PFin. V243 IF$3 UC-NRLF lililiililililiililililiiliiliiiliU IIe Method Ga$pey Jot the study of mode Conver tch -Gramifiar .■^' 1"" !' ",iV I Jni!fei i jiyMj' ' i«)' ' ' '' ''!'nl '' * .««..«*u«.» I UK OS, Heidelberg i METHOD GASPEY-OTTO-SAUER. KEY TO THE DUTCH CONVERSATION-GRAMMAR \\\ T. G. G. VALETTE, TEACHER AT THK K H H lid, eene lucht, eene lei (object), eene lelie, eene linde, eene letter greep, een(en) last, een lichaam, een leger, een(en) maaltijd, eene misdaad, eene maand, eenCen) Maart, een(en) mond, eene maag, een(en) mosterd, een(en) Maandag, eene majesteit, eenCen} nacht, een ontbijt, eene ongesteldheid, een onderwijs, een ontstaan, eene ondericereld, eenCen) October, een oog, een overblijfsel^ eene plaats, een plan, eene pen, eene pracht, eene peer, een paard, een(en) prijs, eene rekening, eene rivier, een rijtuig, eene rots, een rad, een riind, eene rij, eenCen) room, een(en) robijn (object), eenCen) rijksdaalder, eenCen) regen, een raadsel^ eene rogge, eenCen) rijkdom, eenCen) schat, eenCen) steen, eenCen) schouicburg, eenCen) stokslag, een stuk, eene straat, eene stad^ een schip, een sieraad, een spel, een slot, eene sofa, een stand- beeld, eene som, eenCen) September, eenCen) stam, eenCen} schoener, eenCen) storm, eene siroop, eene schaduic, eene slijtage,. eenCen) tiiin, eenCen) twist, eenCen) tak, eene tafel, eene tralie,. eene turf, eenCen) tijd, eene trompet, eene tarwe, een imricerk,. eene uniform, eenCen) vinger, een vleesch, eene vigilante, eene vrees, eenCen) verjaardag, eene vloo, een vat, eene verbazing,. een vogeltje, een verdriet, eenCen) vrede, een vonnis, een vader- land, eenCen) val, eene vriendschap, een veulen, eene vericant- schap, een verlies, een volk, een vorstendom, eenen winter, een water, eenCen) weg, eenCen) ivind, eenCen) wijn, eenCen) wortel,. eenCen) wasdom, eenCen) waard, eenCen) and eene wacht, eene ivol, eenCen) icasem, een zinnebeeld, eenCen) zomer, een zout. 18. De avonden, de boeken, de bruigoms, de bekken, de bezems,, de beeltenissen, de beurzen, de boorden, de bankiers, de Christenen,. de dorpsherbergen, de dokters and doctoren, de dronken, de eegaas, de engelen, de goederen, de guinjes, de gierigaards, de geneesheeren, de honden, de herbergiers, de huizen, de hoeken,. de hoof den, de jaren, de krekels, de koks, de koningen, de knechts and knechten, de koetsiers, de lauweren, de liicifertjes ^ de monden, de matrozen, de medicijnkisten, de misdaden, de maaltijden, de nacJiten, de heeren, de gastheeren, de hertogen, de prinsen, de ketens and ketenen, de duiven, de lammeren, de runderen, de gemoederen, de liederen, de luiaards, de huisjes^ de loodsen, de einden, de huizen, de gebergten, de klinkers, de maten, de medeklinkers, de muizen, de ongevallen, de profeten. — t> — /le plaatsen, de paarden, de pansen, de patienten, de plannen, ■'e raas, de reizigers, de rekeningen, de rivieren, de rijhdgen, de rotsen, de schatien, de steeyien, de schowchurgeu^ de stok- slagen, de studeervertrekken, de stukken and sticks, de straten, de stervelingen, de tiiinen, de turven, de ticisten, de takken, de vaandrigs, de vlaas, de vrouiveti, de v&rsten, de volken and volkeren, de vingers and vinget'en, de vrekken, de vaders and vaderen, de winters, de winden, de wonder en, de zomers, de 2weepen, de zeilpartijen. 20. De twisten, de jmgens, de noten, de doppen, de pitten, 'h> vonnissen, de rechters, de leden, de gelederen, de eitjes, de bhadjes, de oogleden, de schepen, de hoentjes, de lammetjes, de smeden, de diertjes, de steden, de vlooien, de sieraden and Meradien, de koeien, de ivijsheden, de goedheden, de timmer- lieden and timmerlui, de landlieden and \landli(i, de gelegeti- heden, de staatslieden, de kooplieden and kooplui, de helden- hiden, de collega^s, de hongws, de genien, de horloges, de canape's, ■ff gymnasien and gymnasia, de ImreaiCs, de sofa's, de tralies md tralien, de icerken, de dichters. 21. Doel, doeleinden; had, haden; yedray, ytthuyinyen ; zegen, ryeningen; slug, slagen; vat, vaten ; h6l, holen; troost, ver- h'oostingen ; raad, raadgevingen ; dal, dalen; dag, dagen; hedrog, hedriegerijen ; wanorde, wanordelijkheden ; genot, genietingen; spU, spelen; glds, glazen; god, goden; aarzeling, aarzelingen; 4f()t, gat en; eer, eei'bewijzen ; afgbd, afyoden; oordeel, oordeel- velUngen; kennis, kundigheden; hldd, hla.den; leer, leeringen, leerstiikken, leerstellingen ; slot, sloten; lot, loten; bevel, hevelen; pad, paden : roof, rooverijen; rad, raden. 22. Brethren, bones, leaves (of a tree), descendants (f.), heathens, heavens, clothes, slaves or (tig.) lansquenets, letter (literature), tables (of the law), forefathers, flood or sorts of water, carrots, descendants (m.), small clothes, brothers, legs (bones), leaves of a book (sheets, blades, flaps of a table, newpapers), daughters, gipsies, testers, cloths, servants, letters, tables, fathers, rivers, roots (also fig.), sons, small cloths or skirts. 23. Voorouders, Apennijnen, wapenCen), koude asck, her sens, zaak or zaken, de Balearen, Belgen, hiljartspel, kleederen — G — (kleeren), onkosten, passer, inlioud, Denen, grondsop (hezinksel)^ ingewanden, Engelschman, de Engelschen, kosten, gloeiende ascJi^ lamraad or menhelen, Franschman, de Franschen, goederen^ inlkhtingen, kennis (kundiglieden), gelieven, wiskunde, mazelen^ Muzelman, tcerktuigkimde, noienkraker, Noormannen, have)\ ouders, lieden, vordering(en), nijpfang, vermogen, natuurkunde,. de Portngeezen, de Fyreneem, inkomsten, rijkdom, Rasseny pokketij schaar, kracht(en), snuiter, Ziveden, hril, trap, dank^ tijding, fang, hroek (paritalon), levensmiddelen, loon, kapiteinSr korporaals, coUega's, geni'en, gymnasien or gymnasia, dames,, officiers or officieren, professors or p^rofessoren, sergeants or sergeanten, postwagens, humeuren, vizier en, horloges, tien stuiver, vijf gulden, vier el laken, tien pond suiker, twintig- riem papier, ticee vat hier, zestig cents. 25. De dood der oude vrouw. Geene slapende honden. De rekening van den slimmen Uerhergier. Een enkel ei. In eene groote dorpslierherg (dorpskroeg) . Eieren zijn schaarsch. Ge- durende den ganschen dag en den ganschen nacht. De scliat van den ongelukkigen gierigaard. Een ellendige (armzalige) steen. Gij zoudt uw(en) grooten scliat niet hehben. De vrek was arm. De hedienden van een jongen (jeugdigen) en zeer trotschen edelman. Zij spraken over het vriendelijke aanhod, De studeerkamer or het studeervertrek eens geleerden or van een geleerd man. De geleerde schreef groote hoeken. De hond zwom over de groote rivier. Hoe groot icas zijn verbazingt Wij gaan naar een vertvijderde stadswijk. De dokter vait een Engelsch schip. Hij verdronk in zijn eigen medicijyikist. Hij decide het aan de stervelingen mede. Hij leefde in eeiucig~ durende vrees. Die knaap icas getiiige. Deze knapen war en ge- taigen van den twist. Hij plaatste zich tuschen de twistenden. De kleine jongens zagen de noof. In zijne hooge zvijsheid. Het oudhakken brood. Een(e) ojygeraapte noot. Het gestoleri rleesch. Aan de redder zijde. Met de linkerhand en voet, Veel goeds. Niets niemcs. Hij zag het met zijn rechteroog. De Botterdammer boot. Neurenberger speelgoed. 26. Armer, armst; aanzienlijker, aanzienlijkst : bedroejder,. bedroefdst; begeerlijker, begeerlijkst ; beminder, bemindst; be- langrijker, bdangrijkst: bouwvalliger, boimwalligst ; beroemder^ beroemdst; blijder, blijdst; bekivamer, bekwaamst; blooder, bloodst; — 7 — def tiger, dejtigst; duidelijker, duidelijkst; ellendiger, ellendigst; frisscher, Jrischt ; goedkooper (leterkoop), goedkoopst; heter, best; geleerder, geleerdst; gemakkelijker , gemakkeUjkst ; gieriger, gie- rigst; hooger, hoogst ; handiger, handigsf; heviger, hevigst, inneinender, innemendst; ingenomener , ingenomenst; jotiger, jangst; juister, meest juist; koeler, koelst; kleiner, kleinst; lieverj liefst; namckeuriger, namckeurigst ; ouder, oudst; onge- Inkkiger, ongelukkigst ; ongestelder, ongesteldst ; schaarscher, het meest schaarsch (scliaarscht) ; trotscher, het meest trotsch (trotscht); treuriger, treurigst; tevredener, tevredenst; uitmun- tcrider, uitmunit'udst ; uitstekender, uitstekendst ; vUjtiger, vlij- tigst; vergenoegdir, vergenoegdst ; vrijmoediger, vrijmoedigst ; meer, meest; vriemJeHjker, vriendelijkst ; ivijzer, wijst; wak- kerder, wakket'st; minder, minst ; tcelsjrrekender, welsprekendst ; weldadiger, iveldadigst ; woedender, woedendst; zekerder^ zekerst; zniverder, zuiverst; zwaarder, zwaarst. 