Marcy in New-York , en daarna ook in Massachusetts in wer- king gebragt) , om voor ieder schooldistrict of iedere gemeente eene bibliotheek te stichten, en wel niet enkel voor scholieren , maar hoofdzakelijk voor vol- wassenen. De eerste kens staat aan het plaatselijk schoolbestuur (de trustees); maar de schoolambtenaar voor grooteren kring heeft het regt om de verwij- dering van slecht gekozene boeken voor te stellen. Volgt het plaatselijk bestuur dezen raad niet, dan verliest het de aanspraak op eene toelage uit de staatsschoolkas. Met het grootste regt zijn van deze boekerijen alle geschriften uitgesloten, die staatkun- dige of godgeleerde twisten behelzen , of eenig ka- rakter van sektengeest doen blijken , alsmede alle romans. Daar in weerwil dezer bepalingen de keuze moeijelijk bleef, en het aan geschikte werken tegen matige prijzen ontbrak, zoo zijn te New-York en Boston , volgens zeer doelmatige beslissing van wel- gezinde en zaakkundige mannen , geheele reeksen van boeken voor jonge en volwassene person en gedrukt, ja vele werken bepaaldelijk tot dit doel geschreven. Daaronder bevinden zich werken over landbouw, handwerken , natuurkunde , scheikunde , reisbeschrijvingen , geschiedenis , levensbesclmjvin- gen, vertalingen van klassieke schrijvers enz. (*). (') Bij voorbeeld: Prescott, Ferdinand en Isabella; Kobert- son, Karel V; Bancroft, geschicdenis ; Washington's leven ; geschiedenis der ^bijzondere Staten; Homerus, Plutarchus, He- rodotus; Goldsmith, geschiedenis van Griekenland en Rome}, SCHOLEN EN UNIVERSITEITEN . 67 In 1845 bevatteden deze nieuwe boekverzamelingen binnen den Staat New-York reeds 875,000 banden, en de regering gaf daartoe 94,000 dollars. In 1844 was het aantal boekdeelen reeds tot een mil- lioen gestegen. Daar nu de gemeenten ten minsten even zoo veel moeten opbrengen, zoo werden in een jaar vrijwillig aan de geestbeschaving der in- woners door het lezen van boeken meer dan 188,000 dollars besteed. Geheel overeenkomstig daarmede zijn de inrigtingen en vooruitgang in Massachusetts, en vele andere Amerikaansche Sta- ten zullen niet lang toeven, om zoo grootsche en heilzame voorbeelden te volgen. Slechts op deze wijze laat zich verstandelijke op- voeding buiten den beperkten kring der scholen uitbreiden, over het gansche leven verspreiden, en een geheel volk tot een' hoogeren trap van echte kennis verheffen. Dwaas is de bezorgdheid , dat hierdoor de godsdienstige zin verminderd zou wor- den, alsof godsdienst en onwetendheid steeds ge- paard moesten gaan! Maar wel zal de verkregene hoogere kennis bewerken, dat niemand voortaan bekrompene dweeperij voor eene gave des Heiligen Geestes zal willen doen doorgaan , of Kalif Omars grondstelling verkondigen. J. Miiller, wereldgeschiedenis ; leerboek der physiologie , hand- boeken voor landbouw, voor handwerken enz. 3. Lcttcrknudc eia schoone JJe Amerikanen, zegt men (zoodra van letter- kunde en kunst wordt gesproken) hebben oudheid nocli gedenkstukken , jeugd noch poezij , letterkunde noch kunst; en hiermede meent men eene on- wederlegbare en tevens de bitterste beschaming, ja de regtmatigste veroordeeling te hebben uitge- sproken. Maar zou echter een onpartijdig beschou- wer niet kunnen antwoorden : de oudheid en ge- denkstukken van Engeland behooren ook den Ame- rikanen; zij mogen Chaucer en Shakespeare met regt ook de hunne noemen. Wil men dit echter (ik weet niet om welke redenen) ontkennen , en den eersten dag van Amerika's onafhankelijkheid als den eigenlijken geboortedag aanmerken, zoo treedt het dan te voorschijn als Adam , die uit Gods hand kwam zonder ooit kinderschoenen te hebben gedra- gen , of als Minerva die uit Jupiters hoofd sprong , en geene bonne ter opvoeding noodig had. leder, zegt men, werkt in Amerika om te leven, niemand om te denken. Welk eene eenzijdige, valsche te- genstelling! Arbeid zonder eenige gedachten be- staat niet; slechts de werkelooze (van menigen si- necurist tot de Lazaroni) is gedachteloos. Anderen beweren dat de beschaving over 't alge- LETTERKUNIXE EN SCHOONE KUNSTEN. 09 ineen in Amerika wel hooger is dan elders, maar dat het ontbreekt aan schitterende , uitstekend groote vernuften. Het laatste volgt althans niet uit het eerste. veeleer verheffen zich, naarmate de breede grondslag zich verheft, ook de uitstekende punten (binnen kort of lang) in reiner luclit. Alles heeft zijnen tijd. Meisjes van 8 jaar en vrouwen van 80 komen niet in de kraam ; maar de Amerikanen (zoo willen die berispers) moeten alles op eens, alles gelijktijdig , dat is ontijdig , doen! Hoe vele dichters heeft dan Frankrijk in 1,000 ja- ren voortgebragt , en welke durft Duitschland noe- men tusschen den (bovendien geloochenden of ver- smaden) vervaardiger van *t Nibelungen-lied en Klopstock? Amerika heeft geene gedenkstukken , maar het bezit eene natuur, die al het eerwaardige des ouder- doms met de voile kracht der jeugd vereenigt. En bewijzen dan pyramiden en kolyseen en roofkas- teelen meer de waarde en vooruitgang der kunst, of wel de ellende, welke de dwingelandij altijd kweekt en verzelt? De poezij der Amerikanen ligt niet in het voorledene, maar in de toekomst. "VVij Euro- peanen dweepen ons, door het avondrood van den zinkenden dag heen, nachtwaarts; de Amerikanen verheffen zich door dageraad en morgenrood tot den hellen dag! Hun grootsch, historisch, bewezen, onbetwijfeld verleden ligt him nabij; hunne vaderen deden groote daden, niet hunne bet-achter-oud-over- grootvaders! Athene had tijdens Miltiades, Rome ten tijde van Scipio ook nog geene oude geschiedenis ; en het jaar 1815 is voor Pruissen schitterender, dan de tijd toen de Markgraven met de Quitzows plukhaarden. Bouwen, stichten, werken, in het tegenwoordige leven en handelen, is meer waard 70 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. dan door loonbedienden rumen te laten aanwijzen en verklaren. Of zoude Amerika grooter, krach- tiger, bewonderenswaardiger zijn, wanneer het een- maal in bouwvallen ligt? of zoude men Athene lie- ver thans willen zien, dan ten tijde van Per ikies, Plato en Sophokles? De eerste voorwaarde van alien vooruitgang in kunsten en wetenschappen is, hare waarde te er- kennen. Geen Europeer heeft zich hieroratrent met meer nadruk en geestdrift uitgedrukt, dan de Witt Clinton, daar hij zegt: Vergenoegen is slechts eene schaduw, rijkdom slechts ijdelheid, magt slechts schijn; kennis daarentegen geeft het hoogste genot, den duurzaamsten roem , is onbegrensd in de ruimte , oneindig in den tijd." Ook is dit niet de op zich zelve staande onvruchtbare meening van een enkel uitste- kend man, maar alle Staten doen, (zoo als wij za- gen) veel voor de scholen; en evenzeer heeft dit plaats voor de wetenschappen. Zoo hebben b.v. New- York en Massachusetts door de onbekrompenste ondersteuningen , (die in New-York 20,000 dollars bedragen) , gezorgd voor het opmeten des lands , het vervaardigen van kaarten , het opstellen eener volledige natuurlijke geschiedenis , het navorschen van den voortijd; en 18 Staten zijn reeds dit lof- waardig voorbeeld gevolgd. Op gelijke wijze ver- ordende de Bondsregering een zeetogt om de we- reld onder Wilkes; welke geene mindere resultaten voor de wetenschappen heeft aangebragt dan eenige andere. Ten slotte komt het er eigenlijk minder op aan, wat de regeringen zelve ondernemen en ondersteunen , dan wel dat zij der vrije ontwikkeling van geestkrachten geene hindernissen in den weg stellen. De onvoorwaardeUjke vrijheid van druhpers is in Noord-Amerika de grootste hefboom dezer LETTEKKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 71 ontwikkeling. Dat die vrijheid voor eigenlijke boe- ken, voor de echte literatuur, van groot nut is ge- weest en niet dan uiterst zeldzaam misbruikt werd, daarover zijn alien het eens; tegengestelde meenin- gen evenwel zijn over de dag- en nieuwsbladenpers uitgesproken. Terwijl namelijk de meesten daarin het Palladium aller waarheid en vrijheid zien, wij- ten eenigen bijna alle kwaad in Amerika aan de dagbladen. Voor dat ik daadzaken hiertoe betrek- kelijk aanvoer, en redenen v<5<5r en tegen mededeel, is het noodig eenige statistieke aanwijzingen te la- te n voorafgaan. In 1704 werd de eerste Amerikaansche courant te Boston gedrukt. In 1720 bestonden in de V. Staten 5 couranten. 1771 > 25 1801 200 1810 559 1828 851 met inbegrip der journalen 1854 1250 couranten en 140 journalen 1840 14 h 1600 couranten. In 1810 waren er in de Vereenigde Staten 26 tijdschriften , in 1854 echter 140, waaronder: medische 8 juridische ........ 52 theologische (kerkelijke couranten hieronder begrepen) . . . 120 voor landbouw 12 't matigheidsgenootschap . 18 Van die nieuws- en dagbladen verschenen in New- York .... 274 Pennsylvania' . . . 255 Ohio 164 72 LETTEKltUNPK EN SCHOONE KUNSTEN. Massachusetts . . . 124 Indiana 69 Virginie )2 Tennessee .... 50 Wisconsin .... 5 Jowa 5 enz. In 't noorden en de noordwestelijke Staten , is in dit opzigt meer letterkundige levendigheid en werk- zaamheid, dan in 't zuiden, en oak hier, even als in zoo vele opzigten, onderscheidt Ohio zich weder het gunstigst. Thans ga ik tot nadere kenschetsing der nieuws- bladen over, en begin met den blaam, die daar- over uitgesproken kan worden en ook meestal uit- gesproken wordt. Wanneer zelfs een dagbladschrij- ver, de uitgever van een veelgelezen New-Yorksch blad, aanleiding en stof vindt, in het overnemen van talrijke uittreksels uit de bladen van alle par- tijen , onder het opschrift : de partij-pers der Ver- eenigde Staten, hare losbandigheid (licentiousness) en zedeloosheid !" zoo moet het kwaad wel een' hoogen trap bereikt hebben. Voor partij-meeningen en doel- einden worden niet alleen goede, maar ook slechte gronden gebezigd; niet alleen waarheid maar ook leugen en laster , niet alleen vernuft maar ook grof- heid in de ruimste mate. Tegen zoodanige behan- deling beschermt geene hooge standplaats; van eenen mededinger naar het presidentschap wordt b.v. ge- zegd, dat hij is: een overtreder van al de tien geboden, een speler, zuiper, beschermer van slechte huizen, vechter enz. enz. Den grootvader eens an- deren keeren andere dagbladschrijvers in zijn graf om en om , ten einde te onderzoeken of hij niet voor de onafhankelijk-verklaring een Tory is geweest. Uit eene oiule reisbeschrijving ontleende een ander blad LETTEEKUNDE EN SCHOONE KUKSTEN. 7<> eene (ware of onware) anecdote van gruwzaam ge- brandmerkte slaven, sclioof onbescliaamd den naam van den heer Polk in de plaats des oorspronkelijken misdadigers , en verplaatste eigenmagtig de gansclie gebeurtenis in den tegenwoordigen tijd. Met regt zeide Bisschop White te Philadelphia: Niemand, die regtschapen leeft, kan imrner in Ame- rika door laster geheel verdrukt worden. Wat ook liet oogenblikkelijk uitwerksel zijn moge, boven el- ken laster zal de tijd hem verheffen. Evenwel is de voorbijgaande oogenblikkelijke werking insgelijks nadeelig, en maar al te dikwijls bevestigt zich het spreekwoord: altijd blijft er iets kleeven. Semper aliquid haeretT Daar men door regtsmiddelen slechts zeer zelden , en alleen bij hoogstgewigtige lasteringen en onwaarheden iets tegen de dagbladen kan uitrigten, zoo zijn zij in waarheid eene volko- men onafhankelijke , onaantastbare magt. Maar al wilde men ook volstrekt op zedelijkheid niet letten (*) zoo zondigt de pers maar al te dik- wijls tegen den goeden smaak, en de dagbladsehrij- vers, die het volk moesten opleiden en onderrigten, staan vaak nog lager dan het volk zelf. Wederom kan men den dagbladschrijvers alleen alien schuld niet geven en de lezers vrijspreken ; want wierden de slechte en smakelooze bladen niet gelezen, zoo zou- den zij ook ongeschreven en ongedrukt blijven. De verontschnldiging van vele beschaafderen , dat zij de slechte couranten niet in de hand nemen, neemt hare slechtheid en derzelver kwade gevolgen niet weg, en wanneer het volk waarlijk vooruitgaat, moeten ook de volksleiders zich beteren. (*) Poussin bcweert, dat de Fransche dagbladpers in menig upzigt nog onzcdclijker en verdorvcner is. 74 LETTEKKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. Nimmer moet men slechte middelen tot vermeende goede doeleinden aanwenden; en bovendien wordt, wanneer beide partijen dezen verkeerden weg be- treden, het gewaande voordeel van beide zijden ver- nietigd en opgeheven. Geen vreemdeling is in staat, zoo veel onbillijks, onregtvaardigs, beleedigends over Amerika te zeggen of te herhalen, als de dagblad- schrijvers dagelijks opdisschen. Bij 't bonte door elkander lezen van verscliillende bladen wordt het iemand soms te moede, als of er in 't geheel geene waarheid, geene geschiedenis bestond. Wien ware eerbied voor groote republikeinsche instellingen bezielt, kan nimmer gelooven dat de gelaakte handelwijze van menig dagbladschrijver daaruit voortspruit, ja liiertoe nuttig en gepast zij; veeleer koestert hij de hoop , dat allengs een betere smaak, eene waardiger houding veld winne. Het zoo even gewraakte kwaad is overigens reeds oud. Want niet alleen Jefferson, (de koene grond- vester eener ongekende wereldontwikkeling) werd op 't heftigst aangevallen, maar ook de edele, deugdzame , geraatigde Washington. Daags v66r 't nederleggen van zijn presidentschap zeide een in Philadelphia gedrukt feeler alistisch blad: Nu laat gij, Heer! uw dienstknecht gaan in vrede, want mijne oogen hebben uwe zaligheid gezien; dit was de nitroep van eene-n man, die een stroom van gelukzaligheid over de menschheid zag aanbreken. Was er immer een tijd, die de herhaling van dezen uitroep veroorloofde , dan is het die van heden. De man, die de bron van alle ongeluk onzes vaderlands is, wordt dezen dag met zijne medeburgers gelijk gesteld, en heeft niet meer de magt om het onheil in de Vereenigde Staten te vergrooten. Meer dan ooit is het thans tijd zich to verheugen. Elk hart LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 7i> dat voor vrijheid en volksgeluk gloeit, moet heden van verrukking kloppen , dat de naam Washington van dezen dag af ophoudt onregtvaardigheden te verspreiden en bedrog te wettigen. Er opent zich een nieuw, den volke veel belovend tijdperk. Want openbare maatregelen rusten thans op hunne eigene waarde, en schandelijke ondernemingen kunnen niet meer door eenen naam staande gehouden worden. Slaat men den blik terug op de acht jaren van Washington's bestuur, dan wekt het de grootste verbazing, dat een enkel mensch de republikeinsche beginselen bij een verlicht volk vergiftigen, dat hij zijne plannen tegen de openbare vrijheid zoo ver drijven konde, dat zelfs haar bestaan in gevaar ge- raakte. Dit toch zijn daadzaken, en daar dit ieder in 't oog springt, zoo moest deze dag een jubel- feest voor de Yereenigde Staten wezen." Ten bewijze dat, althans de vorm, zich niet overal verbeterd heeft, nog een paar korte aanha- lingen. Zeker blad zegt: De gemeene beul heeft nooit zoo stinkend verraad onder de openbare galg verbrand, als vervat is in het schandelijke zamen- raapsel , 'twelk zich wil regtvaardigen met het schof- tig opschrift: grondstelling der Whigs (*)." Omtrent het laatste Congres liet een ander blad zich aldus uit: Het Congres heeft zich gisteren verdaagd, en wij zijn nu geregtigd daarover te spreken. Onze eerste opmerking, tot welke wij voldoenden grond hebben, is, dat het in verbaste- (*) Merkwaardig is 't, dat de waarJieid van een libel het wet- telijk regtvaardigt , wanneer het tegen openbaro beambten en maatregelen gerigt is. Ja, onderscheidene grondwetten veroor- loven elke beschuldiging, in zoo verre die waar is en nit goede beweegredenen is tritgesproken. De - gezworenen beslissen over cle daad- en over de regtsvraag. 7G LETTEKKUNDE EN SCHOOXE KUNSTEN. ring en onwetendheid ieder Congres overtrof, 'twelk sedert de vestiging van ons staatsbestuur bijeen- kwam. "Wij zijn steeds geneigd van wetgevende vergaderingen met eerbied te spreken, maar staaii in twijfel of deze meer den haat, dan wel de ver- achting des volks verdient. Zij was karig voor nut- tige , verkwistend voor onwaardige zaken, klein- geestig in groote , verachtelijk in kleine aangelegen- lieden ; bovendien aanmatigend en eigenbelangzuch- tig. De verwarring , die in 't Lagerlmis heerschte , was de eenige haar gunstige omstandigheid ; want zij verborg de afschuwelijklieid van eenige zonden , en verhinderde dat de voorbeelden van goddeloosheid in hunne volledige veraclitelijklieid voor de oogen van ? t publiek kwamen. De beden des volks ble- ven onverhoord, de openbare dienst werd verwaar- loosd en verminkt , verachting van staatsmannen veroorzaakt, de zedelijkheid des volks verdorven door onbehoorlijke aanwending en miskenning van wet en regt. De eenige goede handeKng, welke dit staatsligchaam verrigtte, was zich te ver- dagen." Ook over de vrije pers in Kanada, (vooral te Montreal;, verheffen zicli luide klagten. Door haar (rneldt een gedrukte brief) is meer onheil ge- sticht dan door alle andere oorzaken te zamen ge- nomen, de openbare zedelijkheid verdorven; be- krompen, verkeerde, schadelijke denkbeelden en oogmerken gekweekt." De dagbladschrijvers , zeide mij een Amerikaan, hebben over 't algemeen de minste kennis en het oppervlakkigst oordeel over openbare aangelegenheden. Zoo erkennen en beklagen alle edele Amerikanen de gebreken hunner pers. Deze zijn niet te ver- helpen door dwang en geweld , maar (en dit hopen LETTEllKUXPL EN SCilOONE KUNSTEX. // en gelooven wij volgaarne) door kiescher gevoel , waarheidsliefde , afschuw van laster, tegenzin in ge- zwets, slechte bladen niet te lezen, en eene toene- mende beschaving der vrije, zelfheerschende bur- gers. Het zoude echter onbillijk en onverantwoordelijk zijn , zoo ik , tegenover die schaduwzijde , ook niet de schitterende lichtzijde schetste. Dit is zooveel te noodiger, daar de voorstanders van strenge,- angstvallige censuur anders voorbarig juichen, en in het gezegde eene bevestiging vinden zoude*h, dat hunne regtbank van doorlialen en besnoeijen een noodwendig en volstrekt heilzaam panace tegen alle letterkundige kwalen en gebreken is. Zonder mij hier eenigzins over het vraagstuk voor of tegen de censuur in te laten (dat trouwens in alle vrije sta- ten reeds beslist is), bepaal ik mij alleen tot de Amerikaanscbe verschijnselen. Vooreerst strekt, zoo als ik gezegd beb , dat misbruik der drukpers- vrijheid zich volstrekt niet uit tot de mannen die boeken schrijven , tot de letterkunde in eigenlijken zin; ieder zal veeleer moeten toegeven, dat zich in dit vak de schoonste vruchten der vrijheid ver- toonen. Genoemde misbruiken treden eerst bij de dagbladpers te voorschijn; ook daar echter zijn zij geenszins algemeen, en het zoude ten hoogste on- regtvaardig zijn, wegens eenige weinige hartstogte- lijke en onwaardige dagbladen , het grooter aantal betere over 't hoofd te zien , of zelfs die in deze veroordeeling te doen deelen. Bovendien is 't gewis een overdreven eisch dat 1500 schrijvers voor 1500 bladen (en het eerste getal mag men veilig verdub- belen) alien mannen van mtstekend genie , en gun- stelingen der Muzen en Gratien zouden moeten zijn ! Zijn dan de weinige uitverkorene dagbladschrij- 78 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. vers in censuur-landen alle zulke uitmtmtende man* nen? en zouden in Europa de misbruiken, welke men den Amerikanen verwijt, achterwege blijven, wanneer men hun plotseling van alle boeijen be- vrijdde? Zouden de schrijvers bescheidener en ge- matigder, zouden de lezers onpartijdiger en kiescher van smaak zijn? Boven den ijver van onwaarheid en laster, doet zich (en dit is van 't grootste aanbelang) de onbe- teugelde kraclit van waarheid en regt in Amerika binnen' korter of langer tijd immer gelden; terwijl in menig deel van Europa de hoofdklagt niet is , dat een en ander moge het dan iets aanstootelijks zijn doorgehaald wordt ; maar voornamelijk , dat vele uitstekende mannen, door eene tegelijk aamna- tigende en kleingeestige voogdijschap en beoordeeling worden afgeschrikt, om beter, waardiger, nuttiger te sclirijven. Hoe dikwijls wordt er eerie boosaar- dige vreugde in gevonden krachtige , stoute , eigen- aardig uitgedrukte gedachten besnoeid of verminkt te hebben ; en een kinderachtig genoegen iets on- behoorlijks , op eene dubbelzinnige , smakelooze wijze , trots alle Argus-oogen, te vermommen of binnen te smokkelen. Reeds in 1827 kwam het in 't Congres tot merk- waardige beraadslagingen over de verminkingen der redevoeringen , en de onbehoorlijke aanmerkingen der dagblad-pers. Bij die gelegenheid zeide: De heer BARTELET. Het doet mij leed dat dag- blad-artikelen hier liet onderwerp van ernstige be- raadslagirigen worden. Onze stelling moet op bete- ren grond berusten. Geen kranten-vernuft , geen kranten-toorn , maar ons leven en onze liandelingen moeten maat en rigtsnoer zijn der achting welke wij genieten. Welk groot, eeuwig in onze dank- LETTEKKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 79 bare herinnering levend man, is in de dagbladen meer met smaad en laster overladen dan Jeffer- son ? en e enter heeft hij nocli er op geantwoord , noch heeft zijn aanzien er door geleden. De lieer HAMILTON. Toegegeven, dat wij alle nu of dan door de steken dezer scherp gepunte ma- chine lijden, zoo moeten wij dit echter zoo wijsgee- rig mogelijk verdragen, ten einde ons goederen van onschatbare waarde te verzekeren. Men vangt im- mers geen strijd aan met den worm, die zich in 't slijk wentelt? "Waarom dan in drift ontstoken over hen, die lage en verachtelijke schandalen najagen? De heer WEEMS. Sedert 28 jaren word ik in openbare dagbladen mishandeld, en juist dit is wel- ligt een middel geweest, om mij, (na strenge lou- tering en onderzoek), de achting mijner medebur- gers te verwerven. De heer MITSCHELL. Zoodra wij beproeven tus- schen vrijheid en losbandigheid der drukpers eene grenslijn te trekken, gaat onze vrijheid, en al wat ons dierbaar is, verloren. Blijft onze wandel open en eerlijk, zoo vallen alle pijlen der boosheid krach- teloos neder. De heer DORSET. Onder de dagbladschrijvers zijn ook vele regtschapene lieden , die geenszins uit slechte beweegredenen van meening en partij veran- deren. De heer LUMPKIN. Laat waar en valsch druk- ken, de geest des volks zal het kwaad tegengaan en te regt wijzen. De heer VANCE. Indien de berigtgevers over de handelingen van 't Congres ook al eens dwalen, en tot regtmatige klagten aanleiding geven, zoo her- stellen zij ten laatste toch nog meer dwalingen dan zij misslagen (blunders) begaan. 80 LETTE11KUXDE EN SCHOONE KUNSTBN. Cm deze en dergelijke redenen werd niet de min- ste maatregel tegen de dagbladpers aangenomen. Bij vergelijking van al deze omstandiglieden met die in vele Europesche landen, dringt zich de overtui- ging op : dat in de Vereenigde Staten 6f de rege- ringen veel sterker gevestigd zijn, of dat het volk rijper is voor de beoordeeling der openbare zaken, dan daar waar de censuur de regering beschermen , de schrijvers beteugelen , en de lezers aan den lei- band houden moet. Eene gebondene pers toont nodi den waren geest eens volks, noch vormt dien; eene vri.je pers is meer kenschetsend , ofschoon men ook niet gansche volken naar haar beoordeelen kan. Even als er in eene en dezelfde letterkunde goede en slechte boe- ken zijn, zoo zijn er ook goede en slechte nieuws- bladen. Voorzeker is liet voor geest en smaak niet aan te bevelen alleen couranten, en nog schadelijker die van slechts 6ene partij te lezen; maar de Ame- rikanen lezen immers ook boeken nevens de dag- bladen; bovendien zijn de dagbladen van zeer ver- schillenden inlioud. Zij liebben niet alleen betrek- king op de staatkunde van den dag, maar zijn eene algemeene schatkamer, eon magazijn voor allerlei ouds en nieuws : wetenschap, kunst, uitvindingen , vernuft, poezij enz.; niets blijft onbehandeld , onbe- oordeeld, en ten slotte komt liet meeste gelouterd uit dit strenge vagevuur te voorschijn. In 't alge- meen leggen de ongeboeide nieuwsbladen van Arne- rika veel meer, en de aan censuur onderworpene couranten veel minder opgewondenheid aan den dag dan werkelijk voorlianden is ; eene belangrijke om- standigheid , die men , bij 't navorschen der juiste gesteldheid en 't beoordeelen van Amerikaansche toestanden , maar al te dikwijls uit het oog verliest. LKTTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 81 Dat de ten deele loffelijk geredigeerde Duitsche bladen in de Vereenigde Staten zich de besnoeide , angstvallige dagbladen van 't oude vastland niet ten voorbeelcl kunnen nemen , en de Amerikaansche Duitschers zoo lets saais en flaauws niet willen le- zen, spreekt van zelf. Evenwel is het te wensclien, dat zij aan de scherpe gisping van het gebrelddge en verderfelijke , ook de erkenning van het goede paren, daar men slechts op deze vereenigde wijze eene ware kennis van Duitschland en even zoo van de Vereenigde Staten kan bekomen. Ik besluit deze beschouwingen met eenige woor- den van den door de dagbladpers zoo geducht ge- havenden Jefferson : Dwaling van meeningen is overal te dulden, wanneer maar aan het verstand de vrijheid blijft tot strijden. De grondslag onzer regering, onzer instellingen is de volksmeening ; weshalve ons hoogste doel moet zijn, dat die juist zij en blifve. Ja , moest ik beslissen of wij die in- stellingen zonder dagbladen , of dagbladen zonder die instellingen moesten hebben , zoo zoude ik mij geen oogeriblik bedenken, het laatste te kiezen." De grootere Amerikaansche tijdschriften of beoor- deelende reviews, onderscheiden zich door welvoege- lijkheid, gematigdheid en waardigheid; zij doen eene grondige kennis van alle wetenschappen blijken, en bevatten dikwijls beoordeelingen , die wegens vorni en stof meesterlijk te noemen zijn. Wezenlijk goede geschriften worden in Amerika aan de schrijvers ruim betaald; bovendien is hun het kopijregt voor 28 jaren . toegeslaan , 'tgeen 14 jaren wordt verlengd, ingeval de weduwe of kinde- ren in leven zijn. Zeer vele goede en slechte boe- ken worden in Amerika nagedrukt, en ten deele niterst goedkoop verkocht; de invoer van vreemde II. G 82 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. boeken daarentegen is verschillend , maar altijd zeer hoog, belast. Zoo betalen Engelsche boeken 50 per- cent, Latijnsche en Grieksche 15 percent, en in andere vreemde talen 5 cent per -band. Dat geene Amerikaansche bibliotheek zoo rijk lean zijn en zoo vele zeldzaamheden bevatten, als de groote Europesche boekverzamelingen , spreekt van zelf. Evenwel blijkt allerwege de grootste belang- stelling voor het aanleggen en vermeerderen , zoo- wel van de zijde der regeringen als van zeer vele genootscliappen. Indien de laatste meestal slechts voor bijzondere strekking en bepaald doel aankoo- pen, zoo wordt er daarentegen meestal een zoo veel te ruimer en nuttiger gebruik van gemaakt. Bo- vendien stellen de reeds geprezene districts-bibliothe- ken (welke alleen in den Staat New-York een mil- lioen boekdeelen tellen) het uitgezochtste der letter- kunde voor het volk toegankelijk , op eene wijze die in Europa genoegzaam onbekend is. Voor de openbare bibliotheek te Washington (aan- koop en bestuur) zijn jaarlijks 9000 dollars bepaald. De beide bibliothecarissen (Meahan en Stella) heb- ben jaarlijks 1500 en 1150 dollars inkomen. Verscheidene westelijke Staten (als Illinois) hebben een gedeelte der ontvangst van landverkoop tot aan- koop van boeken bestemd. Kentucky stond jaarlijks 500 dollars, en de helft der staats-ontvangst van de bank, tot wetenschappelijke einden toe. Ook wer- den alle openbare bibliotheken vrij van belasting verklaard. Massachusetts wees eveneens geld aan ter vermeerdering der boekverzamelingen. Die van alle plaatsen te zamen genomen bevatten omstreeks 500,000 banden, en buitendien schatte men het ge- tal boeken in de bibliotheken der zondagscholen op 150,000. De heer Perkins schonk aan het letter- LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 85 kundig atheneum te Boston 20,000 dollars. Missi- sippi verordende jaarlijks 4000 dollars tot stichting eener bibliotheek. Voor Wisconsin, (dcstijds met 18,000 inwoners) en Jowa (met 21,000 inwoners) stond liet Congres 10,000 dollars toe, tot den aan- leg van bibliotheken. Leesbibliotheken (circulating li- braries) zijn op vele plaatsen. Die in 1814 te Cin- cinnati aangelegd telde in 1816 reeds 8000 banden. Nergens zijn naar evenredigheid zoo vele genoot- schappen voor geleerde en wetenschappelijke doel- einden van allerlei aard, als in Noord-Amerika. Zoo werden in de naauwelijks gevestigde Staten oorspronkelijke en voorgelezene verhandelingen in groot aantal gedrukt, welker waarde algemeen er- kend is. Niet minder nuttig werken de menigvul- dige voorlezingen , die in vele steden (vooral te Boston) (*) door zaakkundige mannen voor een ge- mengd publiek gehouden worden, en grooten bijval vinden en verdienen. Indien de schoone Jcunsten bij de Amerikanen nog niet den hoogsten trap van volmaking bereikten, zoo moet men dit niet zoo zeer beklagen , als wel hen daarmede gelukwenschen. Want zoodra een volk op dat toppunt van menschelijke beschaving is gekomen , zinkt Let gemeenlijk allengs , en zelden beleeft het eenen nabloei der Alexandrijnsche ont- wikkeling. De Amerikanen gaan nog berg op , niet berg af; en ofschoon dit moeijelijk is, wordt toch met elke schrede het uitzigt en overzigt ruimer. Tot de eigenaardige zwarigheden der kunstontwik- keling in Amerika, tel ik in de eerste plaats: eene meening, die nog vrij algemeen heerschend is, om- (") Zekere heer Lowell vcrmaaktc daar een aanzienlijk le- gaat tot dit doel. 6* 84 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. trent cle kunst in 't algemeen. Mogen de Puriteinen in andere opzigten het beste deel hebben gekozen , de zegekrans der kunst verwerven zij niet. Ten ande- ren staat hiermede de strenge viering van den Zondag in verband, waardoor inzonderheid de na- tionale ontwikkeling der muziek verbinderd, en slecbts in lioogere kringen eerie meestal eenzijdige en overdrevene vereering van virtuosen gekweekt wordt. Ten derden , bet gemis van groote kunst- schatten in Amerika, en de moeijelijkbeid om die in Europa op te zoeken. Althans blijft derzelver aanscbouwelijke kennis bet eigendom van slecbts weinige personen, en daar men de studie van 't naakte beeld aanstootelijk vindt, mist men bet in- zigt in de ware scboonheid der vormen en geest- drift voor die vormen. De bescbouwing van scboone kunstwerken en eene algemeene verbreiding der muziek , leiclt tot eene lichte, heldere opgeruimheid des levens, zoo als bloot staatkundige of godsdienstige opwekkingen die niet kunnen geven ; en 't is verkeerd , bet een om het ander terug te zetten en te veracbten. In weerwil dezer natuurlijke en kunstmatige hin- dernissen, toont zicb toch overal verblijdende voor- uitgang. Zoo wordt de oppervlakkigbeid van mu- zikale strekking sedert jaren tegengegaan door een genootscbap te Boston, welks vereering voor Han- del en Haydn van ecbten kunstzin getuigt; terwijl het uitvoeren van uitgezochte kunstwerken des Zon- dags, benevens bet aangevangen muzikaal onderrigt op de scholen , niet kunnen nalaten weldra den zin voor de muziek op te wekken en te veredelen, en later gezegende vruchten te dragen. Een dergelijk streven vertoont zicb in de schilder- LETTERKUNDE EN SCIIOONE KUKSTEN. 85 kunst , (*) maar welligt nog meer in bet beeldhouwen, waarin Crawfurd, Greenhow en Hiram Powers met verdiende achting genoemd worden. Voor de louw- kunst zijn kaimlen , spoorwegen , bruggen en water- leidingen waardige onderwerpen; zij zijn nuttiger en stouter gedenkteekenen dan de pyramiden ; en sclioon zelfs Amerikanen met regt de gebreken van som- mige bouwkunstige voortbrengselen berispen , zoo ontbreekt het toch geenszins aan waarlijk wel ge- lukte gebouwen, in schoonen en edelen stijl. Daar het gcschiedschrijven voorzeker eene kunst is, verdient zij hier vermelding. Mannen als Bancroft , Prescott, Sparks, hebben in dit opzigt zoo veel ge- daan, dat geen levend Europisch historicus zich bo- ven lien stellen mag, maar vereerd en dankbaar mag zijn , wanneer zij hem als medebroeder de hand wil- len reiken. Met hunne eigene geschiedenis zijn de Amerikanen zeer juist bekend (f) , doen ten opzigte van 't verledene de zorgvuldigste navorschingen , en worden door de staatsbesturen op eene lofwaardige wijze daarin ondersteund. Zoo gaf b.v. New- York 12,000 dollars, om bronnen voor de geschiedenis des lands in Europa op te sporen en afschriften te nemen. Algemeene geschiedenis daarentegen wordt minder, en wel te weinig, onderwezen en geleerd; zoo als in 't algerneen de Europeanen him verle- dene, en de Amerikanen hun tegenwoordige en de toekomst op te hoogen prijs stellen. In creene kunst oefenen de Amerikanen zich zoo c? zeer, in gcene hebben zij meer vorderingen ge- maakt, dan in de welsjirelcend/ieid. Hoe onpartijdi- (") Loffelijk aangcvangcne vcrzamelingen bcvindcn xich te New-York, Hartford en andcre plaatsen. (i) Het was wel eene zeldzame uitzondering, dat ecu Aine- rikaan Jefferson voov ceil federalist liield. 86 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. ger men dit erkent, des te natuurlijker is de wel- willende wensch, dat de aanwezige gebreken en uitwassen mogen erkend en weggeruimd worden. Een scherpzinnig Amerikaan zegt: In de rede- voeringen van beroemde mannen onzes vaderlands, is een groot aantal voorbeelden van slechten , af- schuwelijken smaak te vinden." Het zij vergund aan dezen tekst eenige opmerkingen toe te voegen. De Amerikanen toonen tot nu toe meer aanleg en oefening , dan wel kunst en smaak , en toch moeten beide verbonden worden , wanneer men zich tot de voorbeelden van Grieken en Romeinen verhefFen wil. Velen missen in hunne redevoeringen eene behoor- lijke orde, een geregelden voortgang, een juist be- gin , midden en slot. Men zou soms uit het laatste gedeelte brokken in het eerste kunnen overplaatsen en omgekeerd. Meerdere studie der oude theore- tische en praktische meesters , van Aristoteles en Quintilianus , van Demosthenes en Cicero , zoude hen buitendien voor de neiging tot overdrevene wijd- loopigheid behoeden, en Goethe's gezegde staven: in de beknoptheid toont zich eerst de meester." Hunne welsprekendheid is nog niet afgerond; en vele van hunne vitia zijn nog niet eens dulcia. Hoemeer men toestemmen moet dat zij in den regel bekwaamheid bezitten, en zelfs in de eenzijdigheid en partijdigheid scherpzinnig vernuft doorstraalt, des te meer moet men ook wenschen dat tegen kwade gewoonten geene toegevendheid gebruikt worde. Niet ieder kan een groot redenaar zijn of worden, maar elk moet zich trachten te verhefFen tot de waardigheid die zijne standplaats vordert, en geen behagen scheppen in overdrijvingen of smake- loosheden, of die zelfs voor trekken van genie en geestdrift houden. Zelfs in 't Congres gaan eeni- LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 87 gen alle maat te buiten: schreeuwen, overschreeu- wen , stem-verdraaijen , met de handen op de tafel of in de lucht slaan, de knie vooruitsteken en het boven- lijf achterwaarts brengen ; deze en dergelijke wanstal- tigheden mag men hopen dat allengs zullen verdwijnen. De tegenwerping , dat men in ? t Congres niet alleen tot de tegenwoordigen, maar ook tot afwe- zenden spreekt, regtvaardigt npch ntittelooze uit- voerigheid , noch kwade hebbelijkheden : en even zoo weinig grond heeft het een zuidelijk , vurig klimaat in aamnerking te nemen. Burke en Fox , deze mannen van 't noorden , waren niet koud en stijf , evenmin als Demosthenes en Cicero als in heete koorts spraken. De Atheners spraken ook wei te veel, bewonderden het spreken te veel, maar zij hadden meer smaak dan de Amerikanen. Het zou dezen moeijelijk vallen, zoo ze eens van elk ge- sproken woord strenge rekenschap moesten geven. Trots deze, zoo ik meen niet onregtmatige , aan- merkingen over de massa der tallooze redenaars, lijdt het echter geen twijfel dat de Amerikanen over het algemeen beter, vloeijender, grondiger en over- tuigender spreken, dan de meeste volken. De gave der hoogste welsprekendheid is zeldzaam en komt (als die des dichters, kunstenaars enz.) onmiddel- baar van God. Hieromtrent zegt "Webster, een der eerste Amerikaansche meesters, op eene waar- lijk welsprekende , lofFelijke wijze : Bij gewigtige aangelegenheden , wanneer groote belangen op 't spel staan en sterke hartstogten in beweging zijn, is in eene rede niets belangrijks, wat niet met hooge gaven van geest en hart in verband staat. Klaar- heid, kracht en ernst zijn de eigenschappeii die overtuiging aanbrengeii. Ware welsprekendheid be- staat niet in woorden , en kan niet van verre wor- 88 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. den gehaald. Arbeid en geleerdheid mogen zich daartoe moeite geven, maar haar pogen zal te ver- geefs zijn. Gekunstelde hartstogt, heftigheid van uitdrukking, tool van declamatie, streven naar overtuiging zonder die te bereiken. Zij ontspringt, als de bron uit de aarde, als het vuur uit den volkaan, met oorspronkelijke , ongedwongene , aan- geborene kracht. Schoolsche bevalligheid , blin- .kende versierselen , gezochte wendingen der rede, verwekken bij de hoorders slechts wrevel en tegen- zin, wanneer hun leven, wanneer het lot van vrouw, kroost, vaderland, van de oogenblikkelijke beslissing afhangen. Dan liebben woorden hunne kracht verloren; welsprekendheid is ijdel en alle kunstmatige redenarij verachtelijk. Zelfs het genie wordt schuw en gevoelt zich gedrukt in tegenwoor- digheid van hoogere eigenschappen. Dan is vader- landsliefde, dan is zelfverloochening welsprekend. De klare opvatting , logische afleidingen voorbijsnel- lende , het hooge doel , het vaste voornemen , de onbedwongen geest spreken door de tong, schit- teren in het oog, bezielen elk gebaar, en drijven den man voorvvaarts , regelregt tot zijn onderwerp : dit, dit is welsprekendheid, ofliever, 't is groo- ter en hooger dan alle welsprekendheid , het is han- deling, edele, verhevene, goddelijke handeling." Bij de proeven , welke ik reeds meermalen uit de redevoeringen van den heer Webster heb gege- ven , wil ik slechts nog eene voegen , inzonderheid omdat zij de tegenstelling van 't Amerikaansche gevoelen met dat eener Europesche school scherp doet uitkomen : Het Heilig Verbond (zegt de heer Webster), in zamenstelling met de zich dagr- aan verbindende maatregelen , heeft twee grondstellin- ik reeds onderscheidene plaatsen medegedeeld, en LETTEEKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 89 gen , welke do verbondene mogendheden als een dcel der wetgeving in de beschaafde wereld willen doen gelden , en voor welker invoering l'/ 2 millioen ba- jonetten dreigend ter hand staan. De eerste is , dat alle volks- en grondwettige regten eeniglijk als geschenken der kroon te beschouwen zijn. Ten ge- volge daarvan heeft de maatschappij geene regten ; zij ontvangt, indien haar dit geluk te beurt valt, eene goecle regering als weldaad en leengoed , maar kan. niets vorderen. Zij leeft in de gunst die van de koninklijke waardigheid uitgaat , en mogt zij het on- geluk hebben die te verliezen , zoo is er niets dat haar tegen de ergste onregtvaardigheid en onder- drukking kan bescliermen. Zij zelve mag van regts- wege naar geene verandering trachten ; haar geheele voorregt bestaat in de weldaden te ontvangen , welke de hoogste magt verkiest nit te reiken ; hare gezamenlijke pligten zijn begrepen in het enkele woord onderwerping ! Dit is de oude leer van 9 t goddelijk regt der koningen, voorgedragen door nieuwe plaatsbekleeders , en geschraagd door eene geduchte krijgsmagt. Maar de meening , dat het volk zijne regten slechts nit gunst en inwilliging ontleent , is eene leer , die niet verder ingang vin- den zal dan de krijgsmiddelen reiken. De be- schaafde wereld heeft het gedrochtelijk geloof afge- legd, dat alien ora eenen zouden zijn geschapen. De maatschappij eischt hare eigene regten, en beweert dat die oorspronkelijk , geheiligd , onver- vreemdbaar zijn. Zij is niet te vreden zachte hee- ren te hebben, zij verlangt deel te nemen aan hare eigene regering, en dringt in beschaafde staten zoo krachtig en standvastig hierop aan, dat men niet lang weerstand zal kuniien bieden." Die leer van Laybach (eene congresplaats van de 90 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. Europische groote mogendheden in 1821) staat met de grondslagen onzer staatsregeling in lijnregte te- genspraak. Is zij juist, dan bevinden wij ons in cenen toestand van oproer en regeringloosheid ; wij worden onder beschaafde volken slechts geduld , omdat het nog niet gepast scheen ons tot de ware leer terug te brengen." Vele ongevallen (zegt hij elders) zijn te verdu- .ren en hunne gevolgen te overkomen. Moest een noodlottige krijg onzen handel van de zeeen ver- drijven , een ander geslacht kan dien herstellen ; put hij de schatkist nit , latere vlijt zal die weder vullen ; verwoest hij onze velden , door nieuwen verbouw zullen zij weder rijke vruchten opleveren. Ja , het zou slechts eene voorbijgaande ramp zijn zoo de muren van dit kapitool ineenvielen, zijne hooge zuilen nederstortten , zijne schitterende sieraden met het stof van den grond bedekt werden. Dit alles laat zich herstellen. Maar wie zal het gebouw der verwoeste regering weder oprigten? wie de schoone evenredigheid der zuilen van grond wettige vrijheid? Wie zal den hechten bouw herstellen , waardoor de heerschappij van 't gansche volk met de regten der Staten , de persoonlijke veiligheid met het alge- meene welzijn zoo kunstig vereenigd wordt? Neen, wanneer deze zuilen vallen , worden zij niet weder opgerigt. Even als het Parthenon en 't Colyseum, zouden hare bouwvallen tot eene smartelijke treu- rige onsterfelijkheid bestemd zijn. Even als over de gedenkteekenen van Romeinsche en Grieksche kunst , zullen bittere tranen over haar vlieten , want zij zijn het overblijfsel van een roemrijker gewrocht , dan Griekenland of Rome immer zag, - - het ge- wrocht van Amerika's staatsinstelling en vrijheid." Ook uit do redevoeringen van Henry Clay heb LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 01 eene verdere keus uit zoo veel voortreffelijks zoude mij , zonder bijzondere aanleiding, moeijelijk vallen. Een Engelsch reiziger , onkundig in staatsregt en staatkunde , spreekt zijn anathema uit over Jefferson en alle diens grondstellingen en inrigtingen. Ge- dachte schrijver hoopt alles van Clay en de Whigs, als regte gentlemen." Hooren wij alzoo hoe Clay (ongetwijfeld een gentleman) bij gelegenheid van een vroegeren gelijksoortigen aanval zich uitlaat: Noch Jefferson's aftreding van openbare betrekkin- gen , noch zijne uitstekende diensten , noch zijn ge- vorderde ouderdom, kunnen dezen vriend des va- derlands voor lompe aanvallen van de boosaardig- heid der tegenpartij behoeden. In 1801 ontrukte liij de gekrenkte staatsregeling zijns vaderlands aan de handen van ruwe aanmatiging ; dat is zijne misdaad ! Hij handhaafde deze grondwet , naar vorm , inhoud en geest , als eene kostbare erfenis voor volgende geslachten; en dit kan men hem niet verge v en. Hoe ijdel en magteloos is partijwoede tegen zulk eenen man ! Hij is niet meer verheven door zijne woning op den top van zijnen lievelings- berg , dan hij , door de opgewektheid van zijnen geest en het bewustzijn van een welbesteed leven . verheven is boven de boosaardige hartstogten en bittere gevoelens van den dag. Neen, zijn gelief- koosd Monticello is niet meer geschokt door de stormen die het van alle zijden bestoken, dan deze roemruchtige man door het aanbassen van Britsche doggen. Wanneer hij, op wien ik genoodzaakt was te zinspelen , reeds lang aan de vergetelheid is prijs gegeven , of slechts in de verraderlijke jaarboeken van zekere partij leven kan, zal de naam van Jefferson met dankbaarheid gepre- zen worden , en zijn aandenken in achting en zege- 92 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. ning zijn , als de tweede grondvester van alle vrijheden des volks. Op den tijd van zijn bestuur zal men terugzien , als op het gelukkigst en schit- terendst tijdperk der Amerikaansche geschiedenis!" Wanneer Webster en Clay in hunne redevoerin- gen niet altijd hetzelfde standpunt blijven bewaren, of bij behandeling van partijgeschillen geene uiter- lijke rhetorische hulpmiddelen en overdrijvingen versmaden, zoo schaderi zij hierdoor slechts hunne eigene zaak , en zijn meermalen (b. v. van den even schranderen als welsprekenden Buchanan) in het oog van onbevoorooreeelden uit het veld ge- slagen. Daarentegen toont Calhoun zich altijd con- sequent , met zich zelven eens , een man van vaste , grondige, wetenschappelijk en werkdadig gevestigde overtuigingen . Zelfs wie deze niet deelt, moet toestemmen dat hij is totus, teres, atque rotundus, en dit kan men op een zoo hoog standpunt niet zijn, zonder een achtenswaardig groot karakter. Bij den strijd over de nullificatie waagde hij het zelfs zijne bemindheid bij 't volk op 't spel te zetten , om door overdrijving van noodwendigen tegenweer tot het juiste midden terug te voeren ; bij de vraag over de slavernij deed hij het gewigt van gehate daadzaken gelden, tegenover menschlievende, maar niet zoo eensklaps aan te wenden, leerstellingen ; hij verloor niet uit het oog, dat praktische be- kwaamheid , hoe groot ook , geene grondige weten- schappelijke kunde ontberen kan. Het spijt ons, dat wij onder zoo vele uitstekende Amerikaansche redenaars slechts zoo weinige ver- rnelden, en slechts zoo weinig van hen mededeelen kunnen: maar wij hopen in Duitsche hiertoe be- stemde verzamelingen wel'dra grootere proeven ver- taald en gedrukt te zullen zien. LETTEEKUNDE EN SCHOONE KUXSTEN. 