27. Zijne zuster was eene groote (rijzige) en schoone dame. Tell was gecn slecht (onhedreven) jager. De koning is een goed or goede vader. Wij gaan naar Louden met de Vlis- singer hoot. Gaat gij met de Amsterdammer hoot? Mijn meest geliefde (geliefdste) vriend gaat met mij mede. In het woud (hosih) genoten wij de volledigste (volmaaktste) rust, Het hovengedeelte van het huis is houwvallig. De jongste van deze twee jongens is ziek. Dit feit is ran het meeste getvicht or allerhelangrijkst. Hij gaat met een Rotterdammer hoot naar NetV'York. Wij hehhen het Lager- en het Hoogerhuis gezien. Dat dorp is zeer moot. Zijt gij zoo groot als uw broederf Xeen, ik hen reel grooter dan hij. Die man is meer handig dan geleerd, Schoolhoeken zijn goedkooper dan romans. Deze kamer is huifengewoon groot, Waar is de Theems het hreedsf? De vrek was minder gelukkig dan rijk. Wees tevreden en gij zult gelukkiger dan de rijkste zijn, 29. hi Januari en December is Jiet koud. In Fehruari sneenwt het dikwijls. In Maart stormt het dikwijls. In Mei is het nog niet warm. In den zomer is het meestal te warm. Het donderde en hliksemde gisteren. Het was van morgen erg nevelig or Het nevelde van morgen erg. Het is thans warm genoeg. Het doet mij genoegen, dat het niet geregend heeft. Het is naturlijk, dat het in December vriest. In tvelke maand vriest het H meest?^ In April is het iveer (iveder) on- hesfendig, nu regent, hagelf of sneeinvt het, dan tceer is het zacht. In Maart hegint de lente, in Jimi de zomer, in Sep- tember de herfst en in December de tvinter. Daar (Er) zijn tal van menschen, die dit niet weten. In welke maand 7corden de appels 7'ijpf Zijn er dit jaar veel appels en pereni War en er vele slechte menschen in zijn gezelschapf Dauivt het tJmnsf Keen, het vriest weer. Het spijt mij zeer, dat hij ons verlaat. Het verheugt or verblijdt mij zeer, dat het weer vriest. Het is al erg laat. Er icerd druk gezongen en gedanst in het dorp. Het schijnt te rijmen. Hoe laat is hetf Het is half zes. 32. Een en dertig appels, eenige afgoden, vele burgerlui, drie- en-vijftig boeken, alle bladen, honderd brooden, de eerste boomen, de tiende brik, menig koninkrijk, ettelijke duiven, de achttietide (Ace. den achttienden) December, drie driemasters, de meeste eiken, menig generaal, ticeeerlei trompetten., allerlei gezangen, vele hoofden, eenige hiiizen, half zeven, de twintigste (Ace. den twintigsten) Jiini, driemaal geschreven, het is kivart over eenen, beiden zagen het, geene koningen, het is over drieen, de achtste koopman, vierderlei lelien, allerlei lieden, de negende maand, de eerste maaltijd, eenig geld, de 2V^^ (Ace. den 2V^^^^) Mei achttienhonderd zes en dertig, honderd duizend uurwerken, vier- honderd straten, vier duizend personen, een half, de helft, een half pond, een tiende deel, drie negens, vier achten, een tien- millioenste, meei'dere ministers, beide jongens, een drievoudig ongeluk, negentig patienten, een tweevoudig (dubbel) raadsel, zijn geboortefeest (jaar dag) valt op den zesd^en Augustus or hij is op den zesden Augustus jarig, de elfde rekening, het is reeds over twaalven, een anderen keer, twee en een halve guinje, anderhalve gulden, tachtig boeken, de derde hond, zes- derlei boomen, vier honderdsten van een gulden, de dertigste November achttienhonderd een en negentig, vijftigerlei uur- icerken, verscheidene honden, eenige telwoorden, vele werk- woorden, de honderdste man, hoe laat is het? Den hoeveelsten der tnaand hebben icij van daagf Het is de eerste, de derde, de achtste. 33. Mijn boek. Uwe dochter. Ons huis. Uw koning. Zijne landhuizen. Welk brood f Wat voor een man is zijn broeder? Welke moeder zou dat doen? Wien ziet gij? Wien hebt gij — 9 — het gezegdf Wie was er hierf Wiens huis is dit? Wiens boeken ziju er verlorenf Mijn huis en het iiwe. Mijne honden en de zijne. Waarover spreekt hijf Hebt gij elkander gezien? Hij denkt altijd aan de zijnen. Het hoek mijns hroeders of dat des ween is verloren. De zijnen hebhen hem lief. Het kind heeft zijn geld verloren, het is bedroefd. Hebt gij uw huis verkochf? Welk huis? Daar vindt gij uws gelijken. Wij Jiebben het zijnenthalve gedaan. In ivelken tuin bevond zich ijn schat? Wiens boek is dit? Het is van mijn broeder of ran Jan. 34. Men zegt het. Waar spreekt ge van? leder weet liet. ledereen heeft het gezien. Van ivien hebt gij het gehoord? Een zekere Meneer B. was hier. Zeg mij met wien gij ver- keen't en ik zeg u, wie gij zijt. Wie dat zegt weet er niets 'in. Wij beklagen hem, die geen vriend heeft. ledereen heeft ' r van gehoord. Niemand rvil er iets van weten. Hier zijn twee boeken, dit is van u, dat van uw broeder. Hij weet niet wat hij zegt. Ik heb dezen rnan zeer dikwijls gezien. Kent gij dien man? Een van zijne vrienden is hier geweest, maar hij weet niet wie. Zij ontmoeten elkander dikwijls. In welke straat? Zijn die huizen van U^ Keen, maar deze zijn ran mij. Altijd helpen zij elkander. Ik heb iemands boeken gevonden. Ik heb het aan nie^nand verteld. Niemands boeken zijn gevonden. Welkcn tceg moet ik nemen (inslaan)? Dezen. Geef hem ivat vleesch. Hebt gij een stukje brood? Heeft hij iets goeds gedaan? Dit is alles wat ik van hem gelezen heb, Wat zegt men van den oorlog? ledere hond kan zwemmen. Elk soldaat zou desgelijks doen or op gelijke wijze handelen. 35. Hunne — de laatste — de eerste — er nog enkele — Wat — Wat voor — tviens — ivien — wien — van hem — Hij — hem — van hen — niets — niets — iets — Allen — iedereen — Velen — weinigen — ieder — wiens — aan wie — goeden — welken — welks — beiden — an- deren — ivien. 36. Hij, die or wie — hij die or wie onzer — Wien — dien — Wiens — wiefis or diens — 2velks — tvelke — welker or win- — hij, die — wat — die — welke — hij, die — hen — (hij) — de uwen — iemand ter wereld — • — 10 — zoo 'lets — Gij — uic(en) — zijns — weinige — Een ieder or elk — het mve — het mijne — over mij — zelf — Zelfs — elkander — elkander — elkander, 38. Gij zoudt de font niet hebben kumien opmerken. Gij zoudt de font niet hebben kunnen or mogen opmerken. Gij kunt de font niet hebben opgemerkt. Gij hint or gij moogt de font niet hebben opgemerkt. Gij zoudt de fout hebben kunnen or gij hadt de fout kunnen opmerken. Ik zou de fout opgemerkt hehben. Gij hadt de fout moeten opmerken. Hij zou ons niet kunnen ox mogen verstaan. Hij kon ons niet ver- staan (begrijpen) or Hij zou ons niet kunnen &c: Hij kan het wel niet gezien hebben. Hij kan het niet gezien hebben. Hij kan zich (wel) vergissen. Als gij iets goed wilt gedaan hebben, doe het dan zelf. Het zal tijd zijn als de klok ticaalf slaat. Het zal gedaan zijn, icanneer de klok 12 slaat. Hij, die dit deed, zou een van de grootste weldoeners der mensch- heid (van het menschdom) zijn. Gij zoudt mij een genoegen doen, als gij dit voor mij vertalen wildet. Het zou mij ver- heugen, als gij slaagdet. Mijn broeder zegt, dat hij (stellig) ongetivijfeld zal gestraft icorden. Mijn broeder zegt, dat hij zal gestraft worden. Hij zou mij een boek hebben megebracht, maar hij heeft het vergeten. Het gebeurde, dat de koning over Xederland reisde. Wij hebben van Whitby naar JIalton ge- wandeld. Hoe lang heht gij gewandeld? Wat is er van hem gewordenf Ik ben besloten dit land niet te verlaten. Deze kinderen hebben altijd het voorbeeld htinner ouders gevolgd. Ik ben zijn naam vergeten. Ik deed beter met dadelijk te ver- trekken. Mij dunkt gij deedt beter in mv eigen land te blijven. Hoe steld vaart ben, U, Mijnheer verzoek ik U ? Dank U, vriendelijk 39. heel mij goed. Daar te verschoonen ik onge- Waren — waren - waren — moest — is — hebt — heeft. — had — — heb — was heb — had — waren — — heb — is — hebt 40. zou Wilt — kan — — ben — zal — wordt — zal — zou m/ig — mag — zal. mag — 42. Waren — werd — kwamen — gingen — kwam — icaren — moest — was — was — tvilde — gekeken — icas — vond — 11 — " — Uep — hefjon — sprongen — Uepen — blaften — gelokt — snelik — zocht — ging — liet — wilden — legde — ivaren- — merkten — hadden. 43. Had — ontving — icns — heging — zetfe — nam — ging- — sliej) — heproefde — verdedigde — uitgeslapen — ont- waakte — hemerkfe — lag — schrikfe — hemerkte — benam. 44. Was — zag — gekomen — voorgesfeld — hieef — frok — rondk'idde — toeschreef — wilde — vroeg — kon — antwoordde — verricht. \ \ 4o. \ Ging — zeide — ligt ^— steek — antwoordde — biikf r — antwoordde — nam — stak — verkocht — kocht — ver- [ volgden — zag — stierf — kon — liet — stak — liet — - opraapte — dunrde — opgegeten — tvendde — zeide. 4G. Byrmi en zijn geneeslieer, Het volgende gesprek had, zooals Lord Byron ons zelf iitcedeelt, plaafs tusschen hem eneen huitengewoon ijdel Italiaansch neesheer, ierwijl zij langs den Rijn reisden. T>Ik zou wet /IS willen weten, wat gij kunt doen, dat ik niet kanf« zeide de geneesheer. »Daar gij mij dwingt<^, antwoordde de dichter^ y>zal ik hct u eens vertcllen. Het zijn drie dingen. Ik heb • hn Hellespont overgezwommen, Ik heb op een af stand van twintig el een kaars met een pistool uitgeschoten ; en ik heb- f een gedicht geschreven, dat op een dag in 14000 exemplaren. 'ccrd verkocht, or waarvan op e^n dag 14000 exemplaren. irt ydrn rcrkocjtf- . 47. De lamme hand. Op zekeren dag ging een man in de stad wandelen, or zich vertreden en zag een armen hond, die zijn poot had bezeerd en lam 7vas. De man nam den hond in zijne armen. mee naar huis en verbond zijn poot en hield hem twee dagen. bij zich in huis. Daarop zond hij den hond zijn huis uit om zijn eigen huis op te zoeken; tvant daar het zijn eigen hond: niet was, had hij geen recht hem te houden; maar iederen dag — 12 — kwam (le hond tot dien goeden man terug om zijn poot te laten vei'hinden; en dat hleef hij doen, tot zijn poot geheel Jiersfeld teas. Ka weinige weken kwam de hond weer terug, maar mi met een anderen lammen hond. De hond, die lam geiceest en nu beter was, keek eersf den man aan alsof hij zeggen ivilde: -ifGij hebt mijn poot in orde gebrachf, doe nu, asjehlieft, hetzelfde voor dezen armen hond, dien ik hier bij mij heb«. 49. Wij komen morgen. Gij zijt altijd welkom. Kom als het u belieft (asjeblieft) beneden. Waar is onze hondf Hij is buiten; ik kan hem nergens vinden. Deze brief is fraai geschreven. Ik ga nooit uit. Het paard loopt langzaam. Ik was niet te huis. Hebt gij overal gezocMf Doe alsof gij thuis waart. Kendet gij hem vroegerf Ja, ik heb hem lang gekend. Mijn broeder zal aanstonds hier zijn. Hij teas dik- wijls in Nederland. Zij zijn spoediger (eerder) aangekomen dan ik. Mijne zuster is van daag (heden) beter dan gisteren. Ga heen, onmiddellijk! (S cheer je weg or Maak dat je iceg komt!) Het zal mijn oom altijd veel genoegen doen u te zien. Kondt gij niet vroeger komen f Neen, de trein ivas te laat. Een volgenden keer zal ik hier op tijd zijn. Heht gij in kort onzen vriend gezienf Ja, ik zag hem onlangs. Ik hoop hem spoedig weder te zien, Ik zie hem nu en dan. Hoe eerder gij komt, des te beter voor de kinderen. Hoe langer gij bij 071S blijftj des te beter voor onze zaken. Van dag tot dag wordt hij minder. Hoe langer hier, des te later ginds. Loop zachtjes in de slaapkamer. Spreek zachtjes, iedereen kan ons hooren. Klop zachtjes aan de deur, want hij slaapt los. Ik ga ieder jaar naar Duitschland. Hij bezoekt ons dagelijks. Hij teekent zijne dagelijksche uitgaven aan. 50. Gaat gij al naar bovenf Mijn broeder komt naar beneden. In den winter komt de zon laat op en gaat vroeg onder. Mijn brief is beter geschreven dan de uwe. Waar is mijn stokf Ik kan hem nergens vinden. Gij zult hem daar ginds vinden in den hoek. Hij komt overmorgen. Ik speel gaarne. Houdt gij m^er van dansenf Ik houd het meest van -ivandelen. Wanneer zijt gij van plan te komenf Van daag of morgen. Hij is ten minste driemaal hier geweest. Dit huis is inder- daad fraai. Hij zal volstrekt niet slagen. Hoeveel vraagt — 13 — gij daarvoor? Het zal u ten hoogste op vijftig gulden komen te staan. Het volgende dorp is omstreeks tien mijlen ver. Het is niet anders. Hebt gij iets anders noodig? Neen, Mijnheer, ik dank u, voor het oogenhlik Jieb ik niets anders noodig, Eerst dacht ik dat ik hem kende. Ik denk niet, dnt hij het (inarne zal doen. Wellicht deedt gij beter zijn voorstel niet te Kiwerpen. Hij schrijft minder namckeurig dan zijn neef. Het is al veryeefs met ziilk een gek te spreken. Wij waren nauweltjks de deur nit, of het begon te regenen. Hij vertelde iiiij terloops, dat hij zijn beurs verloren had, Hij verklaarde rniidnit, dat hij daarvan niets of wist. 51. Hij legde zijn linger op haar mond. De koning reisde <>r de Nederlanden naar Hanover. Hij wenschte een ei voar : //// onfbijt. Hij plaatste alles op e^ne rekening. De krekel icindde zich tot de mier. Wat hebt gij gediirende den zonier gedaan'^ De gierigaard vond een steen in plaats van zijn schat. Zij tiristten met een jongen edelman. Ga met mij het hiiis ml. De hond zicoin over de rivier. Hij zag den anderen hand zander het vleesch. Dit boek is voor uw broeder. Zwem niet tegen den stroom in. Wie heeft mijn bears uit mijn zak genomen? Ik zou gaarne naar Frankrijk gaan. Hij zal binnen de volgende week vertrekken. Keem uwe 7M^•rt/?/«^e in plaats van uw stok. Ik ging naar Duitschland om (ivegens) mijne gezondheid. De planfen-tain ligt bniten de stad. Wij vcrkregen het verlof door den invloed van een generaal. Hij f eene wandeling (gaat wandelen) niettegenstaande het slechte irnler. Hij is nog altijd rijk in ireerwil van zijn groot ver- lies. Wie klopt er aan de deur? Zet den bloempot voor mijn ri )/ster. Aan wien schreeft gij eenen brief? Wie legde dit l>'H'k op mijn tafeU De jongens stonden aan de deur van de ^< Jiool en keken naar de vogels. Deze oude man is boven (over) de tachtig jaar ond. Naar het bevel des keizers moesien de troepen oprukken. Er is een voetpad langs de rivier. 52. Brief. Amsterdam, den P^'"' Juli 1892. Mijn lieve jongen, Het verheugt mij zeer, dat nw nieuice school zoo in uw "ik valt, leant ik moet bekennen dat ik niet dan na lang — 14 — f. trnarschuw 07is dan nsjeblieft. 54. Ik iveet niet of hij rijk of arm is. Vraag hem of hij ^ijn paard wil verkoopen! Waarom hebt gij zoolang geslapenf Ik sliep zoo lang, omdat ik zoo vermoeid was. Ik ga met ii mee, onder 46n voonvaarde, dat ge voortaan wat meer op tijd zljt. Indien gij arm zijt, tracht dan niet voor rijk door te gaan! De meester iril hem geen vergiffenis schenken, zoolang hij zich niet rerbeterf. Ik iveet 7iiet hoe hij dat zal krijgen. Het is net alsof ik u ergens gezien heb. In geval gij mijn hulp noodig hebt, roep mij dan! Lees het tweemaal, anders vergeet gij het. De koopman zal reel of iveinig verkoopen al naar gelang de prijs hoog of laag is. Wij gaan niet tenzij zij Otis vragen (uitnoodigen) . Romulus verdween, zonder dat iemand wist, hoe hij was omgekomen. Al hadt gij ook de beste hoeken, als gij niet hard studeert, zult gij nooit de Hollandsche iaal leeren. Vraag hem, wanneer hij zal komen! Ik weet niet waarmn hij mij nog niet geschreven heeft. Helaas, wat is hij arm! Hoera, lang levc de koningin! wee, wat een vervaarlijk dier ligt daar! Holla! kom en haal ons. Vaarwel, mijn waarde rriend, ik wensch u reel genoegen en hoop u spoedig weder te zien. Pst, stil daar! 55. Mijn waarde Willem, Ik schrijf u om n mee te deelen, dat wij morgen in plaats ran te 2 , te S uur vertrekken (afrijden) , zooals wij ons eerst voorgesteld hadden (zooals eei'st bepaald was). Robert zegt, dat wij niet te vroeg zidlen aankomen; want de af stand is groot en de weg zeer heuvelaehtig. Gisteravond, omstreeks een nur nadat gij ons verlaten hadt, is hier bij het veer bijna een man verdronkefi. De duister begon juist te vallen en daar hij groote haast had, sprong hij uit de boot voordat deze de aaniegplaats bereikt had. Waarschijnlijk door de duisternis 16 misleid, f<2)rong hij niet ver genoeg, verloor zijn evenivicht en viel ruygelings in Jiet water. De utter ste paging en werden in het werk gesteld om hem te redden^ maar door den sterken stroom aan den kant was hij spoedig uit het gezicht. Juist ioen hij weer haven kwam, greep hem een man, die in zijn eentje aan het visschen was en zijne netten had nitgeivorpen, met een lange lijn. Het was een jammerlijke iUustratie (ver- duidelijking) van het spreektvaard : >yHaastige spaed gaat zelden goed«. Dat het ans alien ter ivaarschuwing strekke, als icij hij geval met dezelfde hoot de rivier moeten oversteken en deze 7iaar alle tvaarschijnlijkheid niet teriig zal keeren, voordat het heelemaal danker is. Met de heste ivenschen voor al de lacen, gelaof mij, geheel den mven N. N. I — 17 — Second Part. Tweede Deel. 56. Armoede is het loan der luiheid. De graaf van Leicester vns een der yunstelingen van kmingin Elisabeth. Maria Antoinette, de aartshertogin van Oostenrijk, ivas eene dochter inn keizer Frans I. Het leven is een drooni. De hertog van Wrllington icordt dikwijls de held van hmiderd veldslagen ge- < md. De winter is dit jaar zeer streng geiveest. De oude I !r if ten