95 Dat bij ieder eenigzins bescliaafd volk vele men- schen verzen maken, bewijst wel is waar weinig of niets over het bestaan van Dichthmst in den lioo- geren zin des woords; het blijft echter een teeken van levendige opgewektheid , en eenige gemakke- lijkheid om gewaarwordingen in gebonden vorm uit te drukken. Overleveringen , waaruit zicli eene Iliade of een Nibelungen-lied zou laten zamenstel- len , ontbreken in Amerika; evenwel bood de grond- vesting der Staten wel stof aan tot episclie voor- stellingen , wanneer de Puriteinsche naauwgezetheid den kring der dichtkunst niet te zeer beperkte. Deze hield ook de ontwikkeling der dramatisclie strekking lang tegen; ja, het tooneel werd in ver- scheidene Staten voor zoo onzedelijk en profaan gehouden , dat men slechts het voorlezen van dra- matische werken veroorloofde. Nu eens heette het in de aankondigingen : eene zedelijke voorlezing : de roerende geschiedenis van Jane Shore, in ge- sprekken verhaald door den beroemden Eowe." Of: de onderhoudende geschiedenis van den armen soldaat, voorgedragen in gezang en gesprek, door den boertigen O'Keefe." In 1762 vond te Provi- dence de eerste openbare opvoering van een too- neelstuk plaa,ts , en sedert is alle godsdienstige te- genkanting allengs verdwenen. Het ontbreekt ech- ter nog aan Amerikaansche blij- eri treurspelen van den eersten rang; ofschoon ook het uit Engeland en Frankrijk overgenomene aan even groote gebre- ken lijdt. Terwijl van de Amerikaansche drama- tische werken bijna niets naar Europa is overge- bragt, zijn de romans hunner eerste meesters (b. v. Irving en Cooper) in alle handen, zoodat het on- noodig is , die hier nader te schetsen. Het rijkst en talrijkst vertoont zich, als overal, 94 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. do lyrische dichtkunst. Daar echter in duizenden jaren slechts ee"n Pindarus, edn Horatius geboren wordt, (ofschoon elke lente tallooze bevallige schoon toch meest vergankelij'ke lyrische bloemen doet uit- spruiten) zoo is het eene verdienste, wanneer iemand van kennis en smaak eene bloemlezing , en daar- door een doelmatig overzigt geeft, en den vriend der poezij , die anders welligt voor de massa mogt terugschrikken, de wandeling door dezen tuin ge- makkelijk maakt. Deze verdienste heeft de heer Griswold zich verworven door zijne Poets and poe- try of America (*). Buiten het reeds zeer groot aantal dichters, waaruit hij proeven mededeelt, moeten er nog velen zijn , van wie Clifton zegt : Touch 'd with the mania now, what Millions rage To shine the laureat blockheads of the age. The dire contagion creeps through every grade, Girls, coxcombs, peers and patriots drive the trade. Dat het in Amerika ook niet ontbreekt aan zeker soort van staatkundige gedichten, blijkt nit de klagt in de volgende verzen: Thus swarming wits of all materials made , Their Gothic hands on social quiet laid , And, as they rave, unmindful of the storm, Call lust refinement; anarchy, reform. Wanneer de Amerikaansche lyrische dichters en romanschrijvers bij menige andere achterstaan in stoutheid van gedachten, schitterende voorstelling, en rijkdom van vinding; zoo krenken zij daarente- gen de wetten der welvoegelijkheid en zedelijkheid niet, en laken derzelver gemis zelfs in de uitste- kendste mannen. Zoo zegt Walter Colton van Byron : (*) Zic ook Bryant selections from the american poets. LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. \ht He might have soared a miracle of mind , Above the thoughts that dim our mental sphere, And pour'd from thence, as music on the wind Those prophet tones , which men had turned to hear As if an angles harp had sung of bliss In some bright world beyond the tears of this. But he betray'd his trust, and lent his gift Of glorious faculties to blight and mar The moral universe , and set adrift The anchor'd hopes of millions ; thus the star Of his eventful destiny became A wild and wandering of fearful flame. That orb had set, yet still its lurid light Flashes above the broad horizon's verge , As if some comet, plunging from his height, Should pause upon the ocean's boiling surge , And in defiance of its darksome doom , Light for itself a fierce volcanic tomb. Dat beschouwingen en beschrijvingen \ 7 an natuur- tooneelen in Amerika vooral heerschend zijn en doorgaans wel gelukken , is niet te verwonderen; minder zou men teergevoeligheid en elegischen wee- moed verwachten , en echter vindt men zeer tref- fende, uitstekende gedichten van dezen aard; veel- ligt wijl een juist gevoel de Amerikanen tot deze aanvulling of wel tegenstelling van een bij voorkeur werkdadig leven drijft. Ten opzigte van de wijsbegeerte der Amerikanen , komen twee zaken in aanmerking; vooreerst: welke plaats zij zelven innemen en wat zij zich ten doel stellen ; ten anderen : lioe zij de wijsbegeerte varf andere volken beschouwen. Omtrent liet eerste punt schijnen zich verschiilende beschouwingen voor te doen. Terwijl , bij voorbeeld , de eene Ameri- kaansche schrijver zegt: wij hebben een te bedrijvig leven, en van onze opmerkzaamlieid wordt te veel vereischt, dan dat wij ons met theoretische bespie- gelingen veel zouden kunnen ophouden; zegt 96 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. een ander: wij zijn bij voorkeur een theoretisch volk , en algemeene grondstellingen worden gemak- kelijk vastgesteld en aangeleerd. Nog anderen hopen en voorspellen dat Noord- Amerika eene eigene wijsgeerige school , van de Fransche , Engelsche en Duitsche afwijkende , bekomen zal. Daar zich in Noord-Amerika in allerlei opzigten zoo veel nieuws en eigenaardigs ontwikkeld heeft en zich bij voort- during ontwikkelt, zoo deelen wij gaarne deze hoop, ofschoon dat doel nog niet bereikt, zelfs de weg daartoe nog niet duidelijk afgebakend is. Vooreerst schijnt het werkelijke leven geene alge- meene behoefte aan wijsbegeerte te gevoelen; en veei van 'tgeen eene ernstige en waardige inspan- ning van den geest vereischt, zoude door de Ame- rikanen wel als onvruchtbare bespiegeling kunnen worden aangeduid. Of men kon die scherpe heke- laars van zoodanige gewaande onvruchtbare bespie- gelingen ook wel herinneren, dat omgekeerd vele practische ondernemingen der Amerikanen niet altijd gelukt zijn en vruchten gedragen hebben. Alge- meene grondstellingen, uit bijzondere ervaringen af- geleid , zijn inderdaad ligt vastgesteld en aangeleerd ; deze vormen echter nog geene wetenschappelijke wijsbegeerte, maar verleiden er veeleer toe om die ontbeerlijk te achten. Buitendien doen de verschil- lende partijen in Amerika de uiteenloopendste grond- stellingen gelden. Een groot aantal geestelijken in Amerika blijft afkeerig van alle wijsbegeerte, omdat zij slechts te- genstand kvveekt tegen de tot heerschen geneigde godgeleerdheid ; en de wijsbegeerte van anderen (b. v. die des beroemden Edward's (*)) berust "ge- (*) Edward's wijsbegeerte is geheel op het strenge Calvinismus gcgrond. Van den duivel zegt hij": hij bezit groote bckwaam- LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 97 heel op eene bepaalde bclijdenis. De zelfstandig- heid der wijsbegeerte is nog met zoo doorgedrongen als in Europa; en eene openlijke afscheiding of vrijwillige verzoening tusschen wijsbegeerte en god- geleerdheid alzoo nog niet tot stand gekomen. De afwisseling en menigvuldigheid der wijsgeerige scho- len wordt door vele Amerikanen sterk gelaakt, en de eenvoudigheid , duidelijkheid en onwankelbaar- heid der theologische leerstukken hoogelijk verheven, Dit zou men te minder verwachten , daar in de gansche geschiedenis der wijsbegeerte niet zoo vele sekten worden aangetrofFen , als er theologische sek- ten in Noord-Amerika zijn. Beweert men (en on- getwijfeld met regt) dat achter al deze verschijn- selen en afwijkingen de eeuwige rots der gods- dienst ongeschokt vast staat, zoo geldt dit zelfde van de weifelingen en afdwalingen der wijsbegeerte. Behalve hen, die Bentham (den verachter van Plato en Aristoteles) aanhangen, sluiten de Ameri- kaansche vrienden der wijsbegeerte zich aan de Duitsche ontwikkeling , of zij vereeren Locke en nemen hem in bescherming tegen gewaande mis- kenning. Ofschoon een Duitscher die Duitschge- zinden bij voorkeur zou moeten op den voorgrond stellen en prijzen, zoo is toch van de tegenstanders nog meer te leeren; het is toch belangrijker de tegenwerpingen dan de bevestigingen te vernemen. Derhalve zij het mij vergund, eenige uittreksels heid , en zaakkcnnis, groote bespicgelende kundighedcn, is op- gelcid in dc beste school der theologen in den hemel , heeft cen holder inzigt in dc leer der Driee'enheid, en meer kunde dan 100 godgeleerden en heiligen van gewonc opleiding; is geen Deist, Sociaan , Arminiaan , noch Antinomier, maar or- thodox en regtzinnig in al zijnc geloofsartikelen ; maar in Kijn hart is geen blijk (evidence) van zaligmakende genade. II. 7 98 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. uit de merkwaardige en scherpzinnige proeven van Bowen mede te deeleu, en eenige korte opmerkin- gen daaraan toe te voegen. De ingenomenheid (zegt Bowen) met Duitsche metaphysica brengt groot kwaad te weeg. De ge- woonte , duarop bestendig te peinzen , moet een ziekelijken zielstoestand kweeken, 't zij door de algemeene eigenschappen dezer wijsgeerige handel- wijze, of door de stellige rigting der voorgedragen leers tuk ken. Wij hebben geen smaak voor liet verfijnde Atheismus van Ficbte, noch voor 't open- lijk Panthe'ismus van Schelling. En tocli zijn er, die de werken van zulke schrijvers kennen en luide prijzen , terwijl zij zicli niet schamen Locke's wijs- begeerte van eenen zinnelijken en vernederenden invloed te bescliuldigen. Wij beoordeelen den boom naar zijne vrucliten, en beweren, dat de studie van de eerstgenoemde de verbeelding overspant en het oordeel verbijstert. Bij het uitdrukken van meeningen vervoert zij tot een oppermagtigen toon, en bij wetenschappelijke onderzoekingen tot harde, gedwongene en soms ligtzinnige voorstellingen. Zij maakt inbreuk op den grootmoedigen en algemee- nen geest der bespiegelende wijsbegeerte , daar zij eene sekte van zulk een scherp en waanwijs ka- rakter kweekt, dat zulks geene gemeenschap toe- laat met vroegere arbeiders, of met hen, die thans langs eenen anderen weg van onderzoek, over 't geheel lietzelfde doel beoogen. Eene groote moeijelijkheid om de wijsbegeerte van Kant te verstaan, ligt in de gebreken van zijnen stijl. Die onbestemde en tocli in elkander gevlocliten volzinnen, welke van de eene bladzijde tot de andere loopen, en met herhalingen en tus- sclienvoegsels overladen zijn, moeten de meesten LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTEN. 99 terstond bij den aanvang hunner studie terugschrik- ken. Kant was een logisch, sy stematisch , diep en oorspronkelijk denker , maar de magt zijner denk- beelden en gronden was sterker dan de hem ten dienste staande middelen om ze uit te drukken, zoodat hij de woorden als teekens gebruiken moest, waardoor hij zijne meening eerder onbepaald aan- duidde, dan wel helder voorstelde. De bloemen, met welke anclere wrjsgeeren het pad hunner on- derzoekingen tooiden, miste of versmaadde hij; de lezer moest zijne metaphysica als eene Arabische zaridwoestijn doorworstelen. De Duitsche stelsels sedert Kant schiepen , on- der den naam van een nieuw geloof, eene wijsbe- geerte des ongeloofs. Onder het masker van dog- matiek verkondigden Fichte , Hegel , Schelling eigen- lijk (althans ten opzigte der openbaring) , eene theorie van onvoorwaardel'jke twijfeling (scepticismus) . De land- en tijdgenooten van Fichte muntten al- ien uit door de stoutheid hunner wijsgeerige on- derzoekingen ; maar hij ging hun te boven door eene vermetelheid van bespiegeling, als zocht hij, gelijk de Titans, den hemel te bestormen, en der Almagt grenzen voor te schrijven. In plaats der noumena en phaenomena van Kant, geeft Fichte ons een onvoorwaardelijk idealismus, Schelling een volkomen pantheismus, en Hegel (de laatste groote naam onder de Duitsche metaphysici) een volkomen nihilismus, Deze stelsels sluiten zich niet aan elkander, rnaar druischen tegen elkander in. Let men op de aanmatiging die alle hebben, zoo is het belagchelijk met welke snelheid zij elk- ander opvolgen. Het is niet genoeg , dat men Locke het scepticis- mus van Hume en de zinnelijkheidsleer van Con- 7* 100 LETTERKUNDE EN SCHOONE KUNSTBN. dillac te laste legt, maar men wijt hem ook (ten minste middellijk) de verbijsteringen eener sekte van Duitsche ongeloovigen; ofschoon het moeijelijk zou vallen, ten opzigte van gedachten, uitdrukking en leer, een sterker contrast aan te wijzen , dan tus- schen die bespiegelingen en de schriften van den vader der Engelsche wijsbegeerte." Zoo verre mijne korte uittreksels ter aanwijzing. Het is buiten mijne roeping die te bevestigen of te wederleggen , maar men vergunne mij de volgende vlugtige opmerkingen. De the'istische geloofs-phi- losophie van Jacobi en de kerkelijk katliolische van Schlegel, scliijnen in Amerika weinig bekend te zijn, en ook van de nieuwe stelling van Schelling en de aanhangers van Hegel is daar nog geene sprake. Overal strijdt de heer Bowen tegen de aprioristische beginselen der kennis, of tegen de voortbrengende werkzaamheid in *t denken , waarbij ik ongaarne eene vereeniging van Locke met Leib- nitz mis. Ofschoon Kant zicli op Hume beroept, is hij nog geen scepticus als deze; en nog verder daarvan verwijderd is de dogmatische Hegel, die alle stelsels als bestanddeelen en trappen van ont- wikkeling eener stellige wijsbegeerte beschouwt. Bowen's tegenspraak tegen alle metaphysische be- wijzen , is ook een uitvloeisel der scepsis, en aan de door hem alleen erkende methode der inductie en analysis, paart zich syllogismus en synthesis, om de eerste stilzwijgend en noodwendig aan te v alien. Men moet niet vergeten, dat de eene helft van den oordeelenden geest, de andere aan- trekt en reeds in zich bevat. Wanneer Bowen verder daarin een bewijs voor de waarheid des Christendoms vindt, dat het met de wetten der natuur overeenstemt , wanneer hij LETTERKUNDE EN SCIIOONE KUNSTEN. 101 zegt: eene letterlijke uitlegging van 't bevel doet alles ter eere Gods" leidt tot de wildste uitspat- tingen van 't fanatismus, zoo zal liij deze mee- ningen in liet veroordeelde Duitschland dikwijls terug vinden. Even zoo juist is zijne (met Aris- toteles overeenstemmende) leer: de mensch is we- zenlijk en bij voorkeur een gezellig wezen; als ook zijn bestrijden der holle en ontkennende leer van den natuurtoestand. Maar daarvoor, dat regt en overeenkomst bij de vorming en instandhouding van staten onontbeerlijke en heilzame bestanddee- len zijn, geven de Vereenigde Staten het door- slaandst bewijs op onwraakbaren historischen grond. Deze Amerikaansche verdragen staan op geener- hande wijze in tegenspraak met de natuurlijke en eeuwige regelen en wetten van alle maatschappijen ; maar stellen deze veeleer in 't helderst licht, en scheiden die van het eenzijdige, willekeurige en tyrannische, 'twelk thans soms bij uitstek het ge- schiedkundige genoemd, en voor gewijd, geheiligd wordt uitgegeven. en KerK JDe geheele geschiedenis der Christelijke Kerk bewijst, dat de geest van onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden nooit geheel verdwenen is , en zelfs zeer dikwijls de verfoeijelijkste , onchristelijkste mid- delen niet geschuwd heeft om zich te doen gelden, Inzonderheid eischte men van den staat, dat die al zijne magt voor het doel der kerk in 't werk zou stellen; of men hield de ineensmelting van staat en kerk tot een onafscheidbaar geheel voor nuttig en noodzakelijk ; of wel men stelde de kerk tegenover den staat en verlangcle voor haar de onbeperkte reg- ten der heerschappij. Ten slotte Hep theorie en prak- tijk van Katholieken , Episcopalen en Presbyteria- nen op 'tzelfde nit; namelijk , dat hare partij , alleen in 't uitsluitend bezit van waarheid en regt zijnde , daarvan, (om de eere Gods), zelfs niet het aller- minste mogt pry's geven. Onverdraagzaamheid van dien aard dreef de Ka- tholieken naar Maryland, de Episcopalen naar Vir- ginie, de Puriteinen naar New-England, de Kwa- kers naar Pennsylvania. De oude grondstelling , of liever het oude vooroordeel, dat iedere kerk des te hooger en reiner staat, naar mate zij van alle an- dere zich scherper afscheidt en die verbant, plantte . GODSDIENST EN KERK. 103 zich ook in Noord-Amerika bij de meesten voort: ofschoon de herinnering aan de vervolgingen . in ver- schillende tijden gelijkelijk verduurd, de scherpe te- genoverstelling verzachten en het noodzakelijke van wederzijdsche verdraagzaamlieid aantoonen moest. Meer echter dan de overtuiging van het lieilzame, hield de eenvoudige onmogelijkheid om hunnen wil te doen gelden , de ijveraars in toom. Eerst Jeffer- son en zijne aanhangers, kwamen tot de voile be- wustheid en de welgegronde overtuiging, dat eene heerschende kerk (welke ook) immer een kwaad, en tot geenen prijs te dulden is, Na eene ernstige en duidelijke ontwikkeling der gronden , besloot Virgi- nie in 1785: geen mensch mag gedwongen wor- den eenige godsdienstige eeredienst, kerk of priester- schap te bezoeken of te ondersteunen ; ook mag men niemand daartoe aan lijf of goederen kwellen , dwin- gen of lastig vallen , of hem wegens godsdienstige meening of geloof eenigerlei leed of onaangenaam- heid aandoen. Veelmeer staat het alien merischen vrij , hunne godsdienstige meeningen openlijk te be- lijden en te verdedigen, en mag dit op geenerhande wijze eenigen invloed op zijnen burgerlijken toestand hebben , dien veranderen , verbeteren of vererge- ren." Over dit besluit verhief zich een geweldig ge- schreeuw, van gemoedelooze onverschilligheid , on- christelijke gezindheid, ongeloof en godverzaking , en elke partij had gaarne hare kerk tot begunstigde (etablished) , tot staatskerk verheven gezien. Geluk- kigerwijze was er geene magtig genoeg om zoodanig plan door te drijven, en nadat Noord-Amerika bo- venvermelde grondstellingen algemeen aangenomen , en zich aan den nieuwen toestand gewend heeft, verheffeii hoofdzakelijk slechts stemmen van enkele 104 GODSDIENST EN KEBK. Europesche reizigers zich tegen dezen meuwen trap van ontwikkeling der inenschheid. Volstrekt valsch is de bewering, dat er geene godsdienst is, waar geene begunstigde staatskerk bestaat. Zonder bijl en brandstapel, zonder burger- en religiekrijg, zonder geheele verstoring van 't groot Araerikaansch Verbond, ware liet doel eener alleen zaligmakende kerk niet te bereiken geweest; of liever zoude, in weerwil van al die onwaardige pogingen en bemoeijingen , dit doel evenwel niet be- reikt zijn. Even verkeerd is het te beweren, dat eene kerk den staat niet van dienst kan zijn, wan- neer deze haar niet begunstigt, met uitsluiting der anderen. Veelmeer bewijzen alle godsdienst-belijde- nissen den staat dienst , en de staat blijft een we- zenlijk Christelijke , al stelt die ook zijn Christendem niet in eene gewelddadige stremming van den gang der natuurlijke ontwikkeling. Iedere kerkelijke be- lijdenis (zegt Henry Clay) die met de regering ver- bonden wordt, is der vrijlieid meer of min vijandig. Van de regering gescheiden, zijn alle met de vrij- heid bestaanbaar.' J Inderdaad zijn er scholen welke al het staatkun- dige in de godgeleerdheid , al het godgeleerde in de staatkunde overbrengen ; maar de Noord-Amerikaan- sche staatkunde laat der godgeleerdheid haren vrijen gang, beheerscht haar niet en wordt door haar niet beheerscht ; 'tgeen echter wederkeerige veredeling en zuivering niet uitsluit. De echte volksheerschappij (democratic) des Chris- tendoms werd ten alien tijde door het priesterdom teruggedrongen en verhinderd; en ook de staatkun- dige volksheerschappij beperkte zich tot de gebrek- kige stelsels en ervaringen der oudheid. Van daar de onbeperkte heevschappij (absolutismus) in staat en GODSDIENST EN KERK. 105 kerk , van daar geloofs- , policie- en militaire dwin- gelandij. Het is de grondstelling der Vereenigde Staten, om door vuur noch zwaard, door geld noch prebenden te bekeeren, en hun kerkelijk regt is even m'euw, edel en merkwaardig als hun staats- regt. Staatskerken (church establishments} , beweert een Amerikaansch Schrijver, zoo als zij gewoonlijk aan ee"n geloof bij uitsluiting verbonden zijn, waren ten alien tijde de krachtigste werktuigen om den men- sclielijken geest in boeijen te slaan. Zij sluiten de godsdienst uit van den invloed van nieuw licht en vermeerderde kennis, verschaffen der dwaling eene onnatuurlijke vastheid, dwingen de leer en veroor- deelen van ruwe, onwetende tijden aan de tijden van hoogere beschaving en verfijning op, en bezoe- delen den oorspronkelijken invloed der godsdienst, door inmenging van dwaze gebruiken en goddelooze bedriegerijen. Terwijl zij de kerk met den staat verbinden, verlagen zij de godsdienst tot een werk- tuig van burgerlijke dwingelandij ; terwijl zij den trots van eene sekte vleijen en haar het zwaard in han- den geven , maken zij die vadsig , onverdraagzaam , wreed, en verbreiden ijverzucht en opgewondenheid onder al de overigen. Terwijl zij het regt van eigen oordeel onderdrukken , om tot gelijkvormigheid van geloof te dwingen, vermeerderen zij het aantal hui- chelaars." Wereldlijke wetten in godsdienstzaken (zeide de President Jackson) kunnen wel huichelaars , maar geene ware christenen vormen." Merkwaardig is 't, dat de Noord-Amerikaansche geestelijken , ofschoon zij met den staat niets te ma- ken en daarvan niets te wachten hebben , niettemin 106 GODSDIENST EN KEEK- voor bovenvermelde vrije grondstellingen ingenomen, en ijveriger en werkzamer zijn dan daar, waar we- reldlijke en kerkelijke verordeningen in elkander grijpen. Zij beweren , dat ondersteuning van de kerk door den staat, nijd en heerschzucht kweekt; dat ongelijke verdeelingen even nadeelig werken als schijnbaar gelijke verdeelingen ; dat alle giften tot kleingeestig opzigt en bestuur leiden , en in de veel- heid van sekten en kerken een waarborg voor de vrijheid van alien is gelegen. De dwalingen, met vrij onderzoek verbonden of daaruit voortvloeijende , werken op verre na niet zoo schadelijk als de gewaande onfeilbare waarheden van opgedwongene stelsels, Evenwel is de verfijndste beschaving van stelsels bestaanbaar met liefderijke verdraagzaamheid jegens andersdenkenden ; met de poging om aanhangers te winnen door de kraclit der waarheid , maar niet door de scherpte van 't zwaard of door de magt van ? t geld. Ook kan men niet nadrukkelijk genoeg aanmerken, dat de over- eenstemming van alle hoofd waarheden der christe- Jijke zedeleer , de zoo dikwijls tot een wapenmaga- zijn misbruikte dogmatiek beteugelen en verzachten kon en moest. Bijna alle Amerikaansche sekten vindt men ook in Europa. Echter laat men zich in Amerika over elke meening vrij en onbekommerd nit, terwijl men in Europa om onderscheidene redenen van nieuwe sekten afkeerig is, en verschillende gezindten onder dezelfde benaming en kerk worden te zamen gehou- den. Moge Europa ook meer theologische kennis en geleerdheid bezitten, Amerika bezit echter meer onafhankelijkheid en leven. Het is hier de plaats niet, om de leer en instel- GODSDIENST EN KERK. 107 lingen van meer dan 40 Amerikaansclie sekten te ontvouwen (*), echter mogen de volgende aanwij- zingen wegens eenige der belangrijksten hier pjaats vinden. 1. DE KATHOLIEKEN. Luidens eene opgave van 1845 hadden de Ka- tholieken 1 aartsbisschop , 17 bisschoppelijke paro- chien, 611 kerken en kapellen, 654 geestelijken , 1 9 seminarien , talrijke inrigtingen van verschillenden aard voor vrouwen, 60 liefdadige stichtingen en 15 tijdschriften van katholieken inhoud. Men beweert dat hun aantal in nog grootere evenredigheid dan do bevolking toeneemt. Deels is dit het gevolg van inkomende landverhuizers > vooral van katho- lieke leren, deels van hunne werkzaamheid en be- (*) Zio Itupps: original History of the religious denominations in the united States, waar elke sekte door eenen geestelijke van dezolfde belijdenis geschetst is. Volgens eene opneming van 1844 tellen de onderscheidenQ godsdienstige partijen: Wederdoopers 4,000,000 Methodisten 3,000,000 Presbyterianen 2,175,000 Congregationalistcn 1,400,000 Katholieken 1,300,000 Episcopalen 1,000,000 Universalisten 600,000 Lutherschen 540,000 Hervormden 450,000 Kwakers 220,000 Unitariers 180,000 Bunkers 30,000 Mormoniten 18,000 Bevers (shakers) (*) 0,000 Schwedenburgianen 6,000 Moravische breeders 5,000 (*) Wegens den gedurigen uitroep : Beeft! becft voor den Heere ! 108 GODSDIENST EN KERK. hendigheid. Hierbij komt , dat , terwijl de Protes- tanten, volgens hunne vrijheid, zich op allerlei wijze splitsen, de Katholieken , ten gevolge hunner on- derwerping, zich aaneensluiten en vereenigd blijven. Beide partijen liebben in hunne geschillen en twist- schriften niet zelden , helaas ! gematigdheid en chris- telijke liefde ter zijde gesteld; en zoo de Katholieken soms meer verdedigender- dan wel aanvallenderwijze te werk gingen , dan had dit zijnen grond hierin dat zij de zwakkeren zijn , en door de verkondiging hunner onvoorwaardelijke grondstellingen geenen aan- stoot willen geven. Wanneer Protestanten wegens hunne meerderheid Noord-Amerika een protestansch land noemen, zoo hebben zij telkunstig volkomen gelijk, maar niet staatsregtelijk ; want meerderheid of minderheid beslist in dit opzigt volstrekt niets, en het kleinste kerkelijk mindertal heeft in de Ver- eenigde Staten even veel godsdienstvrijheid als het grootste meerdertal. Van den anderen kant is het echter niet te ontkennen , dat het stelsel van ka- tholieke kerkheerschappij verre weg minder repu- blikeinsch is dan de instellingen van alle protestant- sche gezindten. Thans weet het Amerikaansche o Katholicismus zich verstandig naar den tijd te schikken , en drijft de zaken geenszins tot het uiterste als te Home en Madrid; niet onnatuurlijk echter is de bezorgdheid, dat, bij veranderde ver- houding van sterkte , de aanspraken van den vreem- den kerkvoogd en de grondstellige onverdraagzaam- heid scherper konden uitkomen. Tot hiertoe blij- ven de wederzijdsche verwijten binnen den beken- den kring. Herinneren de Protestanten hierbij aan de eenvoadige waarheid hunner leer, en dat de katholieke geestelijkheid de ontwikkeling van Ka- nada tegengehouden , en die van Mexico bijna ver- GODSDIENST EN KERK. 109 nictigd heeft; zoo brcngen do anderen hiertegen in, dat het katholieke stelsel meer met liet gevoel en de zinnelijkheid des menschen overeenkomt, en zijne waarheid geloofbaarder is dan die van tal- looze kleine sekten. Gebeden voor de dooden , aan- roeping der heiligen, Latijnsclie eeredienst en een onfcilbare Paus, zijn gering kwaad, vergeleken met de dweeperijen in de woudverzamelingen der Me- thodisten , met het noodlot der doopsgezinden , de tallooze geloofsbelijdenissen der Congregationalisten , en de verdeeldheden van alien. Ofschoon de ruimte niet toelaat , de geschillen , waarin de Bisschop Hughes van New- York met onderscheidene Protestanten geraakt is, uitvoerig te vermelden , is het hier echter de geschiktste plaats om iets over de vraag mede te deelen: of en hoe de gelden, door den Staat voor de scholen bestemd, onder de verschillende godsdienstpartijen verdeeld moeten worden? De Katholieken in New-York (en ook iets dergelijks had in andere Staten plaats) verklaarden: wanneer wij tot het schoolfonds moe- ten bijdragen , en in de scholen godsdienst zal wor- den geleerd, zoo moet men noodzakelijk dit onder- wijs zoodanig inrigten , dat het de Katholieke kin- deren niet uitsluit. Bij de moeijelijkheid om zelfs maar over bloot bijbellezen en verschillende bijbel- vertaling zich te verstaan , schijnt het best , den Katholieken een deel der schoolgelden toe te wij- zen, die overigens hunne scholen zoo zullen inrig- ten, dat ook Protestantsche kinderen daaraan kun- nen deelnemen." Na veelzijdig onderzoek werd dit voorstel om vol- gende redenen afgewezen: Sedert 1812 is een stelsel van algemeene kinderopvoeding met het meeste nut in werking gebragt. Zonder de verschillende sek- 110 GODSDIENST EN KERK. ten, rijken en armeii) inboorlingen en vreemden vij- andig tegen elkander over te stellen, komen alle kinderen op edit republikeinsche , edit menschelijke wijze bijeen, leggen den grond tot vriendschap voor 't gansche leven, stellen vereeniging boven scheu- ring (*), worden verdraagzaam omtrent verschilpun- ten, en verheugen zicli over hunne vorderingen in gelijksoortige kundigheden. Wilde men in de sclio- len verder gaan dan het bijbellezen , zoo zouden allerlei twisten niet uitblijven; wil en moet echter elke sekte verder gaan, dan dit algemeen christe- lijke, zoo zijn zij verpligt hiervoor uit eigene midde- len te zorgen, Volgens de algemeene, erkende grondstellingen der bondsrepubliek , mag geen der bijzondere staten iets voor eenige sekte doen , en die daardoor meer of min in eene staatsgodsdienst ver- anderen. Verdeelde men echter de schoolgelden naar eenigen , zeker altijd gebrekkigen , maatstaf onder meer dan 40 sekten, zoo zoude dit het heilzame schoolstelsel ontbinden , verbrokkelen , en iets een- zijdigs , gebrekkigs en kostbaars in de plaats stellen, Alle scholen zouden broeikassen van sektenhaat en verbittering worden , en om des gelds wille , zou de zucht om proselieten te maken voorzeker toene- men. De Katholieken zijn niet belast als Katholie- ken , maar als burgers ; er bestaat geene belasting voor godsdienstige doeleinden , en de Protestanten onder- werpen zich zonder tegenkanting aan dezelfde beper- kingen en verordeningen. Godsdienst is de zaak van kerk en liuisgezin, en de schoolwetenschappen heb- ben met het leerstellige niets te maken. Wie niet (*) In eenige Europesche landcn zijn, hclaas! vele scholen weder naar geloofsbelijdenissen gcschciden , waardoor men wel klcingeestige twisten voorkomt, maar tot nog verderfelyker te- genstellingen en vijandelijkheden den grond legt. GODSDIENST EN KERK. 111 aan de gelijke vrijheid deelnemen , wie zich afzonde- ren en uitsluiten wil, moge gescheiden blijven, want wetten en algemeene instellingen laten zicli niet ver- anderen naar partij-eischen en partij-einden. Scho- len, die zich aan de leiding en liet opzigt van ge- kozene beambten niet willen onderwerpen, die zon- der verantwoordelijkheid alleen haren geestelijken , ja den pans gehoorzamen , doen afstand van hunne verbinding met den staat en het volk, en kunnen geene aanspraak op ondersteuning maken. Naar aanleiding dezer gevoelens en overtuigingen, besloot New- York (in overeenstemming met de erkende grondstellingen der staatsregeling) : geene school er- langt ondersteuning, in welke de leerstellingen en bedoelingen van eene afzonderlijke christelijke of an- dere gezindte geleerd, ingeprent en uitgeoefend, of waar boeken van dien aard gelezen worden, of die weigeren het bezoek en onderzoek , door de wetten voorgeschreven , toe te staan. 2. DE EPISCOPALEN hebben wel , (even als de Katholieken) zich den twist van verschillende sekten (*) , tot hunne uitbreiding weten ten nutte te maken; maar ook hunne kerkelijke instellingen naar den aard der Amerikaansche ziens- w r ijze gewijzigd en veranderd, en inzonderheid den leeken een aandeel in wetgeving en beheer toege- staan , zoodanig als de hooge kerk in Engeland nooit inwilligde. In de Vereenigde Staten zijn geene aarts- bisschoppen , dekens of aartsdiakens , maar alleen 25 bisschoppen, omstreeks 1200 priesters en vele lee- ken-ouderlingen. In iedere gemeente wordt jaarlijks (*) "VVel hadden cr ook onder hen zelven oneenigheden plaats; deze stegen echter wcgens kleinighedcn, niet tot zulk eene hoogte als b. v. in Engelarid, over het witte koorkleed. GODSDIENST EN KERK. een collegie van zoodanige oudsten of kerkvoogden gekozen, dat alle wereldlijke aangelegenheden der kerk regelt, en het regt heeft geestelijken voor te stellen. Het ontvangt dikwijls groote geschenken van de leeken, en verhuurt de kerkgestoelten , waarvoor men jaarlijks van 5 tot 200 dollars be- taalt. Een bisdom telt van 10 tot 200 gemeenten. In ieder is eene kerkelijke vergadering (convention) , bestaande nit den bisschop, al de geestelijken, en 1 tot 5 gekozene leeken voor elke gemeente. Al- gemeene verordeningen worden bepaald bij meer- derheid van stemmen der geestelijken en leeken; zoodat de eersten niets kunnen doorzetten zonder de toestemming van 't volk, en de laatsten met zonder toestemming der geestelijken. Slechts in eenige bis- dommen is wel aan den bisschop een veto toege- staan; docli de algemeene denkwijze is hiervan af* keerig> en daarom wordt het zelden aangewend. Over 't geheel doet de bisscliop in den regel slechts door persoonlijke waardigheid en verstandi- gen raad , maar niet door dwang of geweld , zijn gezag gelden. Gewoonlijk wordt hij gekozen door de meerderheid der geestelijken , en de keus beves- tigd door de meerderheid der leeken. Een raad of kapittel, uit 2 tot 5 geestelijken en even zoo veel leeken, staat hem ter zijde. In elke bisdom-vergadering kiest men voorts 4 geestelijken en 4 leeken voor de algemeene verga- dering der Episcopale kerk, in welke over de al- gemeene aangelegenheden beraadslaagd en besloten wordt , b. v. veranderingen in de eeredienst , rege- ling der Zondagsscholen , overzigt der geboorten, huwelijken en sterfgevallen , stichting van nieuwe bisdommen , betrekking tot andere gezindten , on- eenigheden tusschen de bijzonclere bisdommen, enz. GODSDIENST EN KERK. 115 De algemeene vergadering, sedert 1785 alle drie jaren gehouden, vormt den band tusschen de bis- dommen, en staat in betrekking tot de bisdomver- gaderingen, nagenoeg als het congres tot de rege- ringen der bijzondere Staten. Ook zij heeft twee huizen of kamers; in liet hoogerhuis liebben de bis- schoppen zitting, in liet lagerhuis de geestelijken en de wereldlijke afgevaardigden. Tot elk besluit wordt de meerderheid van beide huizen gevorderd, en elk van beide heeft het regt van veto. Geen bisschop kan gewijd worden zonder toe- stemming der afgevaardigden nit al de bisdommen, geen priester zonder door die afgevaardigden te zijn on4erzocht betrekkelijk zijne kunde en zeden. In het Engelsche gebedeboek en de 59 artikeleii zijn eenige veranderingen gemaakt, 212 liederen tot kerkgebruik uitgekozen , en de overzettirig der psalmen verbeterd; niettemin komt de Amerikaan- sche Episcopale kerk ten opzigte van leer en eere- dienst zeer na aan de Engelsche. Wezenlijk ver- schilt zij daarentegen van deze, daar zij in 't ge- heel geene voorregten geniet, ten voile van den Staat is gescheiden, en aan de leeken, als gezegd is, eene zeer groote medewerking in de kerk inruimt. 5. DE METHODISTEN stichtten in 1766 hunne eerste gemeente, maar zijn sedert door onvermoeide werkzaamheid en rus- teloozen ijver zoo zeer toegenomen, dat zij ver- scheidene bisdommen vormen , 7750 gevestigde en bij de 4800 rondreizende geestelijken tellen. De laatsten zenden afgevaardigden naar de jaarlijksche bisdomvergaderingen , en worden ook bij de alge- meene vergaderingen , die om de vier jaren worden gehouden, vertegenwoordigd. Daarentegen vergun- II. 8 114 GODSDIENST EN KEEK. nen de Methodisten den leeken geen aandeel in de kens der leeraars, noch in de kerkelijke wetgeving; veeleer is alles in handen der geestelijken , 'tgeen van den eenen kant kraclit en orde, maar ook van den anderen eenzijdiglieid en onverdraagzaam- heid veroorzaakt. En evenwel ontstond in 1858 onder de geestelijken zelve zoo groote tweespalt, dat ongeveer de eene helft zich van de andere af- scheidde en den naam van de oude school aannam, in tegeristelling van de nieuwe. Van bijzonder belang is een andere twist, die in de lente van 1844 onder de Methodisten daarover ontstond: of het eenen bisschop geoorloofd is slaven te houden? In korte trekken zal ik het beloop der zaak en de redenen van beide partijen mededeelen. De eene , met den heer Griffith aan 't hoofd , deed dit voorstel: daar de bisschop Andrew eigenaar van slaven is geworden , en dit met zijn pligten en de grondstellingen der Methodisten in strijd is, zoo moet hij dringend worden aangezocht zijn ambt ne- der te leggen. Voor dit voorstel pleit: dat geen bisschop , geen ambtenaar der kerk voor zijn leven wordt aangesteld, maar veelmeer de algemeene ver- gadering der Methodisten het regt heeft, jaarlijks het stelsel van bestuur te veranderen. Of wie kan betwijfelen, of de vergadering eenen bisschop, die krankzinnig werd, of eene kleurlinge huwde (*), van zijn ambt zoude mogen ontzetten. Slechts de leer , niet de wijze van bestuur is onveranderlijk. Ook vormen de bisschoppen geenen hoogeren, van de geestelijken en ouderlingen onderscheiden , stand. De regten der vergadering zijn onbeperkt, zij is de hoogste magt in de kerk , en zonder eene gekun- C) Dit duidt eene werkelijke onderscheiding der menschen- vasson aan, die men zoo even bestreed. UODSDIENST EN KERK. 115 stelde afscheiding , is de wetgevende , regterlijke en uitvoerende magt in liaar vereenigd. De vergadering veroordeelt den bisschop Andrew niet, zij wil slechts een kwaad nit den weg rui- men, en hij handelt niet regt, wanneer hij de kerk door zijne tegenspraak in onrust brengt. Nimmer heeft de geestelijkheid van 't noorden de overijlde en eenzijdige eischen der Abolitionisten ondersteund; maar zij verlangt dringend dat men door dit voor- stel of besluit de slavernij bestrijde, bare uitbrei- ding tegenga en bepale , dat althans een bisschop niet door slaven-bezit zijne achting in 't zijiden be- zoedele, en in 't noorden gansch onmogelijk make. Hiertegen bragt men in: de vergadering der Me- tliodistische geestelijken heeft . ten opzigte van wet- geving en beheer, geenszins een onvoorwaardelijk alvermogen, zonder wetten, gebruiken en onver- mijdelijke gevolgen in acht te nemen. Elk bisschop heeft een regt op zijn ambt, en kan geenszins zonder wettelijken vorm, door een bloot besluit bij meerderheid van stemmen , worden afgezet , of ge- dwongen om te bedanken. Wat men, onder den schijn van beleefde vormen, van bisschop Andrew vordert, of hem oplegt, is inderdaad de strengste straf. Wei verklaart hij zich bereid te bedanken , wanneer hij hierdoor den vrede der kerk zou kun- nen bevorderen; maar dit is het gevat niet, want alle zuidelijke geestelijken en bisschoppen weerspre- ken die handelwijze, en eene ondervverping aan de grondstellingen en voorstellen van New-England. Noch de kerkwetten , noch het gebruik , noch een uitdrukkelijk voorschrift der Heilige Schrift, ver- bieden het houden van slaven; bij geene bisschops- keuze was hiervan immer sprake , geene vraag daar- omtrent werd voorgesteld, geen pligt opgelegd. 8* 116 GODSDIENST EN KERK. Wilde men echter in dit opzigt verpligtingen invoe- ren, zoo moest men die tot alle geestelijken uit- strekken , ja men zoude gevolgelijk alle slavenhou- dende leeken moeten veroordeelen. Bij de noodzakelijke nadere bescliouwing van 't voorgestelde geval blijkt verder , dat de heer An- drew een der nuttigste , ijverigste mannen is , die inzonderheid voor de verbetering van den toestand der slaven rusteloos arbeidde. Ook bezit hij zelf geene slaven , maar zij zijn huwelijksgoed en eigen- dom zijner vrouw. Gaarne zoude deze hen vrijla- ten, ware dit niet door de wetten van Georgie ver~ boden. Ook zouden vele oude slaven hierdoor in den grootsten nood geraken, en anderen zijn zoo sterk aan hunnen heer gehecht, dat zij dringend bidden de bestaande betrekking niet te verbreken. Geene kerk in de Vereenigde Staten, ja geene ter wereld, heeft het regt omtrent slavernij wetten te geven. Het onderhavig besluit mengt zich (te- gen het voorschrift van Paulus) in de zaken van anderen , brengt de kerk in strijd met de landswet- ten , en is wezentlijk oproerig. Ook laat het zich, wanneer men eenmaal dezen weg inslaat, volstrekt niet bepalen waar men zal eindigen, en er waren ligt voorwendsels te vinden, om de vergadering ook. over tarief , belastingen en banken besluiten te doen nemen. Inderdaad echter berusten werkzaam- heid en vooruitgang der Methodisten hoofdzakelijk daarop, dat zij zich (zeer verstandig) nimmer met wereldlijke of staatkimdige vraagstukken inlieten. Het aannemen van dat voorstel zoude niet alleen den opvolger des heeren Andrew , maar ook al de geestelijken van 't zuiden in den onaangenaam- sten toestand brengen, aan alien tot hier toe zoo gunstig opgenomen en heilzamen invloed op de GODSDIENST EN KEEK. 117 slaven een einde maken, hun alle planters tot vij- and maken , en een oogmerk aan den dag leggen , dat op deze wijze met is te bereiken , ja bij zoo- danige heftigheid en overijling verderfelijk schijnt. Alle geestelijken van 't zuiden niogen daarom wel bidden en eischen , dat men deze tot scheuring der kerk leidende zaak niet overijle , maar de omstan- digheden naga , daadzaken opzamele , en de redenen bedaard onderzoeke. Toen dit voorgedragene geen ingang vond, leiden de zuidelijke geestelijken , in een tegenschrift den 6 Junij 1 844 , hunne redenen nogmaals plegtig en grondig bloot, maar weder zonder gevolg. Zoo kwam liet dan tot eene volkomene scheuring tus- schen het zuiden en 't noorden ; omstreeks 1500 geestelijken en 150000 Methodisten traden op de zijde der eersten. Onbevooroordeelde opmerkers oordeelen , dat deze afloop meer scliade dan voor- deel aanbrengt , en de gansche twist meer hartstogt en afgetrokkene theorie, dan bedachtzaamheid en practische wijsheid getoond heeft. Welligt hereenigt men zich later langs liefderijker paden; welligt ech- ter is het een wezenlijker voordeel, dat de stij- gende magt dezer sekte,~ en het gevaar van steeds toenemende heftigheid en onverdraagzaamheid , door die splitsing voor 's hands belemmerd en gebroken is. 4. DE PKESBYTERIANEN hebben in Amerika hunne oorspronkelijke leer en kerkverordening hoofdzakelijk behouden. Leeken nemen als ouderlingen deel aan het kerkbestuur in de gemeenten en aan de vergaderingen van ze- kere kringen, waarover in de laatste plaats eene algemeene vergadering gesteld is. De gemeenten kiezen, onder voorzitting van ecnen geestelijke, ha- 118 GODSDIENST EN KEEK. ren leeraar; echter kan het Presbyterium om rede- nen de keus afwijzen en eene tweede do en plaats hebben. Zoodanig Presbyterium bestaat uit om- streeks CO a 80 geestelijken en eenige leeken-ou- derlingen; minstens drie Presbyterien vormen voor vele onderwerpen een hooger bestuur, boven 't welk de algemeene vergadering als hoogste plaats zich ver- heft, voor leer en tuclit zorgt, maar de kerkelijke instelling niet veranderen mag. Men rekent om- streeks 2800 presbyteriaansche geestelijken en 5500 kerken. In 1857 heeft echter eene groote scheu- ring plaats gehad, eene zeer talrijke partij week af van de streng Calvinische grondstellingen over erfzonde , vrije genade , verzoening , regtvaardiging en andere geloofspunten. 5. DE CONGEEGATIONALISTEN zweemen naar de Presbyterianen ten opzigte der leer, en betrekkelijk de kerkverordening naar de oudere Europesche Independenten. Zij beweren dat elke bijzondere gemeente van verlichte Christenen eene onafhankelijke kerk vormt , weshalve ^zij , zon- der zich te onderwerpen , slechts met anderen in vriendschappelijke verbinding treden. Zij hebben alleen ouderlingen en diakenen; docli oefenen eene kerktucht, welke van eenvoudige vermaning tot uit- banning opklimt. Men onderscheidt kerk en ge- nootschap. De eerste zorgt voor leer en prediking, het laatste voor eigendom , orde en wereldlijke za- ken. leder deel heeft alzoo een eigen werkkring, en echter zijn zij beide weder door gelijke belangen gedrongen, elkancler wederkeerig in de hand te werken. Zij hebben 1420 kerken en 1275 geeste- lijken. GODSDIENST EN KERK. Ill) 6. DE DOOPSGEZINDEN (fiAPTISTEN) verschillen van de Congregationalisten hoofdzakelijk in de leer van den doop; doch vertoonen in hunne vertakkingen eene menigte kleine verscheidenheden , welker ontvouwing hier de plaats niet is. Wat de inrigting betreft zijn zij Independenten , en tellen ongeveer 6000 geestelijken en 9000 kerken. 7. DE KWAKERS , die ten opzigte hunner bekende grondstellingen vroeger e'en waren, zijn sedert 1827 gesplitst in oude (zoo gezegd regtgeloovigen) en Hickseiten (*), welke laatsten zekere leerstukken, (als b. v. van de wonderdadige ontvangenis van Christus, zijne god- delijklieid, de verzoening, net goddelijk gezag der Schriften) geheel of gedeeltelijk verwerpen. 8. DE SHAKERS (BEYERS). Hunne vereerde moeder is Anna Lee, eene smids-dochter, geboren te Manchester in 1756, en in 1784 in Amerika overleden. Zij leven in ge- meenschap van goederen en ongehuwd; 'tgeen men hun (even als vroeger den monniken) wel kan toe- staan, daar beide grondstellingen immer slechts onder weinigen en in engen kring kunnen ten uit- voer gelegd worden. Overigens worden zij geroemd als kuisch, vlijtig, eerlijk, ordelijk en mildda- dig (t). Daarentegen worden zij bo venal gelaakt en bespot, dat zij ter eere Gods dansen! Yele Indiaansche stammen dansen vodr en na den maal- tijd, om den grooten Geest te vereeren, en bewe- (*) Zoo genaamd naar eenen geestelijken leeraar Hicks, (t) Een schatmeester der Shakers ging echter door met 20,000 dollars. 120 GODSDIENST EN KERK. ren, dat het danken met de lippen dom en on- dankbaar is, want voor de ontvangene weldaden mag men wel het gansche ligchaam in beweging brengen (*). Wanneer het Gode welgevallig wordt geacht (konden de Shakers zeggen) hem ter eere de armen op te heffen, de handen te vouwen, of (als bij de stille mis) tallooze onverklaarbare bewegingen te maken, waarom moet dan juist onze wijze aanstoo- telijk en onzinnig zijn? Gewis is zij onschuldiger , vrolijker en menschelijker dan geeselen, zwijgen, kastijdingen , kettergeregten , en wat men meer zoo genaamd ter eere Gods heeft uitgevonden en ver- rigt. Van meer belang zoude het verwijt zijn , (in geval het gegrond ware) dat de Shakers op hunne zonderlingheden trotsch, en voor alle hoo- gere verstandelijke ontwikkeling onverschillig zijn. 9. BE RAPPISTEN, naar de leer strenge Lutherschen , mogen hier vermeld word en, daar zij insgelijks gemeenschap van goederen hebben ingevoerd, den ongehuwden staat dringend aanbevelen, en (zoo men zegt) gansch niet vrij zijn van trotschheid op hunne afscheiding als sekte. 10. DE MORMONEN. Joe Smith, geboren 25 December 1805, was een man van levendige verbeelding, schrander, sluw , geschikt om met menschen om te gaan en hen in te nemen. Bij geringe wetenschappelijke (*) Soms vallen de Shakers op de kniee'n, en slaken gelui- den als het geruisch van vele wateren, terwijl ze tot G-od zuchten en schreijen voor de goddelooze wereld , die hen ver- volgt, GODSDIENST EN KEEK 121 opleiding waren vele beroepen voor hem gesloten, weshalve hij zich aanvankelijk (zoo men zegt) op schatgraven en goudzoeken heeft toegelegd. Wel- dra ecliter vond, of liever greep hij de gelegen- held, om nog stouter en gevaarlijker baan te be- treden. Zekere Salomon 24 uren. Na een paar geringe wenken met de hand van den onderwijzer in het doofstommen- instituut , schre- ven de leerlingen zonder fout: Friedrich von Kau- mer, professor in de geschiedenis , uit Berlijn." In 160 DE STAAT OHIO. bet instituut voor blinden zongen jongens en meisjes zeer goed meerstemmige vrij moeijelijke muziek- stukken. Zelfs twee kleine Chinesche meisjes, (welke Giitzlaf hierheen zond) lazen met hare vin- gers vlug Engelsch, en schreven tamelijk leesbaar. In het door den Heer Awl voorbeeldig bestuurde krankzinnigenhuis werden binnen vijf jaren opgeno- men 473 personen, waarvan 248 mannelijke en 225 vrouwelijke; 226 ongehuwden, 205 gehuwden, 53 weduwnaars, 11 weduwen. Zij waren oud: beneden de 20 jaren .... 19 van 20 tot 50 187 50 40 150 40 50 87 50 60 .... 45 60 70 6 70 ) 80 ....'. 1 Van hen, die nog geen jaar krank- zinnig waren, herstelden .... 70 percent Wannneer de krankheid van 1 tot 2 jaren oud was 52 Van 2 tot 5 jaren slechts * . . 12 1 /, De kosten der nieuwe gevallen tot aan de gene- zing bedragen gemiddeld 64 dollars; de kosten van onderhoud voor sedert langer tijd gekrenkte personen beliepen 1414 dollars. Omstreeks 5 / 4 van alle kranken werden op openbare kosten verpleegd. Men meent, dat even veel krankzinnigheid ontstaat uit zedelijke, als uit natuurlijke oorzaken. Huis- selijk leed (domestic troubles) had 40 vrouwen, maar slechts 10 mannen in 't krankzinnigenhuis gebragt. Velen leden aan godsdienstigen waanzin; ofschoon het meermalen twijfelachtig bleef, wat de eerste oorzaak was, en hoeveel welligt uit een la- teren invloed en strekking voortkwam. Het moei- DE STAAT OHIO. 161 jelijkst zijn aan vallende ziekte en hemielijke zonde lijdenden te genezen. Overal neemt men eene lief- derijke, maar tevens krachtige behandeling in aclit, en zorgt voor de meest afwisselende bezigheid en uitspanning. Dacht ik aan het onordelijke, het rumoer en schandaal, welke ik vroeger b.v. in Parijsche krankzinnigen-gestichten gehoord en ge- zien had, dan kwam mij hier de hoogste zindelijk- heid, stilte, orde, bescheidenheid , der in verschil- lende klassen verdeelde kranken, als een wonder voor. Slechts eenen man van 't karakter en de verdiensten des directeurs Awl werd het mogelijk, zijne krankzinnigen , reeds gedurende hunne krank- heid, in oogenschijnlijk verstandige en welopgevoede lieden te herscheppen. Zij hebben gezelschappen , zij lezen , zingen , spelen , rijden , wandelen , dan- sen, en Ge'orge III, Washington en koningin Vic- toria leven met elkander, zonder in twist te ge- raken. Armen en armen-inrigtingen veroorzaken denjeug- digen Staat des te minder zorg, daar het dagloon bijna de helft hooger is dan in de oostelijke Staten. In den nood van vreemd ingekomene armen, in zoover ze zich door him gedrag geene ondersteu- ning onwaardig hebben gemaakt, wordt echter voorzien; en 't is toegestaan tot Yiooo der vermo- gen-belasting hiertoe te heffen. Het Kerkwezen der verschillende sekten in Ohio is geheel op de reeds beschrevene Amerikaansche wijze ingerigt; met genoegen wordt echter opge- merkt, dat men zich op wederzijdsche verdraag- zaamheid toelegt, en ondergeschikte punten niet tot onchristelijken haat drijft. Waaiiijk verblijdend is de beschouwing van het schooliuezen. Reeds de grondwet zegt zeer prijselijk: II. 11 162 DE STAAT OHIO. Daar godsdienst, zedelijkheid en kunde wezentlijk noodzakelijk zijn tot eene goede regering en het geluk der menschen , zullen scholen en middelen van onderwijs door de wetgeving worden aange- moedigd op eene wijze, die met vrijheid van ge- weten vereenigbaar is." Voor de scholen zijn aan- gewezen : 1) de in de laatste jaren doelmatiger beheerde opbrengst der schoollanderijen ; 9) een tot twee duizendste deelen van ? t ver- mogen en de daarop gelegde belastingen; 5) allerlei inkomsten van zoutbronnen , banken , bruggen , assurantie-maatschappijen , schouwburgen , vertooningen enz. Deze inkomsten stijgen, met inbegrip van eenige bijdragen van de graafschappen en steden, tot 100,000 dollars, waarbij nog rijke stichtingen en het schoolgeld der bemiddelden ko- men. Onbemiddelden daarentegen betalen niets voor 't bezoeken der scholen. Gemelde hoofdsom wordt aan de landschappen naar mate van 't getal jeug- dige personen van 4> tot 20 jaren uitgedeeld, maar hierdoor der grootmoedigheid van bijzondere per- sonen geen maat of doel voorgeschreven. In 1840 bedroeg het getal der Universiteiten en Gymnasicn .... 18 Studenten en gymnasiasten 1,717 Taalscholen 75 derzelver leerlingen 4,510 Lagere scholen 5,186 derzelver leerlingen 218,609 Onder de inrigtingen voor hooger onderwijs ver- dienen vermelding: Kenyan College, Woodward College , Lane Seminary , Medical College , Miamy University, Ohio University enz. Niet minder be- langrijk is liet aantal genootschappen voor liefcla- DE STAAT OHIO. 165 dige of geleerde doeleinden, landbouw, zendelin- gen, bijbelverspreiding enz. Kenschetsend voor nijverheid en geestontwikkeling is het, dat Ohio 164 nieuwsbladen en tijdschriften telt, terwijl Vir- ginie slechts 52; dat een boekhandelaar in zes ja- ren van zes schoolboeken 650,000 exemplaren druk- te , en dat , naar verhouding der bevolking , in Ohio evenveel geleerden leven als in Frankrijk. Naar de telling van 1840 bezat de Staat Ohio reeds 15 steden, van welke de kleinste 2000 in- woners heeft. Twee tellen over de 6000, en Cin- cinnati, de voornaamste en bewonderenswaardigste stad van 't gansche westen 46,558 inwoners. De mogelijkheid van zulk een zeldzamen bloei berust voorzeker allereerst op de voortreffelijke Kgging, onmiddelijk aan den grooten, schoonen, bevaar- baren Ohio ; op eene plaats , waar de grond lang- zaam rijst, het eene terras, de eene weg schilder- achtig boven de andere zich verheft, en evenwel het op- en afrijden geene moeijelijkheid aanbiedt. Veeleer laat de ruime halve cirkel van 't vrucht- bare dal eene voortdurende vergrooting der stad toe , tot aan de met wouden begroeide bergen , die het geheel omsluiten en een prachtig uitzigt over stad, rivier en land aanbieden. Cincinnati ligt 465 Engelsche mijlen van Pitts- burg en even ver van Cairo, alzoo op de helft van den Ohio. Van New- York 650, en van New-Or- leans 1651 mijlen verwijderd, breidt zij hare han- delsbetrekkingen nog buiten deze perken der Ver- eenigde Staten uit, en is zij het hoofdpunt van in- en uitvoer voor Ohio, Indiana en de omliggende landschappen. Den 28 December 1788 leide men den grond- steen voor het eerste huis, te midden van een digt 11* 16 4 DE STAAT OHIO. woud; maar toen reeds werd in stoute voorspelling de rigting eener menigte straten voor eene groote stad op de boomstammen geteekend. Een vrede, in 1795 met de naburige wilden gesloten, verleende grootere veiligheicl, evenwel telde de stad in 1800 nog slechts 750 inwoners, daarentegen woonden er in 1840 reeds 851 kleermakers. In Cincinnati waren in 1810 2,500 inwoners. 1820 9,600 1850 24,800 1840 ..... 46,558 1844, met insluiting van gehuchten in 't omgelegen dal, welke voor 56 jaren er nog niet waren, 80,000 inwoners, waaronder 17,000 Duit- schers! In 1848 wordt de bevolking opgegeven als 100,000 inwoners, waaronder 50,000 Duitscliers. De grond, benoodigd voor den aanleg van Cincin- nati, werd destijds nog voor geene lionderd gulden verkocht, en is thans millioenen waard; eenige weinige vierkante ellen kosten thans meer dan toen de geheele groote woeste vlakte. In 1840 (en zoo omstreeks jaarlijks) werden over de 400 nieuwe liuizen gebouwd. Van de inwoners waren in 1 840 werkzaam als : Timmerlieden 584 Smeden 294 Metaal- en tinarbeiders .... 208 Schoenmakers 052 Zadelmakers en looijers 228 Varkenslagters 157 Varkenpakkers (porkpackers) . . .1220 Kleermakers . . . ^ . . . . 851 Vrouwen met het vervaardigen van kleedingstukken (voor Cincinnati en de omstreken) 4000 DE STAAT OHIO. Maar ook voor meer verstandelijke belioefte vin- den wij geneesheeren, heelme esters , vervaardigers van heel- en wiskundige instrumenten , schilders, steendrukkers , houtgraveurs , lampenmakers , piano- makers, drukkers, boekhandelaars enz. In Cincin- nati verschijnen 29 nieuwsbladen en tijdschriften , waaronder 6 Duitsche. Het kapitaal in fabrieken belegd werd reeds in 1840 op raim 15 millioen dollars geschat, doch in geen ander bedrijf wordt zooveel geld omgezet en zooveel handen werk gegeven , als in de onlangs uit- gevondene bereiding van varkens- of spek-olie. De varkensteelt was in het uitgestrekte land zeer vrucht- baar, en het aantal van die dieren nam bij de on- gehinderde vermeerdering zeer snel toe. Het vleesch kon echter, zelfs bij de buitengewoon. snel toene- xnende bevolking, niet rneer in den omtrek ver- bruikt, noch in de verte afgezet worden; daar kwam , even als in tallooze opzigten , ook hier de stoom te hulp. Nadat de hammen afgesneden en het ingewand uitgenomen is , wordt het geheele vette varken in den stoomketel geworpen. Na ver- loop van 12 uren is al het vet van de andere over- blijfselen gescheiden, en wordt naar mate zijner deugd tot verschillende einden, vooral tot branden, tot verlichting, ter vervaardiging van gas, tot ver- lichting van vtrarbakens enz. verbruikt. Dertien trafieken zijn in Cincinnati met dit bedrijf werkzaam , van welke een jaarlijks 750,000 pond olie en stea- rine levert, waarvan twee derde tot verlichting bruikbaar is. Van December tot February worden in Cincinnati omstreeks 250,000 varkens geslagt, die meer dan ll l /2 millioen pond vet geven. Daar zelfs reizigers in deze stoffelijke bedrijven aanstoot hebben gevonden, en daarover ligtzinnige 166 DE STAAT OHIO. scherts ter neder geschreven , is het dubbel nood- zakelijk aan te toonen, dat de geesten in Cincinnati niet volgens Lichtenberg's bekende woorden in spek verwerkeloosd zijn." Vooreerst is de stedelijke regering wezentlijk de- mocratisch ingerigt ; en schoon dit wel eens eene oogenblikkelijke gehoorzaamheid vertraagd heeft , zoo zijn van den anderen kant daaruit veel grootere voordeelen voortgevloeid. Elk, 21 jaren oud, onbe- sproken, een jaar lang gevestigd man is burger, met volledige burgerlijke en staatkundige regten. De burgers kiezen om de twee jaren eenen burge- meester (die drie jaren gevestigd moet zijn geweest) en voor elke stadswijk (ward) jaarlijks drie personen (trustees) welke den stedelijken raad vormen. Het geheele bestuur is in hunne handen, evenwel ko- men er gevallen voor, in welke burgemeester en raad zich op de burgerscbap moeten beroepen; die dan in hunne vergaderingen naar stadswijken, op de voorgestelde vragen met ja of neen , zonder ver- dere woordenwisseling , antwoorden, en bij vol- strekte meerderheid van stemmen beslissen. Loopt het over zaken die buiten den letter der stedelijke verordening gaan, of (als koop, verkoop en derge- lijken) op kinderen en kindskinderen invloed heb- ben, dan staat de beslissing niet enkel in de magt der stedelijke gemeente, maar wordt daartoe de toe- stemming der wetgeving van den Staat Ohio ge- vorderd. De geheele regering, belasting en policie is den burgemeester en stedelijken raad in handen gege- ven, maar niet slechts is hunne gansche handeling openbaar, maar ook hun de pligt opgelegd, jaarlijks aan de gemeente volledige rekenschap te doen. De verordeningen over elken tak van inwendig beheer, DE STAAT OHIO. 1G7 (als gezondheid- en brand-policie) , zijn zeer volledig en doelmatig. Niemand mag (althans de wet ver- biedt het) aan personen onder de 17 jaren sterken drank verkoopen, en nieuwe patenten voor deszelfs verkoop bij kleine hoeveelheden worden in 't geheel niet meer uitgereikt. Gemeene huizen zijn verbo- den, alsmede het rondloopen van honden en var- kens, ofschoon eenige van deze nog in selfgoverne- ment leven. Even als overal in Noord-Amerika is de vermo- genbelasting verre weg de belangrijkste ; van kleine onlasten vermeld ik slechts, dat men voor elken bond 1 dollar, voor elke teef 5 dollars betaalt; vroeger bedroeg deze belasting zelfs 5 en 10 dollars. Het stadsbestuur is over 't geheel zeer goedkoop ; de raden ontvangen slechts eene geringe schade- loosstelling , en de burgemeester niet meer dan 1000 dollars inkomen. Tot de duurste, maar nuttigste inrigtingen, be- hooren de werken om de stad van bronwater te voorzien. Het wordt door machines tot 50 voet boven het hoogere, en 150 voet boven het lagere gedeelte der stad opgevoerd, door ijzeren buizen naar alle rigtingen geleid, en in zeer groote me- nigte tot de verschillendste einden gebruikt. Wij vinden in Cincinnati een genoegzaam aantal kerken en geestelijken , want zoodra derzelver ver- meerdering noodig schijnt, ontbreekt het niet aan bijdragen tot hare stichting en onderhouding. Bij de ook hier heerschende zeer juiste meening, dat geene volksregering goede vruchten kan geven, zonder eene algemeene goede opvoeding, heeft men met gewenscht gevolg de hoogste opmerkzaamheid en zorg aan de scholen besteed. Derzelver voornaamste inkomsten worden door eene vermogenbelasting op- 168 DE STAAT OHIO. gebragt, waarbij het schoolgeld der welgestelden komt. In elke stadswijk zijn nieuwe , welingerigte schoolgebouwen (*) , waar onder anderen voor lucht- zuivering beter is gezorgd, dan in de meeste Duit- sche scholen en universiteits-gehoorzalen. De volks- scholen zijn verdeeld in vier klassen , en onder wijzen veel meer en brengen veel verder dan de zooge- naamde lagere scholen ; ja , met uitzondering der oude talen, omvatten zij bijna het geheele onderwijs van een gymnasium. Intusschen doorloopen niet alle scholieren den geheelen cursus. Het inkomen der onderwijzers bedraagt maandelijks 25 tot 45 , dat der onderwijzeressen 15 tot 25 dollars. Jaar- lijks kiest iedere stadswijk twee schoolopzieners , en de stedelijke raad zeven examinatoren voor drie ja- ren. Aan de eersten is meer het uitwendige, den laatsten het wetenschappelijke van 't schoolwezen op- gedragen. De laatste onderzoeken de onderwijzers , de eerste stellen hen aan. De onderwijzers hebben een genootschapi opgerigt voor wederzijdsche opvoed- kundige mededeelingen , 'twelk zich weldra over den ganschen Staat uitbreidde; in verscheidene leerrijke boekdeelen hebben zij hunne gevoelens en ervarin- gen het publiek aangeboden. De leeruren waren: des zomers van 8 tot 12 en van 2 tot 5 uur des winters van 9 12 1 4 maar zijn , vooral voor kleine kinderen , door latere verordeningen verminderd geworden. Tusschen elk uur worden 15 minuten vrijgelaten. De groote va- cantien duren omstreeks vier weken in January en even zoo lang in den zomer. Het aantal leerlingen en de lust tot schoolgaan nemen bestendig toe, of- schoon ook hier wel eens reden is tot klagten over (*) Met de snel toenemende bevolking keert de behoefte aan cene venneerdering der scholen telkens op nieuw terug. DE STAAT OHIO. 109 ongeregeld wegblijven. Men berekende de jaarlijk- sche kosten voor elken leerling op omstreeks 7 dollars. Jaarlijks voeren de onderwijzers de gezamentlijke scholieren eenmaal feestelijk ter kerk, met vaandels, muziek, onderscheidingteekens enz. Na liet houden der godsdienst wordt het schoolverslag voorgelezen. Men beweert dat deze feestelijkheid gunstig werkt op verhoogde deelneming in 't schoolwezen , tot ruime bijdragen en giften enz. Buiten de gewone school- examens door de gewone onderwijzers, heeft men andere op eene eigenaardige en merkwaardige wijze ingesteld. Men brengt namelijk de beste leerlin- gen uit de verschillende scholen bijeen, en laat die door daartoe bijzonder gekozene personen examine- ren. Dit leidt tot leerzame beoordeelingen over de betrekkelijke deugd der afzonderlijke inrigtingen. Alle leerstellige godgeleerdheid , alle godsdienstige geschilpunten , zijn uit de scholen gebannen; alleen de bijbel wordt, echter zonder verklaring van eenige belijdenis, gelezen. Ten opzigte der schoolboeken verhief de Katholieke bisscliop eenige klagten, die men geenszins door eigenzinnig tegenstreven ver- hoogde , maar door verstandige gematigdheid uit den weg ruimde. Hij zeide onder andere: 1 .) dat vele boeken aanstootelijke plaatsen be- helsden. Antwoord: de bisschop moge onderzoe- ken en bepalen, wat voor de Katholieken moet uit- geschoten worden; 2.) dat de Katholieke kinderen den Protestantschen bijbel moesten lezen. Antwoord: niemand wordt daartoe gedwongen, zoodra ouders of voogden zich daartegen verklaren ; 3.) dat in de boekverzamelingen slechte boeken 170 BE STAAT OHIO. waren. Antwoord : men zou den kinderen geen boek geven, wat ouders of voogden schadelijk keur- den. Buiten de volksscholen zijn er in Cincinnati bij- zondere scholen, avondscholen, zondagscholen , ne- gerscholen, gymnasien, regtsscholen , geneeskundige en godgeleerde inrigtingen, nijverheidsscholen ver- bonden met tentoonstellingen van nijverheid, ge- nootschappen ter verbreiding van nuttige kundighe- den , eene akademie voor schoone kunsten en eene andere voor toonkunst en de bevordering van zuiveren en edelen muzikalen smaak. Bij de onmogelijklieid , al deze inrigtingen naauw- keurig te schetsen, zij het vergund, slechts over eenige iets naders mede te deelen. In 1829 werd een godgeleerd seminarium , het Lane-college, ge- sticht, waarbij drie gewone professoren en eenen bibliotliecaris aangesteld zijn. De heer Lane gaf daartoe 4000 dollars, de heer White met eenige anderen 1 5,000 dollars , de heer Tappan in twee maal 40,000 dollars! Ofschoon Presbyterianen de inrigting besturen, worden studenten van alle be- lijdenissen op de billijkst mogelijke voorwaarden in het nieuvve schoone gebouw opgenomen en ver- pleegd. Het onderrigt wordt geheel kosteloos ver- strekt, en de leertijd duurt drie jaren, elk van half September tot half Junij. De voortreffelijke , meest godgeleerde bibliotheek telt 10,000 boekdeelen, en professor Stowe werd naar Europa gezonden , om als kenner groote aankoopen te bewerkstelligen. Tot de inrigting behoort een groot stuk vruchtbaar land, 'twelk de studenten zelven bearbeiden. Hier- toe, even als tot andere voordeelgevende bezighe- den, besteden zij dagelijks drie nren, en verdienen DE STAAT OHIO. 171 daardoor tot 150 dollars, of de geheele jaarlijksche behoefte voor hunne uitgaven. De grondslag van 't Woodward-college was een groot geschenk in land van den heer Woodward. Het telt gemiddeld 160 leerlingen, van welke 50 geheel kosteloos worden onderwezen. Zeven leer- aars onderwijzen, van 9 tot 12 en van 1 tot 4 uur, in al de gewone onderwerpen. Zoo woonde ik zelf twee voordragten bij over klootsclie drie- hoeksmeting en over koning Oedipus van Soplio- kles, op eene plaats waar nog vodr 50 jaren de wolven huilden. Elk staatkundig of godsdienstig ijveren is in deze opvoeding-inrigting streng ver- boden. Door vrijwillige bijdragen werd eene sterrenwaclit gesticlit, en eene Duitsche teleskoop voor 15,500 Thaler gekocht. Er werden twee zaakkundigen naar Duitschland gezonden, ter nasporing van 't school wezen enz. De handwerkslieden, en ook de jonge Jcooplieden, hebben door vrijwillige bijdragen schoone boekver- zamelingen gesticht, en in de eerstgemelde inrigting houdt men doelmatige voorlezingen. Uit de biblio- theek der handwerkslieden en leerlingen, welke reeds in 1841 meer dan 2000 goedgekozene wer- ken bevatten, worden hun wekelijks omstreeks 400 boekdeelen kosteloos geleend. De deehiemers en bijdragenden kiezen jaarlijks eenige directeuren, en deze benoemen den bibliothecaris , die uit de stede- lijke kas 100 dollars trekt. Over den tijd voor hoe lang een boek ter leen wordt verstrekt, hoe een verloren vergoed wordt en dergelijken, zijn de noodige bepalingen vastgesteld. Deze inrigting (even als de elders geroemde districts-bibliotheken) werkt 172 DE STAAT OHIO. hoogst gunstig ter uitbreiding van nuttige kundig- heden en veredeling van zeden. Even lofwaardig is het, dat in vele scholen de Duitsche knapen Engelsch en de Engelsche ook Duitsch leeren, waardoor zij twee talen en twee zoo rijke literaturen meester worden. Ik ben in 't algemeen van gevoelen , dat de vermenging der En- gelsche en Duitsche bevolking (alleen in Cincinnati zijn 50,000 Duitscliers) overal in de Vereenigde Staten de verblijdendste vruchten draagt. Elk der naauw verwante bevriende stammen verschaft den anderen , wat deze mist, en matigt dat waarvan hij te veel heeft. Zoo treedt de lofwaardige, nienw opgerigte Duitsche lees- en beschavings-Vereeniging de Engelsche beschaving volstrekt niet vijandelijk in den weg, maar zorgt slechts dat de vaderlandsche schat niet verloren ga, of men het gebruik er van verleere. Elke van beide biedt der andere het hare tot verdubbeling van den rijkdom. Natuur en vernuft zijn in de westelijke Staten van Noord-Amerika op eene zeldzame, ja eenige wijze vereenigd, en Ohio staat weder aan 't hoofd der schitterende rij ! Hare bestemming is de groote maatschappelijke vraagstukken en geschilpunten der bondsstaten onbevangen te onderzoeken, onpartijdig te bemiddelen , en daardoor te leiden en te beheer- schen. Men kan twijfelen of het grootsche repu- blicanismus van het zuiden niet door de slavernij bezoedeld moet worden; of niet in 't oosten nevens de hooger beschaafden een gevaarlijk stads-gemeen (tribus urbanae) zoude kurnien opgroeijen; in Ohio echter zien wij slechts jeugd, levenskracht , bloei, gezondheid, vooruitgang en uitzigten naar alle zij- den. Bij zulke verschijnselen zou het nil admirari, DE STAAT OHIO. 175 liet niet-bewonderen , slechts een teeken van nijd , of van gevoelloosheid zijn (*)! (*) Met eeno dame had ik het volgend gesprek : Heeft geene Amerikaansche schoone uw hart getrofFen? Ouderdom is geQn schild tegen dwaasheid; ik ben smoorlijk verliefd ge- worden. Mag ik vragen, wie de gelukkige is? Haar grootvader werd den 19 April 1781 geboren, hare moeder was eene Duitsche. In gansch Amerika zijn geene 30, ja naauwe- lijks drie dames van zulke schoonheid, deugd, wijsheid en rijk- dom. Maar gij zijt toch gehuwd, wat zal uwe vrouw zeg- gen? Zij is aan zulke liefde-avonturen gewoon, en zal er vrede mede hebben. Hebt gij de dame tiwe genegenheid reeds geopenbaard? Voorzeker, en zij heeft mij duidelijk te kennen gegeven, dat zij mij hare genegenheid niet zoude ont- houden, zoodra ik het waag, mijne liefde en bewondering open- lijk te toonen. Maar wie is dan toch deze zeldzame dame ? Het ia de republiek Ohio! O. Bnitcnlandschc betrckkiugcii. V oordat wij de inwendige , inzonderheid de staatsregtelijke , betrekkingen der Vereenigde Staten nogmaals in 't algemeen trachten zamen te vatten, en derzelver werkingen en laatste gevolgen aan te toonen, is het noodzakelijk ook op de buitenland- sche betrekkingen den blik te vestigen. Zonder twijfel doen zij zich eenvoudiger, en alzoo geluk- kiger voor, dan die van bijna alle Europesclie rij- ken. Vooreerst is ? t eene, sedert Washington en Jefferson bepaalde en streng nagekomen grondstel- ling der Vereenigde Staten , zich met het minst te bemoeijen met de doolhoven der Europesclie diplo- matic, noch zich te mengen in de onheilen der Europesche oorlogen ; op geenerhande wijze eenige grondstellingen van staatsregt of regeringsvorm te schenden, geene gebeurtenissen uit te lokken of te onderdrukken , noch op 't Molochs-altaar van ijde- len krijgsroem te offeren. Met de landmogendheden van Europa kunnen dus de Vereenigde Staten in geene ernstige of gevaarlijke oneenigheden geraken; terwijl die daarentegen onvermijdelijk zouden zijn, zoodra de Europesche zeemogendheden in oorlog geraakten en vroegere grondstellingen, die alien on- zijdigen handel verstoren, wilden doen gelden. BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. 175 Wanneer van den andercn kant de onzijdigen geclurende den oorlogstijcl alien handel onder hunne vlag ongestoord en ondoorzocht bleven drijven, zoo ware den krijgvoerenden een voornaam middel af- gesneden om hunne vijanden te schaden en tot vrede te dwingen. Inzonderheid verliest de magtiger zeemogendheid hierdoor bijna al de voordeelen zij- ner overmagt, terwijl de minder magtige in zijn belang de vrijheid der zee beweert en aanbeveelt. De hiertoe betrekkelijke twistvragen zijn dus geclu- rende eenen oorlog ter zee van 't hoogste gewigt, maar verliezen bij 't sluiten van den vrede alle be- lang, en werden derhalve bij den vrede van (Tent (24 December 1814) in 7 t geheel niet beslist. In geval van een nieuwen Europeschen zeeoorlog, zul- len de krijgvoerende mogendheden (mag men hopen) hunne dwingelandij ter zee niet als ten tijde der Fransche revolutie hernieuwen. Mogt dit echter geschieden, zoo zouden de Vereenigde Staten, die in den handel zoo magtig zijn geworden, niet goed- willig tot eenen zelfmoord, door embargo, noch tot afbreking van den handel met beide partijen kun- nen besluiten, maar zich tegen die partij wenden welke zelfs het billijke weigert. Er bestaat thans echter meer dan ooit hoop, dat het gewigt van Noord-Amerika van onregtvaardigheden zal doen terugschrikken , en voor de Vereenigde Staten den vrede doen voortduren; terwijl de Europesche mo- gendheden naar voorvaderlijke wijze zich te gronde rigten en daarin hunnen voornaamsten roem stellen! Onderzoeken wij thans of en welk gevaar de Ver- eenigde Staten van hunne naburen te lande bedreigt. Wat vooreerst de Indianen betreft, die thans in naauwer vereeniging aan gene ^ijde van den Missi- sippi wonen en gewis in beschaving zullen toene. 176 BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. men , men zou kunnen beweren , dat zij juist daardoor voor de Vereenigde Staten gevaar- lijker kunnen worden dan vroeger. Hiertegen kan men inbrengen dat de meerdere beschaving de In- dianen tot vreedzamer inborst zal brengen, en hen van de dwaasheid zal afhouden de wapenen tegen de Vereenigde Staten op te vatten. Mogten zij zich echter hiertoe, welligt van buiten aangehitst, laten verleiden, zoo zou men hen thans gemakkelijker en spoediger overwinnen dan vroeger, toen zij meer verspreid woonden en naauwelijks op te sporen war en. Wenden wij ons nu tot den nieuwen vrijstaat van Texas, dan treffen wij daaromtrent de strijdigste oordeelvellingen aan. Inzonderheid beweren des- zelfs luide beschuldigers in Amerika en Europa, dat die is ontstaan door verfoeijelijken opstand , be- woond door allerlei nietswaardig gespuis, en bezoe- deld met den vloek der slavernij. Wat zegt de geschiedenis ? De Spanjaarden grondden hunne aan- spraken op de ontdekking van eenige punten van ? t groote onbekende land, maar deden sedert eeu- wen niets wezentlijks om het te leeren kennen en te cultiveren; en eerst in den jongsten tijd trad de regering in onderhandeling met lieden die uit de Vereenigde Staten wilden overhuizen. Dergelijke plannen werden door Mexico's afval van 't moeder- land afgebroken, en Texas verklaarde zich bereid, als een afzonderlijke staat in de nieuwe Mexicaan- sche bondsrepubliek te treden. Deze voorwaarde werd aanvankelijk aangenomen, maar daarna ver- broken, en in de plaats eener ware bondsregeling trad bij afwisseling soldaten- of priester- dwinge- landij of woeste regeringloosheid. Zulke tijden van verwarring namen volstrekt onwaardige personen te baat om Texas binnen te sluipen; het zou echter BUITENLAND3CHE BETREKKINGEN. 177 de grootste onregtvaardigheid zijn, alle inwoners van Texas als zoodanig aan te merken, of te be- weren dat Mexico's afval van Spanje roemrijk , maar die van Texas doemwaardig ware. Een land, naar men zegt, driemaal zoo groot als Groot-Brit- tannie en lerland, in waarheid onbelieerd, (res nul- lius) zou geen regt op een eigen bestaan hebben en ten eeuwigen dage veroordeeld zijn een speelbal der Mexikanen of liever liunner krijgstyrannen te blijven? De onafhankelijkheid (zegt een naauw- keurig onderrigt man) veroorzaakte in Mexico eene vrijheidskoorts , ten gevolge waarvan het volk zijne vrijheid zocht in de allerongebondenste teugelloos- heid , zijne oppermagt in verachting van wet en ze- den , en straffeloosheid van misdaden ; waar ieder- een meende het regt te hebben om te doen en te laten wat hem lustte , en om zijne meening niet alleen uit te spreken maar ook met geweld door te drijven." Wei heeft Mexico vele openbare in- stellingen van Noord-Amerika en een volgens den letter daarmede overeenkomstig staatsregt aangeno- men, maar door den overwegenden invloed van de geestelijkheid of het leger wordt het niet in wer- king gebragt; buitendien ontbreekt het aan regt- streeksche verkiezing der afgevaardigden , aan open- lijke regtspleging door gezworenen , terwijl van wettelijke godsdienstige verdraagzaamheid volstrekt geene sprake is. Zeer natuurlijk wilde Texas zijn lot niet van dit Mexico afhankelijk stellen. Het Saksisch-Germaansch element der Noord-Amerikaansche beschaving kwam hier wederom in botsing met het Romanische, en zegevierde , even als in Kanada , Louisiana en Flo- rida. Den 21 April 1856 versloegen de Texianen onder Houston den Mexicaanschen President St. II. 12 178 BUITENLANDSCHE BETKEKKINGEN. Anna bij St. Jacinto, namen hem gevangen, ver- strooiden zijn geheele leger en maakten alien krijgs- voorraad buit. Hiermede was de onafhankelijkheid van Texas beslist. Het werd door Jackson, op den laatsten dag van zijn presidentscliap erkend, en de Europesche niogendheden volgden dit voor- beeld. Die overwinnaars van St. Jacinto waren geeii ge- spuis, dat bij toeval eens krijgsmoed toont; het waren mannen , die de waarde van burgerlijke orde en openbaar regt erkenden, en een wezenlijken staat trachtten te grondvesten. In hunne onafhankelijk- verklaring van 2 Maart 1856 klagen zij, en met regt, dat de bondsstaat van Mexico in eene krijgs- dwingelandij ontaard is, sleclits soldaten-heerschappij gekweekt en gepleegd wordt, vrije godsdienstoefe- ning is verboden , eene ontwapening voorgeschre- ven , en geeischt dat zij zich bereidvaardig in de Mexicaansche regeringloosheid zouden storten. Den 17 Maart 1856 gaf de Staat zich eenenieuwe, naar de Amerikaansche leest gescnoeide, grondwet. De President wordt voor drie jaren verkozen, maar is dan voor de naastvolgende drie jaren met weder verkiesbaar. Vertegenwoordigers of representanten zullen er (totdat de bevolking meer dan 100,000 be- draagt) niet minder dan 24 en niet meer dan 40 zijn; zij worden jaarlijks verkozen. Stemgeregtigde is ieder vrije , die 21 jaren oud en sedert 6 maanden gevestigd is. Het getal der, op dezelfde wijze voor drie jaren verkozen senator en , bedraagt ! / g tot '/a van dat der Vertegenwoordigers. Geestelijken bekomen geen aandeel in wetgeving en bestuur. Ieder vrije huis- vader heeft wettige aanspraak op eene league land, ieder afzonderlijk persoon op '/ 3 league. Het bezit van slaven is geoorloofd, maar derzelver invoer nit BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. 179 Afrika niet. Zonder goedkeuring der eigenaars mag het Congres de slaven niet vrij laten, en de eige- naars niet zonder toestemming van het Congres ; tenzij de vrijgelatenen het land verlaten. Zonder goedkeuring van 't Congres worden in 't algemeen geene negers of kleurlingen in Texas geduld. De slavernij werd behouden, omdat de meeste kolonis- ten slaven bezaten , en de slavenhoudende Staten van 't Noord-Amerikaansch Verbond den nieuwen vrijstaat beschermden , terwijl de noordelijke slaven- vrije Staten zich daartegen verklaarden, en einde- lijk omdat er een ongemeen gebrek aan menschen en kapitaal bestond. Deze schaduwzijde buiten aanmerking gelaten, zijn in de grondwet der jeugdige republiek van Texas reeds alle groote grondstellingen der Noord- Amerikaansche vrijheid opgenomen, welke men in 't oude Europa meestal afweert of althans niet in werking brengt , als : dat alle magt van 't volk uit- gaat , onvoorwaardelijke vrijheid van drukpers en godsdienst, geene huiszoeking zonder de gewigtigste redenen, regtspleging door gezworenen, regt van wapenen, algemeene landweer, geene monopolien noch privilegien, geen regt van eerstgeboorte enz. Voor scholen en universiteiten werd eene genoeg- zame hoeveelheid land aangewezen. Bijbel- en ma- tigheid-genootschappen , alsmede zondagsscholen , zijn in werking, insgelijks zijn er wetten uitgevaardigd tegen spel en dronkenschap. In weerwil der even algemeene als onbepaalde en onbewezene beschnldiging van de onzedelijkheid zijner bewoners, heeft Texas sedert de onafhanke- lijk-verklaring verbazende vorderingen gemaakt, en zich vrijgehouden van de dwingelandij en regering- loosheid van Mexico, waaraan halve theoretic! en 12* 180 BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. benijders het wilden vastketenen. Zeer natuurlijk ontstond echter bij velen de overtuiging, dat eene verbinding van Texas met de Vereenigde Staten , voor vrede, magt, rijkdom , ontwikkeling en regts- betrekkingen , gelijkelijk voordeelig zijn zoude. Zulk eene vereeniging werd echter op aaridrijven der noordelijke helft van den bondsstaat afgewezen , deels omdat men (in tegenspraak met de eigene geschiedenis van Noord-Amerika) den Texianen het regt op een onafhankelijk bestaan niet wilde toe- kennen, deels wijl -de hier heerschende slavernij eene hinderpaal was, en men het aantal slaven- houdende Staten van 't groot Verbond , het aantal verdedigers van vrijen handel zonder beschermende regten, niet wilde vermeerderen. Deze afwijziiig werd natuurlijk in Texas euvel opgenomen, en gaf aanleiding tot de overweging: of het inderdaad niet raadzamer ware, dat de jeugdige, (zeker allengs tot groote magt aanwassende) vrijstaat zich volstrekt onafhankelijk ontwikkelde? ledere verbindtenis be- perkt en hindert; terwijl het doel moet zijn den handel geheel vrij te houden , de misslagen der Vereenigde Staten te vermijden , en nog volkome- ner burgerlijke instellingen te grondvesten. In weerwil van alle hindernissen en tegenrede- nen, werd echter in 't jaar 1844 een formeel verdrag tusschen de Vereenigde Staten en Texas, over deszelfs opneming in 't groote Verbond , gesloten en door den President Tyler aan den Senaat ter bekrachtiging voorgelegd. Hierover ontstonden, zoo wel in als buiten den Senaat, levendige en belang- rijke beraadslagingen , weshalve ik de meeningen en gronden van beide partijen zoo kort mogelijk dien bloot te leggen. De tegenstanders der aansluiting zeiden : de president Tyler heeft de geheele zaak BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. 181 slechts ondernomen , om voor de volgende presidents- verkiezing eene partij te vormen; hij lieeft ze ge- voerd op eene wijze , welke met de grondwettige vormen in strijd is. Want in plaats van met een voltooid verdrag voor den dag te komen, en zoo- wel het Congres als 't volk te overrompelen , had hij door eene boodschap overwegingen en voorstel- len moeten uitlokken , hij had het volk tijd en ge- legenheid moeten verschaffen over het nieuwe hoogst- belangrijke onderwerp een rijp oordeel te vellen. Op deze wijze zou dadelijk gebleken zijn , dat volgens de bondsacte geene magt, geene overheid beslissen kan of een vreemde Staat al dan niet in 't Ver- bond zal worclen opgenomen. Gesteld echter, dat zoodanig regt van beslissing 't Congres toekomt , dan moest het om tallooze redenen de aansluiting weigeren. Vooreerst omdat Mexico van zijne reg- ten op Texas nog geen afstand heeft gedaan , en die inlijving alzoo tot eenen oorlog moest voeren, die onregtvaardig en tevens gevaarlijk zijn zoude. Want al kan men zich tegen de Mexicaansche landmagt verweren , zoo zal toch de zeeoorlog (reeds door roofschepen) den Noord-Amerikaanschen handel te gronde rigten , en de bemoeijing van Europesche mogendheden , vooral van Engeland , onvermijdelijk maken. De Vereenigde Staten bezitten reeds te veel land; elke uitbreiding van 't Yerbond moet het ver- zwakken, de regering moeijelijker maken, nieuwe tegenstrijdige belangen en doeleinden in 't leven roe- pen en tot groot nadeel in beweging brengen. En eindelijk weet men niet eens welk land men aan- wint, daar 't meeste (waarvan men zoo het heet de schulden wil betalen) reeds verkwist is, en de werkelijke grenzen zelfs niet bepaald zijn. In alien gevalle hebben de Yereenigde Staten, buiten 182 BUITENLANDSCHE BEXREKKINGEN. nen tegenwoordigen omvang, in 't geheel geene behoefte aan afrondingen, noch nit een krijgs- noch uit een handels-oogpunt. Het is veel natuurlijker, vreedzamer en voordeeliger , dat Texas in 't zuiden , even als Kanada in 't noorden , onaf hankelijk blijft. De bewering dat Texas dan eene Engelsche kolonie zal worden , is ongegrond , en de sluikhandel (zoo die bestaat) liier veel minder uitgebreid en gevaar- lijk dan aan de Kanadasche grenzen. Even zoo weinig gewigt liceft de vrome reden , dat men Ame- rikaansche breeders en landslieden die naar Texas verhuisden , volgens hunne bede weder in 't groote verbonds-gezin mogt opnemen. Die bede is slechts uit nood , wijl de Texianen door scliulden worden gedrukt, en eenige weinige baatzuchtigen gaarne goedkoop zouden willen inkoopen en duur weder verkoopen. Ook verdienen zij geene ondersteuning noch deelneming, die vrijwillig hun vrije vaderland verlieten, zich eerst onder Mexicaansche dwinge- landij begaven en toen eenen slavenstaat stichtten: die afvalligen jegens vaderland en godsdienst! Waren echter ook alle voorhandene redenen en hindernissen uit den weg geruimd, zoo blijft er nog een onoverkomelijk bezwaar over. Nimmer kunnen de slavenvrije Staten toegeven, dat een nieuwe slavenstaat in 't Verbond trede, hierdoor het doem- waardige kwaad zich uitbreide, het bestaan van 't Verbond op nieuw in gevaar gebragt, en het in alien gevalle reeds bedreigde evenwigt zijner deelen verbroken worde. Hierop antwoordden de voorstanders der aanslui- ting van Texas: De president Tyler had slechts gedaan, wat hij naar zijn beste gevoelen en ge- weten voor het regte hield ; ja deze pligtsbetrachting heeft meer het aantal en den ijver zijner tegenstre- BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. 185 vers dan die zijner vrienden verhoogd. Even zoo inin is het Congres en 't volk door het ontwerp van verdrag onbehoorlijk overrompeld geworden, daar de hoofdzaak reeds sinds jaren veelzijdig besproken werd, en aan verdere overwegingen niets in den weg staat. Heeft voorts de bondsregering regt tot oorlog , vrede , verovering , dan heeft zij gewis zoo veel te meer het regt tot vreedzame aanwinst; of in geval de bondsacte hierin volstrekt met voorzien heeft, dan moeten ongetwijfeld nieuwe bepalingen deswege vastgesteld worden. Bovendien is 't eene hevige tegenstrijdigheid , dat men den aankoop van Louisiana ten hoogste goedkeurde , terwijl men de aansluiting van Texas veroordeelt; ofschoon dadr de inwoners niet eens om hunne toestemming gevraa,gd werden, terwijl zij hier zonder dwang volgens ge- gronde overtuiging bijvallen. Dat Mexico, in weer- wil zijner onmagt, bij zijne tegenspraak volhardt, is eene dwaasheid die andere staten niet weerhouden heeft, de onafhankelijkheid van Texas te erkennen; en hieruit volgt noodwendig dat Texas over zijri tegenwoordig en toekomstig bestaan mag beschik- ken , zonder Mexico te raadplegen. De Spanjaar- den wachtten 70 jaren , voordat zij den vrijstaat der Vereenigde Nederlanden erkenden, en de Paus heeft nimmer zijne toestemming tot den Westfaal- schen vrede gegeven; kon echter dergelijke eigen- zinnigheid den loop der wereldgebeurtenissen strem- men? leder , wiens blik niet is beneveld door partij- meeningen , moet inzien , dat de aanwinst van Texas , zoo uit krijgs- als vreedzame inzigten van 't grootste nut is; maar het oritstaan van een onaf hankelijken , door afwijzing gekrenkten , door Engeland begeerden staat, daarentegen voor onzen Bond zeer gevaarlijk zou zijn. Het grootste voorregt van dezen onzen 184 BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. Bond bestaat hierin dat liij (oorlog en twist v66r- komende) regtsbetrekkingen en regtsbeslissingen nieer en meer kan uitbreiden zonder inbreuk op persoonlijke of staatkundige ontwikkeling. De Texi- anen willen geenszins (gelijk eenige dwazen bewe- ren) hun staatkundig bestaan laf en verraderlijk op- offeren; inaar in eene groote , waardige, heilzame regtsgemeenscliap treden ; even als eens op min of meer gelijke \vijze Achaja, Zwitserland, Duitsch- land , de Nederlanden , Engeland en Schotland enz. Door de opneming van Louisiana werd het grondgebied van 't Verbond verdubbeld, thans zou er slechts omstreeks een zevende deel bijkomen. Ja, de afzonderlijke deelen zijn door wegen, ka- nalen, spoorwegen en stoombooten , in onze dagen nader bij elkander dan immer te voren; en door- dien nit 15 Staten 50 geworden zijn, is orde, vei- ligheid en magt in geene deele verminderd. Slechts dan zoude de bezorgdheid , alsof het Amerikaansch Verbond te groot wierde, van eenig gewigt zijn, wanneer hier sprake was van Europesche albeschik- king en centralisatie. Zoo lang men echter (als gezegd is) de bijzondere Staten in hunne vrije ont- wikkeling riiet stoort, en het Congres alleen de gemeenschappelijke belangen regelt en tot stand brengt ('tgeen de Europesche diplomaten en con- gressen niet doen) , zoo lang is er geene gegronde vrees voor instorting door dwingelandij , voor uiteen vallen door regeringloosheid. Al de, door de ervaring volkomen wederlegde, beweringen nopens de nadeelen der aanwinst van Louisiana, worden thans tegen de aansluiting van Texas weder te berde gebragt, en men vergeet dat Jefferson, Madison, Monroe, Jackson, Clay, Quincy Adams en anderen zich er vddr verklaarden. Jef- BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. 