aanhaden de zon en de maan. De slaap is een geschenk i-i'fi de natuur. De molen van Fotsdam, zeide koning Frederik W'illcm IV, is een stuk (hehoort tot de) Pruisische geschiedenis. Ifrf Eriemeer ligt tneer dan driehonderd voet hooger dan dat Iff Ontario. Ik heb geen gelegenheid u de remans te zenden, " aarover tvij gesjfroken hebben. Het is jammer, dat gij mv I'foeder niet meegebracht hebt. Ik zit nu in verlegenheid, want /rij kennen den iveg niet zoo goed als hij. De Foe, de icel- l"-kende schrijver van Bobinson Crusoe, diende zijn vaderland ii'durende eenige jaren als geicoan soldaat. Na het souper zal a kortien halen om, als gij lust heht, een wandeling te maken. il't is schande, dat er zoovele eeuwen moesten voorbijgaan, ■' gaan. Hij leefde lang genoeg om het grootste deel van ^jn geboorteland in handen van den vijand te zien vallen. Ik heb u iets uit Amsterdam meegebracht, dat u zeker zeer ivelkom zal zijn. Er werd een gerucht nitgestrooidj dat het ongeluk aan boos opzet moest worden toegeschreven. Hij hield er niet van iemand alleen naar zijn uiterlijk (voorkomen) te beoordeelen. Hij drong er op aan, dat de zaak grondig zou onderzocht worden. Naar zij zeiden, had hij een grooten flater begaan. Als hij op dat oogenblik zijn toekomstig ik had kunnen zien, zou hij, ik ben er zeker van, met afschuw van dat tei'ugstootend beeld teruggedeinsd zijn. Uw belang zoowel als het mijne zou ernstig benadeeld zijn door een gedivongen verkoop van de voorhanden goederen. Waar niets if, verliest de keizer zijn recht. Er werd bepaaUl, dat ieder lid zich verbinden moest bij den penning- meester binnen den termijn (tijd) van drie maanden een som van vijftig P. S. te storten. Er zijn tal van dingen, die het dwaasheid zou zijn te willen begrijpen. Dit iverk hield hen, zooals gij u voor kunt stellen, verscheidene maanden bezig. Wie zijn deze Jieeren? Dat zijn mijne neven, zal ik u ^^' aan hen voorstellenf Ik geloof, dat zij reeds klaar zijn. Hij was iemand van wien wij alien wisten, dat hij zulk een be- honing wanrd was or verdiende. Hij werd evenmin opgeblazen ^^^^^^ door voorspoed, als te zeer ter neer gedrukt door tegenspoed,t^^^^^^^''^ wat het kenmerk is eener groote ziel. Het is al geen goud, dat er blinkt. Niets is grootscher dan een uitgestrekfe keten van hooge bergen, wier toppen, met eeuwigdurende sneeuw be- dekt, tot de wolken reiken. Een groot stuk koraalrots, opgehaald '■ — 24 — van den bodem der zee door een vischhoek, teas merkwaardig door de groote verscheidenheid en menigte van dieren, die er op leefden. Dat zijn mijne oude vrienden, op ivie ik bouicen kan. Ik heh van onderscheidene gevallen gehoord, ivaarin de •< betaling van deze belasting kortiveg geweigerd werd. Daar zijn in uwe onmiddellijke omgeving lieden (lui) genoeg, die gaarne zich met dat rcerk zullen belasten ; waarom zoudt gij dan naar elders uiizienf Niets natumiijker dan dat ivij een gevoel van eerbied en liefde blijven koesteren voor groote dichters , als een Shakespeare en een Goethe^ wier iverken voor de menschheid rijk in leering en genot zullen blijven tot in de verste toekomst, en met iviefr geest ivij dagelijks gemeenschap kunnen oefenen. Hoe .werd de partij van koning Karel den Eersten van Ejigeland genoemd en hoe die van de aanhangers vaii het ^-^•^M Parlementf Zulke edele, belangelooze karakters (zielen) zijn zeer zeldzaam, ten minste in de werkelijke wereld; vo&r (achter) het voetlicht op (de planken) het tooneel, dat de wereld voorstelt, zijn zij een 07imisbaar bestanddeel. Clk meende dat dit reeds lang geleden aan ieder van u overkomen was. J Neurenberg, door Gustaaf Adolf zijn oogappel genoemd en door hem met zooveel t^%,door een (verlammende) het^oeiie getrofen te zijn. Carnot werd eenige jaren geleden tot president der Fransche Bepuhliek ver- kozen. Gisteren kwam mijn oom uit de Vereenigde Staten terug, heelemaal een oxide inan. Ik kan mij niet herinnern (Ik herinner mij niet) in ivelk jaar hij vertrok, en gijf Het spijt mij, maar ik herinner mij (ik weet) het ook niet. Gaat het hem goed (Is hij wel)? Dank u, hij gemot eene goede ge- zondheid zoolang wij hem niet gezien hehhen. Wilt gij zoo — 27 — goed zijn hem te vragen, wanneer ik hem een bezoek kan hrengenf Gij kunt er op rekenen dat ik hem zoo spoedig mogelijk schrijven zal Het zal van omstandigheden af Jiang en, iraar en wanneer wij samenkomen. Op eens stonden de in- landers tegen de kolonisten op: een oorlog onfsfond (hrak uit) en breidde zich tot de naburige provinci^s uit. Terwijl de / troepen zich naar Egypt£ inscheepten, nam de opperbevelhebber de noodige tnaatregelen om (over land) door Frankrijk en Itali'e het terrein van den oorlog te bereiken. Daar wij ons op een^ *^^ Jiarden icinter moeten uitrusten, zal ik mij een dikke overjas la ten maken. Voor ik mij in het vijandeUjke gebied waagde inoest ik mij eerst eenigen iijd in de behandeling van vuur- ir opens oefenen. Hij heeft zich met grooten ijver op een hijzonderen tak van bouwkunst toegelegd, waar hij erg veel van l/oudt, namelijk op het bouwen van luchtkasteelen. In dat geval heeft hij tceinig kans van slagen. ^' . .^c^ 78. Het stadhuis van B. zal een fraai gebouw worden, men irns nog aan het bouwen (er van) bezig, toen ik er drie weken geleden voorbijkivam. Daar Engeland een eiland is, is het gevrijwaard voor alle aanvallen van buiteri. Het schip iverd met koren bevracht, nadat de aangerichte schade was hersteld. Terwijl het werd geladen, vertrok de kapitein om zijne veri wanten te bezoeken. Na zich met een aantal krijgers in de stad Compiegne geirorpen te hebben, welke destijds door den hertog van Bourgondie belegerd werd, werd Jeanne d'Arc in 14S0 gevangen genomen bij gelegenheid van een door haar tegen den vijand aangeroerden uitval, terwijl de commandant van de stad de poorten achter haar shot. De hertog van Bedford was nauwelijks onderricht van haar gevangenneming, of hij kocht haar ran den graaf Vendome, die haar gevangen had genomen, en beval haar in de strengste afzondering te houden. Mijn vriend verliet dit land zes jaar geleden en heeft sinds in Pennsglvanie vertoefd. Hoelang was hij onder weg, toen hij ziek werdf Johan Huss werd te Constance in 1415 levend ivegens ketterij verbrand. Deze vreemde geschiedenis werd hem meegedeeld (verteld), maar hij stelde er geen groot belang in. Er werd veel gepraat, toen wij de concert-zaal binnentraden. Voor het concert begon werd daar eene vergadering gehouden. Hebt gij iets gelezen van den Oostenrijkschen hertog, die verleden jaar zijn land verliet f Neen, Mijnheer, men weet niets van hem; men vermoedt dat hij met al de zijnen is omgekomen. — 28 — 74. Satnenspraak, Wei, beste vriend (jongen), het verkeugf mij u te Parijs te onfmoefen. Hoeking zijt gij hier geiveest^ En gij zult u wel geamuseerd hehben, is het niet? — Inderdaad bijzonder. Parijs, de hoofdstad von Frankrijk, het middelpunt der rvereld is prachtig, Ik ben nu zes maanden hier geiceest, en ik moet u zeggen, geen enkelen dag te veel. De tijd valt niet king aan ieniandj die voor zijn plezier uit is. Die heele tijd is een onafgebroken reeks van . amusementen en leerrijke voorvallen geiveest. Zijt gij voor het eerst te Parijsf — Ja, en ik ver- trouw, dat het wel niet mijn laatste bezoek zal zijn. Dit is slechts een vluchtig bezoek. Zijt gij heel alleenf — In het eerst, ja, maar later heb ik met deze en gene kennis gemaakt en niet lung geleden had ik het geluk een voormaligen stiidie- genoot te ontmoeten, die zich nu in hetzelfde hotel bevindt als ik. Hij is een echte stiidieman en doet niets liever dan wetenschappelijke bijeenkomsten bij te wonen en met geleerden om te gaan. Mijn eenigste doel is, ' mij zooveel te amuseereu als doenlijk is in den korten tijd van een veertiendaagsch uitstapje. 