185 fersou zeide: de uitvoerende en wetgevende magt grepen de vlugtige gelegenlteid (om Louisiana te ver- werven) aan, en gingen eenigermate boven den letter der grondwet, ten einde het welzijn des va- derlands in hooge mate te bevorderen. Zij wierpen metaphysische spitsvindigheden ter zijde, en alle verantwoordelijkheid op zicli nemende, handelden zij als trouwe dienaars. Dit erkennende , merkte Quincy Adams aan , in zijne lofrede op Madison: Het gunstig oogenblik te grijpen en zich ten nutte te maken, belioort tot de uitstekendste eigenschappen eens staatsmans ; en al vordert zij minder verhevene deugd, dan de stand- vastigheid en het beleid waardoor men het ongeluk het hoofd biedt, of do matiging welke het geluk siert en veredelt; zij is niet minder een bestand- deel van het karakter van den volkomen volks-be- stuurder." Toen men bezwaren inbragt tegen het verkrijgen van Florida, merkte Henry Clay aan: Wanneer gij het tegenwoordig gunstig oogenblik verzuimt en het aangeboden geschenk afwijst, zal eenig ander volk partij trekken van uwe d waling, en de gele- genheid aangrijpen om aan uwe zuidelijke grenzen voet te vatten. Ik hoop (zegt Clay elders) dat hier in de Kamer der vertegenwoordigers niemand het schouwspel zal geven, onzen regtstitel op Texas in twijfel te trekken, welke meer dan 1<> jaren lang onder drie besturen verdedigd is geworden. Ten alien tijde echter ben ik bereid en genegen onze aanspraak te bewijzen , wanneer hier iemand ver- metel genoeg mogt zijn die te bestrijden. De waarde van Florida wil ik niet verkleinen, maar zij is on- vergelijkelijk minder dan die van Texas. Dit te verkrijgen blijft gewis een waardig voorwerp onzer 186 BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. staatkunde, en moet nimmer uit het oog worden ver- loren. Ja, het is eene prijzenswaardige eerzucht, wanneer eenig president den tijd van zijn bestuur door zulk eene aanwinst tracht te verheerlijken." Ziedaar getuigenissen uit eenen tijd toen er min- der eenzijdigheid en geene partij-oogmerken in 't spel waren. Toen was men stoutmoedig genoeg een eigendomsregt te vestigen op een twijfelachtigen af- stand, en thans aarzelt men een vrijwillig geschenk aan te nemen, omdat de westelijke grenzen niet naauwkeurig bepaald, en welligt een gevaarlijke krijg zou te vreezen zijn. Vreezen zouden de Ver- eenigde Staten voor Mexico , \viens leger door eenige weinige Texianen overwonnen en verstrooid werd ; de handen zouden zij in den schoot leggen, en verblind er toe medewerken , dat een bevriende staat in eenen vijandelijken verandere , en van buiten af versterkt eenmaal onmisbaar dubbel gevaarlijk worde ? Zoo denken breeders , nabestaanden , vrien- den, landslieden niet; en de Noord-Amerikanen zijn breeders , nabestaanden , vrienden , landslieden der Texianen. Genen worden (wat ook het Congres besluite of voorschrijve) evenzeer door hoofd als hart gedreven, dezen bij 't eerste gevaar ter hulpe te snellen, en de aansluiting der dankbaren, trots alle tegenspraak, daadwerkelijk tot stand te bren- gen. In alien gevalle heeft Texas het regt over zich zelven te beslissen, en geene Europesche magt eenig regt zich in deze zaak te mengen. Daar de Noord-Amerikanen zich niet bekommeren over ver- overingen van andere landen in andere werelddee- len, begeeren zij, dat vreedzame maatregelen in hun werelddeel niet door gewapende tusschenkomst gestoord worden. Ook de tegenwerpingen uit de slavernij afgeleid, BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. 187 zijn slechts schijnbaar. Wanneer Texas niet ver- eend wordt, is daardoor voor de afschaffing der slavernij niet het minste gewonnen, maar blijft zij veeleer ongestoord voortduren. Wordt daarentegen Texas in 't Noord-Amerikaansche Verbond opge- nomen, dan trekken om vele redenen de slaven van 't noorden naar 't zuiden, en Kentucky, Ma- ryland en Virginie worden eerlang van die kwaal bevrijd. Ja, velen weerstreven de aansluiting van Texas, wijl dit ongetwijfeld het werkdadigst, ja onfeilbaar middel is om de gansche slavernij te ondermijnen. Niet minder zouden eer de zuidelijke dan de noordelijke Staten verliezen, door het ope- nen eener gevaarlijke mededinging voor katoen en andere voortbrengselen. Ingeval echter deze en dergelijke overwegingen de noordelijke Staten niet gerust stellen, zoo dienen zij te bedenken, dat bin- n en de grenzen van Texas ook slavenvrije Staten kunnen ontstaan; dat Wisconsin en Jowa onlangs als slavenvrije Staten in 't Verbond zijn getreden; dat het Congres over de slavernij in bijzondere Staten niets te beslissen heeft enz. Bij de stichting van 't groote Verbond , heeft men wel zekere voor- waarden van overeenkomst over het houden van slaven en hunnen invloed op de vertegenwoordiging aangenomen ; maar daaruit volgt geenszins , dat die- zelfde voorwaarden bij opname van nieuive Staten moeten gelden, en in 't geheel geene verandering of wijziging geooiioofd zijn zoude. Moge nu Texas met den Bondsstaat vereenigd worden of niet , de onvermoeide werkzaamheid , de scheppingskracht van den Germaanschen stam, die den Atlantischen Oceaan overstak , den bergrug der Alleghani overschreed, tot den Ohio-, den Missi- 188 BUITENLANDSCHE BETEEKKINGEN . sippi- , den Sabine-stroom doordrong , zal zich ook eenmaal tot over den Rio Grande uitbreiden. (*) Hetzelfde geldt ook van de nederzettingen tot aan de Columbia-rivier en de Zuidzee. Dat Engelaud aanspraak maakt op een gedeelte van 't Oregon- gebied, en insgelijks eenen uitweg naar zee ver- langt, is zeer natuurlijk; ook ligt misscln'en de grond der wettigheid minder in vroegere toevallig- heden, dan wel in tegenwoordige omstandiglieden en behoeften van beide staten. Dat sleclits het zwaard hieromtrent beslissen kan en zal, is eene overijlde, ja snoode bewering. Zijn beide partijen omtrent de grenzen van Maine en Kanada vriend- schappelijk overeengekomen , zoo veel te meer zal dit ten opzigte van het afgelegene nog woeste Oregon-gebied mogelijk zijn. Op overtuigende gron- den wees Calhoun de dvvaasheid aan om van de Amerikaansche zijde tot eene vredebreuk met En- geland aanleiding te geven, daar dit ter zee, en in die oorden ook te land, magtiger is. De vorde- ringen van aanbouw door landverhuizing zullen daarentegen allengs het overwigt naar de Ameri- kaansche zijde doen overslaan, en tijd gewonnen is in dezen alles gewonnen. Overigens heeft de (*) Zelfs in den Senaat is (vodr het invallen dcr nieuwe verkiezingen) de vraag over de aansluiting van Texas thans toestemmend beantwoord. Het is te hopen , dat dit besluit niet te laat kome , en de gunstige gelegenheid verlorcn zij. Wan- neer de Vereenigde Staten hierbij ten opzigte van schulden , tollen, overheids-regten enz., dezelfde voorwaarden bedingeri, welke alle deelnemers aan 't groote Verbond op zich genomen hebben, zoo ligt daarin volstrekt geene onrcgtvaardighcid. De Texianen zouden veel grootere lasten (b. v. voor leger, vloot, gezanten, tollinien enz.) moeten dragon, wanneer zij zich niet met Noord-Amerika vereenigden. BUITENLANDSCHE BETEEKKINGEN. 189 oostelijke helft der Vereenigde Staten, ten opzigte van vruchtbaarlieid , scheepvaart en gemakkelijkheid van ontginning, verreweg den voorrang boven de westelijke aan gene zijde van den Mississippi (*). Het Rots-gebergte biedt ongelijk grooter hinder- nissen aan dan de Alleghani; vele rivieren zijn niet bevaarbaar, of gedurende een groot deel des jaars zonder water ; uitgestrekte landstreken (zonder woud f vruchtbare grond en bevochtiging) herinneren aan Afrikaansche woestenijen; boomen zijn er meestal slechts langs de boorden der rivieren; ja de zoo magtige Platte-rivier is geheel zonder boomen. Een zeer groot deel eindelijk van den beteren grond heeft men reeds den Indianen als nieuwe woon- plaats toegewezen. Met de vraag over het Oregon-gebied, staat deze zeer naauvv in verband : Of niet om Kanada een zware oorlog tussclien Engeland en de Vereenigde Staten bimien korter of langer tijd in 't verschiet , ja onvermijdelijk is? Hierop kan men antwoorden: 1. Alle betrekkingen en neigingen der Noord- (*) Greenhow's geschicdenis van Oregon en Californie geeft eene even grondige als duidelijke en onpartijdige uiteenzetting van alle hiertoe behoorende omstandigheden. Dat bovcndien de president Polk de Amerikaansche meening betrekkelijk het Oregon-gebied bepaaldelijk uitsprak , was onder de bestaande omstandigheden even natuurlijk als dat de Engelschen hetzelfde doen. Bij den aanvang van eenen twist waant elk zich in zijn regt; deze kan en moet echter door verdrag uit den weg ge- ruimd worden; en hicrop doelen de ten onregte niet ver- raelde woorden van Polk: dat de Vereenigde Staten zich naauwgezet wilden houden aan het verdrag over dat gebied geslotcn." Bij de toenemende bevolking echter hecft het land behoefte aan burgerlijke inrigtingen ; het kan niet als onbeheerd worden beschouwd, of te gelijk onder Engelsche en Ameri. kaansche hecrschappij staan. Nieuwe beslniten zijn volstrekt noodzakelijk, en zullen juist daarom niet lang meer achterwege blijven. 190 BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. Amerikanen zijn geenszins gerigt op verovering door oorlog. 2. Zoo lang de Engelschen de St. Laurens- rivier met sluiten voor den Amerikaanschen liandel , maar veeleer dien begunstigen (zoo als bij de te- genwoordige korentollenj , liebben de Amerikanen geene reden om te trachten den mond van dien stroom in hunne magt te bekomen. Bovendieri is dit van minder belang, sedert het Erie-kanaal vol- tooid, en de scheepvaart op den Mississippi gemak- kelijker gemaakt is. 5. Het denkbeeld, als wilde Engeland den Ver- eenigde Staten door oorlog land ontweldigen, is zoo ver gezocht en ongerijmd, dat het niet nader getoetst behoeft te worden. Veeleer verdient de bewering van vele schrandere mannen vermeld te worden: dat Kanada voor Engeland een last is , het moeder- land nuttelooze uitgaven veroorzaakt , zijnen handel (b. v. ten opzigte van 't hout) beperkt, de rege- ring bemoeijelijkt enz. Intusschen is hierop ge- antwoord: de handel van Engeland met Kanada houdt vrij meer schepen en matrozen bezig dan de handel met de Vereenigde Staten. Het zou een groot verlies zijn, wanneer het in andere handen kwam , en die oefenschool voor zeelieden , alsmede de gelegenheid tot nuttige landverhuizingen voor het moederland verloren ging. Zelfs deze en der- gelijke redenen daargelaten , is het naar "s werelds loop en de begrippen van eer niet te onderstellen , dat Engeland Kanada vrijwillig prijs geven of ande- ren afstaan zoude. En zoo blijft dan 4. slechts de belangrijkste vraag over: of de inwoners van Kanada zelve niet eene scheiding van Engeland eischen, hunne zelfstandigheid verdedigen . of zich bij de Vereenigde. Staten aansluiten zullen? BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. 191 Wanneer het waar is (zoo als eenige waarnemers verzekeren) dat wet en orde in Kanada beter ge- handhaafd worden dan in de Vereenigde Staten , en elk daar tevreden is, zoo zijn er geene gevaren te duchten. De latere geschiedenis van Kanada be- vestigt echter geenszins deze bewering , maar hoog- stens dat in het land twee partijen zijn , (eene Fran- sche en eene Engelsche) die ongeveer even sterk zijn , en het nemen van overeenstemmende besluiten verhinderen. De Franschen in Kanada zijn opgeruimd, bemin- nenswaardig, tevreden, en toonen al de loffelijke en innemende eigenschappen , die men ten tijde van Lodewijk XIV him toeschreef. Zij zijn echter se- dert dien tijd , in zeden, denkbeelden, bezigheden, volstrekt niet veranderd; zij zijn afkeerig van alle verandering , elke stoute onderneming , iederen zoo- genaamden vooruitgang; terwijl hunne medebewo- ners van Kanada, uit den Germaansch-Engelschen stam, nevens grooteren ernst (b. v. in J t vieren van den Zondag) een rusteloos streven naar nieuwe vestigingen, aanwinningen en bezigheden aan den dag leggen , en , bij minder rustig geluk , hunne Fransche naburen echter in alle andere opzigten voorbij streven. Deze beide groote bestanddeelen te bevredigen en te verzoenen , was voor de rege- ring eene ongemeen moeijelijke zaak. Zij had Ka- nada nooit mishandeld, vele bezwaren opgeheven, begunstigingen in handel en geldwezen ingewilligd; en evenwel bleven er menigerlei klagten en bezwa- ren bestaan, van welke wij eenige willen aanstippen. 1). De scheiding van Opper- en Neder-Kanada , en het uitvaardigen eener dubbele grondwet, in 1791, zou de wenschen van elk deel bevredigen en onaangename botsingen voorkomen ; bij de ver- 192 BUITENLANDSCHE BETREKIUNGEN. sclieidenheid echter van zoovele strijdige, in elkan- der grijpende belangen en regten , verdubbelden zich zwarigheden en tegenspraak. 2). Men wraakte, clat de eerste Kamer door den stedeliouder benoemd werd , en alzoo geheel af han- kelijk van hem was ; dat hij (meestal een officier , onkundig in het eigenlijk bestuur^) alleen den raad van bestuur instelde; dat de kiesregten niet naar evenredigheid der bevolking verdeeld werden; dat men de tweede Kamer geenen invloed op de iri- komsten der kroon toestond; en dat de hooge kerk (circa '/ 2 i der bevolking) een zevende deel van het onverkochte land (omstreeks 2,588,000 akers) voor zich alleen in bezit neemt. Deze en andere bezwa- ren . die zelfs tot openlijken opstand leidden , ver- oorzaakten in Julij 1840 de vereeniging der beide Kanada's en de uitvaardiging eener gemeenschappe- lijke nieuwe grondwet. De wetgevende raad, door den stedeliouder, volgens aanwijzing der koningin, voor hun leven benoemd, bestaat ten minste uit 20 leden. Voor de tweede Kamer (assembly) kiest Op- per- en Neder-Kanada evenveel personen. Om de vier jaren hebben nieuwe verkiezingen plaats. leder gekozene moet een zuiver inkomen van 500 pond uit grondeigendom trekken enz. Zonder twijfel is de grondwet , even als alle in- stellingen in Kanada, van die der Vereenigde Sta- ten aanmerkelijk onderscheiden , en het bestuur, vooral het krijgswezen, veel kostbaarder. Of de Kanadiers om die reden de Noord-Amerikaansche insteilingen zullen wenschen, mag hier onbeslist blijven, doch zeker zullen de inwoners van den grooten vrijstaat nimmer de Kanadasche grondwet en regeringsvorm als een volmaakter voorbeeld be- schouwen. BUITENLANDSCHE BETKEKKINGEN. 195 Overigens blijkt hier, even als zoo dikwijls, dat twee landen bij zeer verschillende staatkundige in- stellingen, uiterlijk evenzeer kunnen vooruitgaan. Zoo had Kanada: in 1(J76 .... 8,500 inwoners. 1700 .... 15,000 1784 .... 115,000 .. 1805 .... 202,000 1850 .... 550,000 waaronder verreweg de meesten Franschen en Ka- tholieken (*). Dit kort overzigt der betrekkingen van de Ver- eenigde Staten tot andere mogendheden toont, dat zij van geenen kant belangrijke gevaren te duchten hebben. Mexico , Kanada noch Engeland kunnen het groote , bevolkte , vrijheidlievende land in eenig opzigt lets deren , zoolang het niet inwendig ver- deeld wordt en zich zelf verzaakt ! Drie jaren zijn er verloopen , sedert de Heer von Raumer dit mededeelde. Slechts drie jaren zouden wij zeggen, indien niet in onze dagen de gebeurtenissen met de snelheid van den stoom elk- ander opvolgden. De Heer Polk moge den staf van gebied aan den generaal Taylor hebben overgege- (*) Voor 1843 wordt de bevolking der Britsch-Amerikaansche bezittingen opgegeven te bedragen : In Neder-Kanada 499,000 Opper-Kanada 506,000 Nieuw-Brunswijk 130,000 Nieuw-Schotland 199,000 Prins-Eduards-eiland 34,000 New-foundland 81,000 Honduras 4,000 II. 15 194 BUITENLANDSCHE BETREKKINGEN. ven, de geschiedenis zal vermelden, hoeveel ge- rende den tijd van zijn bewind is tot stand geko- men, wat bij den aanvang daarvan nog in 't verre verschiet lag. De twist met Engeland over het Oregon-gebied is beslecht; Texas is in 't Verbond opgenomen; de oorlog met Mexico is roemrijk ge- voerd, en het vredes-verdrag heeft de Vereenigde Staten in 't bezit gesteld van Nieuw-Mexico en Californie (dat Eldorado onzer dagen) , en alzoo deze reeds reusachtige republiek in uitgestrektheid ver- dubbeld. En mogen al deze westelijke streken minder dan de oostelijker gelegene door de natuur begunstigd zijn, de rusteloos voortstrevende geest zal die zich weten ten nutte te maken voor handel en nijverheid, gelijk reeds nu schatten aan 't licht zijn gekomen, wier bestaan door de vorige bezit- ters gewis niet vermoed werd. En zoo bewaarheidt zich von Raumer's voorspelling : de scheppings- kracht van den Germaanschen stam breidt zich uit tot over den Eio Grande! X>E VERT. 7. Staatsregt en opciibaai* JLn een vorig hoofdstuk (Dl. I. hoofdst. G) gaf ik een overzigt van J t Amerikaansche staatsregt, maar meende, dat eene beschouwing van deszelfs waardij en werkzaamheid , alsmede van het geheele openbaar leven eerst kon worden geschetst, wanneer eenige andere belangrijke onderwerpen vooraf waren behan- deld. Ook thans echter, nu dit geschied is, blijft die kenschetsende beschouwing moeijelijk , leidt tot her- halingen, en kan geenszins op algemeenen bijval rekenen. "Want behalve dat ik het voor volstrekt onmogelijk houde, veel voortreffelijks uit Amerika in Europa over te planten , zal raijne lofspraak zelfs him met gevallen, die over het vaderland ontevre- den zijn. Het Europisch liberalismus is gewoonlijk slechts een gedeeltelijk , en tegen de monarchale pun- ten gerigt; terwijl het zich zijn bijzonder bestanddeel voorbehoudt, dit op alle wijzen aankweekt, vereert en koestert. De krijgslieden , de ambtenaren , de geestelijken, de geleerden, alien houden den kring hunner monopolische regten voor onschendbaar, en heffen luide weeklagten aan, dat de Amerikanen al hunne heiligdommen ontheiligd , hun geloof voor bijgeloof, hunne goden voor afgoden verklaard heb- ben. Er evenwel bestaat het waarlijk Amerikaan- 15* 196 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. sche juist in de vereeniging dezer maatscliappelijke , kerkelijke en openbare betrekkingen , en niet in deze of gene afzonderiijke bepaling der verbondsacte , of in afzonderiijke karaktertrekken of gewoonten. Eene andere oorzaak van valsche beoordeelingen , van welke ik reeds gewaagde , ligt hierin : dat de meesten aan het Europisch standpunt vasthouden, een Europeschen maatstaf bezigen , waardoor dan natuurlijk alles zicli scheef en ongepast voordoet. Zoo denken zij, ten opzigte van de souvereiniteit des volks , niet aan de goed geregelde , wel be- proefde in de Vereenigde Staten; maar aan de opstanden van 't geraeen in sommige Europesche hoofdsteden; zij vergeten dat, wanneer de staats- regterlijke vormen van Amerika zoo gebrekkig wa- ren als zij beweren, de wijsheid van 't Amerikaan- sche volk onder eene slechte wetgeving dubbele be- wondering zoude verdienen. Als natuurlijke tegen- stelling van zulke eenzijdige beschuldigingen bewe- ren de Amerikanen : alle Europesche rijks- en af- gevaardigden-vergaderingen vormen geene ware ver- tegenwoordiging of plaatsbekleeding , maar alleen ge- wigten en lasten om de bewegingen der monarchale machine in 't spoor te houden. Een groot aantal der Europesche betrekkingen berust alleen op de over- magt (als in Polen , Italic , lerland) , en van daar de vrees of de onmogelijkheid om grootere vrijheid toe te staan. Amerika daarentegen zoekt geene hulp bij het bijgeloof, ondersteunt geene baatzuch- tige misleidingen , maakt geen gebruik van de wal- gelijke kwakzalverijen (cant) , waarmede de oude re- geringen van Europa de verslaving en onderdruk- king der volken vernissen. Wanneer reizigers zeg- gen (en het Quarterly Review met nadruk her- haalt en toelicht): alie vrijheid welke in Amerika STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 197 \vordt gerioten boven de mate van vrijheid in En- geland , komt alleen den vijanden van orqle , ten koste der ordelievenden , ten goede;" zoo kan en moet men vragen: wie zijn dan die vijanden van orde in Amerika? of is daar meer gemeen, meer armen, bedelaars en ontevredenen dan in Engeland." Eene andere reeks van waarnemers en beoordee- laars meet de waarde en bruikbaarheid van republi- keinsche instellingen af naar de mislukte proeven der Fransche omwenteling ; (*) dit is waarlijk even onpartijdig en juist als dat men het wezen der mon ar- chie wilde beoordeelen naar den tijd der Romeinsche keizers. Ofschoon tusschen de Amerikaansche en de Fransche omwenteling eenige punten van overeenkomst zijn op te merken, zijn evenwel die van verschil en strijdigheid nog veel grooter , en de geheel van elk- ander afwijkende oorsprong en voortgang heeft ook tot geheel andere uitkomsten geleid. Hadde het Fransche volk voor de revolutie meer regten , meer staatkundige ondervinding bezeten , het zoude min- der wandaden bedreven en verdragen hebben. Veel van het nieuwe was niet waar, veel waars met nieuw; van daar tegenspraak, vastklemmen aan 't verouderde of overdreven lofspraak op 't nieuwe. Wat is der Fransche omwenteling gelukt, wanneer men de Amerikaansche (die toch ontegenzeggelijk eene nieuwe maatschappelijke wereld in ? t aanzijn riep) als mislukt aanmerkt? Welk een bewonde- renswaardige moed in Jefferson: niet te vertwijfe- len in een tijdsgewricht , toen Frankrijks schrikba- rende ervaringen het overige Europa voor vele ja- (*) Het zal wel onnoodig zijn te herinneren dat dit geschre- ven werd voor of in 1845 en dus de Fransche omwenteling onzer dagen niet bedoeld wordt. DE VERT. 108 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. ren zelfs van noodzakelijke ontwikkelingen had af- geschrikt ! Hij erkende het juiste onderscheid tus- schen de volken, scheidde het ware van 't valsche, het gebruik van } t misbruik , het mogelijke van 't onmogelijke. Dat schuchtere geschiedschrijvers over eenige om- standigheden uit de latere Fransche geschiedenis doodelijk ontstelden , moge men begrijpelijk vinden en billijken of met medelijden beschouwen ; maar moeijelijker is het, aan te wijzen wat in de Ame- rikaansche geschiedenis dan toch zoo ontzettend is. Dat men menschelijke meeningen zich niet als een goddelijk regt wil laten opdringen , is toch in Europa zelfs eene heerschende stemming geworden. Anders kon men echter ook zeggen : de leer van 't godde- lijk regt is in Amerika nog veel verder gedreven en in werking gebragt. Want niet slechts stelt de president der Vereenigde Staten zich onder Gods bescherming , en is even zoo goed divini juris als eenig Europisch koning, maar bovendien acht elk Amerikaansch burger zijne regten zoo heilig en diep gevestigd als die van eenig koning. Terwijl echter de Amerikanen hunne regten verder hebben uitge- breid den eenig ander volk, zijn ook hunne pligten zeer verhoogd; en terwijl elders de geest des volks versuft en verslaafd is, moet hier de trots beteugeld, en niet vergeten worden, dat burgers, (evenzeer als koningen , adelijken en priesters) een doorgaande loutering en veredeling van gemoed en hartstogten no o dig hebben. Beschouwen wij thans het Amerikaansche staats- regt van naderbij, dan bevinden wij dat dit niet door eenige weinigen a priori is uitgedacht, maar het uitwerksel is eener voorbereiding van twee eeuwen , en voortgevloeid uit de zamenwerking aller STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 199 omstandigheden. In 't algemeen hangen gebreken en voorregten, belemmering en vooruitgang eens volks , geenszins alleen van zijne staatsregtelijke vormen af. Zoo namen de Zuid-Amerikaansche vrijstaten van hunne noordelijke naburen wel de letter der staatsregeling over; maar het ontbrak hun aan opleiding, vorming, grondstellingen , godsdien- stige verdraagzaamheid , vlijt, vredelievendheid; en zoo ontstonden burgerkrijg, dwingelandij en rege- ringloosheid , wier verwijdering elk wel wenscht, maar slechts weinigen durven hopen. Het republi- keinsch beginsel is in de Vereenigde Staten geheel anders vertakt, ineengegroeid en tot rijpheid geko- men dan in eenige grondwet der oude of nieuwe we- reld. Van daar konden Hamilton en zijne aanhan- gers met hunne plannen tot centralisatie der magt, opheffing der zelfstandige Staten, levenslange sena- toren en presidenten enz. geen gevolg erlangen. Ofschoon de oudere staatsregeling van 't Verbond van 1778 (men mag zeggen gelukkig) onbruikbaar bleek te zijn , werden echter tegen het nieuwe ont- werp de veelvuldigste tegenwerpingen te berde ge- bragt, welke de schrijvers van de Federalist met goed gevolg wederlegden. Vrees, hoop, eigenbaat, ijverzucht, trachtten zich in meerder of minder mate te doen gelden, en men wierp eene magt van de onderling tegenstrijdigste beweringen op. Het Congres of de Staten hadden bij den eenen te veel, bij den ander te weinig regten ; de president zou weldra in een dwingeland, de senaat in eene snoode oligarchie veranderen, het huis der vertegenwoordi- gers eene teugellooze democratic te weeg brengen. Ja , Patrick Henry , een der ijverigste vrienden des vaderlands, riep nit: Mijne vrees en angst is zeer groot, dat Amerika, door dit stelsel aan 200 STAATSKEGT EN OPENBAAR LEVEN. te nemen, zich in een' peilloozen afgrond zal storten !" De ervaring heeft al deze bezorgdheid reeds we- derlegd (*) , weshalve het niet noodig is , ter dezer plaatse hierover omstandiger te spreken; maar wel verdient het lofFelijke vermelding, dat met het aan- nemen der nieuwe grondwet alle tegenwerpingen ophielden. De zoo dikwijls herhaalde algemeene stelling, dat eene nieuw gemaakte en ter neder geschrevene grondwet niets deugt, berust op eene eenzijdige, af- getrokkene redenering. Voor de Vereenigde Staten was het een onberekenbaar voorregt, dat men bij alien eerbied voor vroegere ontwikkeling, evenwel ook het niet geziene noch gehoorde tot wet verhief, en door dit ter neder te schrijven en vast te stel- len, het willekeurig alvermogen van beraadslagende en beslissende vergaderingen grenzen voorschreef. Want reeds voor de ervaringen der Fransche revo- lutie , wist men in Amerika zeer wel , dat derge- lijke vergaderingen evenmin toom en teugel kunnen ontberen als het volk. Deze bepaalde vaststelling van 't staatsregt heeft overigens levendig onderzoek, uitlegging en verdui- delijking natuurlijk niet uitgesloten: weshalve hier- omtrent het belangrijkste client te worden medege- (*) "VVanneer Niebuhr zegt: De bondsacte is Washington's voornaamste werk ; ofschoon , in strijd met den Romeinschen staats- vorm, juist hare ontwikkeling ten verdervc moet leiden. Hem ontbraken Romeinsche grondslagen enz.' T zoo doe ik opmer- ken dat juist de Romdnsche ontwikkeling ten verderve moest leiden , maar in Amerika grondstoffen voor verdere volmaking voorhanden zijn, onvergelijkelijk veelvuldiger, grootscher, om- vattender dan de Romeinsche. Wanneer desniettegenstaande de Amerikauen eenmaal in hun verderf mogten loopen, is het hunne eigene en eene dubbel groote schuld. STAATSKEGT EN OPENBAAR LEVEN. 201 deeld. De meening, dat republikeinsclie vereeni- gingen , zonder enkele personen aan 't lioofd te liebben, toereikend waren om de uitvoerende magt daar te stellen , was door de eerste grondwet van 1778 ten voile weclerlegd. Velen echter vreesden zoozeer de eenzijdigheid en 't overwigt van elke al- leenheersching , dat zij drie presidenten in plaats van een' wilderi doen verkiezen. Toen reeds echter, en lang voordat de Franschen daar van de proef na- men , bleek het dat Lierdoor meer kwaads gesticht dan geweerd wordt. Zoo ook wees men teregt de voorslagen af , hem voor drie of zeven jaren door de senatoren en vertegenwoordigers te doen ver- kiezen. Tegen de reeds vermelde wijze der verkiezing van den president, werden ecbter in den loop des tijds onderscheidene tegenwerpingen gemaakt. Het verschil van handelwijze in de bijzondere Staten moest men afschaffen ; de keus (zonder tusschen- komst van gekozene kiezers) onmiddelijk het volk in handen geven, en evenzeer aan hetzelve (maar niet aan 't Congres) de beslissing van twijfelachtige keuzen opdragen. Want thans ware ? t niogelijk dat hier (bij stemming volgens Staten) 51 afge- vaardigden der kleinere Staten , tegen 1 82 der overige Staten, hunne meening doordreven. Ofschoon voor deze voorstellen veel is te zeggen, zijn zij echter tot heden toe nog niet aangenomen , wegens overwegende redenen ; vooral wijl men van elke grondwetsverandering afkeerig is, en zulks (ten gevolge der voorgeschrevene ibrmaliteiten) ook groote zwarigheden heeft. Vele , vooral Europesche beoordeelaars hebben echter niet alleen de wijze der presidents-verkiezing gewraakt, maar ook die ver- kiezing in 't algemeen geheel verworpen, en ze 202 STAATSKEGT EN OPENBAAK LEVEN. onder andere met de Poolsche koningskeuze verge- leken. Deze vergelijking houdt echter volstrekt geen steek, want zoo ongeschikt en noodlottig deze keuzen gewoonlijk geweest zijn, zoo gernatigd en gelukkig waren die der Amerikaansche presidenten. Voorzeker heeft het in een land van onbeperkte drukpersvrijheid , aan overdrevene en eenzijdige op- ruijing, aan dagbladgeschreeuw en courantenlaster niet ontbroken. Deze kleine vlekken en schaduwen hebben echter het heldere licht niet kunnen verdoo- ven; veeleer wekt elke presidentskeuze door geheel Noord-Amerika het volksgevoel op, en doet alien er naar streven om diengenen aan 't hoofd van den Staat te brengen , die de waardigste persoonlijke eigenschappen met de meest juiste meeningen en overtuigingen verbindt. Hierover kunnen natuurlijk niet alle kiezers eveneens denken; maar zelfs daar- uit, dat niet steeds dezelfde partij de bovenhand kreeg, ontstond meer voordeel dan nadeel. Nimmer besliste evenwel eene geringe minderheid (zooals bij de oligarchische keuzen der Poolsche en Venetiaansche adelijken , de keurvorsten , de kardi- nalen enz.) maar de waarlijk overtuigde meerder- heid van 't gansche volk. En na de beslissing on- derwierp zich (tot den huidigen dag) zelfs de mag- tigste en stoutste minderheid , rustig en zonder tegenspraak aan de wet , zoo loffelijk als nergens , of althans zeer zelden , in eenigen staat plaats vond , waar de regering wordt verkozen. Kuiperijen en omkoopingen , die bij een klein getal kiezers en binnen engere grenzen zich zoo gevaarlijk voordoen, beteekenen niets bij over de drie millioen kiezers, die over eene oppervlakte, grooter dan Europa, verspreid zijn; ja ze zijn op eene eenigzins uitge- breide schaal volstrekt onmogelijk. Althans tot nog STAATSREGT EN OPEXBAAR LEVEN. 205 toe was geen der Amerikaansclie presidenten een rijk man , en even zoo min zou liet geld hunner vrienden beslist hebben, wanneer zij het daartoe hadden willen aanwenden. Bij 't overgroot belang der presidentskeuze ont- stond de vraag : of het niet raadzaam , ja noodza- kelijk ware, de zoo zeer talrijke min onderrigte kiezers (*) op eene of andere wijze te raden en te leiden, hen in te lichten omtrent de kandidaten? Met dit doel vereenigden vroeger de leden van 't Congres zich meermalen, ten einde de aanhangers van eene of twee partijen aan te bevelen. Weldra echter beschouwde men deze handelwijze als een misbruik , 'twelk aanleiding gaf tot listen en onbe- hoorlijken invloed , en de onaf hankelijkheid der kie- zers beperkte. Om die reden zijn later groote bijeenkomsten (conventions) in plaats dier zoogenoemde Caucus ge- komen. Elk der beide hoofdpartijen kiest namelijk in elken Staat eenige afgevaardigden of gecommit- teerden, die, verscheidene maanden vdor de presi- dentsverkiezing , in eene of twee geschikt gelegen steden bijeenkomen, ten einde zich te verstaan om- trent de kandidaten voor de waardigheid van pre- sident en vice-president. Den volgenden dag wordt deze benoeming (nomination) aan 't aanwezige volk bekend gemaakt en door hetzelve bekrachtigd (rati- fication). Als beweegreden voor deze handelwijze heeft men opgegeven, dat de bondsstaten ver uiteen liggen en hunne bewoners elkander weinig kennen , en alzoo, zonder eenige wederzijdsche toenadering en vereeniging, de stemmen op zeer vele kandida- ten vallen, en uit deze versnippering slechts strijd (*) In 1S41 namen 2,403,485 mannen deel aan de stemming. 204 STAATSKEGT EN OPENBAAK LEVEN. en misnoegen ontstaan zoude. Wanneer daarente- gen de luid verkondigde en grondige aanbevelingen van slechts eenen kandidaat voor elke plaats, in al de Staten bekend en een halfjaar lang nader ge- wikt en gewogen zijn , moet de eenstemmiger keus onfeilbaar den besten mededinger doen zegevieren. Deze handelwijze is echter niet boven alle bedenking verheven , daar toch de voortreffelijke bondsacte die nodi kent noch voorsclirijft , en derhalve zoo al niet nadeelig, dan tocli als onnoodig acht. De conven- tion werkt met de magt eener klubs , en veroorzaakt zooveel vrees, hoop, eigenbelang, aanspraak op ambten en bevordering enz. , dat de vrijlieid der eigenlijke stemmingen in November beperkt, ja deze bijna sleclits als formaliteiten worden aangemerkt. Die welke benoemen liebben daartoe geen wettig regt , en het bekrachtigen loopt uit op een geraas van bijval der onbevoegde menigte. Hierbij komt, dat altijd slechts eene partij aanwezig is, 't geen wel de gelegenheid en aanleiding tot ergerlijken twist voorkomt, maar aan den anderen kant de onzijdigheid ondermijnt, de eenzijdige wijze van be- schouwing in de hand werkt, en tot oppervlak- kige geestdrift en vertrouwen vervoert. Slechts de rijkeren reizen , en dringen zich in die bijeenkom- sten , zoodat de aristocratic der aanzienlijken en volksmenners over de natuurlijke wenschen en be- sluiten des volks zegeviert. De Whigs schijnen in deze conventions meer be- lang te stellen en er meer van te verwachten dan de Democraten. Ten minste waren de hunne in den loop van den zomer van 1844 zoo talrijk, met zooveel praalvertooning opgeluisterd , met zooveel geestdrift opgenomen, dat de meeste hunnen zege ten voile beslist achtten. En toch werden zij bij de STAATSEEGT EN OPENBAAR LEVEN. 205 eigenlijke verkiezingen overwonnen, om redenen, die reeds vermeld zijn of later zullen worden; een bewijs dat de conventions toch niet zooveel be- slissenden invloed bezitten , als menigeen hoopte of vreesde. Hoe men nu ook over den wettigen vorm der presidentskeuze of de daartoe betrekkelijke voorbe- reidselen denke; er is toch geene onafgebrokene volgreeks van erfelijke of gekozene koningen of pausen , die met de twaalf Amerikaansche presiden- ten kunnen worden gelijk gesteld. Dien Europe- sclien Absolutisten , welke zich zoo verschrikkelijk ergeren over de bewegingen bij eene verkiezing van den president in Amerika, mag men wel eens her- inneren, dat gedurende den tijd waarin die voor- trefFelijke presidenten werden gekozen, hun ambt waardig bekleedden en rustig nederlegden, in Eu- ropa meer dan dubbel zooveel koningen afgezet en weder aangesteld, verdreven, ontlioofd of vermoord werden: Gustaaf III en Gustaaf IV, Paul I, Sta- nislaus Poniatowsky, de koningen van Portugal en Kapels , Karel , Ferdinand en Christina van Spanje , Lodewijk XVI en Karel X, Napoleon en zijn ge- slacht; en zoo afdalende tot op den hertog van Brunswijk en de boosaardige toegift van moordaan- slagen op Louis Philippe, Victoria en Friedrich Wilhelm II (*). Welke rust, bestendigheid , veilig- heid , orde , heerschte daarentegen in het republi- (*) Wat heeft Europa niet zien gebeuren , sedert de naauw- lettende schrijver dit ter neder stelde , inzonderheid in het tijds- verloop van ruim een jaar tot heden (Mei 1849). Wat zal volgen? Wat zal het einde zijn? Wij wagen het niet een ant- woord te beproeven. Zou de Schrijver zelf, die den gang van zaken van nabij kan gadeslaan, het vermogen? Wenden wij dan den blik van 't oude Europa af, en volgen wij hem in zijne beschouwingen van het nieuwe Amerika! DE VERT. 206 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. keinsche Noord-Amerika ; en veroordeelt men teregt onlusten, die b. v. te Boston, Baltimore en Phila- delphia plaats vonden; men herinnere zich tevens Manchester, Bristol, Stokholm , Petersburg, Ma- drid , Rome , Bologna , Napels , Brunswijk , Dres- den , Munchen , Lucern , enz. - - ja Parijs alleen levert in dit alles eene bijdrage, die al het Ameri- kaansche verre te boven gaat! (*) Thans ga ik over tot de mededeeling en over- weging der voorstellen, die gedaan zijn omtrent de toekomstige regten en betrekkingen van den presi- dent. Vooreerst verlangen de Whigs (f): dat geen president langer dan vier jaren aanblijve , en alzoo diens herkiezing , (bij de bondsacte toegestaan) ver- boden worde. Als reden van dezen eisch voeren zij aan: dat de mogelijkheid eener herkiezing den president reeds van den beginne af in eene valsche stelling brengt. In plaats van onbevangen , uit al zijne magt, zonder om te zien, het ware en billijke voor te staan, houdt hij alleen persoonlijke belan- gen in ? t oog, zoekt op allerlei wijze stemmen te winnen , en versmaadt hij geene onwaardige midde- len tot dit, voor hem alleen gewigtig, doel. Boven alles benoemt of verwijdert hij de beambten geens- zins naar verdiensten , maar volgens hunne denk- wijze en hunne beloften bij de hem wachtende tweede keuze. Deze redenen wegen mijns bedunkens op verre na niet op tegen de daar tegenoverstaande. Al dadelijk moet het in 't oog vallen , dat juist die (*) Welk eene uitbreiding verkreeg deze lijst, zoo die tot heden werd aangevuld? Dan, wij hebben den blik van Europa afgewend! DE VERT. (f) Evenwel zijn niet alle Whigs voor vermindering der regten van den president gestemd. STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 207 partij welke zich de behoudende noemt, een gewig- tig, rijpelijk overwogen punt der grondwet wil ver- anderen; terwijl de als overijlde nieuwiglieidzoekers uitgekreten Democraten zich voor deszelfs behoud verklaren. Voorzeker zou door die verandering, de buitendien reeds zoo groote afwisseling in 't Ameri- kaansche bestuur, in een belangrijk opzigt nog zeer vermeerderd worden; het zou bijna onmogelijk wezen maatregelen ongestoord tot stand te brengen die veel tijd en volharding vereischen. Ook in Noord-Amerika is geenszins zulk een ruime over- vloed aan uitstekende staatsmannen , dat men lien om eene bloote onderstelling zoude willen ter zijde scliuiven en tot werkeloosheid veroordeelen. Het zou een wezenlijk verlies en eene onbehoorlijke be- perking in de vrijheid van keuze zijn, dat men welligt den braafsten, kundigsten, meest bemin- den man van den presidentsstoel zoude uitslui- ten. Wanneer de kiezers hunnen pligt betrachten, blijven alle slechte middelen, welke de presidenten zouden kunnen aanwenden, buiten invloed en schade. Bovendien lijdt het geen twijfel, of de aanwending van zulke middelen zoude voor 6enen gewonnen aan- hanger, honderd tegenstanders opleveren; zoodat veeleer mag worden verondersteld dat geen presi- dent zulk eenen even onverstandigen als verachtelij- ken weg zal inslaan, maar door roemrijke middelen en een loffelijk bewind de stemmen zijner medebur- gers bij eene tweede keuze trachten te winnen. Zoo handelden Washington, Jefferson, Madison, Mon- roe ; terwijl daarentegen geen president wien ? t volk niet beviel, zijnen ambtstijd langer dan vier jaren kon doen duren. (*) Het voorstel eindelijk om (') Men zou voorbarig oordeelen , zoo men de goed- of af- keuring des volks alleen naar het al of niet herkiezen van den 208 STAATSREGT EN OPENBAAK LEVEN. den president voor zes jaren te verkiezen, maar de herkiesbaarlieid op te heffen, zou de onderliggende partij nog meer vertoornen, \vijl zij alsdan niet reeds na vier jaren op de zege kon hopen. Overi- gens openbaart zicli weder hierin een echt repu- blikeinsche zin bij de presidenten en de kiezers, dat van het wettig verlof om denzelfden per soon ten derden, vierden male te kiezen nirnmer gebruik is gemaakt. Eene andere belangrijke eisch der Whigs strekt, om het Veto van den president te beperken, of liever geheel en al af te schaffen. Andermaal vin- den wij hier weder het vreemde verschijnsel dat de Conservatieven de grondwet willen veranderen , ter- president wilde afmeten. Zoo leest men omtrent den Heer Polk (Algemeen Handelsblad 17 Jan. 1849): Zijn bestuur is zeker een der merkwaardigste van den jongsten tijd voor Ame- rika geweest. De democratische partij , die hem , als bij toeval , tot het voorzitterschap had verheven , heeft dit jaar eene vol- komene nederlaag geleden." Voorts vinden wij daar: Van genoemde presidenten zijn vijf voor twee opvolgende tijdvak- ken gekozen. Voor een derde maal werd niemand gekozen , daar Washington dit op edele wijze van de hand wees , ten einde aldus de gevaren af te wenden , waaraan de mogelijke heerschzucht van opvolgers de republiek zou kunnen blootstel- len." Zie hier de volgreeks der presidenten: 1) Washington gekozen 178.9 2) John Adams 1796 3) Jefferson 1800 4) Madison 1808 5) Monroe 1816 6) John Quincy Adams 1824 7) Jackson 1828 8) Van Buren 1836 9) Harrison (na 5 maand overleden) 1840 10) Tyler 1841 11) Polk 1844 12) Taylor 1848 BE VERT. STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 209 wijl de Democraten deze, en het monarchale begin- sel daarin vervat, in bescherming nemen. Wei zou men kunnen beweren: dat hier veranderen in hoo- geren zin behouden is, en behouden ten langen laatsten verstorend zal werken;" maar voor dit be- weren ontbreken bewijzen. De wrevel, zich door het Veto van den president Tyler, in hunne plan- nen betrekkelijk landverdeeling en banken, gestuit te zien, vervoerde zelfs hoofden der Whigs (als Clay en Quincy Adams) tot uitdrukkingen, welke zij bij onbevangene beschouwing , of wanneer de Veto's v66r hunne denkwijze uitgevallen waren , voorzeker niet gebillijkt zouden hebben. Het Veto (zegt b. v. Adams) is in strijd met onze democrati- sche staatsregeling , en maakt den wil van eenen man gelijk aan den wil van twee derden des gan- schen volks." Deze woorden stemmen geheel en al overeen met de (thans Goddank vergetene) leer der Fransche Jacobijnen , die zonder hooger begrip , zonder geleidelijke denkbeelden, met de bloote hoe- veelheid en met de onbenoemde getallen afgoderij dreven. Hun was de koning slechts eene eenheid, die geene waarde had tegenover het onmetelijk belang van 24,990,999 andere Franschen. De Amerikaansche staatsinrigting is geene bloole demo- cratic , zonder karakter en doel ; haar grootste voor- regt bestaat juist daarin dat zij tot eene veel hoo- gere, nooit te voren bestaan hebbende eigendomme- lijkheid geleid heeft. Is gene leer toereikend om den president der Vereenigde Staten van zijne hooge plaats af te werpen en in eene bloote eenheid te herscheppen , zoo is gevolgelijk de senaat niet te redden, maar moet evenzeer ter dood veroordeeld worden ; ja de geheele staatsinrigting , van gelijk- matigheid en evenwigt beroofd, moet ineenstorten, II. 14 210 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. Het Veto is een der sterkste steunpilaren van vrijheid en orde, tegen eenzijdigheid , hartstogt en overijling der wetgevende vergadering. Na ernstige beraadslaging is het in 1787 met eenparige stem- men aangenomen en nimmer daarvan misbruik ge- maakt. Dit blijkt reeds daaruit, dat gedurende 57 jaren het naauwelijks 20 maal is aangewend. (*) In acht gevallen was het zoo onbeduidend dat het geen opzien baarde , eens over de vermindering van 't le- ger onder Washington , eens over de landverdeeling , vier maal over de banken, zes maal over inwendige regelingen en verbeteringen (improvements). Zeer natuurlijk maakt een president slechts ongaarne ge- bruik van dit regt, want in plaats van zich met de meerderheid der senatoren en vertegenwoordigers te kunnen vereenigen , moet hij zich tegen hen over stellen. Het Veto echter tegen eene meer- derheid niet te willen laten gelden, zou zijn het onvoorwaardelijk op te heffen, en den president van een bij de wetgeving medewerkend hoofd, tot een bloot uitvoerend en gehoorzamend ambtenaar te ver- nederen. Eindelijk is het Veto reeds deswege min gevaarlijk, daar het altijd slechts voor korten tijd stremt, een beroep op het volk in zich sluit, en bij de naastvolgende verkiezingen bekrachtigd of verworpen wordt. Tot nog toe hebben zich nim- mer twee derden van 't Congres ter vernietiging van een Veto vereenigd ; bijna altijd is het door de meerderheid der openbare meening ondersteund ge- worden. (*) Volgens Mason werd het slechts uitgeoefend : 2 maal door Washington 4 Madison 1 Monroe 1 Jackson 2 Tyler. STAATSKEGT EN OPENBAAR LEVEN. 211 Vergelijken wij de magt van den president der Vereenigde Staten met die eens konings van En- geland, zoo staat de eerste veel ten achter, en het monarchaal bestanddeel, het gewigt van een enkel persoon , is in Noord-Amerika veel geringer. De door keuze erlangde stelling van den president duurt slechts weinige jaren, en is nimmer geheel onaf hankelijk van de wenschen en bedoelingen der partijen. Hij heeft geen onvoorwaardelijk Veto, geen invloed op de vorming en het bezetten der beide Kamers , geen regt dezelve te ontbinden , geen uitsluitend regt tot benoeming der ambtenaren, en, in weerwil van beleefde woorden, geene magt over leger noch financien. Zijne ministers bebben in 't Congres zitting noch stem, hij blijft aan de gewone wetten onderworpen, en wordt zoo karig bezoldigd, dat zijne inkomsten naauwelijks tot de meest ge- wone uitgaven toereikend zijn. En ofschoon ook formele aanklagten (impeachement) niet veel gevolg mogen gehad hebben , kan toch het Congres beslui- ten nemen en heeft die genomen, omtrent officiele berispingen en teregtwijzingen van den president; ja dagelijks wordt hij in 't Congres door elk medelid naar welgevallen berispt en bedild. Houdt men dit alles in 't oog, ziet men hoe ge- heele reeksen van voorstellen eens presidents door 't Congres verworpen werden , en hoe hij uit eigene magt nimmer eene herkiezing kan bewerken; zoo zou men kunnen twijfelen of de letter der grondwet hem niet te weinig magt heeft gegeven? Voorze- ker toont de geschiedenis der Vereenigde Staten, dat de werkelijke magt van den president evenveel van zijne eigene geestkracht, van zijne meerdere of mindere bemindheid, van de gematigdheid of harts- togtelijkheid der partijen afhangt, als van de reg- 14* STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. ten , door de bondsacte hem letterlijk toegewezen. Ingevalle derhalve eenige Whigs zich beroemen: Wederstand tegen de uitvoerende magt is onze be- stendige en hoogste grondregel," zoo kan een der- gelijke afgetrokken regel , die op de plaatshebbende omstandigheden volstrekt geene acht slaat, onmo- gelijk altijd tot het regte doel leiden, en onder Jackson en Tyler niet even gepast. zijn. Onder het bestuur van den laatsten mogt Clay uitroepen: Er is maar eene magt, maar een wil in den staat; alles is in den president vereenigd!" deze rhetori- sche overdrijving echter wordt door de ervaringen van elken dag gelogenstraft. Maakte Jackson aanspraak op de uitvoerende magt in zoo ruimen omvang als in Engeland plaats vindt, zoodat hij zich beschouwde als den onmid- dellijken vertegenwoordiger des geheelen Ameri- kaanschen volks; Webster kreeg daardoor aanleiding hem tegen te spreken. Deze ging echter evenzeer van den anderen kant te ver, door te beweren: dat in waarlijk republikeinsche staatsregelingen de grondstellingen alles, de menschen niets ziju. Door op die wijze anatomisch te ontleden en de deelen ter vergelijking tegenover elkander te stellen , neemt men het kenteeken van leven weg en karakteriseert slechts het doode en afgestorvene. Niets in de gansche wereldgeschiedenis is als onwankelbaarder voorgesteld en hardnekkiger verdedigd, dan de grondstellingen der katholieke kerkheerschappij , en evenwel hing in de toepassing ongerneen veel af van den persoon des pausen. Grondstellingen en persoonlijkheid , wet en vrijheid , volharden en wij- zigen, regels en uitzonderingen behooren bij elkan- der; die alleen de eene helft eert en huldigt, heeft slechts een half, een onvolkomen voorwerp zijner STAATSREGT EN OPENBAAK LEVEN. 215 vereeriiig gekozen. Grondstellingen zonder opge- wekte uitvoering en aanwending door personen; personen naar willekeur te werk gaande zonder grondstellingen , beide is een kwaad; den Ame- rikanen komt x de hooge lof toe dat zij ligchaam en ziel hunner staatsregeling niet willen scheiden en vaneen scheuren. Aan den voortreffelijken vorm hun- ner staats-instelling hebben zij steeds waardige man- nen toegevoegd , en zijn derhalve nimmer op den dorren bodem van andere volken aangeland, die alles van personen of grondstellingen verwachtten , en zeer natuurlijk zich altijd in hunne ver- wachtingen bedrogen hebben gevonden. Nergens blijkt duidelijker hoe personen en grond- stellingen in elkander grijpen, dan bij het bestuur, of nog bepaalder bij het aanstellen en afzetten der ambtenaren. Waar zij in verband staan met de grondwety worden zij bijna overal verkozen, (als se- natoren, vertegenwoordigers , stedehouders , presi- dent, generaals , enz.); waar het de bondsregering geldt, worden zij meestal benoemd , en wel door den president , of door den president en den senaat , of door de ministers. Laten wij de twistvragen over benoemen en verkiezen in 't algemeen ter zijde, zoo wordt echter de aandacht zeer natuurlijk op twee belangrijke punten gevestigd. Vooreerst is, om velerlei redenen, het aantal ambtenaren al- lengs sterk toegenomen en in gelijke mate de invloed van den president, die hen benoemt (*). Ten an- deren zijn er belangrijke twijfelingen ontstaan , hoe ver de magt van den president zich uitstrekt, om O Sommigen meenen, dat hierin eene heilzame vermeerde- ring van de magt des presidents gelegen is, even als op der- gelijke wijze de magt der kroon in Engeland is vcrsterkt gc- worden. 214 STAATSKEGT EN OPENBAAB LEVEN. de aangestelde ambtenaren te verwijderen of te ont- slaan. Ofschoon men in de Vereenigde Staten niets meer schuwt dan net Europisch veel-regeren , zoo zijn er echter luide klagten aangeheven over deze verkeerdheid en het overmatig stijgend getal der ambtenaren. Ja, vele voorstellen (b. v. over de schatkistwetten , over de ondernemingen onder lei- ding der bondsregering) bestreed men grootendeels daarom, dat zij aanleiding gaven tot de benoeming van vele ambtenaren door den president. De meestal geringe bezoldiging schrikt reeds daarom niet af er naar te dingen, omdat men overal be- hoeftigen vindt, dien het geringste vast inkomen welkom is , en omdat eerzuchtigen hopen , door het ambt hunnen staatkundigen invloed te verhoogen. Voorzeker is het zeer te berispen, wanneer bij de benoeming van eenen ambtenaar minder naar zijne bekwaamheid, dan wel naar zijne staatkundige meening gevraagd wordt, en op tallooze benoemin- gen volgens eene kleur , even zoo vele afzettingen volgen , wanneer de andere partij de overhand be- komt. De presidentskeuze is voor velen dus slechts een middel om zich in hunnen post te handhaven; anderen ambtslustigen daarentegen het middel om genen daaruit te verdringen. Voorzeker had Jack- son gelijk , dat eene talrijke klasse voor hun leven aangestelde ambtenaren in eene republiek niet voegt; ja dat men reeds door een langen duur van den ambtstijd meer schade lijdt , dan men door grootere ervaririg en geoefendheid wint. Maar even zoo als er een schadelijk te lang is, is er ook een schadelijk te kort; en ongetwijfeld ontstaat voor de Vereenigde Staten slechts gevaar nit eene te veelvuldige, en niet nit eene te zeldzame afwisseling der ambtena- ren en regters. STAATSREGT EN OPENBAAK LEVEN, Bij de wettelijke verkortingen van den ambtsduur komen nog willekeurige afzettingen. Althans, men beweert dat in de 40 jaren, voor dat Jackson pre- sident was, slechts 75 ambtenaren (meest wegens ongeschiktheid. of gepleegd onregt) , maar door hem daartegen ontelbare zijn verwijderd, en over hen een onbehoorlijke invloed is uitgeoefend. Voorzeker is het geen teeken van een welgeordend, veilig bewind , wanneer ambtenaren , zonder opgave van redenen , bij menigten aangesteld of afgezet wor- den, en het was natuurlijk dat vele welgezinden verlangden, dat bij de wet oorzaken van afzetting wierden vastgesteld, en den senaat hierbij (en even zoo bij de aanstelling) een grooter invloed wierde toegekend. Hiertegen bragt men in, dat een afwisselend pre- sident (die bij voorkeur in eene bepaalde, vaak nieuwe rigting met alien ernst werkzaam is), on- mogelijk tegen over zich onafzetbare, of slechts door een formeel regterlijk vonnis te verwijderen, ambtenaren kan hebben. Hieruit zoude tegenstrijd, ongehoorzaamheid , ja een volledige stilstand in den gang van zaken ontstaan. In alien gevalle hebben de hier over gevoerde beraadslagingen de presiden- ten de gematigde uitoefening van hun regt voor oogen gehouden, en het Congres doen inzien, dat men in dit opzigt eene behoorlijke speelruimte moet laten. Ook ontwikkelde de president Tyler, reeds in zijn verslag over 1841, de kwade gevolgen, die er ontstaan, wanneer bij het afzetten van ambte- naren partijoogmerken en staatkundige meeningen invloed uitoefenen; hij bood aan om opregtelijk mede te werken tot het wettiglijk regelen en beperken van zijn regt tot afzetting. Hebben de hier gemaakte aanmerkingen betrek- 216 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. king op gebreken die in de hoogste kringen hunnen zetel hebben; de ernstige woorden van Clay toonen nog grootere gevaren aan, welke elders ontstaan (*). Hij zegt: het is eene even onloochenbare als be- klagenswaardige daadzaak, dat de hoogste en de laagste ambten, welke volgens de tbeorie door bet volk gescbonken worden, dikwijls tot prijs dienen van geslepene staatkundige spelers, wier gebrek aan grondbeginselen en wier kuiperij bun tot werktuigen hurmer baat- en eerzucbt dienen." Hoe regtmatig en eerbiedwaardig vele dezer klagten ook zijn, de onbevooroordeelde waarnemer komt evenwel tot bet besluit : dat de benoemingen en keuzen in de Vereenigde Staten, over 't gebeel gerekend, tot hiertoe bet doel van 't Verbond, van de Staten en de Gremeenten op eene bewonderings- waardige wijze bevorderd hebben en dat , indien al bij afwisseling de eene of de andere partij ook de schaduwzijde op den voorgrond stelt en zicb on- tevreden toont , de keuzen en benoemingen van geheel onbeperkte beerschers dikwijls niemand vol- doen. De Boodschappen van den president, en niet minder de rapporten der door hem benoemde minis- ters bevatten zeer leerrijke voorstellingen der grond- (*) Het is eene verkeerde meening, die cchter nog in menig land de overhand heeft, dat de ambtenaren in 't uitsluitend be- zit van kennis in zaken van bestuur, en alzoo de eenige steun- pilaren eener regering zijn. In den regel zijn hunne kundig- heden grooter, hunne werkzaamheid krachtiger en van meer in- vloed dan die der ambteloozen ; maar al cleze voorregten ver- anderen in nadeelen , en een staat gaat zijne ontbinding te ge- moet, zoodra de bijval en overtuiging van 't gansche volk zich afscheidt van de ingeslagene rigting van bestuur, en de regering haren belangrijksten stetm, de algemeene geestdrift of althans de algemeene tevredenheid , mist. STAATSKEGT EN OPENBAAK LEVEN. 217 beginselen van bestuur en der stoffelijke omstandig- heden. Nergens treft men minder regeringsgehei- men aan: alles, (slechts met uitzondering van nog loopende onderhandelingen met vreemde mogend- heden), wordt zonder eenige terughouding voor 't volk blootgelegd. Noch president noch ministers treden persoonlijk op in 7 t Congres. Dit laat zich hieruit verklaren, dat in Amerika, door de persoonlijke medewerking der ministers in den senaat en in de kamer der ver- tegenwoordigers , hunne betrekking tot den president geheel zoude veranderen, en dezen nog meer naar den achtergrond gedrongen worden. De president is verantwoordelijk voor de algemeene strekking en elken grooten maatregel van zijn bewind, maar niet voor elke afzonderlijke han deling der ministers. Deze zijn noch bloote klerken van den president, noch geheel onafhankelijk van hem; en het maakt een onderscheid of zij als staatsambtenaren hande- len, dan of zij iets ondernemen, dat bij de wet aan een hunner is opgedragen. Het voorstel van eenige Whigs, om het ministerie van fmancien geheel on- afhankelijk van den president te stellen, en het enkel aan 't opzigt van den senaat te onderwerpen , had zijn en oorsprong alleen in de opgewondenheid eener partij, en strijdt geheel en al met geest en strekking der staatsinrigting. Zoo lang hij , die naast den president de meeste stemmen had, Vice-president werd, vond de onder- liggende partij hierin eenigen troost; maar twee strijdige elementen werden daardoor zeer na bijeen gebragt; terwijl de nieuwe vorm (waarbij de keuze van den vicepresident van die des presidents geheel onafhankelijk is) mannen van 'tzelfde stelsel aan het roer brengt ; en ook bij overlijden van den president 218 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. gedurende zijnen ambtstijd, daardoor een van de- zelfde kleur als opvolger invalt. De vraag: of men de wetgevende magt aan eene of twee kamers moest opdragen? werd door de Amerikanen na de reeds opgedane ervaringen zeer gemakkelijk beslist; zij verklaarden zich voor twee kamers, terwijl de Franschen later, om bespiege- lende redenen, tot drie maal toe eene telkens mis- lukte proef met eene kamer maakten. Daar overi- gens noch heerschende kerk, noch bevoorregte adel aanwezig was, kon men de eene kamer niet uit deze bestanddeelen stichten. Ook viel het den prac- tischen mannen van dien tijd geenszins in, deze be- standdeelen voor volstrekt noodzakelijk te houden; het kwam niet in hunne gedachten op, datgene on- natuurlijk en kunstmatig te willen zamenstellen wat elders natuurlijk ontstaan was. Derhalve (beweerde men) ontbreekt het him dan ook aan een levenslang, bestendig, behoudend staatsligchaam , aan een krachtig hoogerhuis, aan een loffelijk evenwigt tegen het meer democratisch lagerhuis. Inderdaad echter is , zooals wij later zien zullen, al wat slechts mogelijk was geschied, om zulk een evenwigt (voor zoo verre het slechts nuttig en dienstig was) daar te stellen. Ook heeft men bijna altijd voorbij gezien, wie dan in Amerika de eigenlijke, onsterfelijke, groote Lords zijn ? Ongetwij- feld zijn dit de afzonderlijke Staten zelve , die achter de senatoren minder of meer invloed uitoefenen. Veel moeijelijker en belangrijker dan de aange- duide vragen was deze: of in den senaat elke Staat, de grootere even als de kleinere, in dezelfde mate zou worden vertegenwoordigd ? Zoodanige gelijk- heid scheen velen even onnatuurlijk als onregtvaar- dig; niet te min werd zij eindelijk met wijs beraad STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 219 aangenomen , en op deze wijze regt en magt prijsse- lijk met elkander in verstandhouding gebragt en verzoend. Hadde 6f het eene 6f het andere in de beide huizen de overhand gehad, zoo zoude eene krachtige, ontbindende oppositie bezwaarlijk zijn uit- gebleven. De magt der Staten, verschillende door het getal der stemhebbende bevolking, beslist in het huis der vertegenwoordigers ; het gelijke regt der bondsleden (de bijzondere Staten) in dat der senatoren; en uit dit onderscheid van betrekking ontstaat eene heilzamer beweging, alsof alles in eene en dezelfde rigting ware voortgedreven. De wijze van verkiezing der senatoren geeft aan de regerin- gen der Staten een onmiddelijken en ntittigen in- vloed, welke intusschen door de wijze van verkie- zing der vertegenwoordigers wordt geraatigd en ge- regeld. Derhalve kan thans geene wet tot stand komen, vdor welke niet te gelijk de meerderheid der Staten en de meerderheid der bevolking zich verklaart. Het gevaar, dat de minderheid des volks in den senaat zegeviere, is tot hiertoe door de kracht der openbare meening afgewend; hadde men daarentegen het aantal senatoren eveneens naar de magt der bevolking vastgesteld , zoo zouden drie , vier der grootere Staten weldra meester geworden zijn van al de overigen. Voorstellen, om de keuze der senatoren even als die der vertegenwoordigers., geheel in de handen des volks te stellen, of de regeringen der Staten slechts de keuze uit eenige voorgestelden toe te staan, zijn tot heden toe fzoo 't schijnt met regt) niet doorgegaan; ook heeft de senaat geene standvoorregten , belastingvrijdom , pri- vilegien enz. te verdedigen, 'twelk in zoo vele Ian- den het aanzien eener eerste kamer verzwakt of haar gehaat maakt. 220 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. De staatsregtelijke grondslagen , welke men bij de vorming van 't huis der vertegenwoordigers in Noord-Amerika volgt, wijken zoo zeer af van die, welke men meestal in Europa voor onvermijdelijk houdt, dat het noodzakelijk schijnt, een en ander in bijzonderheden voor te stellen en te beschouwen. Vooreerst klaagt men dat de geestelijken uitgesloten zijn van beide huizen (even als van de meeste bur- gerlijke ainbten), en de vertegenwoordiging geen genoegzaam godsdienstig karakter heeft. Ter we- deiiegging kan men in 't algemeen aanmerken , dat de geestelijkheid reiner, ongestoorder , heiliger en werkzamer aan hare roeping beantwoordt, wanneer zij van wereldlijke bemoeijingen en staatkundige be- slommeringen zich verwijderd lioudt; in de Ver- eenigde Staten echter, waar zoo vele belijdenissen nevens elkander bestaan, zou elke onderscheiding , elke ambtseed, elk staatkundig partijkiezen voor ze- kere dogmatische grondstellingen en doeleinden een dadelijk kwaad zijn; ? t ware het openen eener doos van Pandora, uit welke niet het ware Chris- tendom ontluiken , maar verfoeijelijkheden van aller- lei aard opstijgen zouden. Andere vragen hiertoe behoorende zouden moeije- lijker zijn te beslissen. Als b. v. deze: of het aantal afgevaardigden , den bijzonderen Staten toe te staan, alleen naar de bevolking of tevens naar de belasting bepaald dient te worden? Het laatste scheen echter ondoenlijk, omdat in de Vereenigde Staten in het geheel geen algemeen regtstreeksch belastingstelsel, geen gelijk tarief voor de bondstol- len , of voor de , in de verschillende Staten zeer on- derscheidene , binnenlandsche belasting bestaat. Eene nog belangrijker vraag was: of ter uitoefe- ning van staatkundige regten, inzonderheid van het STAATSREGT EN QPENBAAR LEVEN. 221 kiesregt en het regt tot bekleeding van ambten, een zeker eigendom of inkomen noodzakelijk zij? Bijna in alle landen en staatsregelingen is deze vraag im- mer toestemmend beantwoord, en nu meer dan minder streng daaraan vast gehouden. Slechts in de Vereenigde Staten is (met zeer weinig uitzonderin- gen) allengs het vereischte van vermogen afgeschaft , of althans zoo onbeduidend gemaakt dat inderdaad een algemeen stemregt plaats vindt. Hierin zien bijna alle Europeanen en eenige Amerikanen een groot ongeluk; de meeste Amerikanen echter een hoogst belangrijken stap voorwaarts in den gang der menschelijke ontwikkeling. In eerstgemelden zin zeide zelfs de waardige kanselier Kent: wan- neer niet de geheele geschiedenis eene leugen is, zoo bestaat er eene neiging der armen om de rijke- ren te plunderen; der schuldenaars om zich aan hunne verbintenissen te onttrekken; der meerder- heid om de minderlieid te onderdrukken en hare regten met voeten te treden; der luiaards en los- bandigen om den geheelen last der burgerlijke maatschappij den werkzamen op te leggen, en der eerzuchtigen om deze brandstoffen te doen ontvlam- men." Deze bewering kan men met evenveel waarheid regtstreeks omkeeren: wanneer niet de geheele geschiedenis eene leugen is, zoo bestaat er eene neiging der rijken om de armen te verdruk- ken; der schuldeischers om hunne vorderingen zelf- zuchtig op te drijven; der minderheid om de reg- ten van 't algemeen met voeten te treden ; der vad- sige en omvaardige weelderigen om den ganschen last der burgerlijke maatschappij op de mindere klasse van arbeidenden te schuiven; en der onver- schillige egoisten om zich over geluk of ongeluk hunner medeburgers niet te bekommeren." STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. Voor het algemeene stemregt zonder maatstaf van vermogen laat zich voorts aanvoeren: In de Vereenigde Staten, waar zoo vele bronnen van be- staan voorhanden zijn, is geen gemeen, of wel het kan (voor zoo verre het in enkele zeesteden wordt gevonden) door het groot aantal gezeten burgers geleid en beheerscht worden. In alien gevalle zou het verkeerd zijn, om den wille van eenige enkel plaatselijke kwaal, het geheele staatsregt te veran- deren , en de groote meerderheid van gezetene , or- delijke burgers te behandelen, als waren zij alle geen vertrouwen waardig. Het is eene zeer algemeene en evenwel valsche onderstelling , dat het vermogen (de armen, die ten laste der gemeente komen , hebben ook in Amerika geen stemregt) een' zekeren waarborg verleent voor regtschapenheid, bekwaamheid en vaderlandsliefde. Veelmeer bestaat er gemeen onder alle standen; en het aanzienlijke gemeen is nog gevaarlijker dan het geringe. Wat toch wonnen die Staten, welke het hebben boven het zijn stelden , en den stoffelij- ken Mammon meer vertrouwden dan den geest der personen ? Volgens Europesche wijze van zien is hij niets , die niets heeft. Wanneer men echter alien die niets of slechts weinig bezitten, als gemeen be- schouwt en behandelt, kweekt men gemeen. De Amerikaansche stellingen : elk wordt goed vooron- dersteld (quisquis praesumitur bonus)" en : zij, welke slechts weinig hebben , zijn echter toch iets," vormt en verheft de menschen, en maakt waarde en in- spanningen tot eene zaak van eer; waartegen de Europesche onderstelling hen verlaagt, en bijna het regt geeft zich zelven niet te achten en zich te laten vallen. Verder beperkt het openbaar leven en de staatkundige opvoeding in Noord-Amerika geens- STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 225 zins (even als veelal in Europa) de geestdrift tot den tijd wanneer eenig vijand in 't land valt en het op doodslaan aankomt; men zoekt ddar veeleer dat het vuur van echte vaderlandsliefde nimmer verdoove, maar zich elk dag en uur in duizende gezegende grootere en kleinere vlammen openbare. Bijna alle aanzienlijken en rijken beweren, dat liunne zedelijkheid grooter is, dan die der geringe- ren en armen; terwijl zij in waarheid slechts on- deugden van eenen anderen aard najagen en te bestrijden hebben. Op grootere kundigheden komt het hier eveneens weinig of niets aan , waar 't slechts te doen is om het uitbrengen eener stem ter verkiezing van een bekend en deugdelijk erkend man. Het verleenen van staatkundige regten be- vrijdt van overdrevene af hankelijkheid , en geeft kracht en lust om naar eigene overtuiging te han- delen. De resultaten voor 't waar geluk des ge- heelen volks zijn niet gunstiger uitgevallen, waar geestelijken , adelijken en hoogbelasten alleen de wetten gaven. Deze monopolisten war en niet wij- zer , belangeloozer, onbevoproordeelder dan de Ame- rikaansche democratie. Telt Frankrijk, zoo men zegt, op 52 millioen menschen, omstreeks 250,000 kiezers, Groot-Brit- tannie op 24 millioen 700,000; de Vereenigde Sta- ten hadden op 15 millioen reeds twee en thans wel drie millioen kiezers. Deze moeten hunnen blik van louter zelfzuchtige bezigheden tot een openbaar le- ven voor openbare doeleinden verheffen. De Ame- rikaansche democratie kent en veroorlooft geene nullen. Hunne afgevaardigden vertegenwoordigen al- zoo geen gering mindertal, beijveren zich niet voor bijzondere belangen (b. v. suikerfabrieken , ijzer- hutten en dergelijke) maar spreken werkelijk de 224 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. wenschen en meeningen van de meerderheid uit: zoodat , al waren deze dan ook verkeerd , evenwel nimraer eene vijandige scheming tusschen het volk en de wetgeving kan ontstaan. Men moge het overijld en ondoordacht noemen, dat men bijna overal elke soort van vermogen met gelijk gewigt in de schaal legt, zonder in aanmer- king te nemen, of het verworven werd door erfe- , nis , bekwaamheid, vlijt , toeval of bedrog. Wan- neer nu echter eene nadere schatting en waardering van 't vermogen even zoo weinig mogelijk is, als van verstandelijken en zedelijken aanleg; wanneer men verder het eigenaardig gewigt van verschillende omstandigheden niet tegen elkander kan bepalen , zoo wordt men er juist toe gebragt, om heel een- voudig alleen de persoonlijkheid in rekening te bren- gen. Alsdan is het volk behoudend en moet dit zijn, omdat het bij eene staatsregtelijke verandering niets winnen kan. In dezen zin zeide Morton, de stedehouder van Massachusetts: de burgerlijke vrijheid en het stem- regt van het toevallige des eigendoms en der be- lasting afhankelijk te maken, schijnt mij onver- eenigbaar met de natuurlijke , wezenlijke en onver- vreemdbare regten van den mensch. Men stelt de bijzaak boven de hoofdzaak , en hecht meer waarde aan onzekere bezittingen dezes levens , dan aan ze- delijken en verstandelijken waarborg." De magt is eveneens niet steeds het gevolg van den eigendom: dikwijls is het personental nog be- slissender, en 100,000 dollars in eene hand, zijn in eenen staat niet van gelijk belang als 100,000 dollars in 100,000 handen. Diegenen, welke den eigendom beslissende waarde toekennen, zouden bij gevolg deszelfs staatsregtelijken invloed met de hoe- STAATSREGT EN OFENBAAR LEVEN. 22i> veelheid verhoogen ; 'tgeen echter gewis tot de gruwzaamste geldoligarchie zoude leiden. Everi moei- jelijk zou het zijn de kiesregten te splitsen, en die b.v. wel voor plaatselijke overheden, maar . met voor den president toe te staan. De democratic brengt alles in evenwigt, terwijl de aristocratic bijna nood- zakelijk nu tot dit, dan tot cen ander overwigt leidt. Het algemeene stemregt levert den besten waarborg tegen omkoopingen ; middelen waardoor men enkelen verlokken kan , zijn op nrillioenen niet aan te wenden ; en de geheime stemming door bal- lottage (*)- strekt tot beveiliging der minderen , of- schoon zij niet altijd voldoende is tot geheimhou- ding. Ook zijn er genoeg andere redenen, om welke in Amerika geen rijke of aanzienlijke het stelsel van vreesaanjaging, in Engeland zoo dikwerf aangewend, zou behoeven te beproeven. Te dezer plaatse dient nog een punt te worden opgehelderd, 'twelk wij bij de beschouwing der sla- vernij slechts konden aanstippen. De grondwet ver- leent voor vijf slaven even zoo veel stemmen en kiesregten als voor drie vrijen ; dat is : bij bepaling van het aantal vertegenwoordigers van elken Staat naar de volksmenigte, worden er voor 50,000 sla- ven even zoo vele toegestaan als voor 50,000 vrije lieden. Deze instelling heeft in lateren tijd veel tegenspraak gevonden, vooral bij de bewoners van New-England; zij 'zeiden: als de slaven menschen zijn even zoo goed als de blanken , dan moet men hen vrijlaten en staatkundige regten verleenen; zijn zij daarentegen een zakelijk eigendom , zoo kan om hen volstrekt geen staatkundig regt toegewezen wor- (') Slechts bij uitzondering (b. v. in Virginia) heeft geene ballotage plaats. II. 226 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. den; want in de Vereenigde Staten geldt alleen de persoon, en het vermogen wordt volstrekt niet in aanmerking genomen. Hierbij komt dat men die regten slechts toestond in de onderstelling, dat de staatsbelastingen naar de hoofden, ook naar die der slaven, zou geregelcl worden, 'tgeen echter nooit geschied is. Zoo duurt dan een onbehoorlijk regt voort, terwijl van de last volstrekt geen sprake meer is. In de slavenstaten benoemen 5955 vrije kiezers , en in de slavenvrije 10,278 stemmen eenen vertegenwoordiger. Wanneer de vrijen enkel naar- mate van hun getal kozen , zouden de slavenstaten in plaats van 88 slechts 66 afgevaardigden naar 't Congres zenden. Van hoeveel belang deze om- standigheden ook zijn , laten echter de eenraaal ge- maakte voorwaarden en overeenkorasten zich moei- jelijk opheffen, daar het geheele Verbond hierop steunt en gevaar zoude loopen hiermede uiteen te springen. Of men echter bij het opnemen van nieuwe Staten het bestaan der slavernij wettelijk er- kennen , of men den meesters , naar een of an- deren maatstaf uithoofde der slaven, staatkundige regten toestaan zal, is eene geheele andere vraag, welker toestemming geenszins onvoorwaardelijk uit de grondwet volgt. De voorwaarden ter opneming van nieuwe Staten, b.v. Texas, kunnen met de vroegere overeenstemmen of daarvari afwijken. Voor- zeker wijkt het af van de bestaande grondslagen, dat men van alien eigendom , enkel en alleen dien der slaven met een belangrijk gewigt in de staat- kundige schaal zou leggen. De vraag: of de meerderheid der kiezers elken gekozen vertegenwoordiger eene aanwijzing of in- structie medegeven mag of moet," is dikwijls opge- worpen, maar nimmer wettiglijk toestemmend be- STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 227 slist geworden , wijl een naauwkeurig binden en verpligten der afgevaardigden het denkbeeld van vertegenwoordiging vernietigt, en de kiezers in 't algemeen met de gevoelens en grondbeginselen der gekozenen genoegzaam bekend zijn. Dat de senatoren en vertegenwoordigers (bij de groote verscheidenheid in toestand en belangen van zoovele bijzondere Staten) uit den Staat zelven moeten gekozen worden , schijnt zeer natuurlijk ; evenwel zijn zij geenszins (zoo als in vele Euro- pesche bondstaten) gehouden of verpligt , bij voor- keur liunnen bijzonderen Staat te vertegenwoordi- gen , en het plaatselijk belang boven liet algemeene te stellen. Daar het getal afgevaardigden zich enkel naar het menschental rigt , zoo mogt men bij vermeer- dering der bevolking het eerste getal niet boven- matig laten toenemen. Men koos alzoo: eenen afgevaar- Volgens dezen maatstaf digde op : waren er : 1789 50,000 inwoners Go vertegenwoordigers. 1793 55,000 106 1805 142 1815 55,000 185 1825 40,000 215 1855 47,700 242 1845 70,680 f) 225 Hoe democratisch ook de Noord-Amerikaansche inrigtingen in vergelijking met de Engelsche zijn, is echter liet Britsche Lagerhuis 2'/ 2 maal zoo tal- rijk als het Amerikaansche huis der vertegenwoor- digers. (*) Bij ecn ovcrschot van grootcr clan dc helft vvordt daar- voor een afgevaaixligdc nicer geko/en. STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. Het aantal senatoren bedroeg 52 voor 26 Staten. Het politick gewigt van elken Staat blijft in deze eerste Kamer steeds onveranderd, waartegen het in de tweede Kamer naarmate der meer of min aan- wassende bevolking zeer ongelijk toeneemt. De Staten zonden afgevaardigden : in 1789 in 1845 Alabama . . . 7 Arkansas . . 1 Noord-Carolina 5 9 Zuid- Carolina . . 5 7 Connecticut 5 4 Delaware . . . \ 1 Georgie .... 3 8 New-Hampshire . 5 4 New-Jersey 4 5 Illinois .... 7 Indiana .... 10 Kentucky . 10 Louisiana . 4 Maine .... 7 Maryland . . . 6 6 Massachusetts . 8 10 Michigan . 5 Missisippi . 4 Missouri . . . 5 Ohio .... 21 Pennsylvanie . 8 24 Rhode -Island . 1 2 Tennessee . . . 11 Vermont 4 Virginie 10 15 New- York . . . 6 54 Totaal 65 223 op ongeveer 50, 000, op 70,680 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 229 Florida, Wisconsin en Jowa elk eenen delegaat, te zamen 5. Ofschoon het huis der vertegenwoordigers even als dat der senatoren op verkiezing gegrond moet zijn, is echter (gelijk wij zagen) niet slechts vorm en inhoud dezer verkiezing ondersclieiden ; maar ook zijn alle voorhandene middelen in 't werk ge- steld, om den senaat tot een enger, geslotener, aristocratischer staatsligcliaam te vormen. Van daar het minder aantal leden, het steeds gelijk blijvend aantal voor elken Staat, hooger ouderdom , langer vestiging en zeldzamer aftreding. In later tijd ontstond verschil, of men de afge- vaardigden door alle gezamentlijke kiezers van eenen Staat, of wel volgens zekere splitsing in districten benoemen zoude , en of het Congres bevoegd was , hieromtrent maatregelen vast te stellen. De grond- wet zegt: Tijd, plaats en wijze van verkiezing der senatoren en vertegenwoordigers worden in de verschillende Staten door hunne regeringen gere- geld; maar het Congres zal ten alien tijde bij de wet bepalingen hieromtrent kunnen maken en ver- anderen; met uitzondering van de plaats waar de senatoren gekozen moeten worden." Ten gevolge dezer bevoegdheid besliste het Congres, dat de ver- kiezing in elken Staat volgens zoo vele districten zou plaats hebben als er vertegenwoordigers werden afgevaardigd ; slechts vier Staten (New- Hampshire, Georgie, Missouri en Missisippi) hebben de oude wijze behouden. Dat welvoegelijkheid en orde in het Congres meermalen grovelijk is geschonden, laat zich op geenerlei wijze regtvaardigen ; dit onregt echter komt alleen enkelen, in hunne hartstogtelijkheid te- enkelen, ten laste; terwijl dc groote tegenover 250 STAATSREGT EIS 7 OFENBAAR LEVEN . elkander staande partijen zich nooit tot zulke alge- meene onbehoorlijkheden lieten vervoeren, als in Parijs maar al te dikwijls hebben plaats gehad. Altijd onderscheidde zich te Washington de meer- derheid door welvoegelijkheid , gematigdheid en ge- duld. Vooral werd de laatste deugd zeer beoefend, en de klagt over het veel- en lang-spreken in het Congres scheen maar al te gegrond, wanneer men dit vergeleek met den geringen tijd, welken En- gelsche en Fransche redenaars gemiddeld gebruiken, en met het geringer aantal personen welke gewoon- lijk in Londen of Parijs het woord voeren. Maar ook hier mag weder niet vergeten worden, dat in 't Congres niet bloot twee groote partijen onder er- varene leiders elkander onder de oogen treden, maar de zoover uiteenloopende , veelvuldige belan- gen van 50 Staten te bespreken en te vertegen- woordigen zijn. Thans heeft men in de kamer der vertegenwoordigers de eindelooze redenaars tot de ruimte van een uur beperkt, en voor dat deze wet te hulp kwam, bewees een gelukkige inval wel eens goede dienst. Toen b.v. zulk een langwijlig rede- naar eenen ongeduldigen antwoordde: dat hij niet tot hem, maar tot de nakomelingschap sprak," voegde deze hem toe : dan zijt gij waarlijk op den regten weg, want v<56r dat gij eindigt, zullen al deze toe- hoorders voor u staan." Voorzeker en met regt moet men tijdverlies en langwijligheid vermijden , maar een te streng beper- ken der redenaars zou het nog grooter gevaar ten gevolge kunnen hebben, dat de meerderheid, v66r eenige grondige opheldering , een beslissende stem- ming doordreef. In alien gevalle is eene staatsvergadering die zich sprekend en werkzaam openlijk voordoet , vcrrc STAAT8REGT EN OPENBAAR LEVEX. weg te verkiezen boven eene zwijgende werkelooze; ook betoomt daar lof en berisping der hoorders en lezers veel beter, dan of men door de sprekers niet te noemen (zoo als in de Pruissische landstenden) matiging afdwingen wil, maar inderdaad den waar- digen man met den onnoozelen hals op eene lijn plaatst, en den kiezers alien maatstaf tot al of niet herkiezen ontneemt. Over de betrekking der bijzondere Stolen tot de Bondsregering komen de gevoelens en wenschen wel is waar nog niet overeen, maar wijken toch niet meer zoo veel van elkander af als vroeger, toen sommigen in 't geheel geene Bondsregering en an- deren geene afzonderlijke Staten wilden. Met groote scherpzinnigheid voorzag Jefferson , dat de volledige ontwikkeling slechts kon plaats hebben door den Staten zooveel onafhankelijkheid en zelfregering te laten als immer mogelijk ware. Hoe vele verbete- ringen zijn niet van hen uitgegaan, hoe groote openbare werken tot stand gebragt; terwijl de on- dernemingen, door de bondsregering besttrurd, geen of althans betrekkelijk weinig gcvolg hebben gehad. De regtmatige vreugde over deze plaatselijke en gewestelijke werkdadigheid, over deze verbazende vooruitgangen , drong soms het gevoel voor de nood- zakelijkheid eri nuttigheid der algemeene bondsre- gering te zeer op den achtergrond; of wel gaf men ten onregte zich over aan eene overdrevene bezorgd- heid , alsof de gekozene president , senatoren en vertegenwoordigers ligtelijk onbeperkte heerschers over alien konden worden, Ofschoon sints lang, betrekkelijk den omvang der regten van 't Congres , de bondsacte scherp en streng pleegt gehandhaafd te worden , en het gevaar van eenzijdig overwigt meer aan de zijde der Staten STAATSKEGT EN OPENBAAR LKVEN. dan op die van 7 t Congres is; heeft dit evenwel veel meer regt en magt (b. v. over leger, vloot, belastingen , wetgeving) , Let heeft zonder kleingees- tig albeheer veel meer gelijkmatig en gemeenschap- pelijk nuttigs tot stand gebragt, zoo ook in- en mtwendig meer eensgezindheid bevorderd, dan alle vergaderingen en zittiiigen van Europesche bondssta- ten. Zoo waarborgt het b.v. elken Staat zijne vrije grondwet, en elke willekeurige poging om die te ondermijnen en omver te werpen , zoude gemeen- schappelijkerhand worden verijdeld. Beide is even waar, dat de 50 Staten werkelijk 50 Staten , als dat alle Noord-Amerikanen een groot volk zijn. Keeds bij het aannemen der bondsacte trad noch eene gedaantelooze democratic der inwoners , noch eene bloote aristocratic der 15 Staten in 't leven. Het volk besliste in 15 vergaderplaatsen door afge- vaardigden voor 15 Staten. Deze moeten gehoor- zamen, zoolang het Congres binnen de grenzen zijner regten blijft. Het was ten tijde der nullifi- catie op een onverstandigen, Zuid-Carolina op een gevaarlijken weg , en gematigdheid en vergelijk verre weg het beste redrniddel. Zoo min het aan 't Congres toekomt over aangelegenheden der bij- zondere Staten te beschikken , evenmin mogen deze in diens werkkring ingrijpen. Eene vereeniging van beide voorwaarden was en blijft nog mogelijk. Des- wege zegt Quincy Adams: zelfs de volkomenste grondwet neemt verschillende uitlegging en alien twijfel wat regt zij niet weg; maar de onoplosbare band , die de inwoners der onderscheidene Staten onzes Verbonds vereenigt, ligt niet in de regten, maar in de hartcn. Dat de magt der bijzondere Staten veranderen, en vooral die der westelijke Staten vermeerderen STAATSEEGT EN OPEXliAAE LKYEN. moet, lijdt geen twijfel. Intusschen is hierin geen nieuw of grooter gevaar gelegen , dan toen vnoeger Virginie en Pennsylvania een grooter gewigt hadden. Veelmeer is de sticliting van nieuwe Staten, door den reeds vermelden verstandigen en grootraoedigen afstand van grond , een wezentlijk gewin , zoo als uit hunnen buitengewonen vooruitgang blijkt; als- mede daaruit, dat himne wetten en burgerlijke in- rigtingen geenszins (gelijk menigeen onderstelt) slechts ruwe beginselen toonen, maar dat zij in verstand, helderheid, zuiverheid van meeningen en echten vrijheidszin , bij alle anderen vooruit, althans vol- strekt niet ten achteren zijn. Maar zal dan (deze vraag is door velen met wee- moedige bezorgdheid of met hatelijk leedvermaak toestemmend beantwoord) die toeneming in bevol- king en zelfstandigheid , die strijdigheid van belan- gen der bijzondere Staten, zullen cluizend andere oorzaken niet weldra eene volledige oplossing van 't Verbond te weeg brengen? Quos Dens milt per- dere. dementat (*)! Waanzin kent geen regel en is blind tegen het licht der waarlieid; - - tot nog toe echter vindt men in de Vereenigde Staten geen spoor van dezen waanzin, maar (bij alle verschil van meening over ondergeschikte punten) slechts eene en dezelfde overtuiging, wegens het natuur- lijke, noodwendige en heilzame 'van 't Verbond. In zijn treffend afscheid liet Washington zich hieromtrent in geestvervoering aldus uit: De Verbondsaete is de zuil, welke het edel gebouw uwer onafhankelijkheid steunt en schraagt; zij strekt u ten waarborg voor inwendige rust en uitwendigen vrede. Zij is de kweekster van uwc wclvaart, Wien God wil verclcrvcn, verbijstert hij. STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. uwer veiliglieid en zelfs van uwe vrijheid, welke gij zoo hoog acht en zoo innig mint. Gij behoort alzoo voor dit Verbond eene opregte, onwrikbare, onveranderlijke liefde en trouw te bewaren. Gij moet u gewennen, daarover te denken en daarvan te spreken als het Palladium uwer staatkundige veiliglieid en voorspoed. Gij moet voor deszelfs instandhouding en bewaring met zorgvuldige liefde waken, en alles vermijden wat slechts het gering- ste vermoede.n zou kunnen wekken, alsof gij daar- van afwijken wildet; en de minste poging om eenig deel onzes lands van liet groote geheel af te scheu- ren, of den heiligen band, welke de onderscheidene deelen omsluit , te ontknoopen , moet gij op 't streng- ste bestraffen.' 1 - John Adams herhaalde: Het Ver- bond is de rots onzer veiliglieid, het onderpand on- zer grootheid." Monroe zegt in zijne aanvaarding- boodschap: > Vrede is de staatswijsheid van ons land en eensgezindheid de hemelboog onzer bevrij- ding; over dit geloofsartikel zijn wij alien een- stemmig!" Webster roept nit: Het Verbond was tot hiertoe de bron onzer grootheid en van onzen roem, het is de grondslag onzer hoogste verwach- tingen (*)!" Zulken grooten profeten en eener langdurige gelukkige ervaring schenkt ieder vol- gaarne zijn vertrouwen ; ook is het handtastelijk , dat met de ontbindihg van 't Verbond, tallooze en de grootste rampen losbreken, en het schitterend bloeijend en nog toenemend geluk des lands versto- ren zouden. Of wie zou dan nog de zwakheden (*) Nicmand is meer afkeerig dan ik van het denkbeeld eener ineensmelting; maar tusschen scheiding en ineensmelting (separation and consolidation) hoe smartelijk de verandering ook zijn zoude, gaf ik verreweg de voorkeur aan dc laatstc!" zegt Clay. STAATSREGT EIS' OPENBAAR LEVEN. 23 > i en kwalen kunnen \veren, waardoor Europa zelf zijne rijke levenskrachten voelt sloopen: nijd, ijver- zucht, verdeeldheid, staande legers , tollinien , stij- gende belastingen , accijnsen , krijgsschulden , inmen- ging van vreemden , burgerkrijg , staatsregelingen naar den schijn, maar willekeur in waarheid. Stellen wij de voor 's hands dwaze onderstelling ter zijde , als kon bloote waanzin den krachtigen bouw des Verbonds verbreken; beschouwen wij lie- ver, welke gevaren het op den nafuurlijken weg bedreigen of als waarschijnlijk worden aangeduid, opdat men zich daarvoor hoeden en die voorkomen moge. Ten eersten: is het beslissend overwigt eener al te groote hoofdstad (Rome, Parijs) of de overmaat van araien, voor de grondvesting en onderhouding van echte vrijheid , vaak nadeelig geworden. Zoo- danig gevaar bestaat in Noord-Amerika niet. Ja de grootere steden (waar zich allengs een gemeen zou kunnen vormen) , zijn niet eens de zetels van de regering der bijzondere Staten, en nog minder kan en zal Washington in dat opzigt eene gevaar- lijke rol spelen (*). In 't algemeen ontstaat het gevaar van groote hoofdsteden uit centralisatie en albestuur; en hiervan is geen land ter wereld ver- der verwijderd dan juist Noord-Amerika. Ten anderen, ontstaan er gevaren uit het alge- heele scheiden en tegen elkander over stellen van verschillende magten en takken van bestuur in eenen Staat. Op dergelijke schijnbaar wijsgeerige, (*) Men laakt, dat tie afgcvaarcligden te Washington in geene aanraking komen met vele hoog beschaafde mannen, maar elk heen gaat zoo als hij gekomen is. Een te groote invloed van plaatselijkc bewoners is cchtcr nog gcvaarlijkcr dan een te geringe. 2")() STAATSREGT EX OPENBAAR LEVEN. maar wezentlijk holle en onbruikbare stelsels zijn de grondwetten der Noord-Amerikaansche vrijstaten geenszins gebouwd. Veelrneer werken de onder- scheidene staatsmagten doelraatig op elkander, grij- pen ineen en beperken elkander onderling. Ten derden is van den president geene omver- werping van 't Verbond te duchten. De wijze zij- ner verkiezing, de korte duur zijner ambtsbetrek- king, het gemis van een staand leger, de onmo- gelijkheid om over groote geldsommen naar welge- vallen te beschikken , liet onbeduidend eigen ver- mogen , het voorbeeld van groote voorgangers , de algemeene bewondering dezer voorbeelden, de ge- zamenlijke gezindheid des volks enz. , maken het volstrekt onmogelijk dat een president, v66r het volledig vernietigen van alle bestaande betrekkin- gen, zich tot koning of dwingeland zou kunnen opwerpen. WeJk geschreeuw werd in dit opzigt te- gen Jefferson en Jackson aangeheven, en hoe onbe- duidend werden de klagten bevonden; zoo dat men , gelijk wij zagen , veeleer mag vragen : of de pre- sident niet te weinig magt bezit? dan dat men re- den heeft over zijnen onbehoorlijk grooten invloed te klagen. Voorzeker, ware niet door de democra- ten de leer bestreden en omver geworpen : van het heilzame om door hooge tollen groote overschotten te verkrijgen, en die tot gewaande verbeteringen aan te wenden of wel in deze of die bank te be- leggen; dan kon de invloed van den president wel- eens eene overgroote schadelijke rigting hebben ge- nomen. Ten vierden: dat de senaat in staat zoude zijn eene soort van adelregering (oligarchic) te stich- ten , komt niemand in gedachten ; en zij , die buiten denzelven eene grootere magt van rijkeren en aan- STAATSREGT EN CPENBAAR LEVEX. 