75. Indien gij iets goed gedaan wilt hebben, doe het dan zelf. Indien gij iets goed moclit gedaan hebben, vraag dan niet ivat de wereld er van zegt. De jongeling zeide, dat hij de volgende maand meerderjarig ivas, maar zijn vader vertelde hem, dat hij daarvan niet veel voordeel zou hebben en voegde er bij, dat hij alle maatregelen zou tiemen om te zorgen, dat het goed in de familie bleej. Niet de waarheid maakt gelukkig, zegt Lessing, maar het streven naar de ivaarheid. Als God in zijn rechter hand de heele waarheid had en in zijn linker alleen den innerlijken aandrang om de ivaarheid te zoeken, op voor- waarde (onder beding), dat ik voor immer divalen zou (dat ik haar nimmer zou vinden), en gaf mij de keus — ik zou ootmoedig naar de linker mij uiUtrekken, zegende: » Vader, geef mij deze, de heele waarheid is slechts voor u alleene vijver is zeer diep en je kunt er in vallen. « Maar Jan wilde niet naar goeden raad litisteren. Zich vasfhoitdende aan een tak, strekie hij zijn hand uit om de hloem 4r^>^i^ te grijpen. De tak Irak, en Jan ging kopje onder; maar liet kwam hem ten goede, want het leerde hem voorzichtiger te zijn. 82. / Mijn eigen hoofd past mij het best. Hendrik VIII hesloot, na in geschil (onmin, twist) gcraakt te zijn met Frans I, koning van Frankrijk, hem een amhassadenr te zenden met een hoogharfige en dreigende hood- X«^^^ schap. Voor dat doel koos hij den hisschop Bonner, in ivien hij een groot vertronwen stelde. De hisschop deed hem oprnerken, dat zijn leven groot gevaar zoii loopen als hij zulk een taal sprak tot zulk een hoog gevoelend (zoo'n hooghartig) koning als Frans I. »Vrees nietf« (Wees daar niet hang voor!) "'•ide Hendrik; *ivant als de koning van Frankrijk u ter dood f hrengen, zou ik alle Franschen, die ik hier in mijn macht heh, een kop kleiner rnaken.* y>Dat wil ik aannemen«, ant- woordde de hisschop, »maar van al deze hoof den zou geen een mij zoo goed passen als het mijne.« 83. Gorinchem, 16 Januari 1891. Den Heere Th. Olifant, Eindhoven. Ik herinner mij nog met genoegen, de vriendelijke ont- vangst, loaarin ik mij als reiziger voor defirma Fallstaf& Comp. Key to the Dutch Grammar, 3 — 34 — ie Rotterdam hij 2i heh mogen verheugen, en lioop dan ook dat het mij fiiet eiwel door u geduid zal worden, nu ik, onder verwijzing mar mijne circulaire van 1 Januari, de vrij- heid neem u zeer hijzonder te verzoeken mij mc vertrouwen te schenken. Zoo als gij uit mijne circulaire gezien Jieht, lieb ik mij in het vak, waarin ik u het laatst voor bovengenoemde jirma hezocht heh, thans zelf gevestigd, en ik wend mij tot u met het vriendelijke verzoek, om ook mij nu en dan met eene hestelling te vereeren. Ofschoon ik pas begin, is mijn voorraad toch reeds riiim gesorteerd, en uit hijgaande prijscourant zult gij zien, dat mijne noteeringen hillijk en mijne voorwaarden aannemelijk zijn. In kojffie heh ik op eene onlangs in Rotterdam gehoudene veiling zeer goedkoop ingekocht, en ik ben gaarne bereid u mmsters toe te zenden, ojxiat gij u van derzelver zuiverheid en prijsicaardigheid overtuigen kunt. Uwe orders met genoegen te gemoet ziende^ groet ik u. Met de m^este achting Koenraad Koster. 84. Daniel de Foe. Daniel de Foe icas een geboren Londenaar, de zoon van een slachter in St. Giles, met name James (Jakob) Foe; Dajiiel nam het eerst het voorvoegsel >->de->The adventures of Robinson Crusoe We lotgevallen van Robinson Crusoe«), dat reeds in 1 720 in het Duitsch en binnen iceinige jaren daarna in verscheidene andere Europeesche talen icerd overgezet. De buitengewone opgang van dit werk bracht hem er toe tal van andere verdichte verhalen te schrijven. Het veel beicogen leven van dezen hoogst merkicaardigen man eindigde in Aptril van 1731. 35 - 85. HeU gij gisteren avond mijn vriend Willem hezochtf Hoe gaat het hemf Ik hoop, dat hij heter wordt. Ik schreef hem eenige dagen geleden een langen brief. Hoe lang was hij onder weg, voor hij ziek werd'? Gisteren vergat ik u te vertellen icaar en icanneer de eerste voorsfelling zal plaats hebheyi. Een zijner sche2)en, ik iveet niet nicer ivelk, is met man en muis vergaan. Als de raad goed is, komt het er niet op aan, wie hem gegeven heeft. Hertogin Louise hewees haren gemaal Karel August (van Saksen-Weimar) eene ware en edele vriendschap; en hij was die vriendschap waard, ap hoe zware proef zij zijn vreemd karakter, in menigerlei opzicht van het hare verschillend, gesteld moge hehhen. Hoe omvangrijk het boek ook rs (zij), toch zoekt men daarin tevergeefs naar menige belangwekkende bijzonder- heid, Hij zal zich teleurgesteld voelen, tenzij hij zich tot het niterste inspamie. Zij bekende, dat zij het nooit zou gedaan hebben, als haar moeder er niet op aangedrongen had (het te doen). Sinds wij te Heidelberg zijn, gaan ivij elken dag nit, hoe koud het ook zij. Ook al kwam uw vriend nog op dit oogenblik, dan zou het toch te laat zijn, want de trein vertrekt half drie. Hij mag zeggen teat hij wil, ik geloof niet, dat hij voor dieti tijd frrug zal zijn. Ik rvenschte (Ik won) dat hij gekomen was, roor de trein vertrok. Eer uwen vader en uwe moeder, opdat uwe dagen verlengd mogen ivorden en dat het u wel moge gaan in het land, dut de Heer nw God u geeft. 86. De volgende week komen mijne broeders van Batavia terug. Misschien herinnert gij ze u nog wel, want ik iveet zeker, dat zij n nog bezocht hebben voor zij het land verlieten. Zij hebben het land (Zij vinden het verdrietig), dat zij terug moeten komen, want dit klimaat past hun niets. Toch zullen zij zeer verheugd zijn hunne vrienden en oude bekoiden weder te zien. — Zien >j niet op tegen zulk een lange reisf — Neen, Mijnheer, in net geheel niet, zij geven er niets om, ik onder stel, dat zij gedurende hun verblijf op Java veel gereisd hebben. — De overtocht zal hun zeer veel kosten, daar deze zes weken duiirt. — Ik iceet niet precies hoeveel zij er voor te betalen hebben. — Gaat gij met mij mee naar Rotterdam om hen bij hun aankomst te be- groetenf — Ik weet nog niet of ik er tijd voor zal hebben. Wanneer verwacht gij henf — Ik denk aanstaanden Woensdag, maar met zekerheid kan ik den dag van hun aankomst niet — 36 - zeggen. Ik zal aan mijn vriend te Rotterdam schrijven. — Dat zou verloren moeite zijn, ivant gij zult het spoedig genoeg in de nieuicshladen (couranten) zien. — HeU gij ook aan onzen vriend G. geschrevenf — Neen, want ik hen er zeker van, dat hij zich mijne broeders niet herinnert, hij zag hen maar eens voor him vertrek. — Ik dank u zeer voor uwe vriendelijke uitnoodiging en het zou mij zeer leed doen (erg spijten) als ik niet met u naar Rotterdam kon gaan. In dit geval verzoek ik u hen ook van mijnentwege te verwelkomen en hen te ver- zekeren, dat ik hen zoo spoedig mogelijk zal komen hezoeken. 87. Dordrecht, 3 Mei 1891. P. P. Bij deze veruul ik den smartelijken plicht u te melden, dat mijn dierhare echtgenoot Herman Willehrord den V^^^^ Mei door den dood uit zijn aardsche loophaan is tceg- geriikt. Wie den overledene van nahij gekend of met hem in hetrekking gestaan heeft, zal mijn verlies tveten te heseffen, en aan hem een vriendelijk aandenken en aan mij eene stille deel- neming niet ontzeggen. Om voor mijnen nog minderjarigen zoon de zaak zijns vaders te hehouden, heb ik hesloten, die onveranderd voort te zetten. Daarhij zal ik gesteund worden door den heer P. de W,, die gedurende veertien jar en de tromve medeiverker van mijnen man is geweest, en aan ivien ik procuratie gegeven heb. In al mijne handelingen zal ik mij door de grondbeginselen van mijnen man laten leiden, en hoop dus, dat gij aan de firma H. Willebrord hetzelfde vertrouwen als tot hiertoe ook verder zult blijven schenken. Ik verzoek u van de onderstaande handteekeningen kennis te u'illen nemen, en teeken met de meeste hoogachting Anna Willebrord, geb. Verveen, die zal teekenen: H. Willebrord, dc heer P. de W. zal teekenen: pr. xiro. H. Willebrord P. de W. 88. k' Aan de officieren van Frederik den Grooten van Pruisen H-erd de eisch gesteld, dat zij, zoolang zij zich in het veld be- vonden, matigheid en zelfverloochening in acht zouden nemen. Van hoe hooge geboorte zij ook icaren, ivelk een hoogen rang Oi zij ook in liet leger hekleeclden, het ivas Imn verboden hij liun manltijd eenig tafelgereedschap fe gebruiken van kostbaarder metaal dan tin. Het iverd zelfs een graaf en veldmaarsclialk als een zivaar vergrijp toegerekend, als hij onder zijn bagage een enkelen zilveren lepel had. Nog in de zeventiende eemv tverd voor het smelten van erts alleen hout gehruikt en de roekelooze vet'hcisting van hout icekte de bezorgdheid der regeering. Reeds ■ gedurende de regeering van koningin Elisabeth iverden er luide klachten vernomen, dat geheele bosschen iverden geveld om de smeltovens van de noodige brandstof te voorzien; en het Parle* ment icas tusschenbeide , gekomen en had aan de fahrikanten^ verboden timmerhout als brandstof te gebruiken. Deze geschriften zidlen waarschijnlijk gelezen icorden, zoolang als de Fransche taal nog ergms ter irerekl gesjn'oken wordt. Gij moest liever < rn vigilante nenien, als gij het hunt betalen; mocht uw beurs dit niet todaten, gij weet, gij knnt vrij over de mijne beschikkenf Ongetwijfdd zal het plan mishikken, als gij geen betere ynaat- regelen neemt om het geheim te houden, gij schijnt wel te denken, dat nimmer iemand op zulk een denkbeeld zal komen en de heele wereld reeds eenwen lang op ti gewacht heeft om het te venrezenlijken. Als ik mv compagnon (vennoot) te Londen mocht ontmoeten, zal ik hern zeker meedeelen, hoe zeer gij uw beider wederzijdsche belangen behartigt. / 89.