257 zienlijkeren mogten vormen, zullen het vooreefst gewis niet verder brengen, dan te klagen over het overwigt der tegengestelde strekking. Waar geene begunstiging door erfregten, waar integendeel eene gedurige verdeeling des eigendoms plaats vindt , kan in 't algemeen geene duurzame gevaarlijke aristo- cratic wortel vatten. Ten vijfden: Laatstgemelde sterkere strekking wordt bij voorkeur in de kamer der afgevaardigden vertegenwoordigd ; hare sterkte berust echter vol- strekt niet op eigene magt, maar zoude veeleer dadelijk in zwakte veranderen , zoodra zij waagden zelfstandig op te treden, en, zonder aclit te slaan op het volk, hunnen wettigen werkkring te over- schrijden. Voorzeker moet de bondsacte volgens haren geest gehandhaafd , en niet het letterlijke regt van elk deel tot het uiterste punt gedreven worden. Wilde de president zonder de gewigtigste redenen zijn Veto toepassen en ambtenaren afzet- ten; wilde de senaat ligtvaardig of partijdig zijne bekrachtiging, of de kamer der vertegenwoordigers de volstrekt noodzakelijke gelden weigeren ; zoo zouden alien , ofschoon door de letter der wet ge- dekt , geest . leven en veerkracht der bondsacte vernietigen. Ten zesden is het buiten alien twijfel dat den bondsstaat van buiten geen wezenlijk gevaar be- dreigt: de Indianen, Mexico, Kanada noch Europa kunnen dien overweldigen. En zoo blijft ons dan nog Ten zevenden, de ernstiger bezorgdheid over, dat overmagt en eigenzinnigheid der bijzondere Staten eene ontbinding van 't Verbond zouden te weeg brengen. De twist over het tarief en de nullificatie hebben zoo blijkbaar getoond, welke 238 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. misslagen de bondsregering en de statenregeringen te vermijden liebben , dat men bij dergelijke geva- ren zich gewis beijveren zal , tot den waren middel- weg terug te keeren. Het meest worden de strijdige rigtingen en be- langen der bijzondere Staten , als de met den dag gewigtiger wordende oorzaken aangevoerd eener ontbinding van 't Verbond. Een nader onderzoek O zou echter ook liier menige bezorgdlieid verdrijven. Zoo stijgt, als gezegd is, bevolking, magt en regt der westelijke Staten , in de dalen van den Ohio , den Missouri en den Mississippi sleclits in eene verhouding die door alien als natuurlijk wordt er- kend. Bovendien heeft Let oosten het westen en omgekeerd het westen het oosten noodig (als b. v. voor den in- en uitvoer) , en het zoude zeer dwaas zijn , wanneer zij , die sterker worden , zich van den bijstand der zwakkeren berooven , of deze , uit verdrietelijkheid en afgunst, genen zich tot vij- anden maken wilden. Even zoo min is de tegen- overstelling van voortbrengende en verwerkende, producerende en fabrijk-staten , eene reden tot schei- ding; het is (bij eene verstandige wijze van beschou- wing) veeleer eene reden tot vereeniging. De we- derzijdsche behoefte drijft beide tot elkander, de een kan den ander niet ontberen; en het zoude eene zich zelve bestraffende zonde en schande zijn , wanneer men over ondergeschikte zaken, (b. v. de invoer-tollen) voortdurend twisten zoude , en na de sterkst sprekende ervaringen zich niet met elk- ander verstaan wilde. Het belangrijkst en gevaarlijkst is de tegenstel- ling van 't noorden en zuiden, niet zoo zeer ten opzigte van klirnaat en voortbrengselen , als wel van de slavemij. Wilde echter het noorden . uit STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 259 valsclie geestdrift voor algemeene beschouwingen , den grooten bond verstoren; dit zoude niet slechts al de gescbetste rampen te weeg brengeri, maar ook alien invloed tot de afscliaffing der slavernij afsnijden. Blijft deze werkdadige invloed gematigd en zacht, worden de bestaande zwarigheden er- kend, zoo lieeft omgekeerd het zuiden geene reden om welmeenende , menschlievende theorien te ver- oordeelen. Ook moet het niet vergeten, dat er O ' dagen van nood en gevaar konden komen , in welke dan toch slechts de blanke stamgenooten van 't noorden hulp zouden kunnen verleenen. Tegen over de aangevoerde, schijnbaar meer of min verwijderende , omstandigheden moeten andere worden gesteld, die de vereeniging ligter en vaster maken. De kanalen, spoorwegen en stoombooten zijn niet bloot stoftelijke middelen van gemeenschap , maar ook voor den geest; talrijke reizen en huwe- lijken werken mede tot hetzelfde doel, en eindelijk is de gezamentlijke bevolking van den bondsstaat, in taal, zin, zeden, meeningen en neigingen, veel gelijksoortiger en eenstemmiger dan in vele Euro- pesche Staten; b. v. in Rusland, Oostenrijk en En- geland. De grondwetten houden de Staten noch de burgers van elkander verwijderd, maar omvatten hen met eenen magtigen en heilzamen staatkundi- gen band; en ook de leerstellige verscheidenheden hebben door de onvoorwaardelijke godsdienstvrijheid veel van hare ontbindende kracht verloren, en zich ondergeschikt aan de geboden van liefde en vrede. Niets op aarde heeft eenen onveranderlijken duur van duizenden jaren ; is daarom echter het tijdelijke op aarde niets, omdat het zich niet met den naam van eeuwig mag bestempelen? Ging de tijd van den schoonsten bloei en der edelste vruchten voor 2 40 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. menig volk zoo ras voorbij, zoo moet ons dit min- der tot spottenden lioon, dan wel tot weemoedige deelneming en heilzame z elf ken n is leiden. - De beschouwing der Amerikaansche vormen, en de verandering van zoo vele omstandigheden , zou moe- ten doen vermoeden, dat men ook aan de staats- regten bestendig zou geknutseld, en de eene ver- andering voor, de andere na, ondernomen hebben. En echter toont de geschiedenis juist liet tegen- deel. Bijna alle sedert 1787 voorgeslagene veran- deringen werden verworpen, en in vergelijking met de Europesche Staten, is Noord-Amerika (niettegen- staande al zijne beweging, leven en vooruitgang) de rustigste, volhardendste en behoudendste Staat. Mogt echter ten eenigen tijde eene belangrijke ver- andering noodzakelijk worden , dan zou het ver- keerd zijn hierin een onvoorwaardelijk onheil te zien ; dergelijke omstandiglieden strekken dan sleclits ten ongeluk, wanneer men eigenzinnig het onbruik- bare behouden, of het onbeproefde ligtvaardig in- voeren wil. Het laatstgemelde gevaar gaan de voorschriften der bondsacte en de gezindheid des volks te keer, en even zoo min is het eerste te duchten bij het gewigt der democratic. Te dezen opzigte doen zich echter nog de luidste aanmerkingen , de bitterste berisping , de verachte- lijkste spotternij voor. Juist deze democratic is in Europa den geleerden onbegrijpelijk , den vreesach- tigen een schrik , den aanzienlijken ongepast , den heerschenden (van den koning tot den klerk) een gruwel. Als in een woest koor weergalmen de klaagliederen : Overal beslist de meerderheid , en even wel is overal de meerderheid onkundiger, dom- mer , hartstogtelijker dan de beschaafdere minder- heid. In plaats dat de mcnigte tegen deze zou op- JSTAATSREGT EN OPEN BAA R LEV EN. 241 zien en zich met eerbied onderwerpen, is de hooger geplaatste gedwongen zich neder te buigen en zich aan boeren en kramers te onderwerpen. In eene bonte afwisseling maken deze onkundigen onver- standige wetten en wanen zich en huns gelijken in staat tot regeren en bestieren. Waarlijk uitstekende mannen zijn dezen aanmatigenden , naauwelijks mid- delmatigen lieden een gruwel; en boven zulk eene middelmatigheid kan en mag niemand zich verhef- fen. Wie zich zelven gevoelt en het erbarmelijke dezer omstandigheden inziet, krijgt een tegenzin in het ijveren, trekt misnoegd zich terug en laat de beslissing aan hen, welke zelfs van de beraadslagin- gen moesten worden uitgesloten. Van daar onmagt der overheid, overmoed, onbehoorlijkheden en straf- feloosheid. Nimmer ligt in 't algemeene stemregt een waarborg voor goede keuzen; want vleijers, schreeuwers en kwakzalvers gevallen der menigte altijd het meest. Voor het hoogste en edelste in 't leven, voor kunsten , wetenschappen, verfijnde ze- den , beschaafden omgang , heeft de democratic zin noch gevoel (*}. Het onderscheid tusschen lig- chaams- en ziels-kracht en ontwikkeling wordt niet erkend , en met dezen persoonlijken moord berooft de staat zich van de hoogste kracht en levenswijs- heid. leder die de grondstellingen van 't Heilig Verbond en der congressen van Laybach en Trop- pau erkent , zal toestemmen , dat de Vereenigde Staten zich van den beginne af in eenen toestand van oproer en regeringloosheid bevonden hebben eri nog bevinden. Op deze en dergelijke beschuldigingen en jam- merklagten kan men antwoorden: wanneer alge- (*) Deze beschuldiging is reeds elders voldoende wederlegd.* II. 16 242 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. meene tevredenheid , rustelooze werkzaamheid, on- afgebroken vooruitgang bewijzen van welvaart zijn, waar toonen deze zich krach tiger, levendiger dan in de Vereenigde Staten? Onder zoovele millioenen zouden naauwelijks eenige weinige gernelijken (zoo- dra het ernst werd) hunne geliefde staatsregeling met welke anctere dan ook willen ruilen. In Europa daarentegen , waar bestaat deze tevredenheid , deze liefde voor het verleende, deze geestdrift voor het bestaande? Heimelijk of in het openbaar wordt het niet alleen gewraakt , maar aan het omverwer- pen gearbeid ; en naauwelijks is eene der Europesche regeringen vrij van deze angstkoorts voor de teregt of ten onregte ontevredenen , welke staatsregelingen en besturen invoeren of afschaffen willen. Van Maine tot Louisiana heerscht in Amerika (zonder krijgsmagt en krijgsdwang) orde en gehoorzaamheid aan de wet; en enkele uitzonderingen vinden, zon- der overmatige en al te kostbare behoedmicldelen , hare wettige straffen. De gewigtigste verkiezingen, de talrijkste vergaderingen gaan rustig voorbij , zon- der dat met iets anders dan met woorden en rede- neringen gestreden wordt; terwijl op het vaste land van Europa (door de schuld der regerenden en ge- regeerden) niets dat in de verte hiernaar gelijkt mo- gelijk is, zonder dat policie-bedienden en soldaten ter bewaring der orde mede in 't spel zijn. Ver- heugt het vrijere Engeland zich in eene ongestoor- der beweging; de legermagt welke het in lerland tegenover een enkel man (O'Connel) stelt , om de oude verdrukking van een geheel volk in stand te houden, bewijst een zoo schreeuwend onregt en een zoo kranken ongelukkigen toestand, dat men van daar wel het allerminst tegen de Amerikaansche vrijheid schrijven en schelden mogt. Hoevele leren STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 245 vinden hier de hulp en verlossing, \velke het moe- derland hun nog steeds onverstandig en onbarmhar- tig weigert (*). Voorzeker is er veel dat het volk niet verstaat, en is er veel dat het niet onmiddelijk kan ten uit- vper brengen; het heeft echter in de Yereenigde Staten daarop ook geene aanspra'ak gemaakt, op de wijze als het gemeen in Parijs. Van den anderen kant is er evenzeer veel , dat de zoogenaamde be- schaafderen niet begrijpen en verstaan , en er bestaat geen grond om kortaf enkele personen te vergoden en de massa's te doemen. Slechts in de \ereenigde Staten wordt het geJieel in behoorlijke verhouding vertegenwoordigd , en niet een enkel deel als: gees- telijken, adel, rijke grondeigenaren enz. De staats- regtelijke gelijkheid verzacht in Amerika iedere onte- vredenheid over andere punten van onderscheid; ter- wijl in de meeste landen slechts eene gelijkheid van onbevoegd zijn bestaat, die onmogelijk zoodanige te- vredenheid kweeken kan. In de Vereenigde Staten is de meerderheid , die eindelijk steeds beslist, eene ware; niet alzoo in Duitschland, Frankrijk , Enge- land enz. Moeten de regeringen dezer landen zich alzoo aan eene onware, gekunstelde meerderheid onclerwerpen , zoo kan het dikwijls niet missen of zij handelen tegen de belangen des ganschen volks. Onwaar is het dat de Amerikanen ninmer Imn- nen blik omhoog sloegen , dat zij ware wijsheid niet (*) Eerst in de laatste tijden heeft men zeer prijssclijk eenen anderen weg ingeslagen," zegt de schrijver in eene noot. Heb- ben de rampen kunnen worden voorgekomen , de gevolgen van vroegeren druk? De Christelijke liefde heeft hen voor den al- geheelen hongerdood behoed ; hebben de maatregelen van staats- wegc genoegzaam doel getroffen , om hen aan hun gelief koosd Emerald Isle de voorkeur te doen geven boven de Ameiikaan- sche natuur-wouden en moerassen? Vert. 16* 244 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. vertrouwden en echte staatsmannen achter stelden bij bloote schreeuwers en kwakzalvers. Zij weten, dat eene democratic slechts door algemeene bescha- ving en geestverlichting bevestigd is. Ook bestaat er nergens eene zoo algemeene , werkzame , invloed- rijke staatkundige opvoeding en werkzaamheid als in de Yereenigde Staten. leder burger daar leeft van de jeugd af in eenen atmospheer van openbare betrekkingen , waarvan men in- Europa naauwelijks eenig denkbeeld heeft. Geenszins bouden democra- tische instellingen alles in eene jammerlijke middel- matigheid; veeleer kan daarbij (zoo als uit de geschie- denis blijkt) een iegelijk, zonder stellige bij de wet vastgestelde verhindering , naar bet hoogste streven, en dit ztillen meerdere bereiken dan wanneer casten , geslotene standen, erfelijke en ambts-voorregten in den weg staan. Gewis bebben bij de verkiezingen van onderen op misslagen en dwalingen plaats; het is echter niet duidelijk , waarom uit eenige bij de wet afgeslotene en beperkte kringen meer bekwame ambtenaren zou- den voortkomen ; waarom in 't algemeen de niet- belanghebbenden uit adelijken , geestelijken , krijgs- lieclen , bovelingen , geleerden , het best en onpar- tijdigst zouden regeren. Onwaar is het , dat men in Amerika slechts rijken kiest , of dat de minder bemiddelden (Washington, Jefferson enz.) slechter geweest zouden zijn. Er bestaat in de Vereenigde Staten geene overheersching , noch van 't gemeen , noch van de rijken. De bevolking is tevreden en af keerig van omwenteling , want zij kan , als gezegd is, bij gewelddadige bewegingen niets winnen, maar alleen verliezen. Onze staatkundige kampstrijden (zegt deswege een Amerikaansch Schrijver) zijn wel niet geordend naar de regelen der fijnste, kunstma- - STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 245 tigste etiquette ; desniettemin ziin zij over -> t al- gemeen niet boosaardig, maar nuttig en verdien- stelijk. De partijen staan in Amerika met scherp en on- middelijk tegen elkander over; er zijn geene naauw geslotene onverzoenlijke minderheden, maar overal vinden wij bewegelijkheid , overgang en in elkander smelten. Ook is der minderheden nimmer het regt bemoeijelijkt geworden, door mond, pen en druk- pers hunne gevoelens voor te dragen en hunne partij te versterken. De vrije instellingen wiessen daar niet op den bodem van willekeur en zedeloos- heid , zijn niet de uitkomst van holle redeneringen , niet de vrucht van staatkundige opgewondenheid; zij zijn de langzaam rijpende, wijduitgestrekte , rijke oogst van vaste grondbeginselen en verstandig door- zigt bij ? t geheele volk. Daardoor hebben de zoo magtige massa's ten alien tijde zelfs het afdwalend Congres meermalen weder op 't regte spoor gehol- pen , meer tot stand gebragt dan de stoutsten ver- moedden , en zich zelven de waardigste , edelste, bekwaamste presidenten en overheden gegeven; alle bewijzen van het doorzigt, de zelfkennis en beradenheid, welke eindelijk boven alle opwellingen en hartstogten de overhand behouden. De vragen, welke Europa op eene zoo gevaar- lijke wijze verontrusten en zooveel ontevredenheid verspreiden (b.v. over vrijheid van drukpers , open- lijke regtspleging , aard en mate van staatkundige regten , gelijk- en vrijstelling aller belijdenissen en dergelijken) zijn in de Yereenigde Staten sedert lang geregeld en opgelost (*). Al deze ziektestof- (*) Hoevele vragen meer zijn er over dienstbaarheden , iftgt- regten enz., wier onschendbaarheid en onvervreemdb^iarheid nog steeds door hen wordt beweerd, welke staatknn^ige om- STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. fen zijn afgescheiden , en de staat is zoo krachtvol, de vrijheid zoo sterk gegrondvest , dat men het ver- kondigeri en ontwikkelen van elk afwijkend gevoelen zonder gevaar kan veroorloven en dulden. In den staatsregtelijken zin is er nog nooit een volk , zoo als in Amerika bestaat, op aarde ge- weest, en alle kwalen der democratic te zamen ge- nomen, hebben daar niet zooveel ramp veroorzaakt, als de eene (daar zelfs niet voorkomende) vraag: over de legitimiteit of illegitimiteit der heerschers, in Engeland, Frankrijk, Zweden, Portugal en Spanje. Wijl men dit inziet en beklaagt, is men echter daarom nog geen republikein ; er zijn des- wege nog geene bestanddeelen voorhanden om eene republiek te gronden. Veelmeer vergeten de meeste zoogenaamde republikeinen in Europa , dat gindsche grondwet, wat zij dan ook vooruit hebbe, vordert: zich te onderwerpen (*). Waar men steeds van boven af geregeerd en aan den leiband gehouden wordt, leert niernand zich zelven te regeren Terwijl in Amerika door zelf te beslissen de zaken voorwaarts gaan, en met de eigene regten ook de bekwaamheid en de edele, vrije zin toeneemt, kan men in menig land van Europa voor hoogere ambten zeer zelden geschikte mannen vinden, daar de jongeren door blinde af- hankelijkheid tot lijdelijke machine's gevormd zijn, en hun kracht en sappen reeds zijn uitgezogen, wentelingen uitlokken, doordien zij elke hervormiDg tegen staan, en er gecn begrip van hebben, hoe men persoonlijke regten met het staatsregt, en beide met het algemeene welzijn noodzakelijk in overeenstemming brengen moet. (*) Van daar valt menigen heerschzuchtigen liberaal de Ame- rikaansche veelomvattende democratie geweldig uit de hand, wanneer hij die op de plaats zelve leert kennen. STAATSREGT EN OPENBAAE LEVEN. wanneer zij eindelijk, wel niet de vleugels uitslaan, maar toch zonder krukken loopen moesten. Het aantal beschikkingen van boven af, der berigten van onderen op, der ontbeerlijke ambtenaren (mi- nisters, raden enz. tot kopiisten toe) groeit aan als een sneeuwval. De inmenging in allerlei za- ken, bet verordenen ook van 't onbeduidendste, het gemis van onafhankelijkheid en zelfbestuur kweekt of ontevredene , of gedachte- en gemoedelooze knech- ten, en in de plaats van krachtige werkdadige geest- drift treedt hoogstens eene wrevele, onvruchtbare kritiek. De democratie is in Amerika geene bijzaak, geene partijzaak ; zij is het wezen zelf , zoo als dit in an- dere Staten monarchic en aristocratie geweest zijn; en in weerwil van alle tegenkanting en alle on- aangenaam gevoel moeten andersgezinden zich aan- sluiten, en met of tegen dank, Jefferson's en zijner vrienden stelsel van vertrouwen op 't Amerikaansche volk, en even zoo de volksregten, prijzen. (*) Om- gekeerd zijn alle sluitredenen, die men van andere democratien en gemeenebesten nit de geschiedenis op Amerika toepast, onvoldoende en ongepast. De Vereenigde Staten zijn iets wezentlijk nieuws en eigenaardigs, dat bij eene vergelijking met vroegere verschijnselen meer strijdigs dan overeenkomstigs toont. Vooral is het Noord- Amerikaansche verre verheven boven alles wat de oude wereld in staats- regtelijke vormen aanbood of toestond. Zoo waren alle voorgewende democratien van dien tijd slechts oligarchien, alle voorgewende sfaate-regelingen slechts stads-regelingen. Zoo bereidde Hellas door onver- (*) Met menig ander volk zoude zijne grootsche proef be- zwaarlijk gelukt zijn. 248 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. eenbare strijdigheden en onophoudelijke inwendige oorlogen zieh den ondergang; zoo duldde Rome geene vrijheid buiten zijne stadsmuren (*), was al- leen tot den krijg maar niet tot den vrede ge- " schikt, en de consuls werden medegesleept in die rigting welke de overhand had; gelijk omgekeerd de Amerikaansche president zijne grootheid slechts als vredevorst kan toonen. Noch Athene, noch Rome, noch Venetie, noch Florence, noch Zwit- serland, noch de Nederlanden, verleenden aan ver- overde of op andere wijze verworvene landschappen een volkomen gelijk staatsregt; eerst de Vereenigde Staten staan in dit opzigt toe, wat regtvaardigheid en wijsheid gebieden. Wei geven in Noord-Amerika de democratische verkiezingen eindelijk overal den doorslag; maar overigens heerscht de democratie hoogstens in de kleinere plaatselijke kringen. Op den tweeden, hoogeren trap vertoont zich de plaatsbekleeding, het vertegenwoordigend stelsel, met eenen president in plaats van den monarch; en in de derde of hoogste plaats het verbondsstelsel , met zelfstandige en echter tot een leven verbondene Staten. Het is volstrekt onwaar, dat in de Vereenigde Staten overal de hoofdelijke meerderheid onvoorwaardelijk beslist; de stelling van den president, de inrigting van den senaat, de voorschriften over verandering der grondwet van 't Verbond en der bijzondere Staten enz. , wederleggen die meening ten vollen. Slechts door vertakkingen van allerlei aard en door het aanwezen van steden, landschappen en Staten wordt de vroeger onmogelijke democratie en volks- (*) Of wel de latere verleening van 't burgerregt viel in tij den , toen de republikeinsche vrijheid reeds ten einde liep. STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. 249 souvereiniteit mogelijk en verwezenlijkt. Zoodra het volk door zijne keuzen zich overheden heeft gegeven, oefent het geen verstorenden , wettelijken of gewelddadigen invloed meer uit, mengt het zich niet in de wetgeving of in den gang van 't be- stuur, maar gehoorzaamt blijmoedig, of houdt zich berustend tot den tijd der eerstvolgende verkiezing. Wanneer men die opklimming en wederzijdsche werking van volksheerschappij , vertegenwoordiging, monarchaal bestanddeel en bondgenootschap juist inziet, dan vervallen alle tegenwerpingen tegen de Amerikaansche staatsinrigtingen. Van uit dat punt, waar zich in eenen Staat de grootste magt bevindt, dreigt ook het grootste ge- vaar, en dat punt is in Amerika ongetwijfeld de democratie ! Zij kan van edel zelfgevoel tot ijdele aanmatiging , en uit deze tot vermetele minachting der wetten overslaan. Hoe grooter de regten en gemaakte vorderingen zijn, hoe meer men reeds bereikt heeft , des te meer staat er reeds op *t spel, en des te grooter zijn de verpligtingen. Ook de gezondste kan plotseling sterven, de ver- standigste tot waanzin vervallen , en zoo ook de ziekelijkste staat (als de Byzantijnen) een jammerlijk aanzijn eeuwen lang voortslepen. Moge doorzigt, gematigdheid , zelf beheersching , vaderlandsliefde , in Noord- Amerika zich voortaan even als vroeger in toenemenden staatkundigen invloed doen gelden; moge ieder, boven de onontbeerlijke zedelijkheid van den bijzonderen burger, zich verheffen tot de kennis en het doorzigt, wat de zedelijkheid en wijs- heid van eenen Staat is en vereischt; moge geen door vleijers op verderfelijke wegen geleid gemeen het hoofd opsteken; moge de ijver voor leerstellige overtuigingen de Christelijke verdraagzaamheid en 230 STAATSREGT EN OPENBAAR LEVEN. liefde met verdringen ! Dan zal (het is de zaak der eer, der deugd en der menschheid) het sedert 60 jaren geslaagde werk niet zinken , met te gronde gaan ; maar de Vereenigde Staten zullen met ver- dubbelden moed en verhoogde kracht op de roem- rijk betredene baan rusteloos voortgaan ! FMGMENTEN TJIT UEISBRIEVEN F. VOU RAUUfER, Boston, 22 April 1844. JLJen 19 den April kregen wij, na eene buitenge- woon lange overvaart (*) , eindelijk Nieuw-Schotland in ? t gezigt. De kusten der groote, veilige haven van Halifax zijn hoog genoeg ter bescherming , en begroeid met pijnboomen van slechts middelmatige grootte; de grond is meestal steenachtig en onvrucht- baar. De stad verheft zich rondom eenen heuvel, op welks top een welversterkte burgt ligt. Wij doorkruisten fnog eenigzins waggelend van zeeziektej de snel aangroeijende , maar overigens niet fraaije stad, zagen de ontbinding van net parlement aldaar . verzeld van militaire vertooning, en twee Indiaansche vrouwen, welke laatste mijne belangstelling bijna nog meer boeiden. Beide rookten tabak; de eene was bijster leelijk, de andere kon voor een mensch ge-' houden worden. Toen een rosharig jong Engelsch- rnan haar eene grove onkieschheid toevoegde, ant- (*) Vijftien dageii van Liverpool naar Halifax. DE VERT. 252 BOSTON. woordde zij zeer gepast: Mijnheer, gij beschaamt u zelf, met mij." Bij de schemering en in den nevel van den avond , kwam Halifax en de omstreken ons zeer schoon voor, en zoo hadden wij Amerika al dadelijk in 't gunstigst licht gezien. Des avonds van den 19 den voeren wij met gunstigen wind af naar Boston, maar hadden den 20 sten hoogst onaangenaam weder , en moesten den 21sten ? wegens den nevel, een' hal- ven dag stil liggen. Eindelijk zeilden wij des mid- dags, door een aantal eilanden van verschillenden vorm, de haven van Boston binnen; verlustigden ons in de zeer eigenaardige ligging der stad; namen onzen intrek in het Tremont-Hotel , aten regt sma- kelijk, en gingen (in weerwil van 't slechte weder) in de stad rond. Den avond sleet ik genoegelijk in leerrijke gesprekken met Professor B. , gelijk hederf voormiddag met Professor T. , die mij dadelijk kwa- men opzoeken. Ik gevoel mij, Goddank! regt ge- zond , opgeruimd en , na lange , gedwongene werke- loosheid, eindelijk aan de aanvang van nuttigen arbeid- Washington, 25 April. De noodzakelijkheid om dezen zetel van 't Congres spoedig te bereiken, heeft ons gedrongen de vier grootste steden van 't noordelijk Amerika door te vliegen. Deze spoed schaadt niet , daar wij voor langeren tijd hier terug komen; veelmeer geeft ze aanleiding tot eigenaardige opmerkirigen en ervarin- gen. Naauwelijks zouden ergens vier dergelijke ste- den in zoo korten tijd te bereiken zijn. Boston, even als Venetie, rondom door water omgeven, en NOORD-OOSTEN. trotsch op zijn aard en beschaving; New-York in grootte en werkzaamheid al de andere overschadu- wende ; het schoone , zindelijke , vrolijke Philadel- phia; en Baltimore, dat York op zijde streeft. In Halifax zagen wij nog ijs en sneeuw ; in Boston de eerste sporen van 't ontluiken der boomen ; tusschen New- York en Philadelphia den winter reeds meer door de lente verdrongen; tusschen Philadelphia en Baltimore de rijke boomgaarden, vooral de appel- boomen , in den prachtigsten bloei ; hier in Washing- ton, 's morgens om 6 uur, 17 graden Reaumur, en niet het minste spoor meer van 't geen wij vodr drie dagen nog zagen. Over 't geheel wordt het land schooner, wanneer men zuidelijker komt, zon- der eigenlijk een schilderachtig karakter te hebben. In Nieuw-Schotland en Massachusetts veel steenen en nergens bijzondere vruchtbaarheid ; zuidelijker is men meer als te huis, het land doet zich meer va- derlandsch voor. Het maakte echter een groot on- derscheid, dat wij over zoo vele bevaarbare, diepe rivieren heensnelden en zoo magtige zeeboezems aan- schouwden. Zeer schoon was het uitzigt op den Susquehanna benedenwaarts , en nog schooner (Rhijn- achtig) opwaarts; even zoo bekoorlijk en afwisselend een oord, Ellicot-Mill , tusschen Baltimore en Wash- ington. Van de laatste stad, of wel van haren aanleg, heeft men veel te zeggcn gehad. Zij geeft den indruk van eene vrolijke , welgelegene, ordelijke badplaats. Meer er van, wanneer ik meer weet v De tolbeambten hebben ons bij onze aankornst in 't allerminst niet geschoren. Overal komt men ons vriendelijk te gemoet. WASHINGTON. Charleston, 7 Mei. Den 24 s ten April voeren wij van Baltimore naar Washington, en bleven daar tot den 50 sten . Het plan tot deze stad is gewis naar eene verbazend groote schaal aangelegd , en slechts voor een klein gedeelte uitgevoerd. Cm onderscheidene redenen mag men ook twijfelen , of het wel immer uitgevoerd worden zal. In vergelijking met den omvang en de vooruitzigten der Vereenigde Staten , was echter de omvang van Berlijn , zoo als Friedrich Wilhelm I dien stout bepaalde, nog grooter dan die van Was- hington , en evenwel overschrijdt Berlijn die grenzen in onderscheidene rigtingen. Het belaiigrijkst onder- scheid mag dit zijn, dat in de Vereenigde Staten alle steden door vrije handelsbetrekkingen bloeijen, en de zoogenaamde hoofdstad geen bestendige zetel van een hof en eene magtige regering is. De om- liggende Staten overvleugelen het centrum; even zoo als in Duitschland, Regensburg, Wetzlar en Frank- fort a/M. door rijks- en bondsdagen niet spoedig voor- uitgekomen zijn. Washington heeft eene gunstige jigging, en, vooral van de presidentswoning en het kapitool, een zeer schoon uitzigt pver den Potow- mak en de met wouden omringde landstreek. Wel is waar mist de wereld vroegere daden en herinne- ringen, welke het kapitool te Rome zoo veel belang- rijks geeft; doch in plaats daar van treedt hier het tegenwoordige ; - - en de Goddank ! vreedzame strek- king der menschheid zal zich niet laten vervoeren door Oud-Rome's krijgstriumfen over vernietigde vol- keren! De zittingzalen voor den Senaat en de Ka- mer der vertegenwoordigers zijn smaakvol in de beide vleugels van 't kapitool aangelegd , en de koepel, die zich trotsch in het midden verheft, is versierd met BALTIMORE. ") tafereelen uit cle vroegere geschiedenis der Vereenigde Staten. Bijzonder treiFend vond ik de uitvoering der onafhankelijkheids-verklaring, door de vele beeldte- m'ssen der groote mannen, die daaraan deel namen. Tot hiertoe woonde ik slechts eene zitting der ver- tegenvvoordigers bij, \vaarin een der afgevaardigden eene onbeduidende rede hield ter verdediging der be- schermende regten. De nieuwere bepaling , ^dat geen afgevaardigde langer dan een uur spreken mag, heeft wel aan het eindeloos lang- en veel-spreken een einde gemaakt; het is echter geenszins een ge- lukkig middel, en past niet voor alle omstandighe- den en personen. Demosthenes, Pitt, Burke, spra- ken zeer dikwijls langer dan een uur, en 't geen voor geringe talenten een noodzakelijke en heilzame teugel is , wordt grooten mannen tot een knellenden en nadeeligen boei. Ook in dit opzigt moest ieder zel/beheer (*) in beoefening brengen. Den 50 sten April keerden wij langs den spoorweg naar Baltimore terug, om de conven- tie voor Clay, zijne nominatie en ratificatie, bij te wonen. Alle logementen en tallooze bijzondere wo- ningen waren opgevuld met vreemdelingen , en slechts door tusschenkomst van den Heer G. (een onzer reisgenooten) bekwamen wij nachtverblijf in Exchange- Hotel. Een ander invloedrijk persoon verwierf ons de zeldzame overgroote gunst van toegano; tot de kerk der Universalisten , waar de volgens districten gekozene afgevaardigdigden der 26 Staten den Isten Mei vergaderden , om over den kandidaat der Whig- par tij te beraadslagen en zich te verstaan. Men ging , zoo als altijd , onder strenge inachtneming van zekere vormen te werk, waardoor orde en gema- (*) Self government is een woord dat in Amerika ten opzigte van regeringszakcn aan de orde van den dag is. DE VERT. 256 WHIG -CON VENTIE. tigdheid bewaard bleven. Vooraf was gezorgd voor verdeeling der plaatsen , de oprigting van een hoog spreekgestoelte enz. Nu volgde de keuze van eenen president, vice-president en secretaris, eene doel- matige korte godsdienstoefening , en Let voorlezen van een toepasselijk hoofdstuk uit den brief aan de Ephesen. Toen hierop een der afgevaardigden het voorstel deed, om Henry Clay tot Whig-candidaat voor den presidentsstoel te benoemen, verhief zich eene algemeene luide toejuiching. Eer men echter kon overgaan tot het voorstellen van een vice-presi- dent, ontstond op de galerij (Vij zaten beneden tus- schen de afgevaardigden) zulk een versclirikkelijk gedruisch en geschreeuw, als of er moord en dood- slag geschiedde. Eerst na eenige minuten bleek het, dat een ingedrukt venster de vrees had doen ontstaan voor het instorten der galerij. Niet voor de derde stemming verkreeg Frelinghausen de vol- strekte meerderheid tot vice-president. Gewis kon men niet zonder deelneming en be- wondering zien , met welke orde en tevens levendige belangstelling , de afgevaardigden van 26 vrije Sta- ten hier vergaderden en beraadslaagden , om , vol- gens beste kennis en geweten , een hoofd van 't ge- meenschappelijk vaderland te kiezen. Des avonds gingen wij naar onderscheidene plaat- sen, waar aanzienlijke Whigs in den geest hunner partij tot het souvereine volk spraken, en reeds daarom algemeenen bijval vonden, wijl hunne te- genstanders wegbleven. Den 2den Mei trokken niet alleen de afgevaardig- den, maar ook alien die overigens uit de 26 Staten naar Baltimore gekomen waren, en vele inwoners der stad zelven, in statelijken optogt naar eene opene plaats buiten de stad. ledere afdeelino- had O'PTOGTEN. ->/ hare eigene zinnebeelden , opschriften , kernspreuken , toespelingen enz., tot welker oproeming en verkla- ring verscheiden bladzijden zouden noodig zijn. Wei is waar geene uniformen , geene militaire orde , maar kleeding, houding en gang geheel naar welgevallen. Algemeen intusschen en uitbunclig was het hurra- geschreeuw, het zwaaijen met hoeden en zakdoe- ken, en alle mogelijke bewegingen met armen en beenen. In weerwil van eenige , ligt op te merken kleine belagchelijkheden , was dit het belangrijkste en waardigste volksfeest, niet alleen dat ik ooit ge- zien heb , maar dat thans op aarde mogelijk en be- staanbaar is. Zonder policie- of geregtsdienaars , niet de minste wanorde, geen dringen of stooten, den weg vrij gelaten zonder moeite, twist of bevel. En buitendien was het zeer wellevend, dat alle ra- men van al de huizen (met slechts hoogst zeldzame Tiitzondering) aan de dames waren ingeruimd. De Whigs houden hunne zege voor hoogst heilzaam en volledig beslist; en de vele duizenden, die met de hoogste geestdrift hieromtrent eensgezind zijn , in aanmerkirig nemende, is men geneigd met hen in te stemmen. Voorzeker zijn zij tot mi toe met meer beleid te werk gegaan dan hunne tegenstanders. Zij legden 1 . alle bestaande gebreken (zoo als we- derkeerig ook van den anderen kant geschiedt) hoofdzakelijk aan de tegenwoordige regering ten laste , en beloofden die gebreken te verhelpen ; 2. zij werkten op heerschende meeningen en yoor- oordeelen , en maakten zich die ten nutte; 5. zij vereenigden zich voor eenen man, terwijl de tegen- partij onderscheidene candidaten voorstelde en daar- door zich verzwakte; 4. zij hielden hunne bij- eenkomst vroeger , en wonnen daardoor waarschijnlijk in meer dan een opzigt. II. 17 .-J LOGEMENTEN. i Charleston , 8 Mei. Inderdaad hadden wif in Baltimore dag of nacht geene rust, want het redevoeren en hoerageschreeuw duurde tot 's nachts te twee uur, en de muziek der vermoeide muzikanten was tel- kens uit de maat. Thans van iets anders dan politick. Wanneer men hier de grootte der voornaamste lo- gementen en het aantal gasten ziet, vindt men het zeer natuurlijk dat niet voor ieder afzonderlijk de rekening gemaakt wordt. Allen betalen evenveel per dag, zij mogen eten of niet, waarbij dan ge- wis de een voordeel, de ander schade heeft. Des middags' liggen er groote spijslijsten (bills of fare) op de tafel. De zwarte bedienden echter kennen dikwijls de Fransche benamingen (b. v. fricandeau, cotelettes) niet, men mag ze uitspreken zoo men wil, en evenmin baat het het geschrevene of ge- drukte met den vinger aan te wijzen, daar zij zel- den lezen kunnen. Verlangt men alzoo die gereg- ten , dan bekomt men ze gewoonlijk in 't geheel niet, of zoo laat dat al de anderen ver vooruit zijn en men zijn genoegen niet bekomt. Zoo krimpt dan de lange spijskaart geweldig ineen, en het is het geradenst niet te gaan boven het algemeen verstaanbare : beef, mutton, lamb en chickens. Namiddag den 5 Mei bestegen wij de stoomboot Herold om naar Portsmouth , tegen over Norfolk te varen. Zeer schoon was de te- rugblik op Baltimore, en aangenaam de vaart door de Chesapeake-baai. Heerlijke wolken , een zons- ondergang met de schoonste kleuren, voorts de maan , en daar tegen over de bliksem , door don- WOUDEN. kere wolken brekende. Maar op den schoonen avond volgde een akelige nacht. (*) Zaturdag 4 Mei reden wij van Ports- mouth in Virginie naar Weldon in Noord-Carolina, beschouwden hier den kleinen , maar niettemin be- valligen waterval van de Roanoke , welks water even geelachtig is als van Elbe of Tiber, sliepen een paar uren, bestegen 's middernaclits een ande- ren stoomwagen, ontbeten te Goldborough en kwa- men des middays van den J> te Wiltoington. Het O O land is niet schilderachtig schoon; een vlakke, ligte, vaak natte grond; zeer weinig gras, en slechts hier en daar, gewis ten gevolge van den spoorweg, nieuwen aanbouw. Het waarlijk bekoorlijke en eigenaardige zijn de wonden : meerendeels zoo digt , zoo magtig , en tevens in zoo grootsche , natuur- lijke wanorde, als meer bevolkte landen niet kun- nen aanwijzen. Ook hier wijken de wouden (even als de dieren en Indianen) voor de Blanken terug; maar hetgeen thans niet geteld, zelfs verspild of veronachtzaamd wordt, zal eens smartelijk worden gemist en moeijelijk te herstellen zijn. De wouden vormen het hoofdsieraad , de golvende lokken der natuur. Roeme wie wil de dorre bergen van Si- cilie', de Campagna; zij gelijken den kalen schedel eens waardigen grijsaards, die vele herinneringen in zich draagt en aanwijst, maar niets meer in jeugdige schoonheid kan ten toon spreiden. Dan komt de zoogenaamde hoogere boschwetenschap en maakt paruiken en valsche lokken, die het ver- (*) Door slechtere slaapplaats namelijk, dan besproken was ; door 't getrappel van drie paarden vlak boven 't hoofd; door drinken , rooken , spuvven , spelen , twisten , zwetsen , zingen of wel schreeuwen van 't reisgezelschap tot zonsopgang toe. Wij hebben ons hier en daar gedrongen gevonden het ver- haal van den Schrijver te bekorten, waar het hem persoonlijk of als Dnitscher betrof. DE VERT. \r 260 CHARLESTON. lorene kunstmatig vervangen, maar zonder den gloed en de kracht der jeugd. Voorzeker kan de vruchtboom, het koren, de rijst, Let katoen, zelfs de mensch met gedijen in de overgroote, ge- weldige wouden; maar elke vooruitgang gaat met eene wisseling, elke wisseling met een verlies ge- paard. Wanneer de storm bruischt door de wou- den der Allegbanis , dit hoofdhaar der natuur , dan is het mij te moede alsof eene reuzenjonkvrouw de wonderbare beheerscheres dezer plantenwereld is, door wie men meer wordt aangetrokken, dan door de metalen jonkvrouw in Tiecks Runenberge , die door goud aanlokt en tot gierigheid verleidt. Charleston ligt tusschen de rivieren Ashley en Cooper, welke zich uitstorten in zee- boezems, die door eilanden tegen storrnen beschut zijn. De gele koorts komt hier veel zeldzamer voor dan in New-Orleans. Men, kent geene bepaalde oorzaak dezer ziekte. Zij kwam voor bij allerlei wind, droogte, vochtigheid, warmte en koelte. Half Mei keeren de inwoners van hunne plantagien terug, want de stad blijft gezond, terwijl de blanke menschen ginds sterven ; daarentegen verdragen de negers dezelfde lucht en gevaar zonder door de koorts aangetast te worden. Reeds thans laat men ons niet toe de rijstplantagien te bezoeken , wijl eene nacht hoogst gevaarlijk kon worden. Daaren- tegen zijn de groote katoenplantagien bij Columbia volkomen gezond. Vele nette huizen , rondom met veranda's , zien er ongemeen bekoorlijk en dichter- lijk uit, daarentegen heeft het plan ten rijk nog geen eigenlijk zuidelijk karakter, zelfs in Napels is dit sterker. Wijn tiert in Charleston niet, en men ziet er geene oranje en citroenboomen zoo *als in Sor- rente. Wei staan er enkele in de tuinen t doch deze bevriezen soms bij strenge winters. COLUMBIA. 261 Columbia 12 Mei. Vrijdag 10 Mei, 'smorgens negen uur, vertrokken wij per spoorwagen van Charleston naar Columbia, en elk betaalde voor 120 Engelsche mijlen (iO uur gaans) 15 a 16 gulden Ned. De grond is hier goedkoop, de aanleg der banen zoo gemakkelijk mo- gelijk, maar alle handenarbeid zeer duur en het aan- tal reizigers gering, van daar de hooge prijs. De weg liep bijna altijd door woud (minder loof- dan naaldhout); maar de invloed van den spoorweg bleek nit de menigte langs den weg nieuvv aangelegde ka- toenplantagien. Dat van de oude schoone boomen op de voor kultuur bestemde ruimten zelfs geen enkele verschoond bleef, moge dienstig wezen voor de ka- toenteelt, maar bevordert de schoonheid niet; en wanneer de zoo ligte zandgrond bij de brandende liitte meer en meer los en tot stuifzand wordt, laten beschermende boomen zich maar zoo niet voor den dag tooveren. Met eenige mannen bij wie wij aan- bevolen waren, gingen wij 's avonds half negen naar \ gymnasium (college) waar rede-oefeningen door de scholieren werden gehouden. Eene soort van kapel was hiertoe ingerigt; op de galerijen za- ten meest vrouwen en jonge dames, beneden in 't ruim mannen en scholieren , de sprekers stonden geheel vrij op eene verhevenheid; ter zijde van hen zaten toehoorders van aanzien en rang, tusschen welke men ons in schoof, ofschoon wij beleefdelijk ons daarvan wilden verschoonen. De sprekers had- den hunne geschrevene stukken goed van buiten geleerd, en behoefden slechts zelden even er in te zien. De onderwerpen waren goed gekozen en, 'tgeen ik niet verwacht had , grootendeels geschied- REDE-OEFEN1NG. kundig, welk vak hier anders niet bijzonder ge- eerd is, omdat Let voor 't praktische leven velen van weinig nut schijnt. Zie hier eenige onderwerpen : Eerste avond: 1 . Napoleon op ? t eiland St. Helena. 2. Wederkeerige betrekking tusschen openbare meening en wetgeving. 5. Uitwerkselen der hedendaagsche verspreiding van goedkoope literatuur. 4. Invloed der werken van Johnson en Gibbon op den Engelschen stijl. 5. Beoordeeling van Moore's Epicuristen. 6. Vergelijking tusschen heidensche en christe- lijke verdraagzaamheid. 7. Vorming van den volksgeest. 8. Literarisch karakter van Macaulay. Tweede avond (dien wij bijwoonden) : 1. Welke omstandigheden hebben in den voor- uitgang der volken , aanleiding gegeven tot verre volkplantingen ? 2. Herroeping van het Edict van Nantes. 5. Nut van 't reizen in vreemde landen. 4. Beschaving der Azteken (*). 5. Burgerlijke en godsdienstige inrigtingen in Tibet. 6. Oorzaken, welke het verval van de magt der Vereenigde Nederlanden te weeg bragten. De redevoeringen waren over 't geheel goed, zoo goed als de beste leerlingen onzer Gymnasie'n die maken zouden. De eerste redenaar verviel in eenen Aziatischen of wel Amerikaanschen redenaarstrant met overdrevene bewegingen en afwisseling van stem. De anderen hielden meer maat;^ de vierde sprak uitnemend gepast en natuurlijk. De voordragt van (*) Heerschende natie in Mexico, tijdens de verovering door Spanjaarden. * K ATO EK B O L' W . - 5 den laatsten was zeer verstaanbaar en bevatte nut- tige toepassingen op de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. leder spreker werd meer of min met handgeklap , of wel met stok- en voetgetrom- mel toegejuicht. Tusschen elke spreekbeurt speelde een troep negers steeds hetzelfde stuk, ten naasten bij als bij ons in een paardenspel. Eenmaal kreeg de voorspeler het in den zin, midden in 't stuk van toonaard en maat te veranderen, 'twelk mij als een schot door 't lijf ging. Ik verstond geenszins alles wat de sprekers zeiden; de schuld lag echter niet alleen aan mij, want van 'tgeen duidelijk en natuurlijk gesproken werd , ontging mij geen woord. Columbia. 15 Mei. Eergisteren verhief zich een storm , die echter regen noch koelte aanbragt, maar bran- dend heet was als een Sirocco , zoodat (in weerwil van alle voorbehoedmiddelen) de Thermometer den dag door op 25 Y a graad Reaumur stond, en de hitte ons lusteloos en tot alles ongeschikt maakte. Gisteren reden wij , bij groote , of- schoon dragelijke hitte (er woei geen Sirocco) naar eene katoenplantagie. Er zijn twee soorten van ka- toen : de fijnere , langere en duurdere wordt op zan- dige eilanden aan de zeekust , de kortere , grovere in grootere hoeveelheid meer landwaarts verbouwd. Men verdeelt den grond naar mate zijner deugd in bedden van ruim \ tot bijna 2 meter (4 a 6 voet) breed, en ploegt die tweemaal in de lengte over, de tweede maal met een hoogen rug op 't midden van het bed. Hierop wordt" (eveneens met slechts een paard) door eene kleine ploegschaar van de ge- claante eener vrouwenschoen, over den rug eene 264 NEGERS. voor gemaakt, in welke men in Maart liet zaad tamelijk digt uit de hand strooit. Hebben de plan- ten vier tot zes bladen, dan ploegt men nog eens ; tusschen de rijen , en geeft daarna met den hak aan de bedden den vorn) van onze aspergie-bedden. Men zaait, zoo als ik zeide , tamelijk digt, omdat door koude, schraalte, insecten en wormen vaak een goed deel der planten verloren gaan. Grebeurt dit niet, dan worden de zwakkere planten met\de hand uitgeplukt, en ook het onkruid zorgvuldig uitgewied. In September begint de oogst; iedere vrucht wordt naauwkeurig geplukt , stelen en bladeren legt men op het lage gedeelte van het bed , ploegt die onder , en plant in 't vblgende jaar over deze halve bemes- ting. Van eene andere bemesting of van vrucht- wissel is ninwner sprake. Door een eenvoudig werk- tuig scheidt men de zaden van het katoen , en voor zoo verre die niet weder worden gezaaid, gebruikt men ze tot veevoeder of voor olie. De prijs van J t katoen is, vooral door het bovenmatig toenemend verbouw, zeer gedaald. Met uitzondering der op- zigters, zijn alle arbeiders negers en uegerinnen, in Amerika geboren. Aan schoonheid van gelaat bij deze laatste is (volgens Europesche zienswijze) wel niet te denkeii , eenige hadden evenwel fraai ge- vormde schouders en armen. De woningen der slaven zijn meest op dezelfde wijze gebouwd, be- hoorlijk ruim , tot verblijf en haardstede , en eene slaapkamer. Bij het groot getal kinderen , mag het intusschen meermaien bekrompen genoeg zijn , maar onder dit klimaat leeft luen meest onder den vrijen hemel. Alle negers zagen er welgevoed uit; vooral waren de kinderen zindelijk, glad, dik en vet. leder wordt gewoonlijk op 't land eene bepaalde vlakte (task) ter bearbeiding aangewezen. De vlijtigen heb- HEISAVAGEXS. 2G5 ben dikwijls reeds om twee uur gedaan, en beste- den den overigen tijd om een him toegestaan stuk land te bebouwen. Ook drijven zij veel hoender- teelt. In alien opzigte is de persoonlijkheid van den meester voor hen van 't hoogste belang. Richmond, in -Virginie, 20 Mei. Den 17 den vertrokken wij met eene stoomboot naar Wilmington; den 18 den bij zeer groote hette langs den spoorweg tot Wildon , en den volgenden nacht per spoorwagen en rijtuig naar hier. De nacht was natuurlijk koeler dan de dag, maar toch hoogst ongemakkelijk. Zoo decide ik mijne plaats , die alleen voor mij bestemd was, met een reuzen- lang heer, die in 't geheel geene plaats bekomen had. Eerst behield ik ongeveer de helft , later in den slaap breidde mijn makker zijne te zamen ge- vouwen reuzenleden uit, en leide zich zoo over mij heen , dat hij mij als 't ware bedekte. Nu kwam het tot een nieuw verdrag. Ik strekte mijne bee- nen van de zitbank regt uit, hij vormde met de zijnen een viaduct over mij heen, en schraagde de ontzettende boog tegen de lijsten van een gesloten zijraam. Om het gevaar van instorten voor te ko- men, sloeg men voor, een strik om de reuzenbeenen te slaan en die hooger vast te hechten ; daar echter het hoofd reeds een paar voet lager lag dan de voeten, scheen het toch al te zeer tegen de natuur te strijden die nog hooger op te halen. Bij derge- lijke omstandigheden blijven de Amerikanen heel gelaten , verliezen hunne kalmte niet , en zien slechts op de hoofdzaak dat het voorwaarts gaat. Hiermede zou ik mij ligter kunncn vereenigen dan met hunne 200 ! ', E IvI 4 DII O U WKU X ST . drooge , statige, stomme Zondagen, op welke liier bijna alleen de negers en negerinnen vrolijkheid en levenslust toonen. De negers pronken en pralen nevens hunne schoonen , met manchetten , witte handsclioenen , wandelstokjes eriz,, zoodat onze jonge Europesclie elegants zich met fattiger kunnen aan- stellen ; en de negerinnen , in 't wit geldeed met rosalinten, doen de kleur barer huid niet minder uitkomen dan onze dames. Onder de blanken zijn de mannen betrekkelijk veel grooter en krachtiger dan de vrouwen ; deels ten gevolge der leefwijze. Washington 26 Mei. Het kapitool te Richmond heeft eene voortreftelijke ligging, en even als een Akropolis, naar alle zijden , een mini uitzigt tot diep in het land. Daar staat ook Houdons standbeeld van Washington, zeer treffend en gelijkende van beeld- tenis , maar zonder waar kunstgevoel of veredelirig. Naauwe laarzen en broek , dunne beenen , aanleg tot een leelijken buik , staart en stok. Maar het minzaam, edel gelaat van Washington blijft de hoofdzaak. Op de eene zijde van 't bordes des kapitools heeft men zeer onlangs eene uit Napels gekomen marmergroep van Persico geplaatst: Columbus, magtig wijd schrijdende; met de linkerhand leunt hij onvoegzaam op de heup , in de hoog opgehevene regterhand heeft hij eene wereldbol of een kegel- bal. Aan zijne zijde staat in wonderlijk gebogen stand eene Indiane, vol hoop of vrees. Beide knieen akelig verdraaid , de handen meer dan scherp omgewend, en van achteren te zien als . MONTICELLO. -07 De geheele groep is volkomen in den stijl on smaak van overdrevene tooneelspelers. Op eene Parijsche brug mag dergelijke kunst aan de orde van den dag zijn; ik kan het werk niet goedkeuren, en nog minder bewonderen. Een ander nieuw standbeeld van den Amerikaan Greenougli stelt Washington zittende voor, meer dan levensgroot, in Romeinsche kleeding of veel- meer als een donderende Jupiter, het bovenlijf ge- heel naakt. Bij al het prijzenswaardige dat het werk toont, wil deze behandeling en.opvatting mij toch niet bevallen (*), en een Amerikaan merkte aan , dat de arme Washington rilde van koude en wel spoedig een hemd zou aantrekken. Ranch heeft dergelijke opgaven , vooral wat ontwerp en verfraai- jing van 't gewaad betreft, verreweg gelukkiger opgelost. Donderdag 25 Mei gingen wij in den vroegen morgen, van Charlotteville , (Virginie) door klaver- velden en woud , naar Monticello , de woonplaats van Jefferson. Een plein, door een halfbouwval- ligen muur ingesloten , wekte onze opmerkzaamheid. Alles veronachtzaamd , wanordelijk , een half inge- zonken graf, eene granieten pyramide, den ge* boorte- en sterfdag vermeldende, beschadigd, naar eene zijde reeds overhellende , de inscriptie uitge- brokkeld (t). (*) Ook tegen de vierde zijde der inscriptie zouden strenge philologen vrij wat kunnen inbrengen : Simulacrum istud, ad/ magnum liberlatis exemplum , nee sine ipsa duraturum , Horatius Greenough faciebat. (}) Jefferson's gezin en verwanten hebben geld aangewezen tot herstel van het monument; maar het is niet toereikend ge- weest , of niet behoorlijk aangewend geworden , of wel toont de tijd alweder zijne vernielcnde magt. 268 WASHINGTON. Washington 2 Junij. 's Namiddags ging ik met de Heeren G. en H. naar den tuin van den President, waar alle Zaturdagen muziek gemaakt wordt. De rood- gekleede muzikanten stonden op een hoog zeer smal stellagie , en speelden meest stukken uit Ita- liaansche opera's. Het vermakelijkste was ongetwij- felcl de menigte heeren en dames, die in den tuin rondwandelden. De dames zeer opgetooid (meestal gestre'epte kleeding van schitterende kleuren op wit- ten grond) en veel bevalliger, dan ik tot nog toe in Amerika had aangetroffen. Men sloeg voor naar den President te gaan , 'tgeen mij (ik was in mijn overrok) ongepast voorkwam. Toen ik echter ver- scheidene , die even eens gekleed waren , mij zag voorgaan en hun tijdelijk opperhoofd vertrouwelijk de hand schudden, volgde ik dit voorbeeld en er- gerde mij volstrekt niet aan de afwezigheid van alle etiquette. Veeleer kwam deze vriendschappelijke ge- lijkstelling van vrije mannen mij veel aartsvaderlijker, voor, dan wanneer djt woord bij ons van betrek- kingen gebezigd wordt, waar de grootste ongelijk- heid ten grondsiag ligt. In 't algemeen merk ik bij mij zelven op , hoe noodzakelijk het is , om niet (ZQO als de meeste reizigers) aan Heinigheden in Amerika te groot belang te hechten , en daardoor het groote voorbij te zien. Hieromtrent wordt thans Dickens sterk gelaakt. Washington, 6 Junij. Ik bezag het Patent office. De ver- zameling van werktuigen is rijk en uitmuntend, OCTKOOUEN. voor natuurlijke historic een goeden grond gelegd, en van eene reis om de aarde ' onder Wilkes en anderen, uit de Zuidzee eene groote menigte be- langrijke voorwerpen aangebragt. Kok, vest en broek van den goeden ouden Washington , (die hij bij 7 t nederleggen van 't opperbewind droeg) hingen in vreedzame nabuurschap naast de veder- en kora- lentooi van Indiaansche opperhoofden. Gewis too- nen deze naar Europesche zienswijze meer eigen- aardigs en poetisch dan gindsche civile of militaire uniform. Hadde slechts de wereldgescbiedenis maar lets van al het wildendom! Ter belooning van nuttige uitvindingen worden hier patenten (octrooijen) verleend, meestal voor 44 jaren. Tot heden toe bedraagt hun geheele getal sedert het bestaan der Vereenigde Staten 15,525. In 1845 verleende men 551 nieuwe, en 446 oudere liepen ten einde. Het patentbestuur is tevens een middenpunt voor verbeteringen in landbouw en handwerken. Zoo verzond het in 1845 bij de 12,000 patenten met zaden. Gisteren reden wij naar Georgetown. De uitzig- ten over den Potowmak, over de reeks heuvelen die er langs loopt, en over eenige zijdalen, zijn hoogst bevallig; het merkwaardigst is het Chease- peak-kanaal. De steenachtige , onregelmatige bed- ding van den Potowmak was volstrekt onbruikbaar voor scheepvaart. Hierom heeft men het water grootendeels opgevangen en in een.kanaal afgeleid, dat langs de rivier loopt. Deszelfs bodem is wel bij de 10 meter hooger dan de rivierbedding , en naar de zijde der rivier is de kant met gemetseld muurwerk opgetrokken. Ja, bij Georgetown wortft het geheele, uit den bijna drooggemaakten Potow- mak gevoede, kanaal, dwars over de rivierbedding 270 MOUNT VERNOX. naar de andere zijde overgebragt. De schepen schijnen over eene brug of bijna door de lucht te zeilen , * en met verbazing ziet men neder op de rotsklompen en het ongewone bruisen in de diepte. Bij ondernemingen en werken van dezen aard too- nen de Amerikanen hunne grootheid, zoodat men andere kleinigheden , die van onze inrigtingen en gebruiken afwijken, wel over 't hoofd mag zien. 8 Junij. Gisteren reden wij met Dr. L. en zijne vrouw bij groote hitte naar Mount Vernon. De weg naar Alexandria was tamelijk goed , maar toen ging het bergop bergaf over stok en steen. Wash- ingtons huis schijnt ruim genoeg voor den eenvou- digen, eerwaardigen man, maar zal (het is van hout gebouwd) niet heel lang tegen de vernielende hand des tijds bestand zijn. Meer dan het huis van Loretto verdiende het in een duurzamer besloten , en voor de deelnemende nakomelingschap bewaard te worden. Aan den eenen kant ziet men eene groene vlakte , door hooge boomen ingesloten , en van den anderen kant zijn schoone vergezigten naar den in de diepte stroomenden Potowmak. Wash- ington's lijkkist is van de eerste plaats naar eene andere gebragt, in een marmeren sarkophaag be- sloten, en thans door een steenen gebouw althans tegen sneeuw en regen beveiligd. Baltimore, 10 Junij. Gisteren namiddag ging ik naar een welgelegen herberg buiten de stad, waar de Duitschers bijeen- komen. Een geweldig onweder drong ons in eene kegelbaan bijeen, waar gedurende de heftigste don- derslagen (even als bij alle weer) gepolitiseerd , en Europa en Amerika in orde gebragt werd. Eenige onzer landslieden duidden Europesche gebreken juist genoeg aan, maar wilden verbeteringen kortweg met geweld doordrijven. Toen ik deze middelen en wegen onbeschroomd tegensprak, spraken andere van Amerikaansche gebreken , en het viel niet moei- jelijk te erkennen, dat dwalen menschelijk is, en niet om alle boomen eene schors kan groeijen. Even als onze absolutisten alle kwaad in 't volk zien en bij 't volk zoeken , zoo heerscht liier eene neiging om alle Europesche gebreken den vorsten en koningen te laste te leggen. Gene hebben te weinig achting en deelneming voor 't volk; deze verwisselen soms willekeur van ? t gemeen met den waren volkswil. Van een gebouw , dat eene soort van medisclie universiteit bevat, had ik een voortreffelijk uitzigt. Zoodanige inrigtingen zijn er twee in de stad, welke door vereeniging aller krachten gewis meer nut zou- den stichten , dan door afscheiding en afzonderlijke , onvolkomene wedijver. Met den Heer B. M. ging ik naar den Heer G., die eene voortreffelijke verzameling van hand- schriften bezit, en mij voor Europische vele Ame- rikaansche gaf. Over Persico's standbeeld van Co- lumbus oordeelde de Heer G.' juist als ik: Columbus zag er uit als een Fransche dansmeester, stand en kleeding van het meisje waren verkeerd, enz. Het huis van dien heer Was zeer smaakvol ingerigt, en met schilderstukken en beeldhouwwerken versierd. Eene liggende vrouwelijke gestalte van Greenough verdiende hoogen lof. Ter dezer plaatse , waar ik Amerikaanschen smaak IIEIN1NGEN. BRUGGEN. en kunstgevoel roem, zij het my vergund, aan twee zaken te herinneren, die dit gevoel kwetsen. Yoor- eerst de zoo vaak gelaakte tuinen of heiningen. Regie tuinen (die men hier en daar begint te zien) doen dezelfde dienst; en wanneer men niet verzuimt de palen van onderen te verkolen, duren zij lang. Maar die zigzags met hunne spinnekops-pooten ma- ken op ieder die aan inaat, harmonie en schoonheid \ 7 an lijnen gewoon is, den onaangenaamsten indruk. Nog erger staat het .met de geheel overbouwde brug- gen. Deze wijze van bouw moge wegens den iii- vloed van het weder noodig of dienstig wezen, het hout moge er niet aan verspild zijn , het is toch voorzeker een blijk van onverschilligheid voor na- tuurschoonheden , dat men over, rivieren , die de verrukkelijkste gezigten opleveren , even zoo tusschen planken afsluitingen moet doorgaan, als Krusenstern in Japan tusschen linnen zeilen, om toch vooral niets te zien. Zelfs zijn er nergens vensters of openingen gelaten, om uit te kijken; en de Broad- rivier b. v. , "die ik op mijnen geboortedag ten loon voor de vuurproef zien zoude, bleef mij verborgener clan Mozes het beloofde land. Pittsburg^ 13 Junij. Zoo hadden wij welgemoed en welvarend een goed deel onzer noordwestelijke reis afgelegd. Wilt gij ons aanschouwelijk volgen, verzuim dan niet eene kaart ter hand te nemen. Ik heb mij zelven meer- malen gewaarschnwd , uit een gedeelte geen voorba- rig oordeel over het geheel te vellen, niet uit het bijzondere een algemeen besluit te trekken , en even- wel komt men gedurig weder op dezen weg. DE PATAPSCO. 2/0 Wie de Vereenigde Staten , de schoonheid en vruchtbaarheid des lands naar de kustlanden van Baltimore tot Florida beoordeelt, handelt even zoo als of men Duitschland scliat naar de kusten der Oostzee, of naar de wegen van Hamburg naar Berlijn , Potsdam , ' Frankfort enz. Dingsdag den 1 1 den vertrokken wij 's morgens 7 uur , bij 1 warmte , van Baltimore , en verlieten 1 '/ 2 mijl van de stad den weg naar Washington , om den Patapsco opwaarts te vervolgen. Met regt berispt men de regtlijnige , uitgestrekte lengten onzer spoor- wegen als vervelend en prozaisch ; op dezen spoor weg kon dit volstrekt niet worden toegepast ; want op de stoutste wijze liep hij eerst langs den Patapsco, la- ter langs den Potowmak, volgde de krommingen en deed de fraaiste gezigten in 't oog vallen. Wie aan de regtlijnige Duitsche spoorwegen gewoon is , staat verbaasd over de. scherpe bogten , de stoute bogen en slingeringen , langs welke de trein voort- ijlt. Het dal van den Patapsco biedt, vooral nabij Ellicots-Mill , de bevalligste gezigten voor den land- schapschilder. Kleine watervallen , molens en molen- stuwen, tuinen, bebouwde heuvels , verstrooide hui- zen, bruggen , boomgaarden , digt en woest woud; alles vliegt in vrolijke, bonte afwisselingen snel voorbij. Naauwelijks had ik den tijd bij de beschou- wing der natuur mijne opmerkzaamheid op menschen te vestigen , maar verwonderde mij toch aan 't einde van den langen wagen een paar beenen tegen den wand te zien. Het bovenlijf van den op de bank liggenden heer was geheel onzigtbaar; tot zijne ver- lustiging strekte hij de beenen loodregt omhoog. Wanneer het een voorbehoedmiddel tegen beroerte is , zich te gewennen met het hoofd niet te hoog te liggen, moeten de Noord-Amerikanen falthans IT. 18 i WO IT) MX. i vele heeren) tegen deze wijze van sterven gewaar- borgd zijn. In het dal van den Potowmak (wij naderden de Alleghani's) nam alles een grootscher karakter aan, ofschoon het eene overdrijvmg is, te zeggen, dat Harpersferry te zien alleen eene reis uit Europa waard is. Toen Jefferson dit zeide, had hij Europa nog met gezien. Aan Alpen-tooneelen , lawmen , sneeuwvelden en dergelijke is hier niet te denken. Allengs echter traden ons groote rotsmassa's stout te gemoet , raaar moesten evenwel dulden , dat hooge boomen hunne kruin bedekten , en aan deze klem- den zich slingerplanten, en omkransden stam, tak- ken en bladeren zoo digt , dat men den statigen grootvader naauwelijks van de lustige kindertjes onderscheiden kon. De wouden werden steeds schoo- ner, want ofschoon bij ons de stammen van onde- ren even zoo dik zijn , wordt men getroffen door het grooter aantal, de meerdere digtheid van 't woud, de rijkdom van 't gebladerte, en de door- gaans hoogere en slankere gestalte. De uitdrukking oorspronkelijke wouden (Urwdlder) heeft hier eene juiste, maar ook eene onbepaaldc beteekenis. De boomen hebben hunnen levensduur even als menschen en dieren , van daar kan men niet aannemen , dat zij van de schepping af gezond en wcl terzelfder plaatse stonden. Veelmeer ver- dringen tallooze jonge boomen de oude , en alleen dat is Urwald , waar de mensch met hand en bijl nog geen inbreuk gemaakt heeft op de natuurlijke ontwikkeling. In Cumberland eindigt de spoorweg; hij is goed, en wij voeren snel. Alleen gilt in Amerika de ake- lige fluit vaker dan bij ons. Ossen, koeijen , scha- pen, varkens zijn hier eene kudde zonder herder, en keeren (een verrassend gevolg van liet self go- vernment en hoogere beschaving) altijd weder naar huis. Soms evenwel legt zich een os, Alcibiades in stoutheid overtreffende , op de baan dwars voor den trein neder. Houdt liij onbevreesd het uit te- gen den schrikkelijken toon van de fluit, dan moet de trein stilhoudeii , en dan geldt het spreekwoord : die niet hooren wil, moet voelen. Van Cumberland reden wij, in eene der meer- malen beschreven reiswagens , tot Braunsville ; en wel bij naclit als wanneer men in Amerika, he- laas! even zoo weinig ziet als in Europa! Van Braunsville wilden wij met eene stoomboot den Mononghahela tot Pittsburg afvaren; het water- was echter te laag, en wij werden weder in de koets gepakt. Wij zaten nu echter maar met ons beiden op elke der drie banken; en in weerwil van eenige reisonaangenaamheden, behoorden deze beide reisdagen tot de aangenaamste die men maar weii- schen kan. De van noordoost naar zuidwest even- wijdig loopende bergruggeri der Alleghani's rijzen en dalen zoo dikwijls, en toonen zoo groote ver- scheidenheid van hoogten en dalen, dat de opmerk- zaamheid steeds gespannen gehouden en toch niet vermoeid wordt. Steeds trotscher stijgen de boomen ten hemel, zoodat deze slechts zeldzaam met zijne stralen door het loofgewelf dringen kan. Deze hooge boomwereld wordt telkens afgebroken en door- sneden van de schoonste tarwe- en havervelden, welke dit jaar een' gewenschten oogst beloven. Veel meer kultuur dan ik verwachtte; alles rijker en schooner dan aan de zeekust. Geen wonder, dat men van deze vlakke zandige streken naar het vruchtbare, bekoorlijke westen verhuist. Al zijn ook overal de eerste riederzettingen slechts onvol- 18* PITTSBURGH komen, en de huizen klein, zij worden toch door vrije, onaf hankelijke , bekwame , vlijtige burgers be- woond. Des avonds van den lo^en bereikten wij Pittsburg nog zoo vroeg, dat wij de heerlijke ligging aan de zamenvloeijing van den Alleghani en Mononghahela , en den aanvang van den Ohio 'konden opmerken. Pittsburg heeft in de nabijheid eenen onmetelijken schat van ijzer en kolen, en is derhalve de natuur- lijke zetel van groote fabrieken voor ijzer , glas , machines enz. En nog roept men hier om hooge beschermende regten , en maakt de eene staatspartij zich die meening op allerlei wijze ten nutte voor hare eigene bedoelingen. Die stoom- rook- en smookfabrieken hebben de stad nog niet zoo zwart gemaakt als menige Engelsche, evenwel ziet zij er veel ouder , grijzer en onzindelijker uit dan de meestal jonge Amerikaansche steden, en staat daarom in een slecht blaadje. Nog zijn de boomen op de ber- gen, die de oevers der rivieren bezoomen, niet verstorven; zij gaan echter dit onvermijdelijk lot te gemoet, 'tgeen de schoonheid der ornstreken groot nadeel zal doen. Ik deed eene groote wandeling, zag de overdekte marktplaats , den grooten waterhouder , waarin het water door geweldige stoomwerktuigen wordt opgevoerd ter verspreiding door de stad; en bewonderde het Philadelphia-kanaal, 'twelk als eene groote brug over den Alleghani is heengeleid. Over deze rivier zijn drie andere bruggen en eene over den Mononghahela. Op den vrij vlakken driehoek door deze stroomen gevormd staat de stad; hooger op zijn beide door heuvelen gescheiden, en ook hunne buitenoevers zijn met schoon woud bewassen. Weldra echter zullen de ijzergieterijen en glasblaze- DE OHIO. rijen de groene omstreken in kale Siciliaansche rot- sen hervormen, en de alleenheersching der onge- wasschene Cyclopen grondvesten. Cincinnati, 18 Junij. Zaturdag voormiddag den 15 den bestegen wij de stoomboot en kwamen gisteren hier aan, nadat wij op den Ohio eenen weg van 100 Duitsclie mijlen afgelegd, en, ten gevolge der mededinging, daarvoor met inbegrip van voeding, nachtleger enz., weinig meer dan / 10 Ned. de persoon betaald hadden. Het schip was goed ingerigt, en ofschoon men niet te hiiis is , was de voeding voldoende. Maar nu de hoofdzaak, de vaart. Deze was in alien opzigte aangenaam en genoegelijk; de Ohio mag met regt den naam dragen van de schoone ri- vier. Op eenen afstand van 100 mijlen moge zich natuurlijk de vorm der heuvels, de indruk der wou- den enz. meermalen herhalen, maar eene platte, kale, onvruchtbare , vervelende plaats zag ik niet. Veeleer maakten de grenslijnen der bergen, de pracht der groene wouden, de donkere zijdalen en kloven, de lichtgroene of goudgele velden, den bekoorlijk- sten, verrassendsten indruk. Bij vele kronkelingen scheen de rivier als een meer afgesloten, of de ver- scheidenheid werd verhoogd door eilanden , die den stroom verdeelden, en heuvelen boven heuvelen le- verden eenschoonen, nu nabijzijnden, dan verwijder- den achtergrond. Telkens was er iets nieuws te zien, altijd beweging, en vandaar gestadige afwisse- ling, voor-, achter- en zijwaarts. Waar rivier en heuvel eenige vlakke plaats lieten of eene kloof open- den, keek een stnlpje door het bladeren-gordijn ; 278 SEMINOLEN. i het ontgonnen land rees ter zijden opwaarts, en koeijen , kalveren, hoenders, ganzen, honden , droe- gen elk op zijne wijze bij ter verhooging der kultuur. Deze natuurtooneelen trokken echter de opmerkzaamheid niet geheel en al af van de men- schen en het reisgezelschap. Drie opperhoofden der Seminolen met bunnen reismaarscbalk , een Engelsch- sprekenden neger, kwamen van Washington en keer- den terug naar hunne haardsteden . westelijk van den Missisippi. De oudste van hen had eens een overval eener bende Indianen armgevoerd , waarbij vele Ame- rikanen verslagen werden; hieruit was een oorlog ontstaan, ten gevolge waarvan zij genoodzaakt wa- ren den Missisippi over te trekken. Deze opperhoof- den wareri zonderling gekleed of opgeschikt, echter slechts in Engelsche of Amerikaansche fabriekgoede- ren. Roode kousen tot boven de knieen, een ge- kleurde gordel, maar geen broek, bontgestreepte overrok, hals en borst met allerlei sieraden behan- gen, het hoofd omwonden met bonte doeken. In weerwil van alien opschik lagen zij gewoonlijk uit- gestrekt op de morsigste plaats van 't verdek, en de zwarte reismaarschalk leende mijne parapluie om den eenen binnen te halen, die rustig voortsliep, of- schoon blootgesteld aan den sterksten regen. Een tweede rigtte eene lange rede tot de omstanders. Hij sprak vloeijend, en zijne gebaren waren zoo gepast en deftig , dat menig lid van 't Congres er wel een lesje aan had mogen nemen. Hij kreunde er zich niet aan, dat geen enkele zijne rede ver- stond; even als ook te Washington in de weergal- mende zaal het verstaan moeijelijk is, of wel vele niet eens toeluisteren. CINCINNATI. 279 Cincinnati, 19 Junij. Over den Staat Ohio en de stad Cincinnati elders nader, thans slechts een paar opmerkingen. Giste- ren reden wij met goed gezelschap door de stad en in de merkwaardigste gedeelten van den omtrek. De heuvels, met woud bedekt of reeds ontgonnen, strekken gemeenlijk zich uit tot aan den oever van den Ohio. Bij Cincinnati daarentegen wijken zij aan weerszijden terug, en vormen een' wijden kring, in welken aan de eene zijde Cinninnati ligt, en op den anderen oever Newport en Coventry in Ken- tucky. Van de opwaarts loopende straten ziet men naar buiten in de groene wereld; de meeste straten zijn- verrassend schoon gebouwd , vol winkels , deels met boomen beplant, en thans zoo zindelijk, dat de beschuldigingen van Miss Trollope alle waarheid verloren hebben. Wei is waar vindt men in de af- gelegenste hoeken hier en daar wel een varkeii met grondige onderzoekingen bezig; maar dit zag ik ook te Washington en Baltimore, en het ware misschien met kwaad, in Berlijn en elders zulke straatvegers aan te stellen. Van de steilten der heuvels heeft men de schoonste gezigten op de stad , op de bevaarbare rivier die haar doorsnijdt, en den kring van bergen, die den geheelen gezigteinder omsluiten. Columbus, hoofdstad van den Staat Ohio, 21 Junij. Gistereu reden wij , 's morgens 9 uur , in eene Amerikaansche reiskoets van Cincinnati af, en kwa- men heden morgen 8 uur hier aan. 's Middags 280 STAAT OHIO. aten wij te Libanon , 's avonds te Dayton, kvvaraen in den nacht door Springfield, en bereikten des morgens de vijfde stad. Het niet-bewonderen (nil admirari) is nooit mijn stokpaardje'geweest, maar liier zou het wel allerminst te pas komen. Sedert ik in den Staat Ohio ben , heeft mijne bewondering , die ik reeds in Berlijn te kennen gaf , niet opgehou- den. Zoo dacht, zoo sprak ik over Cincinnati; en evenwel is het ontstaan eener stad aan eene geluk- kig gekozene plaats minder moeijelijk, dan binnen eene halve eeuw een onbewoond woud in eene wel- bebouwde landstreek te herscheppen. Gisteren reden wij heuvel op en af, langs een goeden weg, gedu- rende den geheelen dag door de zorgvuldigst be- werkte, uitmuntend staande akkers, vooral van tar- we , ma'is en haver ; gerst zagen wij minder , rogge in 't geheel niet. De lichte kleur der velden steekt heerlijk af tegen het donkergroen der wouden van den achtergrond. Het weder gunstig, ter yermeer- dering der verscheidenheid eene regenbui, donkere of schitterend verlichte wouden en een regenboog, hier in waarheid een teeken van vrede en verzoe- ning. De stad ligt in eene vruchtbare vlakte , en is , in weerwil barer jeugd , reeds van aanmerkelijke grootte en welgebouwd. Yooral is het logement Neilhouse , op zijn Amerikaansch , grooter dan eenig logement in Berlijn. Nu reden wij naar 't krank- zinnigen-gesticht , de inrigtingen voor blinden en doofstommen, de gevangenissen enz. Over een en ander elders. DE OHIO. 281 Lexington, in Kentucky, 26 Junij. Maandag den 24 st en bestegen wij de stoomboot Franklin , en kwamen des avonds 9 uur te Louis- ville aan. Het schip was goed, het eten keurig, het gezelschap stil. Ook behoefde ik geene ge- sprekken om den tijd te verdrijven, zoo veel schoons was er van den morgen tot den avond te zien. Al- les wat ik vroeger tot lof van den Ohio zeide, diende ik hier te herhalen. Even als de schoone bewegelijke decoratie in zeker ballet, eene reeks van verukkelijke landschappen , in verscheidenheid van licht, binnen weinige minuten ons voorbijvoert, zoo hier twaalf uren lang met de kracht en den rijkdom der grootsche, jeugdige natuur. En zoo mogelijk was de avond nog schooner dan de dag. Zachte windjes bewogen de ligte wolkjes, die bij het ondergaan der zon met allerlei kleuren zich sierden, en in den stillen stroom zich spiegelden. Tegenover de nog schitterende zonzijde toonden de wouden hun donker groen , en deden het water nog donkerder schijnen. Tallooze iichtkevers schitterden door het gebladerte, en de opkomende inaan tee- kende ter linker zijde een nieuw lichtspoor op de donkere wolken. Diana werd begroet door Venus, die ter regter zijde nu eens al hare pracht ten toon spreidde, dan weder zich achter 't geboomte ver- school, of haar beeld aan de wateren vertrouwde. Bij eene kromming van de rivier trad de maan juist tusschen onze reusachtige schoorsteenen , in 't oogen- blik dat uit beide te gelijk vuurschoven opstegen, die het geheele verdek met vonken bezaaiden ; de krachtigste dezer waagden zich in de verte, en vStierven weg in het kussen van den koelen stroom. Welk een gelukzalige dag! OMHOOG Dingsdag 25 zaten wij 's morgens half vijf reeds weder tusschen de wielen en reclen tot Frankfort, van daar met den spoortrein naar Lexington , dat wij 's avonds te zes uur bereikten. Aanvankelijk was de wagen niet vol, zoodat twee tegenover mij zittende heeren rug aan rug een dubbelen arend vormen, en de beenen uit bet venster steken kon- den. In plaats van 't hart omhoog" schijnt het hier beenen omhoog" te zijn. Geen volk toch ver- heft deze zoo hoog als de Amerikanen, en _de ge- steldheid der voetzolen en menig ander , elders zorg- vuldig verborgen, ligchaamsdeel , wordt aan openlijke beschouwing en beoordeeling prijs gegeven. Nevens het groote en bewonderenswaardige, is hier gewis ook menige kleinigkeid , die zich onaan- genaam opdringt , en , hoe ongaarne ook , dagelijks weder en al weder opgemerkt wordt. Voor alle dingen behoort hiertoe het spuwen. Gewis spuwt een welopgevoed Amerikaan niet in goede gezel- schappen ; maar daar aristocratische afscheiding hier wordt veracht, en men overal den vuil-afleider (den spuwbak) aantreft, en zelfs in 't Kapitool een ne- ger les beaux restes wegveegt , blijft dit gebrek , deze gewoonte of wat dan ook, tamelijk algemeen. De tabak is de oorzaak daarvan niet, want lieden die rooken noch pruimen, blijven onafgebroken daar- mede bezig; zelfs schoolknapen spuwen met de groot- ste zelfvoldoening links en regts van zich af. Met het horologie in de hand telde ik , dat zeker heer in de minuut vijf maal, een ander (nog wel een gees- telijke) acht maal spuwde. Is dit eene ongesteldheid of bloot eene verkeerde gewoonte? Moet het niet de spijsvertering verzwakken, en bij de vele hier gebruikelijke , moeijelijk te verteren spijzen, aanlei- ding geven tot de hier vrij algemeene klagt over .SPLWKX. -) slecbte magen? Gewis is liet afzigtelijk en walge- lijk te zien, en mogelijk nog erger het te liooren. De hemel geve, dat het bij meerdere beschaving buiten gebruik rake ! In groote zaken zijn de Ame- kanen even bekwaam als eenig ander volk , maar vele zijn niet zoo beschaafd , wellevend , gepolijst als de European en. Zoo is 't, bij voorbeeld, niets vreemds , wanneer men in een koffijhuis de couranten wenscht te lezen, die in beslag genomen te zien door een welgekleed persoon , op zijn gemak over de tafel heen er op rustende , niet met den arm , neen , met beide beenen. Het oog kan zich hier verlustigen in het schoonste groen van wouden en velden , en ik heb ruimschoots gelegenheid aan deze mijne neiging bot te vieren. Van daar kan ik ook niet zonder deelneming een' der reuzenboomen zien , dien men verraderlijk door ringelen (*) of door vuur ter dood heeft gebragt. Te vergeefs strekt de Titan zijne honderd armen, van alle sieraad beroofd, ten he- mel; zijne beden vinden bij de nieuwe goden geen medelijdend oor, en aan den grond geketend kan hij zich niet verzetten ! Louisville, 29 Junij. Donderdag 27 keerden wij per spoortrein naar Frankfort terug. Deze stad, de zetel der regering (*) Wanneer men hier te lande, zegt de Schrijver elders, eenen reuzenboom niet openlijk durft aantasten door dien te vellen, dan schelt men zachtkens nabij den grond de schors slechts een duimbreed af, en de boom moet versterven en te gronde gaan, al reikten zijne takken tot den hemel. Zoo omgeeft dc laster, als ongcmcrkt, met zijn schijnheilig slangengift den roem van fen groot man , om dien te doen vcrwelken ! 281 LOUISVILLE. van Kentucky , ligt aan de rivier van dien naam , in eene vlakte van alle zijden onigeven door bosch- achtige , deels bebouwde heuvelen. Na eenig wach- ten kwam de stoomboot aan $ die ons langs den Ken- tucky herwaarts zou brengen. Dit riviertje vloeit > rustig in tallooze kronkelingen ; intusschen moesten \vij drie of vier maal door sluizen in lagere beddin- gen komen. Welligt dat door deze opstuwing een voldoenden waterstand behonden wordt, want an- ders is het te bevreemden, dat een met breeder stroom , zonder uitdieping , zoo groote booten draagt. Bij onderscheiden bezoeken kwamen wij in verschillende gedeelten der stad, die nog geen menschen-leeftijd oud , maar verbazcnd vooruitgegaan is. Ofschoon zij ten opzigte van Jigging , schoonheid , bevolking, handel en rijkdom, bij de koningin van 'twesten, Cincinnati, ver achter staat, mag zij ech- ter met de aanzienlijke steden van ons vaderland worden geJijkgesteld . Regelmatige aanleg, regte breede straten, veelal met boomen beplant, daken zoo vlak als mogelijk; deze en andere eigenschappen heeft Louisville met meerdere nieuwe Amerikaan- sche steden gemeen. Bisschop C. verhaalde giste- ren avond: toen hi) voor een aantal jaren hierheen kwam, had Louisville slechts weinig huizen en Cin- cinnati nog minder. In de laatste stad had hij zelfs geen nachtverblijf kunnen vinden, zoodat hij naar boord moest terugkeeren. Welke verbazende en snelle vorderingen! En niet enkel in varkensteelt en zak- en paklinnenweverij. Zoo heeft de stad Louisville tot een gebouw voor eene medische uni- versiteit meer dan / 500,000 Ned. gegeven, of wel het bedrag opgenomen, verrent en afbetaald. De gehoorzalen zijn zeer goed. meestal amphitheaters- gewijze ingerigt; de anatomische verzamelingen dra- gen blijken van goeden vooruitgang, en de medi- sche bibliotheek bevat reeds 4 a 5000 boekdeelen. Ook eenige der talrijke kerken hebben beter aan- zien , en zijn meer in eigenlijken kerkstijl gebouwd , dan in menige andere Amerikaansche stad; gelijken lof verdient liet stadhuis; de gevangenis eindelijk gelijkt van buiten een ouden ridderburgt met torens en tinnen. Louisville, 50 Junij. De Whigs alhier hielden gisteren avond een groo- ten optogt met vele lantarens, welker papieren zij- den met spreuken en teekeningen bedekt waren , op hunne eigene eer en ten spot hunner tegenstan- ders. Men zou eerder denken dat de Democraten in zoo iets behagen moesten vinden; maar deze wil- len 6f als minder rijk de kosten sparen , 6f vermij- den het gering getal hunner partij te toonen, ter- wijl de Whigs gaarne hunne sterkte aan den dag leggen. St. Louis, aan den Missisippi, 6 Julij. Jk werd in mijn schrijven gestoord door het verblijdend berigt, dat de Manhattan den 1 s t n Julij ten 10 uur naar St. Louis zou afvaren. De afvaart vertraagde echter tot 5 uur, en dit oponthoud werd dubbel onaangenaam , doordien de warmte in het stil liggend schip tot 26 steeg. Om het fatsoen op te houden was bij een aanplakbillet voorgeschre- ven. dat de gentlemen den rok met mogten uit- trekken, maar in voile kleeding (full dress) moesten STOOM BOOTY A ART. blijven. Deze dwang trof in het democratisch Ame- rika echter alleen de aristocraten , dat is de reizi- gers ; want het scheepsvolk ging in de bloote hemds- mouwen. Bij de warmte der zon kwamen nog drie vuren: 1. van de machine, welke haren gloed , naar den Amerikaanschen bouw der stoombooten , door het geheele schip verspreidt; 2. door een met ko- len gestookten waschtoestel , welke zich daar gele- gerd had, waar de beste schaduw was; o. door eenige waardige ladies , die in hare staatsiekamer een' kagchel stookten om de luijeren harer lieve , hoopvolle kleinen , een rook- en reukoffer, daarop te droogen. De boot was meer dan vol, en verreweg de meerderheid bestond uit eerzame land- lieden, die zich echter, op eene bij ons onbekende wijze, ook met politick en presidentskeuze bemoei- den. Voor een zeventig man waren slechts twee waschbekkens en twee handdoeken voorhanden, welke laatste, over rollen geslagen, hunnen ornloop dagelijks eenige honderd maal moesten volbrengen. Het wasch- en drinkwater uit den onstuimigen Mis- sisippi zag er overigens geelbruiner en morsiger uit, dan het vuilste spoelwater in eene Berlijnsche keuken. Met wijze voorzorg had ik citroenen ge- kocht en dronk (bij gebrek aan melk) limonade; maar zonder eenig toevoegsel of vermenging kwam de kleur van 't natuurlijke water die van dit brouw- sel zeer nabij. De ongewone sterkte van den stroom en de zwakte onzer machine, verlengde den duur der reis van drie tot vijf dagen; wij kwamen bij slechten kost eerst gisteren namiddag ten 5 uur hier aan. Om het geweld van den stroom te breken had men, zoo als een der reizigers , de Heer S. (hoe zaakkundig!) aanmerkte, de veiligheidsklep be- zwaard. Boomstammen keerden ons vijandig hunne KUOKKX. kruinen toe, en wij zweefden inderdaad in grooter gevaar dan op den Atlantischen Oceaan. Zoo heb ik dan zoo kort mogelijk de schaduwzijde van net reizen aan de uiterste westelijke grenzen der mensche- lijke beschaving geschetst, en er ware stof genoeg voorhanden , die met de meeste uitvoerigheid te schilderen; ten troost voor deelnemende gemoederen wil ik slechts hier bijvoegen, dat van dit alles niets mij ontstelde of vervaarde, dan alleen de bovenma- tige warmte en het gewone spuwen. Daar het evenwel tegen alle welvoegelijkheid zou strijden , hierover zooveel te zeggen , als er van te zeggen zoude zijn, wil ik het hierbij laten berusten, en al- leen nog (tot spottende blijdschap van den Heer S.) erkennen dat rooken zonder spuwen verreweg tc verkiezen is boven spuwen zelfs zonder rooken. Bij deze slechts voorwaardelijke eerlijkverklaring nioet ik intusschen ter liefde der waarheid eene tweede voegen. De Heer Stephens zegt namelijk in zijne reize naar Middel-Amerika : Gezegend zij de man , die het rooken uitvond, dezen bevrediger van ecu verontrust gemoed , dezen verzachter van opbrui- schende . hartstogten , dezen troost over een verloren ontbijt , dezen leidsman door woeste oorden , dezen trouwen wegwijzer door het leven, die het gemis vergoedt en de plaats bekleedt van vrouw, kinde- ren en vrienden!" Thans tot de lichtzijde onzer rivierreis. Hoe ein- deloos veel was daaromtrent mede te deelen , want in snelle opvolging zagen wij , althans in de verte en op de kaa.rt: Rome, Hamburg, Troje, Bel- grado , Cairo , Herculanum , Weenen , Branden- burg, Eenheid en Drieeenheid; gezwegen van an- dere min verhevene namen van steden, vlekken en huizen. Rivieren hebben, even , als menschen. RIVIKREX. hunne eigenaardige bestemming en lotgevallen. Hoe vaak snelt de jeugd in onbeduidendheid heen, is de mannelijke leeftijd meer vervuld met arbeid en nood dan met vreugd en geluk, keert de late ouderdom tot de zwakheid der jeugd terug enz. Ter naauwernood wordt menigeen een jaar, een dag , een korteren tijd van een edel en schoon leven vergund. Zoo is de Donau gedwongen eenzaam in de Zwarte zee weg te sterven , en de Rhijn in het zand zich te verliezen. Maar er zijn ook geluks- kinderen onder de menschen eri onder de rivieren , die van de geboorte tot den dood hoog begunstigd zijn en anderen vreugd en geluk , schoonheid eii adel aanbieden. Van den aanvang tot den eindpaal zijner baan, is de Ohio zulk een voorspoed genie- tende en verspreidende stroom; en doet de jeugd zich romantischer voor, de latere leeftijd toont rus- tige, opgeruimde waardigheid. Geheel anders is de Missisippi. Door den Missouri in heftige ver- bolgenheid gebragt , toonde hij , toen wij bij Cairo uit den Ohio ons aan hem overgaven, minder ver- hevenheid dan woeste kracht. Sedert een aantal jaren had hij zulk eene hoogte niet bereikt; alle oevers waren overstroomd, alle nabijgelegene hui- zen stonden onder water , en hadden zijne wateren langen tijd zegen en rijkdom verbreid, thans scheen hij gerigt te houden over schuldigen en onschuldi- gen. In snelle maalstroomen bruiste de ontzettende watermassa (waarbij de Europesche rivieren nietig schijnen) zich voorwaarts , en verwaardigde den Ohio (die toch den Khijn in breedte en diepte ver over- treft) naauwelijks eene vriendelijke opname , en was alien oeverbewoners ten schrik tot aan het verre New-Orleans. De natuurverschijnselen hinderden een goed deel ST. LOUIS. van 't reisgezelschap met zich in allerlei redetwis- ten over presidentskeuze, tarief, banken enz. te verdiepen , welke steeds binnen de grenzen der be- tamelijkheid bleven, schoon zij met de meeste be- langstelling en geestdrift gevoerd werden. Ik ver- wachtte dus den 4U/ kon mij zoo veel te minder in eene vrolijke luiin brengen, daar zich heimelijk en luid de mare ver- breidde , dat er 's middags bezwa^rlijk wagens ge- noeg zouden aankomen , om ons naar Caldwell te brengen. Toen deze eindelijk aankwamen, namen wij ijlings de slechtste maar onbetwiste plaats op het dek van den wagen in ; terwijl binnen veel over de plaatsen gekibbeld werd, en de voerman tot eene zwaarlijvige dame zeide, dat zij voor twee moest betalen, daar de heer die naast liaar moest zitten de bank niet eens kon aanraken. Tegen den avond kwamen wij per stoomboot te Cajdwell, in een aan- genaam oord aan 't meer St. George. Dit is veel kleiner dan 't Champlainmeer , en bieclt wederzijds opener gezigten aan. De oevers zijn rijker bewas- sen dan die der Schotsche meren, maar wegens de steile helling minder bebouwd dan van vele Duit- sche en Italiaansche. In alien gevalle bood ook deze dag meer natuurgenot aan, dan al de groote meren van 't westen, en de schoone achtermiddag en avond vergoedde den strengen morgen. Den 4 I <> door den geringen afstand en de hoogst gemakke- lijke gemeenschap door stoombooten, als gedeelten van New- York worden aangemerkt. Vooral is Brooklyn in de laatste tijden buitengewoon toege- nomen. Het ligt aan de helling van heuvelen , en biedt hierdoor bijna nog schoonere gezigten dan het vlakke New-York zelf. Hoboken strekt zich landwaarts in de vlakten van New-Jersey uit, aan den kant der rivier belt het sterk af, en heeft langs het water eene aangename wandelplaats. De heer W. had de goedheid ons naar het landhuis zijner schoonmoeder op Staten-Island uit te noodigen. Wij dooorkruisten met hem het gan- sche eiland, waar eenvoudige natuur met land- en tuinbouw, bekoorlijk wordt afgewisseld door klei- nere woonhuizen en sierlijke villa's, en waar het panorama over eiland, rivier, stad en zee, bijzon- der schoon en rijk was. New- York heeft even als alle Amerikaansche steden vele deels sierlijke kerken; maar slechts eene, die in Gothischen stijl is opgetrokken, ver- dient bij de grootere in Europa genoemd te worden. De waterleidingen daarentegen, de waterhouders, buizen , fonteinen , ter verfraaijing en gerief der stad, is een werk dat onder de grootste kunstge- wrochten mag geteld worden , ja welligt in stoutheid , hechtheid, doelmatigheid , nut en omvang zijns ge- lijke niet heeft. Het water komt in eene beslotene leiding tot aan de helling van eene zeer diepe en breede ri- vierbedding; wordt in zeer groote buizen onder de rivier door gevoerd; doet op de laagste plaats eene prachtvolle fontein springen; stijgt volgens hydrosta- tische wetten aan de andere zijde den berg op, en loopt dan door eene engere leiding in den besloten waterhouder. Opdat echter genoemde buizen hinderlijk zijn voor de scheepvaart , heeft men veer- tien verbazende granieten zuilen uit den diepen grond tot de hoogte der beide bergen opgebouwd. Deze werden stout overwelfd en dan het water daarover geleid. Het nut der waterleiding voor de stad (tot drin- ken , wasschen , stratenreinigen , allerlei fabrieken , baden, fonteinen) is ongelijk veel grooter dan men zich aanvankelijk voorstelt, en met het nut gaan kunst en schoonheid hand aan hand. De Ro- meinen hebben niets grooters of stouters volvoerd. De Egyptische pyramiden schenen inij hierbij slechts een gedenkteeken van onverstandige dwin- gelandij. Genoemde waterwerken kostten een ver- bazenden arbeid en zeer groote kapitalen, welke men deels opgenomen en verrent, maar nog niet terugbetaald heeft. Hoe laakbaar het zij, wanneer het levend geslacht zijne behoeften, genoegens of dwaasheden op kosten der nakomelingschap bevre- digt, komt het mij niet te min billijk voor, dat werken , die. onmetelijke inspanningen vereischen , maar dan ook voor eeuwen van dienst zijn, ook door de latere voordeel trekkenden voor een deel gedragen en betaald worden. Een tegengesteld beginsel streng doorgedreven zou terug schrikken van ondernemingen , die ook der nakomelingschap ten zegeji strekken. Naast Londen is New- York gewis de eer- ste koopstad der beschaafde wereld; want Liverpool zelfs blijft in zijn verkeer eenzijdiger, en over ? t algemeen minder bevallig en leerrijk. Het getal der omnibussen is in Broadway evenredig grooter dan in Londen en het geraas sterker, omdat men nog gee n houtplaveisel heeft ingevoerd. De huizen zijn BKQQKLIJN, atS inecstal drie ramen breed , van rooden bakstccn , sierlijk met witte lijnen uitgevoegd , en zeer verschil- lend van hoogte, gemeerilijk van een tot drie, zeld- zamer van vier of vijf verdiepingen. . De winkels , deels zeer rijk en smaakvol, bieden ten naasten bij alles aan wat het aardrijk of de mensch ten verkoop voortbrengt of bearbeidt. New-York heeft minder groote pleinen dan het Westeinde van Louden, maar meer dan het oude gedeelte , en eenige zeer rijke fonteinen; een bewijs dat ook de democratie het schoone met het nuttige weet te verbinden. Gewis hebben Europesche koningen in dit opzigt vaak meer gedaan dan zoogenaamde constitutionele ver- gaderingen; een geschiedvorscher mag echter daaroni Athene, Florence, Venetie en het jeugdig, werk- zaam Amerika niet vergeten. De democratie van New- York heeft meer tot stand gebragt dan menige groote monar- chic. *s Namiddags staken wij over naar Brooklyn, om de met regt beroemde begraafplaats te zien, welke door haren fraaijen aanleg den levenden ge- noegen schenkt, en ieder aangename rust belooft. New- York, 20 Augustus. Den 16 den bestegen wij des avonds de stoomboot tot een uitstapje naar Westpoint, dat wij te mid- dernacht bereikten. In de duisternis klauterden wij op naar het hooggelegen logement. De in zijn eersten slaap gestoorde kastelein wilde of kon ons geene andere kamer geven, dan een schrikkelijk heet , dompig hokje zonder ramen , onder het dak ; zoodat wij genoodzaakt waren om als met geweld het parlour of the Ladies (gezelschapszaal voor de 51 G WESTPOINT. dames) te overmeesteren. Wij sliepen er bijzonder goed , zonder door spookverschijningen van Ameri- kaansche dames verontrust te worden. Den volgenden morgen doorliepen wij de uitne- mend schoone omstreken , en bestegen het fort Putnam. Door bergen van verschillenden vorm komt de Hudson aanstroomen, wordt door het voor- uitspringende Westpoint ter zijde gedrongen, en zet , na eenen lialven cirkel beschreven te hebben , zijnen loop naar New-York voort. De hoogten zijn meest met woud begroeid, de vlakkere deelen goed bebouwd en met gebouwen versierd. De groote krijgsschool alhier is eene welgeordende , zeer nut- tige inrigting voor de Vereenigde Staten. De jonge lieden toonen eene goede houding, en meer welle- vendlieid , beschaving en bekwaamheid , dan menig ander ongedrild republikein. Philadelphia, 25 Augustus. Gisteren te 9 uur staken wij met de stoomboot van New- York naar den Staat New- Jersey over; toen langs den spoorweg tot Delaware en met eene tweede stoomboot naar Philadelphia, 100 Engelsche mijlen in 6 uur voor circa / 10 Ned. de persoon. De landstreek is groen , deels wel bebouwd , maar niet schilderachtig. Na geeindigden arbeid heb ik heden eene verre wandeling door de stad gedaan, tot aan gene zijde der brug over den Shuylkill. Ik had gelegenheid zeer vele vrouwen uit de kerk te zien komen. Bijna alle waren zij veel eenvoudiger, na- tuurlijker en smaakvoller gekleed (en zagen reeds daardoor er veel beter uit) dan de modedames, wie PHILADELPHIA. 