-' Ik ictti .ct/ gued, icat er al voor een huisgezin noodig is, en ik zeg dat zij bij geen mogelijkheid in staat zijn om overeenkomstig hun rang te leven, zonder in schulden te ver- vallen. Ik verzeker u, zij geraken in schuld. Weet gij, hoeveel zij den inelkboer schiddig zijnf VijJ en twintig gulden, en veertig aan den slager. — Heb je ooit^ Ik heb nooit geweten dat die lui zooveel crediet gaven. — Wel, dat hangt er^ van af; al betaalt gij nog zoo ongeregeld, als gij maar op een hoogen voet leeft, denken ettelijke winkeliers, dat zij uive dandisie tot elken prijs moeten zien te behouden. Nu, laat dat zijn zooals het is, ik was altijd van meening, en ik blijf er bij, dat het ^ ^ ^ een onzer eerste plivhten is, de tering 7iaar de nering te zetten, '^-fv'^^ en dat wij onzen stand alleen ophouden, als wij onze sdiuld- eisdiers eerlijk betalen en iedereen met opgeheven hoofde (open or zonder blozen) in de oogen kunnen zien. Overigens behoef ^ /^.^ ik niet langer hierop (op dit diapiter) door te gaan, %vant ik wed, dat gij hd op dit punt gehed md mij eens zijt. In onzen tijd is het ongetwijfeld moeielijk een ieder het zijne te geven, — 38 — maar ilat neemt niet iceg, dat icij toch onzen pliclit moeten doen. Dat is ook uive meening ; is het nietf 90. ^ Willem van Oranje, koning van Engeland, teas een man van groote verdraagzaamheid (literal: betoonde een geest van verdraagzaamheid) te hooger te waardeeren naarmafe zij in dien tijd zeldzamer gevonden werd. Sends de letferkunde een heroep in Engeland werd, is zij nooit minder ivinstgevend geiveest, dan ten tijde dat Samuel Johnson zich te Londen vestigde. Gedurende de daarop volgende dertig jaren was zijn leven een harde strijd teg en de armoede. Het schijnt eenigen tijd geduurd te hebben, voordat het hem gelukte eenige letterkundige connectie aan te knoopen, die hem uitzicht gaf op meer dan brood voor den dag, dien de goede God hem gaf (dien hij beleefde). David Garrick, de beroemde tooneelspeler , en Samuel Johnson bleven vrienden, totdat zij door den dood gescheiden iverden. Het is onmogelijk geen levendig belang te stellen in een man, zoo kloek en edel- moedig als Essex; in een man, die zich tegenover zijn souvereine zoo kloekmoedig gedroeg, als geen ander harer onderdanen, en ^f^t**'' tegelijkertijd tegenover zijne ondergeschikten eene kieschheid (fijngevoeligheid) aan den dag legde als maar zelden bij een ander heer (bescliermer) is aangetroffen geworden. Na zijn teriig- keer uit Indie, werd Alexander, terivijl hij den beker ledigde aan een feestmaal te Babel, plotseling ziek en stierf. De Grieken hadden zoowel hunne liefde voor de vrijheid verloren, als hiinne andere deugden, die vroeger liet karakter van dit heldhaftige volk kenmerkten. Het Huis der Gemeenten dwong Karel vrede te sluiten met de Bepubliek der Vereenigde Nederlanden en nood- zaakie hem bijna den oorlog aan Frankrijk te verklaren. 91. , Philippus de koning van Macedoni'e, was even eerzuchtig als ^r^ oorlogzuchtig. Xauwelijks had hij zijn leger Griekenland binnen laten rukken, of hij besloot zich van de heerscliappij over het geheele land meester te maken. De man, die Philippus meer ^lan iema7id ander s dwarsboomde, was Demosthenes, een Athener. Hij was een van de grootste redenaars, die er ooit leefden, en hij hield zulke vurige redevoeringen tegen Philippus, dat de Atheners zich aangordden om hem gewapcnderhand te weerstaan. Naar deze redevoeringen tegen den Macedonier, zijn sinds dien tijd bijtende schimpredenen Philippica's genoemd. Tresham, ^jnir*^ een der medeplichtigen aan het buskruit-verraad, verklaarde er — 39 — vast van overtuigd fe zijn, dat zij alien verloren waren, ten- zij zij zicJi door een onmiddellijke vliicht iiit de voeten maakten. Maar deze verhlinde lieden wilden niet vluchten, evenmin als Tresham zelf vluchtte of ergens een toevlucht zocht. De algemeene indruk, door deze vertalwg op mij geinaakt, is zeer gimstig; wel zou ik op een aanial kleine fouten kunnen ivijzen, maar die zouden gemakkelijk te verheteren zijn, wanneer het werk te eeniger tijd de eer van een herdruk mocht waardig gekeiird warden. Men hleef groote vrees koesieren, dat de dijken niet bestand zouden blijken tegen de geweldige kracht der onstitimige j^„4*^^ ^ flementen. Wie staat, zie toe, dat hij niet valle. Men moet I'd ijzer snieden als het heet is. 92. • S(ini€nspi*(iak. Mijn traarde, ik hen opzetielijk gekomen, om de merk- o^^ "tiardigste gehouwen m deze stad te hezien. Wilt gij zoo goed 'in mijn gids te ivezen? Ik onderstel dat gij juist de man ^ijt_. dien ik daarvoor hehoef. — Wel het zal mij een ivaar genoegen wezen u van dienst te zijn, oude jongen. Maar laat mij u van tevoren zvggvn, dat er hier maar weinige zooge- vaamde merkwaardigheden te zien zijn. — V66r mijn vertrekf^c^r^^t. deelde men mij mede, dat inzonderheid het stadhiiis en het tribunaal de moeite der hezichtiging waard waren. — Gij hebt gelijk. Ik zal er u dadelijk heen hrengen. Zie hier! Dit is nu ons heroemdc stadhuis. Beschotnc eerst de voorzijde van het geboiiw, van een bonu'ktindig en historisch oogpunt bezien is het zeer belangivekkend, het herinnert u aan de middeleeuwen. Kom nu mee om het imcendige te bezien. Gij zult verbaasd staan over de schilderijen en standbeelden. — Inderdaad, zij zijn schoon. Ik word het nimmer moede zulke meesterstukken te zien. Zij zijn mij een htsf 'Ir nngen. — Ik ben het geheel met u eens, icaarde vriend. 93. De Jiavik en de vogels. Op zekeren dag dwaalde ik rond in de bosschen en om ^'^ y mij heen kijkende, zag ik een grooten havik in de lucht zweven. De havik had twee kleine vogels gezien, die op den grond rond sprongen, en maakte zich gereed om op hen neer te schieten. Na eenigen tijd, zag ik hem zijn vleugels uiibreiden, zijn kop naar beneden buigen, en daarop neerschieten door de lucht. Ach, de arme vogeltjes! — 40 — Maar zij hadden hem in liet oog gekregen, voordat Jiij hen hereikte, Ziet gij hoe zij al schreeuwende wegvlieden 7iaar de hosachen, oni zich te verbergenf Ik was hlij dat de havik ze niet kreeg! Maar zij moeten (dunkt mij) een hevigen schrik op het lijf gekregeyi hehhen, en ik durfwedden dat zij zich dien dag niet meer huiten gewaagd hehhen. De havik is een roofvogel. Hij heeft een gekromden snavel en scherj^e klaiiwen, waarmede hij vogels en in het veld miiizen grijjJt. Wanneer hij op de jacht is, verheft hij zich in de lucht, rondspiedende of hij iets op den grond ziet heivegen. Ziet hij ee7i kleinen vogel of eene muis, dan zweeft hij hoven de plaats, tot hij gereed is naar heneden te schieten en zich op zijn prooi te werpen. Knnt gij mij den naam van een anderen roofvogel noemenf Ja; de adelaar. Deze is de koning der vogels, gelijk de leeuw de koning is onder de dieren. 94. ^ De oude soldaat mi de vioolspeler. Een arme oude soldaat placht iederen avond op zijn viool »w/**ir te spelen in de openhare tuinen van een groote stad. Naast hem zat zijn trouwe hond, met den hoed van zijn meester in zijn hek om er de koperstukken der voorhij gangers in op te vangen. Op zekeren avond was de arme man, die gehogen ging onder den last der jaren, diep hedroefd. Niemand ivas hlijven stilstaan om naar zijne muziek te luisieren. Er hevond zich geen enkel mimtstuk in zijn hoed. Hij zat neer op een steen en hedekte zijn gelaat met zijne handen. Op hetzelfd oogenhlik kwam een heer op hem toegeloopen, kreeg medelijden met den armen ouden man en zeide: »Laat in -^ifU^'^Aanij eens een xjoosje op mv viool spele7i«. Daarop stemde hij haar met groote zorg en vervolgde, »terivijl ik speel, moet gij het geld in ontvangst nemen<.<. •-^*^ En hij speelde! Een menigte van gretig luisterende lieden verzamelde zich weldra om den speler. Niet alleen koper, maar ook zilver stroomde in den hoed van den ouden soldaat. Zelfs hegon de hond te brommen, zoo zwaar als de hoed werd. »Wie is datf« werd door ieder gevraagd. Het ivas een van de meest heroemde viools^jelers der ivereld, die aldus zijne kimst gehruikte om een armen oiiden soldaat te helpen. Zoodra dit hekend werd, juichte de menigte den vioolspjeler toe. De oude man keek venvonderd op en riep Gods zegen af op (het hoofd van) zijn edelen vriend. — 41 — Ik zou niet durven zeggen wie dien avond de gelukkigste is geweest, — de oude soldaat, voor etfelijke dagen gevrijwaard tegen gehrek, — of de groote vioolspeler, die zich beivust was £en goed iverk gedaan te hehhen. 