5t7 eene pijpensteel op eene bierton geschroefd , liet ideaal van vrouwelijke schoonheid scliijnt te zijn. Over de stad Philadelphia wil ik niet herhalen, wat elk reisverhaal bevat. Lange, regte, deels met boomen beplante straten, zoo groote zindelijkheid , dat zelfs de voetpaden geboend en de benedenste deelen der huizen gewasschen worden; groote met ongemeen schoone boomen beplante piemen, sier- lijke en smaak voile kerken , huisdeuren en stoepen omzet met wit marmer , sierlijke ijzeren leuningen , hek- en traliewerk enz. Van Kwakerdom, voor zoover dit dadelijk in 't oog zou vallen, heb ik nog niets bespeurd. Philadelphia, 24 Augustus. Heden hadden wij een even aangenamen als leer- rijken dag. De Heer R. haalde ons af, en onder zijn geleide bezagen wij vooreerst de machine-fa- briek van den Heer Norris, waar 500 personen werk en wekelijks 5 tot 8 dollars (12 a 20 guldens Ned.) loon vinden ; en evenwel is hij in staat vele stoomwerktuigen naar Oostenrijk uit te voeren , zon- der beschermende regten te verlangen. De waterwerken verdienen , naast die van New- York , met roem vermeld te worden. Een gewel- dige dam tuwt het water van den Shuylkill op: groote raderen heffen het in de nabijgelegen be- houders , van waar het zeer doelmatig door de ge- heele stad verspreid wordt. Eene begraafplaats , door de bemoeijing van ori- zen geleider in de nabijheid van den Shuylkill aan- gelegd, op heuvels en hellingen, met schoone uit- zigten , boomen en gedenkteekens , is naast Pere la T> 1 8 PHIL ADKLPJ I IA . Chaise en dut te Brooklyn, welligt het schoonste dat ik ooit zag. Lancaster , 2 September. Den 27 sten geleidde de Heer D. ons eerst naar het Atheneum, welke wetenschappelijke inrig- ting , nevens eene le'eskamer , eene goede bibliotheek bezit. De zoogenaamde philosophische academic be- staat reeds 100 jaren, en heeft zich in vele opzigten groote verdiensten verworven. Wij zagen daar zeer onderscheidene zaken: groote mammouthsbeenderen , onbeliagelijke kunstwerken uit Middel- Amerika , het origineel der onafhankelijkheidsverklaring, eon por- tret van Jefferson , 'twelk hem bejaard , maar veel schooner en geestvoller voorstelt dan andere afbeel- dingen. Op 't raadhuis zagen wij de onveranderde zaal, waar de onafhankelijkheidsverklaring ondertee- kend werd, en van den zolder hadden wij een ruim gezigt over de groote stad en omstreken. Den 28 sten bezochten wij het krankzinnigenge- sticht , het armhuis , het instituut voor blinden en de gaswerken. Deze inrigtingen zijn niet slechts groot en doelmatig , maar de beide eerste zijn zoo prachtig ingerigt, dat zij paleizen gelijken. Den 29 sten voeren wij met den stoomwagen over Reading naar Pottsville en zagen welken onuitput- telijken rijkdom van steenkolen zich hier bevindt. Allengs zullen echter deze oorden zoo zwart wor- den als New-Castle en Wolverhampton. Den 50 sten keerden wij naar Reading terug, en beschouwden onder geleide van een Duitschen pre- dikant en koster, van de tinne eens torens , de ver- rukkelijke landstreek. Des avonds bereikten wij LANCASTER. 310 Harrisburg. In het Duitsclie logement werden ons voor het eerst laarzenknecht en pantoffels aangebo- den , en op den kandelaar lag een snuiter ; maar het Duitsch was met meriig Engelsch woord door- spekt. Van het Statenhuis in Harrisburg heeft men een schoon gezigt over den Susquehannah*, de eilanden daarin , de heuvelen in de nabijheid en de bergen in de verte. Van Harrisburg vertrokken wij door aangename, welbebouwde streken naar Lancaster. De bevol- king dezer landstreek is grootendeels Duitsch; vrou- wen, meisjes en kinderen zien er zoo gezond, wel- varend, flink en vrolijk nit, als mij in Amerika bijna niet is voorgekomen. De gewone bleekheid is alzoo geen noodwendig gevolg van het klimaat. Hartford in Connecticut. Den 5 den September voeren wij 's morgens met eene stoomboot van New-York naar New-Haven. Het weder was schoon, maar koel. Over 't alge- meen heeft de zon des daags nog zeer veel kracht, maar 's morgens en 's avonds teekent de Thermo- meter 7 10 graden. De woonplaats van onzen vriend T. behoort tot de vrolijkste en bevalligste van Amerika, zoo sierlijk en smaakvol zijn vele huizen , zoo boomrijk de straten , zoo welgebouwd de kerken en openbare gestichten, zoo rijk de ge- zigten van eenige bergen in de nabijheid. Vrijdag den 6 den toonde de Heer O. ons schit- terende proeven met prismatisch licht; hierop be- zochten wij eene school , volgens de leerwijze van Lancaster ingerigt. De vertrekken waren groot en licht; het onderwijs toonde oede vmchten. Vole? 320 BOSTON. knapen b.v. vermenigvuldigden uit het hoofd 55724 met 58452, en een meisje loste een gansch met gemakkelijk algebraisch voorstel op. Boston, 10 September. Gisteren morgen om half acht vertrokken wij van Hartford, voeren met de stoomboot den Connecticut op, en een daar langs loopend kanaal tot Spring- field , hielden hier ons middagmaal en bereikten langs den spoorweg des avonds te 7 uur Boston. De geheele landstreek getuigt van de vlijt der be- bouwers, zij is echter noch schilderachtig , nocli vruchtbaar; en als landbouwer zou ik gewis uit dit steenachtig drooge land naar het veel gezegender westen verhuizen. Boston gelijkt meer naar eene Etiropesche stad dan eenige andere der Vereenigde Staten. Zij ont- stond van lieverlede zonder een vooraf ontworpen , algemeen, regelmatig plan; van daar zijn de stra- ten meerendeels krom. De gevels der huizen too- nen groote verscheidenheid , terwijl nieuwere gedeel- ten der stad, welke sedert het openen van den spoorweg naar Albany sneller aangroeijen, aan de westelijke straten van Londen doen denken. Regel- matige uitbreiding wordt moeijelijk gemaakt door vele watervlakten , waarover eenige zeer lange brug- gen naar de voorsteden geleiden. De zoogenaamde Commons en de daaraan liggende openbare tuinen vormen , even als de Battery te New-York , aange- name wandelplaatsen. De aanleg van talrijke plei- nen, die in tuinen herschapen konden worden, is vroeger verzuimd, en thans niet te herstellen. De hooge granieten obelisk , ten aandenken aan den BOSTON. 521 moeijelijken aanvang van den moedigen strijd op Bunkerhill, levert een zeer ruim en sclioon gezigt. Dit geldt ook van het Statengebouw, 'twelk van verre aan Let kapitool te Washington herinnert. Boston, 15 September. Na volbragten arbeid 1'eiden wij gisteren verschei- dene bezoeken af, en gingen toen naar 't Athe- neum. Hier bevindt zich vooreerst eene verzame- ling afgietsels van oude kunstwerken en vele bustes van beroemde Amerikanen ; ten anderen eene ver- zameling van originele schilderstukken en kopijen, die over 't geheel mij slechts middelmatig vgorkwa- men. Eene derde tentoonstelling van beeldhouw- werken des 1 Heeren Crawfurd, een Amerikaansch beeldhouwer, be vat goede bustes en eene groep: Orpheus, onder geleide van Cerberus in de diepte afdalende. Onder den linkerarm heeft hij zijne Her, de uitgestrekte hand des regterarms schijnt het aan- gezigt of wel de oogen tegen den glans van 't licht te beschermen. Het eene been schrij DEMOCRATIE. aanzienlijkste steden van Europa alles aan sneeuw , wind, regen en stof wordt blootgesteld. Nergens ter wereld vindt men eene zoo alge- meene, zoo geheel volkomene en toch zoo rustige democratic als in New-Engeland. Aan onbehoorlij- ken invloed of geheime kuiperijen bij de verkiezin- gen wordt niet gedacht. Eene poging b.v. om handworks- of kooplieclen de begunstiging te ont- trekken , wanneer zij niet willen stemmen gelijk de begunstiger, zou dadelijk bekend worden en hem die zulks beproefde aan de openlijke verachting prijs geven. Bij zekere twijfelachtige keuze zette een der aanzienlijke mannen in Boston zijnen koet- sier aan om te gaan stemmen , in de onderstelling dat deze het voorbeeld van zijnen meester zou vol- gen . De koetsier antwoordde , dat deze zaak hem geheel onverschillig was , en hij daarom niet had willen stemmen. Wanneer hij echter stemde, zou dit tegen den kandidaat van zijnen heer zijn. Hij had dan ook vroeger in het stemmen steeds zijne eigene meening gevolgd. In een ander, mede twijfelachtig geval, vreesde een der rijkste mannen des lands, dat zijn vrije, stemgeregtigde neger niet volgens zijne wenschen stemmen zou, en de vronw des huizes nam op zich hem dit te beletten. Zij gelastte hern een groot vat wijn achter elkander af te tappen, en met blijdschap verhaalde zij haren man bij diens terugkqmst , hoe aardig zij haren neger door kelderarrest verhinderd had, tegen den wensch' van zijnen meester te stemmen. De neger," ant- woordde de man, was er en heeft medegestemd." Scipio (zeide hierop de vrouw tot den neger) heb ik u niet bevolen den wijn af te tappen?" Ja, Miss, dat heb ik ook gedaan; maar er waren geen kurken genoeg, ik moest er nog wat halen , en ter- l.JSHANDEL. 525 wijl de koopman ze telde had ik tijd om te gaan Boston, 19 September. Nadat wij het Auburnkerkhof, 'twelk die van Brooklyn en Philadelphia op zijde streeft, hadden bezigtigd, reden wij naar een meer, aan welks oever groote gebouwen staan, ter berging van het ijs, 'twelk van Boston naar alle deelen van Ame- rika, zelfs naar China verzonden wordt. Een een- voudig werktuig, eene soort van egge, wordt door paarden in de lengte en breedte over het ijs ge- trokken. Yolgens de reten van dit net springt het ijs in groote regelmatige blokken, welke gemakke- lijk er uit te nemen zijn, tusschen zaagsel en krul- len huishoog zich laten opstapelen en duizenden mij- len verzenden , zonder te smelten. Gisteren reden wij met den spoorwagen naar Lo- well, de eerste fabriekstad der Verefcnigde Staten. Zij is weder' een der Amerikaansehe wonderen, ont- staan door verstand, vlijt, deugd en volharding, al- les derwijze vereenigd als men maar zelden vindt. Dat zulk eene stad met zoo vele aanzienlijke liui- zen, en zoo vele (1840 reeds 21,000) inwoners, met zoo verbazend groote fabriekgebouwen, waar alleen voor werkloon aan meer dan 2000 man- nen en 6000 meisjes , jaarlijks bij de 5 millioen Ned. guldens wordt uitbetaald , - - in weinig meer dan 20 jaren uit het niet verrees, wekt verbazing. Wie echter de vaak beklaagde schaduwzijde kent van fabriekontwikkeling op groote schaal , kan niet zonder angstige bezorgdheid aan Lowell's toekomst denken, hij moet de loffelijke eigenaardigheden 2i* 524 LOWELL. van Lowell zien, om zich te overtuigen dat alles hier anders dan elders ingerigt is en (geve de He- mel!) blijven zal. Te gelijk met huizen en fabrie- ken, verrezen scholen en kerken, en 'tgeen nog van meer belang is: alien, zoowel meesters als ar- beiders, zijn overtuigd, dat zedelijkheid en deugd de grondzuilen zijn, niet alleen van eeuwig, maar ook van tijdelijk welzijn. Uit de vele bijzonderhe- den, wier vereeniging eene schets van 't geheel zou geven, wil ik slechts enkele vermelden. Van de irieisjes in de fabrieken zijn zeer weinige nit de stad zelve, bijna alle zijn dochters van grondeige- naars in New-England. Zij worden even gaarne door de ouders naar Lowell gezonden als zij zelve derwaarts gaan, want eene goede opvoeding gaat met den arbeid gepaard, voor hare zeden wordt doelmatig zorg gedragen , en zij vinden gelegenheid om naar haar doen een aardig kapitaaltje te be- sparen ; zoodat zij , na 1 tot 4- jaren in den kring . barer familie teruggekeerd , als bekwaam, beschaafd en niet onbemiddeld, bij voorkeur ten huwelijk wor- den gevraagd. Beneden de 15 jaar wordt er geene in de fabrieken aangenomen, en elke die zich niet wel gedraagt, wordt dadelijk ontslagen en in geene andere fabriek aangenomen. De kosthuizen staan onder het opzigt van waardige vrouwen, en de in- rigtingen en kamers (van welke ik er onderschei- dene zag) zijn zoo zindelijk, ja elegant, als burger- meisjes in Europa zelden hebben. Ontbreekt het aan de gelegenheid of wel mogelijkheid tot afdwa- lingen, dan wel zijn hier de vrouwen en meisjes daartoe van nature minder geneigd? de nood althans dringt haar niet tot uitspattingen . De gedrukte schriften van onderscheidene arbeidsters, waaronder vroegere schoolonderwijzeressen , die na 't opsparen FABRIEK-ARBEIDSTERS. 525 van eenig kapitaal tot hare vorige beziglieid terug- keeren, toonen een 1 graad van beschaving, waarvan men in de Europesche fabrieken geen denkbeeld heeft. En staan dan ook slechts weinige op deze hoogte, de andere volgen toch en maken zich de aangebodene boekverzamelingen ten nutte. Ja, de handwerkslieden hebben zich hier een huis ge- bouwd, eene leesbibliotheek en leeskamer gesticht, zoo als tot hiertoe, b.v. in Berlijn, zelfs door let- terminnaars en geleerden hiet is tot stand gebragt. Moge hier of daar de natuurlijke neiging der meisjes tot opschik, haar tot enkele overdrevene uitgaven vervoeren; over 't algemeen blijft het ver- blijdend, dat zich nergens nood of slordigheid ver- toont, en de grillen der Parijsche modes de natuur- lijke vormen niet verminken. In eene enkele fa- briek (en dit herhaalt zich in alle) zag ik welligt meer sterke, bloeijende, hupsche meisjes, dan tot hiertoe in geheel Amerika. Zij zweven niet tus- schen de gevaren van te weinig of te veel levens- genot, maar bewegen zich behoorlijk tusschen ar- beid en tiitspanning. De vraag: of zich tegen- over dit alles geene wezenlijke gebreken doen zien? mag ik beantwoorden met: mij zijn er geene voorgekomen, maar wel voedt mijne harte- lijke deelneming bezorgdheid voor de toekomst, en ik kan de uitboezeming mijner wenschen niet weer- houden : dat de vriendschappelijke eensgezindheid tusschen ondernemers en arbeidenden niet door eigenbaat of aanmatiging gestoord \vorde; dat niet in Lowell zelve eene bloot fabricerende kinder- wereld moge opwassen; dat de verkeerde mee- ning over het nut en de noodzakelijkheid van be- schermende regten niet tot hoogst gevaarlijke kun- stenarijen moge verleiden; en niet vergeten wor- MASS-MEETING. de, dat slechts dan rijkdom geoorloofd is en waarde heeft, wanneer die niet ten koste zijner medebur- gers is verworven! Boston, 21 September. Den 49 hadden wij hier een' regt Amerikaan- schen dag, Ramelijk eene algerneene bijeenkomst (mass meeting) der Whigs, waarbij het nog wel zoo uit- bundig en toch niet minder ordelijk toeging, als ik vroeger van Charleston en Louisville heb vermeld. Bij het genoegen over de geestdrift des volks , van den grootsten tot den geringsten , ter deelneming aan vaderlandsche aangelegenheden , wekt het echter een smartelijk gevoel, dat men hier een feest ziet, niet van het Amerikaansche volk, maar van eene Amerikaansche partij ; dat millioenen smalen op 'tgeen millioenen loven; en datgene waarover men zich verstaan Jean , ja noodzakelijk verstaan moet , tot schijnbaar onoverkomelijke zwarigheid opgedre- ven wordt. Amerika heeft grootere dagen beleefd dan deze bijeenkomsten van eene partij. Welke roemrijke , welke eenige dagen , toen Jefferson en zijne aanhangers den adelaarsblik in den nacht der toekomst sloegen , en eene waarlijk nieuwe wereld als in profetische verrukking zagen ontluiken; toen Washington , de roernrijke krijgsinan , zijn zwaard in handen der burgerlijke overheid neder- leide; toen hij, na een langdurig vreedzaam be- stuur, gewillig tot den stillen huisselijken kring terugkeerde. Dat waren feestdagen zonder gelijken ! En ook aan de edelste dagen van rouw ontbreekt het niet , waar tranen van droef heid met vreugde- tranen zich vermengden: het vijftigjarig bestaan van CAMBRIDGE. 527 den Staat, te gelijk den sterfdag van Jefferson en Adams , deze doopheffers en opvoeders "des grooten , heerlijken Verbonds. Zoodanige lierinneringen staan mij, eenen vreemdeling zoo levendig voor den geest, dat hetgeen mijne oogen thans aanschou- wen , in weerwil van alien luister daarbij ten toon gespreid, mij bijna slechts als theatrale decoratien voorkomt. Gisteren reden wij naar het naburige Cambridge, den zetel der ffarward University, en hoorden eerst eene vloeijende voorlezing van den Regter Story over zeeassurantien. Daaruit bleek onder anderen, hoe moeijelijk het is, gedachten zoo juist in wette- lijke woorden voor te dragen, dat zij voor geene andere uitlegging vatbaar ziin. Daarna hoorden wij eene zeer duidelijke , leerrijke voorlezing van den Heer Spark over de vroegere staatsregelingen van Amerika. Eindelijk woonden wij het onderwijs in eene Latijnsche classe bij, die met onze Tertia eenige overeenkomst heeft, en waar de leerlingen blijken gaven van goede vorderingen. In plaats van de vermelding der heden gehoorde leerrede , de volgende anecdote : Toen de vader van den Heer P. vele jaren geleden, des Zondags door Connecticut reisde , trad een ambtenaar aan den wagen en vroeg, of hij de wet niet kende, waarbij het reizen op Zondag verboden is?" Die ken ik." Dan moet gij met mij terugkeeren." Volstrekt niet ; gij hebt wel het regt mij aan te houden, inaar niet mij terug te brengen. Ik zal tot het aanbreken van den Maandag hier vertoeven." Tevens zet hij zich op zijn gemak in den wagen, en begint te lezen, tot dat de ambtenaar, na eenig bedenken , heengaat , als wanneer de reiziger wogrijdt. - - Nog eene: Waterkracht , en het regt SALEM. om claarvan gebruik te maken beet bier priviledge. Ziet een Yankee voor ? t eerst den Niagara, dan roept hij uit: welk een voortreffelijk priviledge." Eenigen voorspellen , dat binnen weinige jaren dit toppunt van landelijke schoonheid verstoord, en zijne verhevene natuurspraak in bet gekletter van spin- nfachines zal veranderd zijn. Ik hoop echter, dat de oude stroomgod zich zal te weer stellen, wan- neer men zijne kristallijnen stroomen wil indammen of afleiden. Boston, 26 September. Eergisteren stoomden wij naar Salem en bezigtig- den de vriendelijke , boomrijke stad, en bet Mu- seum, ontstaan door vrijwillige bijdragen van Sa- lemer scbippers. Het is, naar verhouding, rijk aan voorwerpen uit alle wereldoorden. Wij hadden te Boston eene banknoot ontvangen die men 1 aan bet station te Salem niet wilde aan- nemen. Dit is dan bet zoo dikwijls boog geroemde gerief der 800 soorten van papieren geld voor rei- zigers. Des avonds gingen wij te Boston naar bet zoo- genaarnde Museum. Beneden was eene kapel vol zingende personen; op de tweede verdieping een museum de omni scibili et quibusdam aliis (over al wat wetenswaardig is en eenige andere zaken), Frederik II met bet opschrift Frederik I, eene groote giraffe , en daar tegen over eene Venus van Medicis in miniatuur. Eene verdieping hoogerwerd, terwijl men beneden geestelijke liederen zong, op een tooneel de dronkaard'" gegeven, (volgens bet berigt) een hoogst zedelijk stuk in 5 bedrijven. GESTICI1TEN. 529 Wij gingen , om voldoende rcdenen , reeds na Let tweede bedrijf heen, voordat de zondaar lid wordt van 't matigheidsgenootschap. Van den Heer Staatssecretaris P. bekom ik zoo even eene verzameling der belangrijkste geschriften en verslagen over Massachusetts. Overal eene dienst- vaardigheid , die in alles de onze overtreft. Zoo haalde de Maire van Boston, de Heer B. 5 ons gis- teren (bij regen- en stormachtig weder) met rijtuig af, en toonde ons het krankzinnigengesticht , de ge- vangenis, het armhuis en het gesticht voor hulpe- looze en verwaarloosde kinderen; alle groote, nut- tige, doelmatige inrigtingen. Verder bezocht ik een geregtshof pm te hooren pleiten , en daarna de zoogenaamde mechanics exposition. Eene tallooze menigte van allerlei voorwerpen , om ,alle welke naauwkeurig te zien en te beoordeelen eene ruime mate van tijd en kunde zou vereischt worden. Boston, 28 September. Heden voormiddag bragt de Heer B. ons in ver- scheidene welingerigte scholen , en des namiddags reed hij met ons naar vele sierlijke en smaakvolle landhuizen en buitenplaatsen , waar heuvelen en da- len eene genoegelijke afwisseling geven, en menig schoon vergezigt opleveren, vooral naar Boston. Op zulk een rid met een kundig man bespreekt en leert men veel. De listige inhaligheid b. v. der Yankees strekt dikwijls ten spot, zelden echter doet men opmerken, hoe buitengewoon groot hunne offers en giften voor openbare instellingen zijn. Het thans voortreffelijk ingerigt Atheneum had vroeger behoefte aan meer- 330 M1LDIIEID. dere ruimte. Ik wil u," zeide de Heer P., rnijn huis sclienken, wanneer gij een ander even groot huis daarbij koopen wilt." Dankbaar werd dit aan- genomen. Later zou de Bibliotlieek worden uit- gebreid. Hij teekende in voor 8000 dollars , orider beding dat men buiten hem nog even zoo veel bij- een bragt. De ondernemers gaan nu naar zijn' neef. Wat heeft mijn oom ingeteekend?" 8000 dollars." Welnu, dan teeken ik voor even zoo veel in, mits dan nog 16000 dollars worden ingeza- meld." Op deze wijze kwamen meer dan 40,000 dollars (/1 00, 000) bijeen. Zoodanige voorvallen doen zien, dat men hier niet alleen de kunst ver- staat geld te winnen, maar ook Let op eene on- bekrompen wijze uit te geven. Des avonds gingen wij de Schepping" hooren. Men had ons gezegd dat de uitvoering voor ons als vreemdelingen iets merkwaardigs kon hebben, maar de muziek ons niet zou voldoen. Ik had in Amerika nog niet anders dan dansmuziek ge- hoord, zoodat die waarschuwing ons niet kon af- schrikken van deze gelegenheid partij te trekken. De zaal was groot en eenvoudig, met langzaam klimmende zitplaatsen en eene galerij. Tegenover in 't midden een orgel, daarvodr het orkest en ter wederzijde de zangers; meer mannen dan vrouwen en meisjes, en deze bijna zonder uitzondering na- tuurlijk en eenvoudig gekleed. Wanneer ik de uit- voering met groote Europesche vergelijk, dan staat zij gewis verre achter. Maar wanneer ik, die ten opzigte van muziek zoo zeer verwend ben , in de uitvoering een wezenlijk groot genoegen vond en die welgelukt noem, zoo moesten zij niet vitten, maar liever helpen , die nooit in Europa geweest zijn. De moeijelijke introductie werd door het MUZIEK. rMi gansch niet talrijk orkest met kracht en gevoel uitgevoerd, de koren zongen krachtig en zuiver; onder de zangeressen onderscheidde Miss Stone zich vooral door omvang, zuiverheid en voordragt. Alle muzikaal schoolonderwijs, al het lesnemen der ele- gante dames, zal echter de Amerikanen nooit in een muzikaal volk herscheppen, zoolang zij zich streng houden aan den Puriteinschen sabbat, en be- tere muziek, dan liet gewone kerkgeschreeuw , op zondag verboden is. In gevalle liet tot nog toe on- mogelijk is, groote, echt dramatische muziekstukken hier waardiglijk uit te voeren , zoo zou ik het een geluk noemen, dat de Amerikanen niet met de ge- dachte- en karakterlooze opera's van vele nieuwe componisten (zoo als maar al te dikwijls in Europa) tot een oppervlakkig , belagchelijk enthusiasme ver- voerd werden. Het muziekgenootschap waarvan ik hier spreek , werd , zoo ik hoor , door handwerkers gesticht en in stand gehouden. Of de rijken en aanzienlijken hier betrekkelijk minder ijver en deel- neming aan den dag leggen (zoo als men mij ver- haalt), kan ik niet beslissen. Moeijelijk echter kan ik gelooven, dat in dit opzigt Boston zich aristocra- tischer zou toonen dan Berlijn. Boston, 50 September. Gij hebt volkomen gelijk, dat men over Ameri- kaansche zeden en gebruiken een groot, even onder- houdend als leerrijk boek zou kunnen schrijven. Mijne eigene waarnemingen echter zijn hiertoe on- toereikend , en het lust mij niet die van anderen na te schrijven , van wier juistheid ik niet overtuigcl 552 ZEDEN EN GEBRUIKEN. ben; bet zij mij daarom vergund met eenige eigene opmerkingen te volstaan. De Amerikanen klagen en niet zonder reden, dat ,vele reizigers hun verhaal trachten op te sieren, door zich toevoegsels van eigene yinding, of wel volstrekte leugens, te veroorloven. Wil men (zoo als 't behoort) der waarheid getrouw blijven, dan is er dikwijls weinig te verhalen. Ook is het in 't al- gemeen hoogst moeijelijk, afwijkende zeden en ge- bruiken onbevooroordeeld op te merken en juist te beoordeelen; hoogst bedenkelijk en gevaarlijk, uit eene enkele omstandigheid een' algemeenen regel af te leiden. Of wordt niet over de Amerikanen in duizenderlei opzigten het lijnregt strijdige uitge- kraamd, zoodat men volstrekt niets meer of lie- ver alles diende te gelooven; elke waarneming toch kan op zichzelve waar zijn , doch er is de hoogste voorzigtigheid noodig, om niet het deel voor het geheel te nemen. Zoo zegt men b. v. : de Ameri- kanen zijn koel en onverschillig zij zijn ligt op- gewonden en dweepziek; zij hebben geene zij hebben veel zelf beheerschiug ; zij huwen bijna nooit om 't geld zij huwen meestal om 't geld; zij zijn wellevend zij zijn onbeschoft; beschaafd onbeschaafd; aan dronkenschap overgegeven ma- tig in zinnelijk genot ; hoffelijk jegens de vrouwen onverschillig jegens vrouwen enz. Vele inrigtigen en gebruiken wijken niet slechts van de onze ver af, maar zelfs in de afzonderlijke deelen van den Bondsstaat zijn zij zoo onderschei- den, dat elke algemeene beoordeeling bijna nood- wendig verkeerd moet zijn. Daarentegen is er ook veel overeenkomstigs , dat algemeen doorgaat, de eigenaardigheclen der verschillende bestanddeelen af- rondt, kerkelijke strijdigheden verzacht, en de trap- GELIJK- EN ONGELIJKHEID. 555 pen van bescliaving elkander doet naderen. Vooral is in 't openbare leven en de algemeene liefde voor de republikeinsche staatsregeling een sterke band van eensgezinde werkzaamheid gegeven; zoodat noch het bijzondere , noch het algemeene geheel de overhand bekomt, maar verscheidenheid en overeenstemming verblijdend voortduren zal. De gelijkheid en 't verschil der menschen doet in Amerika zieh geheel anders voor dan in Europa. Nadat de staatsregtelijke , staatkundige gelijkheid voor alien verworven en erkend is, scheiden de gezellige kringen zich natuurlijk af, en oefenen rijkdom en beschaving hunnen onvermijdelijken invloed uit. Het is en blijft echter een onmetelijk onderscheid, of genoemde staatsregtelijke gelijkheid bestaat dan ont- breekt, of zij een' bevredigenden invloed uitoefent, dan of nevens de gezellige afzondering ook staat- kundige voorregten van een' erfelijken stand bestaan , welke dan het voorkomen aannemen van een dubbel hatelijk monopolie of privilegie. Men laakt het, dat de rijke kooplieden in Ame- rika met de kieine kramers niet gezellig verkeeren. Maar geschiedt dit dan in Europa, of komen zelfs voor den lager geplaatsten in ons werelddeel ooit de lentedagen eener volks- of kiesvergadering , waar hij zijne waarde, zijne beduidenis kan gevoelen en doen gelden? Daar deze zijne belangrijkheid den burger der Vereenigde Staten niet wordt betwist, kan hij welgemoed aanzien, dat anderen in andere opzig- ten hooger geplaatst zijn; hij laat deze aristocraten zich in hunne kringen bewegen z6nder hen te benij- den, maar wedijvert met hen in geestdrift voor Amerika's groote mannen. Op stoombooten en wagens, in logementen en diligences heeft geene afscheiding in klassen plaats; 3 ETIQUETTE. hierdoor komen Europesche reizigers met de meest onderscheidene lieden in aanraking, en vallen vele gewoonten onaangenaam in 't oog, als: spuwen, de beenen op stoelen en tafels te leggen, en dergelijke. Deze ultra-vrijheden veroorlooft zich echter niemand in een beschaafd gezelschap; niemand zal beweren: een echt republikein mag niet aan de Gratien offe- ren. Er bestaat eene beschaving, bevalligheid , in- nemendheid van gedrag, evenzeer verwijderd van lompheid als gekunstelde fatterigheid ; deze nu vindt men in Amerika's beste gezelscliappen , en Jefferson's raad wordt rneer en meer opgevolgd: Ten opzigte van hetgeen men fijne zeden noemt, wensch ik dat mijne landgenooten zooveel van de Europescbe wel- levendheid zullen overnemen , als noodig is om be- reid te zijn tot al de kleine offers, welke inderdaad de zeden beminnelijk maken, en het gezelschap vrij- waren voor de ongenaamheden , waartoe ruwheid zoo dikwijls aanleiding geeft." Al heeft men in Amerika geen hoftoon , daarom ontbreekt de goede toon er niet; en uit natuurlijke oorzaken , die wij meermalen deden opmerken , zijn de laagste klassen in Amerika niet zoo onbeschaafcl en onwetend als in andere landen. Zelfs de bewo- ners van het binnenland aan gene zijde der wou- den, lezen dagbladen en toonen zich ervaren in vele zaken. Wij mogen lagchen, wanneer daar een ma- joor van de landweer den postwagen rijdt en een overste kleederen aanmeet; maar wij mogten wel schreijen, dat Europesche dorpjonkers beweren het regt te hebben, voor geheele gemeenten te denken en te handelen. Het ware een gewin wanneer de Amerikanen zich niet met de routs, soirees en het salongedrang op- hielden , welke zoo velen der haute votte als het VLEUEK1.J. 5.1?) toppunt van Europesche gezelliglieid aanmerken , maar waar aan verstandige gesprekken , aan wisse- ling van denkbeelden niet kan gedacht worden. Wie in de fijne etiquette der hovelingen eener oude aristocratie , in de valsche nederbuigende rninzaam- heid der grooten , in de bloote pligtplegingen van on- derling gelijken stand , liet hoogste genot van den omgang stellen , zullen dit verlies bejammeren . want men moet in Amerika zulks niet zoeken. Even zoo min is er eene albeheerschende hoofdstad, die den toon aangeeft, of eene zoo scherpe tegenstelling van stad en land, als in de meeste Europesche staten. Geen verwijt is den Arnerikanen veelvuldiger ge- daan , dan dat zij aanmatigend , ligtgeraakt en groote vrienden van vleijerij zouden zijn; zoodat men niets zoude mogen berispen, naar niets onderzoek doen, geene tegenwerpingen maken , met een woord , in geenerhande opzigt eene ongunstige meening zou mogen doen blijken. Ik kan uit mijne ervaring die klagten niet bevestigen. Over atterlei onderwerpen lieb ik mij dikwijls vrij , ja scherp uitgelaten en andersdenkenden levendig wedersproken , zonder des- wege zelfs de zachtste berisping te ondervinden. De waardige mannen, die mij aanhoorden, wisten, dat ijdelheid noch aanmatiging mij hiertoe aanzetteden, maar de wensch om de zaken van alle zijden te be- schouwen, ten einde daardoor grondige kermis te bekomen. Terwijl ik met slavenhouders tegeri de slavernij, met abolitionisten tegen de plotselinge af- schaffing der slavernij sprak , bij Whigs de gevoe- lens der Democraten , en bij deze de grondstellin- gen der Whigs verdedigde, werd het onderhoud zoo belangrijk en veelzijdig als omgekeerd bij slaafsche toestemming volstrekt onmogelijk is. Yeel meer re- den zouden de Amerikanen hebben mij over mijn 556 NIEUWSGIERIGHEID. gedrag te berispen, dan ik hen. Ook spreekt het van zelf, dat bij onbeperkte vrijheid van woord en pers, de angstige bezorgdheid voor kwalijk nemen en de gevolgen daarvan, niet zoo sterk zijn kan als daar, waar ambtenaren, geleerden enz. geene be- risping gewoon en op alle plaatsen zoo ligt kwets- baar zijn. Dat de Amerikanen bovenmatig nieuwsgierig^. den zijn en iederen vreemdeling met vragen ,^, n *,g vallen, heb ik evenrnin ondervonden. In dit opzigt schenen zij mij veeleer onverschillig toe, althans heb ik honclerdmaal meer gevraagd dan men mij deed. Voorzeker prijzen de Amerikanen zich zelven dikwijls en gaarne , en wel vooreerst omdat er in hun vaderland veel te prijzen is; zij zoeken beris- ping af te weren, gelijk elk, die zijn vaderland be- mint, dit jegens vreemdelingen gewoon is, zonder daarom met wezenHjken ernst alle gebreken te loo- chenen. In Amerika wordt gewis het volk even- zeer gevleid als in Europa de koningen; want overal behoort er moed toe de waarheid te zeggen en te hooren. Tegenover dezen eigenlof vinden wij ech- ter daar zoo ernstige, gemoedelijke , bittere beschul- digingen , dat geen vreemdeling de Amerikanen stronger beoordeelen kan, dan zij zelven doen; ja 'soms vervoert het zedelijk gevoel en de edele smart (ook wel bloote gemelijkheid) hen tot zwaarmoe- dige, bijna hopelooze klagten. Toen eens bij eenen optogt in de straten een groot gedrang was , zeiden eenige heeren : maakt plaats, want wij zijn afgevaardigden des volks!" Men antwoordde: maakt gijlieden plaats, want wij zijn het volk zelf!" Deze enkele anecdote werpt een helder licht over des volks gevoel van eigen- waarde. Van daar zegt een Fransch oprnerker: DIENSTBODKN. e)0/ Aan de onwillekeurige ruwheid van den burger, geef ik de voorkeur boven de aanmatigende beleefd- lieid van den hoveling." De reisbeschrijvers en hunne lezers blijven gewoonlijk bij hun denkbeeld omtrent Europesche Jiooger geplaatste personen staan , in plaats van de zaken ook eens uit het oogpunt 1 lager geplaatsfen te beschouwen. Van daar . de klagten van reizigers over aanmatiging en auc.ne van diensiboden in Amerika. Het liooger loon is dezen natuurlijk hoogst welkom, en een na- tuurlijk gevolg van navraag en aanbod. Bovendien wil ieder veel liever een vrij , onaf hankelijk grond- bezitter, een burger der Vereenigde Staten, dan dienstbode zijn, en aanvaardt die betrekking slechts onder de voordeeligste voorwaarden , om des te eer- der zich daaruit te kunnen ontslaan. Dit heeft overigens ten goeden gevolge, dat de meesters zel- ven meermalen handen &an 't werk slaan, in plaats van een sleep dagdieven als bedienden er op na te houden. Dit staat met hoogst belangrijke omstandigheden in verband. In een land, waar het arbeidsloon hoog, de grond goedkoop en geene lastige gedwon- gene krijgsclienst is, moet de menigte er wel aan toe zijn. Uit dit wel zijn spruit tevredenheid , onein- dig meer waard dan de zucht om op alles te vitten. Hiertoe draagt ook de gelijke verdeeling aller nala- tenschappen het hare bij. Had men ongelijke erf-, eerstgeboorte- en andere dergelijke regten behouden of ingevoerd, de rijkdom zou zich meer hebben op- gehoopt , en eene klasse van werkeloos genietenden hebben doen ontstaan. Bancroft Library In Amerika wordt elk voor oogen gehouden , dat nuttige arbeid eerst waarde geeft aan het leven. De een moge dit onzin heeten , de ander bezorgd zijn , II. 22 558 VERBRUIK EN ARBEID. dat deze bedrijvige onrust den geest ledig moge la- ten; met werkzaamheid echter, zelfs van de hand, staat de beschaving van den geest in verband. De opvoeding der Amerikaansche grondwet strekt zich verder dan tot de scholen nit, van elk wordt meer gevorderd dan elders. Tallooze malen is het her- haald: dat de Amerikanen op die wijze tot lage eigenbaat vervallen; dat geld te winnen de ziel van hun leven is en bij hen boven alles gaat (). De Amerikaan beschouwt het geld als middel tot ver- dere werkzaamheid : hij wil het niet in kisten en kasten opsluiten, noch opgehoopt aan een enkelen luijen erfgenaam achterlaten; hij is geen vrek , die het geld niet gebruikt, noch een verkwister die het misbruikt, maar hij tracht naar deszelfs ware nut-, tige aanwending. Misslagen zijn hier uitzonderin- gen , maar vormen den regel niet , zoo als bij gie- rigaards en verkwisters. Met regt zijn de Ameri- kanen af keerig van nuttelooze uitgaven , waardoor in Europa zoo dikwijls personen en staten verar- men (f); tot alle groote, vreedzame ondernemingen toonen zij daarentegen zich bereid, en veeleer al te roekeloos, dan wel te karig en te voorzigtig. De klasse van nietsdoeners buiten rekening gela- ten . arbeidt de Amerikaan niet meer dan de arbei- dende Europeaan, ja deze moet zich oneindig meer inspannen dan gene, zonder immer in zoo gunsti- gen toestand te komen. Maar juist daardoor heeft arbeid en verdienste in Amerika meer aanlokkelijks dan in Europa. In weerwil van alle aangewende (*) Zou men niet denken, dat deze berispers een natuurlijken afschuw van goud en zilver hadden. En waartoe speculeren zij dan in fondsen? Wel, om zonder arbeid rijk te worden ten koste van anderen! (-J-) Hoor, boor! DfiANK EN SPLJiS. 559 moeite om rijk te worden, is het hier meestal on- mogelijk het doel te bereiken ; terwijl het ligter sla- gen in Amerika, zeer natuurlijk tot verdubbelde vlijt aanspoort. Geen grooter hinderpaal tegen het welzijn van ligchaam en ziel bestond in de Vereenigde Staten, dan de over hand toenemende dronkenschap. Hier- tegen zijn de Matigheidsgenootschappen van heilza- men invloed geweest ; ofschoon de matigheid uit vrije beweging de voorkeur verdient boven eene soort van gelofte, welko ook het geoorloofde, uit vrees voor overmaat, ontzegt, en daardoor aanlei- ding geeft weder tot de oude dwaling te vervallen (*). Op het drinken kan ik gevoegelijk het eten laten volgen , als niet slechts eene zaak van genoegen , maar ook van gezondheid. In de rijkere familien moge men Jefferson's voorbeeld volgen en zich aan de Fransche keuken houden; over 't geheel echter staat de kookkunst in de Vereenigde Staten nog op lagen trap; en hoe voortreffelijk ook de voorwerpen (vleesch, visch, groenten, vruchten) mogen zijn, men verstaat er zich niet op die te bereiden en te verfijnen. De overmaat van peper en zout, ont- neemt aan alles den eigenaardigen smaak, verwekt onnatuurlijken dorst en verhit het bloed. Het ge- braad is meestal hard en droog, de sausen zonder verscheidenheid , menige groente (b. v. erwten) te oud, het brood vaak kleijig en te heet enz. ; zoo dat zelfs Amerikaansche deskundigen ootmoedig ver- klaren , dat zij hierin nog verre ten achteren zijn. (*) In Massachusetts, Rhode-Island, Tennessee en Missisippi zijn wetten uitgevaardigd tegen den verkoop van sterken drank bij kleine hoeveelheden , als ook tegen kroegen. Ik heb iu de Vereenigde Staten niet een volkomen dronkene gezien , maar wel rnenigeen die veel sterken drank gebruiktc. 540 MAALTIJDEN. Ik waag het, hier ter plaatse mij tegen het En- gelsche en Amerikaansche gebruik te verklaren, volgens hetwelk de gastheer en gastvrouw gedu- rende den geheelen maaltijd bijna niets doen of doen mogen, dan links en regts de spijzen aan te bieden. Dit noodigen en de nietige antwoorden daarop breken elk gesprek af; daarentegen brengt het rondreiken door bedienden de spijzen in vee\ beteren omloop, terwijl de gastheer en vrouw in de gelegenheid zijn , door geestige gesprekken hun- nen invloed ter veraangenaming te doen gelden. Het schielijk eten, niet genoegzaam kaauwen, enz. heeft zelfs de opmerkzaamheid der schoolbe- sturen tot zich getrokken; zij zeggen tot kinderen en ouders: men moet het voedsel langzaam tot zich nemen, in gezelschap en onder aangename gesprekken." In geen land ter wereld lijden zoo vele menschen aan gebrekkige spijsvertering als in Noord-Amerika, en eene geheele hervorming van het gansche kook- en eetstelsel moest de heilzaam- ste vruchten dragen. Het zou voor gezondheid, genoegen , tevredenheid en huisselijk geluk , de verblijdendste gevolgen hebben , wanneer de kook- kunst in het onderwijs voor 't vrouwelijk geslacht werd opgenomen. Men kon het ongepast noemen, hier tot eenige algemeene opmerkingen betreffende de vrouwen over te gaan , indien niet deze overgang zich hier als van zelve aanbood. leder reiziger, ja elk man spreekt zijn oordeel over vrouwen uit, ofschoon de meesten zelfs niet den minsten smaak bezitten zelfs omtrent hare uiter- Hjke schoonheid. Wij willen ons hierin niet verdie- pen, en even min herhalen, wat mijne voorgangers over de Amerikaansche vrouwen hebben gezegd. Al- VKOUWEX. leen dit, dat zij hare schoonlieid bewonderen en tevens bejammeren dat zij zoo spoedig verouderen en de tanden verliezen. Gewis zag ik voor mij in geen land ter wereld nevens vrouwelijke schoon- lieid, zoo vele bleeke, ziekelijke gezigten. Dit moge nu een gevolg van klimaat, voedsel (*), leefwijze, rijgen, azijn drinken. of wel van al deze oorzaken te zamen zijn: de daadzaak laat zich niet loochenen. Ik zou van het azijndrinken niet spreken , indien niet mannen , vrouwen , arisen , mij eenstemmig verzekerd hadden , dat dit middel zeer dikwijls aangewend werd, om de roode kleur der wangen (men beschouwt dit als gemeen, boersch!) te verdrijveri ; eene verkeerdheid , nog schadelijker en onnatuurlijker dan het blanketten. Het betreft hier niet alleen het gevoel van schoonheid, maar het geldt het bestaan en de welvaart van toekom- stige geslachten. Klagen thans niet reeds vele des- kundigen over het groot aantal dood- of ontijdig geborenen. Dat in Amerika de vrouwen overal met achting en onderscheiding worden behandeld ; dat zij zonder de minste bezorgdheid onverzeld het gansche land kunnen doorreizen, zonder last van onbescheiden- heid , zelfs van hen , die tegen mannen alles be- halve wellevend zijn zouden, strekt ten bewijze van goede zeden en loiFelijke zelfbeheersching. Ik kan echter niet ontveinzen dat sommige gebruiken, waaruit deze achting moet blijken, iets gedwongens en ongezelligs hebben , of zelfs het voorkomen aannemen van een onontbeerlijk voorbehoed middel. (*) Dikwijls zag ik dat jonge meisjes reeds des morgens niet alleen het harde vleesch aten, maar ook, 'tgeen welligt nog ongezonder is, het nog rookend maisbrood met smelten- den boter gebruikten. 342 VROUWJEX. De stijve, drooge, uiterlijke onderscheidiug der dames, verschilt magtig veel van ridderlijke, poe- tische huldiging onder allerlei vormen. En zelfs blijft men zich hieromtrent weinig gelijk , daar het b. v. op eene stoomboot voor onbescheiden wordt gehouden, zich bij de dames te voegen; maar niet dat men den vloer bespuwt, waarover zij met hare lange kleeding gaan moeten. De kleinste meisjes vorderen die inschikkelijkheid reeds als een regt, terwijl men hier geen spoor vindt van eenen pligt, die in andere republieken geroemd en algemeen beoefend wordt, namelijk eerbied voor den ouderdom. Ook de afsluiting der dames in afzonderlijke gezelschapsvertrekken is voor elk reiziger onaan- genaam. Weken lang kan men met 20 oO vrou- wen hetzelfde logement bewonen , zonder eene en- kele te leeren kennen. Zij ontbijten, eten, drin- ken , lezen , musiceren alleen , en siechts echtge- nooten, ouders of kinderen is het vergund dit serail binnen te treden. Uit eigene beweging ken- nis te zoeken of een gesprek aan te knoopen, zou op zijn minst groot opzien baren. Een enkel uur brengt in Frankrijk het bontste gezelschap naauwer in kennis en betrekking, dan in Amerika verschei- dene maanden. Zoo is het gewisselijk niet in de eigenlijke ge- zelschappen, waar de vrouwen door vriendelijke tegemoetkoming en levendige , verstandige gesprek- ken, blijken geven eener beschaving die voor geene Europesche behoeft onder te doen. Wei is waar gaat in de nieuwe zoowel als in de oude wereld, vaak tijd en smaak verloren door het lezen van slechte romans, en wordt de geest zoo vermoeid en verzwakt, dat men ernstige lektuur bemint HUISGEZIN. 7)47) noch begrijpt; anderzins zou men eer mogen geloo- ven, dat in Amerika de opvoeding der meisjes te geleerd, te mannelijk is, wanneer men hoort, dat zij in algebra en staatsregt, in technologic en lo- sica onderwezen worden. Dit is echter slechts O bij uitzondering, of het onderrigt is bestemd voor toekomstige onderwijzeressen. Ik heb overigens nergens ondervonden dat de Amerikaansche vrou- wen met geleerdheid pronken; zelfs zij wier schrif- ten geroemd zijn, liepen met hare geleerdheid geenszins te koop; en de eenige vrouw of wel jonge dochter, met welke ik toevallig over wijs- begeerte sprak, paarde aan kennis en ware zucht tot onderrigt, de grootste vrouwelijke beseheiden- heid. Gelijk overal blijft ook. in Amerika huis en gezin het middenpunt voor de liefde en werkzaamheid der vrouwen , en het is even dwaas als ongegrond , het tegendeel te beweren; inzonderheid dat zij lui zijn, eh weinig uitrigten, of wel den tijd aan de toilettafel verbeuzelen. Dit moge met enkele ver- waarloosde of vertroetelde het geval zijn; klimaat en leefwijze mogen menige inspanning moeijelijker maken; men moge de gewraakte romanlectuur met nietsdoen gelijkstellen ; - - het is niettemin onloo- chenbaar, dat werkzaamheid en beschaving van den geestj, die algemeen gevonden worden, hooger te schatten zijn dan bloot ligchamelijke arbeid. Hoe men op de gedachte kan komen en anderen wijs maken, dat gegoede vrouwen haren natuur- lijken, geliefden werkkring als gade en moeder on- bezorgd, gevoelloos zouden verwaarloozen ; dat vrouwen van ambachts-, land- en werklieden den ganschen dag in den wiegelstoel zouden verluije- ren, dit is onbegrijpelijk ! Even zoo wonder- 54-i TOASTEN. baar klinkt het, dat in Amerika liet leven van den roan geheel materieel, dat der vrouw daaren- tegen geheel moreel zou wezen; als lage in den arbeid, in het openbaar staatsleven geen wezenlijk moreel bestanddeel ten grondslag. Elk het zijne! Onder vele toasten , in publieke gezelschappen uitgebragt, geef ik eenige ten proeve: Aan de Vrouwen , aan hare eenig duldbare aristocratic ! Zij heerschen zonder wetten, beslissen zonder hoo- ger beroep, en hebben nimmer ongelijk! Aan de x Vrouwen! In geluk en ongeluk ons altijd waard en dierbaar; zonder haar was het leven onverdra- gelijk! De schoonheid eener beschaafde vrouw is de eenige heerschappij , waaraan een man zich mag onderwerpen !" Met zoodanige beleefdheid niet te vrede , klaagt een reiziger , dat de republi- keinsche Amerikanen zich zelven niet gelijk blij- ven, door hunne vrouwen de uitoefening van voile burger regten te onthouden. Het blijkt echter niet, dat deze naar zoodanige emancipatie zeer begeerig zijn, noch hare tegenwoordige magt en invloed te gering achten. Hoe veel mij ook nog te verhalen overblijft, zoo noopt tijdgebrek mij, dezen laatsten Amerikaanschen brief af te breken en te sluiten. Ik heb hier meer gezien , gehoord , geleerd , dan immer in eenig gelijk tijdperk mijns levens; zoodat mijne reis vol- komen geregtvaardigd en meer dan rijk beloond is. Immer zal ik met deelneming, met dankbaarheid en (in weerwil van eenige schaduwzijden) met be- wondering aan de Vereenigde Staten terugdenken! E I N D E. i .- -- - ...If. H -/!