95./ Den Heer P. W., Zaandam. Kampen, 9 April 1891. Bij mijne circuluire van 1 dezer heb ik u kennis gegeven van 'la oprichting van mijne sigarenjabriek, en neem bij dezen de vrijheid u nogmaals te verzoeken, mij in uive ivelwillendheid te laten deelen, Mijne fabriek is volgens de nieuwste methode ingericht en ik ben dus in staat, om alle bestellingen ten meeste genoegen xiit /(' voeren. Voordeelige inkoopen in ruice tabak en goedkoope iverkkrachten maken liet mij mogelijk, aan mijne klanten eene .t^^tt^-^ry^^ met zorg bewerkte waar van de beste qiialiteit te leveren voor -j'rr billijke prijzen, en het zou mij bijzonder aangenaam zijn, e haai. Een vreeselijk voorbeeld van de woestheid (kwaadaardig- heid) van den haai greep eens plaats bij de Gezelschaps- Eilanden in de Stille Zuidzee. Meer dan detiig inboorlingen staken van een dier eilanden naar een ander over in een groot vaartuig, bestaande uit twee kano's zijde aan zijde aan elkander verbonden. Door een storm overvallen, werden de kano's van elkander gerukt, en alleen konden zij niet rechtop drijvende ge- hoiiden worden. Tevergeefs beproefde de bemammig ze in even- tvicht te houden. leder oogenblik werden ze omgeworpen. Daarop maakten de mannen in der haast een vlot van al de losse planken en sparren die zich in de kanos bevonden, en bep)roefden zoo naar de kust te drijven. Het vlot lag zoo diep in het water, dat de golven tot boven de knieen van de arme inlanders stegen. Aldus rond geslingerd, waren zij iveldra mtgeput van honger en vermoeidheid ; en eindelijk begonnen de gevreesde haaien zich om hen te verzamelen, Weldra hadden deze verschrikkelijke monsters den moed de mannen aan te vallen en den een na den ander van het vlot weg te sleuren. De mannen hadden geen wapenen om zich te verdedigen, en waren alzoo een gemakkelijke prooi. Het getal en de vermetelheid der monsters nam met ieder oogenblik toe. De rampzalige ongelukkigen (De arme schepsels) — 45 — 0}) Jiet vlot iverden de een na den ander lueggesleurd, totdat er nog maar twee of drie overhleven. Het vlot, van zijn gewicM ontlast, rees toen naar de oi)pervlakte , en hracht alzoo de overblijvenden huiten het hereik van hunne verschrikkelijke vijanden. Het getijde (De stroom) hracht eindelijk de mannen naar een der eikinden, ivaar zij landden en het icedervaren van hunne metgezellen vertelden, 101. ^ JEene liaaivangst. Op zekeren keer kregen de matrozen aan hoord van een schip verlof van hunnen kapitein om jacht te maken op een haai, die hen reeds eenige dagen volgde. Een sterke ijzeren haak iverd aan een ketting vast gemaakt en daaraan (aan den haak) een sink vleesch hevesdgd. Vervolgens werd een lange lijn aan den ketting gehonden. Nadat alles gereed was werd het lokaas in zee neergelaten J^u in het gezicht van den liaai, dien men zich zacht ter zijde voort- hewegen zag dicht hij de opperiiakte van het ivater. Plotseling maakte de vlsch een snelle heweging. Hij dook naar heneden, naar heneden in het heldere water, en zivom vlak onder het schip. Zich op zijn rug tventelend opende hij wijd zijne kaken en zwolg heide lokaas en haak naar hinnen. Een krachtige ruk van de matrozen aan de lijn deed den haak diep in het lichaam van den haai dringen (zich vast- hechfen). Op eens ivorstelde het monster (schepsel) als een wanhopige om los te komen. Maar de lijn was sterk en de mannen hielden (haar) stevig vast en rukten uit alle macht. Dc haai tverd eindelijk gevangen en gedood. Daarop spreidde het schip weer zijne zeilen voor het zachte ivitidje uit en ver- volgde zijn weg door den oceaan. Deze wijze om haaien te vangen wordt dikwijls gevolgd aan hoord van schepen die de tropische zeeen hevaren. 102. Den Heeren Hermans & Comp., Leiden. Utrecht, 2 Mei 1892. De mij met uwen brief van SI der vorige maand he- rekende 10 halen Java Speck-koffie zijn gisteren hier aangekomen, en dadelijk door mij onderzocht en geproheerd. Tot mijn leedwezen moet ik u herichten, dat deze koffie volstrekt niet overeenkomt met het mij toegezondene monster en 46 ik kan niet hegrijpen, hoe gij mij deze icaar als lets bij uit- Mek goeds hebt kumien aanhevelen. Zooals de koffie daar Hgf, is zij reel meer gescliikt om eene khndizie te doen verloopen, dan om klanten te trekken; en ik heb ket voor overbodig ge- Jiouden de kojffie te probeeren, wat den smaak betrefty want al ware die nog zoo goed, toch is zij door hare onooglijkheid zoo goed als ten eenenmale onverkoopbaar, en znlks vooral in eene pas opgerichte zaak. Ofschoon het mij leed doet bij deze eerste zaak op zoo- danige u'ijze met u te moeten correspondeeren, kan ik toch niet nalaten u te verzoeken, over die koffie te beschikken; ik zou die zelfs tegen eenen minderen prijs tiiet kunnen gebruiken. Om u in stoat te stellen u zelf te overtuigen, dat mijne klacht gegrond is, zend ik u de helft van het mij geleverde monster, en een monster uit de baal No. 201. Men behoeft volstrekt geen kenner te zijn, om met een oogopslag te zien, dat beide soorten zeer verschillend zijn. De zaak is mij in zooverre onaangenaam, dat mij op dit oogenhlik juist die soort ontbreekt; en ik verzoek u mij terstond pter sneltrein te zenden 1 baal fijn blauwe Java-Koffie No. 26 a 63. Bij gelegen- heid zal ik meer daarvan bestellen. TJic dadelijk antwoord te gemoet ziende, teeken ik Met alle achting P. J. Meulenaar. 103. Den Heere P. J. Meulenaar, Utrecht. Leiden, 4 Mei 1892. Het doet ons leed, dat gij met de u gezondene Java Speck- koffie niet tevreden zijt, en ivij inoeten erkennen, dat het bij tave geeerden van 2 dezer aan ons toegezondene monster eene geheel andere qiialiteit is dan het monster, waarop gij gekocht hebt. Daar ivij echter, voor zoover ivij iveten, gee7ie koffie als het ons toegezondene monster in pakhuis hebben, kunnen ivij ons de zaak niet amlers verklaren, dan dat zich onder de door ons gekochte partij reeds een of meer balen van mindere qualiteit bevonden hebben, en, naar het schijnt, zijn die juist in utve handen gekotnen, hetgeen ons zeet^ leed doet. Uit uiven brief teas het ons 7iiet duidelijk, of gij enkel de baal 201, dan wel alle 10 de balen opengemaakt hebt; bij- ^Idien dit laatste niet het geval mocht zijn, verzoeken wij u vriendelijk dat alsnog te bewerkstelligen en ons den uitslag — 4:1 — daarvan mede te deelen. Het is zeer waarschijnlijk, dat de overige 9 halen aan het oorspronkelijke monster zidlen heantivoorden. Mocht zulks niet het geval zijn, dan zidlen 2vij over de geheele partij heschikken, en u onvenvijld de goede qualiteit toezenden. Om intusschen uwe hehoefte voor het oogenhlik met zekerheid te dekken, zenden tvij u heden eene haal Java Speck-koffie No. 27 per sneltrein franco. Vice berichten te gemoet ziende, teekenen Met de meeste achthig Hermans & Comp. 104. Den Heercn Hermans & Com])., Leiden. Utrecht, 7 Mei 1892. Het doet mij genoegen u te kunnen mededeelen, dat zich lid in uicen brief van 4 dezer geuite vermoeden bevestigd heeft: er zijn slechts 2 balen van minder qualiteit, No. 201 en 206; de overige 8 balen beantwoorden aan het monster, en die behoud ik, terwijl ik u verzoek over de 2 andere balen te willen beschikken. De verbeterde factuur imvachtende, teeken ik Met alle achting P. J. Meulenaar. 105. Hij teekende nauickeurig de prijzen op. Hij deed zijn iverk zorgvuldig. Zij zag dadelijk de kracht dezer redenering m. In het algemeen (Over het geheel) had hij een prijzenswaardig (loffelijk) vertroiucen in zijn eigen oordeel. Hij hoorde iveder de taal zijner kindsheid. Na hem een klein beivijs van mij7ie dankbaarheid en mijn goeden wil in de hand gestopt te hehben, vertrok ik. Deze vreemde gebeurtenis brengt mij een huivelijks- predicatie te binnen van den beroemden bisschop Taylor, ivaarin hij op die ivijze (in dien geest) zinspeelde op huivelijken van weinig bij elkander passende personen. Zij bewaarden zorgvuldig in hun hart al wat zij Jiadden gehoord van hun dapperheid en hun edele afkomst. Maar wat ivas ik verheugd toen ik op het omslag er van de vohnaakt gelijkende afbeelding vond, waarnaar ik zocht. Hij deed een beroep op zijne vrienden om bescherming (stenn). Zijn vet^haal komt in alien deele met het wee overeen. Hij willigde onmiddellijk mijn verzoek in. Zij beklaagdcn den vader over (om) zijn droevig verlies. Zijn verslag wijkt van het mve in ettelijke belangrijke bijzonderheden af Hij onthield zich bij deze gelegenheid van persoonlijke tusschen- — 48 — komst. Gisteren schreef ik hem een brief. Op die wijze zal hij nimmer slag en. Bijk zal hij nimmer worden. Dien brief foonde zij aan Jiaren vader. Hen ook had hij behoed voor tirannie (dwingelandij) . Zevenmaal herhaalde deze on- versaagde generaal den aanval. Tevergeefs beproefde hij het ei op zijn punt te doen staan. In weinig maanden teas er geen spoor meer van over. 106. Nief minder vreemden indruk maakten op ons de kleeding en de wijze van zijn (manieren) van het volk, zijn taal en godsdienst. Kort daarop had er een ander ongelukplaats, veel verschrikkelijker dan het eerste. Wij zetten onze reis niet voort, daar er een bode met sJechte tijdingen icas gekomen. Deze staat van zaken zou nog aan- merkelijken tijd geduurd hebben^ als zich geen nieuive verivikkelingen hadden opgedaan. Toen (Bij deze ivoorden) tverd ik in de rede gevallen. Toen zag ik mijn vergissing in. Gelukkig is de man, die wijsheid vindt. Zoo groot ivas de verbittering, dat er geen boodschappers te vinden waren om de tijdingen over te brengen, Hoewel arm, was hij took eerlijk. Ofschoon de officieren (amb- tenaren) verontwaardigd waren, toonden zij het (zulks) niet. Het is geen goud, dat ik vraag. Het was van hem, dat wij hidp verivachtten. Men had mij niet geleerd tegen zidke menschen op te zien. Ik kan u niet zeggen hoe mijn naam is, noch loie ik ben. Bovefidien weet ik wat zij er over dacht en tvat zij er nu over denkt. Hij vroeg naar de moraal (de zedelijke strek- king van de vertelling, en wat zij moest bewijzen. Nooit ging grooter onbeschaamdheid gepaard met meer omvetendheid. Nauive- lijks had ik toegegeven, of hij kwam met eeti nieuiven eiscJi aan. Nooit betoonde hij grooter tegemvoordigheid van geest dan bij deze merkwaardige gelegenheid. Zijn x>lan, zeide men, zou, hadden zich geen onvoorziene omstandigheden opgedaan, geslaagd zijn. Een noodlottige gebeurtenis, vertelde hij him, had juist plaats gegrepen. Dit, aniivoordde mij mijn vader, is de juiste toedracht van zaken. Nimmer, antwoordde ik op deze beleediging, zal ik dulden mij aldus voor den gek (den mal) te laten hoiiden. 107. . Wolven, De wolf heeft een hongerigen, loerenden blik. Hij is bij ^ uitstek woest en slmv; maar is tegelijkertijd zeer laftartig. Zijn scherp reukorgaan stelt hem in staat zijn prooi reeds op verren afstand te ruiken. — 49 — Zijn snelheid is niet bijzonder groot; maar hij wordt nooit vermoeid op de jacht (hij geeft de jacht nooit op); en hij blijft steeds door zelfs de snelsten zijner slacMofers ver- vohjen, iotdat hij ze heeft uitgeput en ingehaald. In de (jroote en sombere wouden van Rusland, tvaar de sneeiiiv minstens acht maanden van het jaar den grond bedekt, zwerven de wolven in talrijke troepen rond; en het is voor den reiziger iets verschrikkelijks (vreeselijks), vooral als de nacht hem overvallen heeft, him gehitil in de verte te hooren. Een Engelschman, die eenigen tijd in St. Petersburg ver- toejde, deelt het volgende verhaal mede: — Op betrekkeUjk geringen a/stand van St. Petersburg iverd op zekeren dag een Russische boer in zijne slede achtervolgd door elf van deze ivoeste dieren. Hij bevond zich nog slechts ongeveer twee mijlen van zijne woning, en zoodra hij de ivolven in het gezicht kreeg, zxveepte hij zijn paard huisivaarts, tot den uitersten spoed. Toen hij het hek, dat toegang tot zijn huis gaf, bereikte, vond hij dat gesloten. Maar het verschrikte paard smeet (dmvde) het open en bracht zijn meester veilig (behouden) op ^-^^f^ het erf. Zij werden gevolgd door negen van de elf wolven; ^''^^ ^^' maar buitengewoon gelukkig, zivaaide, juist toen de ivolven binnen kwamen, het hek op zijn hengsels terug, en iverden zij zoo als in eene val gevangen. Oogenblikkelijk greep er met de lafhartige dieren, toen zij zagen, dat zij onmogelijk konden ontsnappcn (ontkomen), een volledige omkeer (verandering) plaats. Verre van iemand aan te vallen, deinsden zij teriig (trokken zij zich angstig terug) in gaten en hoeken en lieten zich, bijna ^tr/»^^ zonder wederstand te bieden, dood slaan. 108. Bedrog; baar, gebaar, beer, berrie, beurt, geboorte; borg, burg or burcht; barst; bede, gebed; bod, bode, gebod; bijt, beitel, beet, gebit; band, bende, bond, bundel; blijk, blik; brok, breuk, gebrek; boog, bocht, beugel; dracht; gedrang; drank, dronk; dwang; goud; genot, genoot; gaaf ov gave, gift; gracht, groeve; greep; halm, helm, hel, hoi, heul; hulp; klank. Mink; kltiif; knip, kneep; komst; kreet; kramp; logen or leugen; laag, gelag, leger; leed; mol, meel, molm, mul; maat, van fneetaf;rit; rij, rei, regel, reeks; reuk; schot, schoot, scheut; schrede ; schrift, geschrijf; slip, sleep; slot, shot, sleutel; suit, snede; split, spleet; spraak, sprook, spreukje, gesprek; sprong; staak, stok, stuk, stekel; steiger, steeg ; streek; stof; tuig, getuige, tocht, loom, Key to the Dutch Grammar. * — 50 — teug, teugel, tuclit; vaart, veer, voer; verlies, lens, te loor gaan, te leur stellen; vondoT vondsf, vinding, vondeUng-, vlieg, vleiigel, vluchfj vogel; vliet, vlot, vloot; ivaag, gewicht; ivorp; ivafel, iveefsel; zang ; landzaat, zeet, zet, zetel. 109. Balletje, higgetje or higje, hoekje or hoekske(n), hoompje, broedertje (broertje), gaatje, huisje or huiskeCn), jongentje or jongkse(n) or jonkskeCn), kammetje, kamietje, karretje, kafje, kindje (kindekijn), knietje, koninkje, mamaatje, mannetje, meisje or meiske(n), moedertje (moertje), mouwtje, paaltje, lyaadje, penninkje or penninkske(n) , raampje, schaartje, slotje, treedje, vadertje (vaartje), vaatje, vedertje (veertje), verzamelingetje, vrouwtje, wandelingetje, weertje, ivoninkje, zoontje, zustertje (zusje). 110. \u^*^^*^ Appelaar, hakkerij, hedelarij, hedriegerij, beeldenaar (heel- •i^*-^^ tenis), helegering, hoekerij, hoender^^ Mssckq^e. hreedte, deksel, T.l„^ dieverij, diepte, dre0ement, doffer^'^^i^keUng, evmqar^evening), fiauivigheid — fiauwiteit — flaiiivte, gar^zerik/gieterj groente, liazelaar, helmet, hoogsel — lioogte^, h(fiiweel — houwer — 7iou- iving, Imidielarij , kater, kleeMng j-j^l^^^dij, koopvaardij ,koude, kunst, lengte, lekking ^— lekkage, lekkerHij, lenelaar, lessehaar, liefde, pakkage — pakket — ptakking, j^^Tj rammelaar, rijmelarij, rozelaar, ruiterij, sclielmerij, schS^piri^, schilderij, schoeiing,^ smederij , stellage — stelling, stijvigheid — sfijving, tooneel, vangst, vergeving — vergiffenis, vlakfe.voogd^iTijage — Wr vrijerij, vuilnis, ivandeling, tvinst, zaag — zddgse^ zilverling, 'Zt^^fff^ zuring, V^ri.^Arv»*-***^*^<^-'-) ' 111. Ahdis, Amerikaan, AraMer, Azier (Aziaat), hakker, hedelaar, bloemist, hotterik, Darwinist, dievegge, dienares, dooper, dorpeling, drenkeling, drieling, duisterling, Egijptenaar, Europeeer, geweldenaar, godin — godes, hemeling, herhergier, hoveling, hoorder, huurder, Indier, jager, klokkenist, kloosterling , koningin, kruidenier, kunstenaar, kunstenarij, kweekeling, leeraar — leer- ling, leeuwin, lieverd — lieveling, Luther aan, Nederlander, Oostenrijker , overivinnaar , Parijzenaar, prinses, profetes, schrijver, smeekeling, stomrnerik, tuinier — tuinierster, tweeling, vertaaUer — vetiaalster, verhuurder — verhuiirster, viezerik, visscher, vnilik, wedmvnaar, ivoesteling, wolvin, zangeres, ziverver — zwerveling. — 51 — 112. jDe konhiMijke tintmermmi. Eerste Tooneel. Peter. Het jaar is reeds om, en ik moet 7iu deze plaats verlaten. Ik lieb dit eenvoiidige, nijvere volk lief gekregen. Die Stanmitz is een goede, eerlijke vent, Ik hel er half toe over hem te vertromcen. Stanmitz (treedt hinnen). Wei, Peter, zijt gij nog hierf Wat hoorde ik u zeggen, toen ik binnenkivam (naderhij kwam)'? P. Wei, kameraad, ik sta op het punt deze plaats te verlaten. S. Watf Saardam verlaten^ En icaar zijt gij dan van plan naar toe te gaanf P. Terug naar mijn eigen land, — ons land, mag ik wel zeggen; want gij tveet, dat ik evenals gij zelf uit Rusland kom. Ik kwam hier om den scheepsbouw te leer en, en nu is het tijd om naar huis terug te keeren. Ik hen een heel jaar zveg geweest. S. Moet gij gaanf Onze baas zal het spijten u te ver- liezen. Hij zegt, dat gij de ijverigste (bestendigste) icerkman van de icerf zijt; hij stelt u mis alien ten voorbeeld. P. Het verheugt mij een goeden naam achter te laten. Maar zult gij tverklieden niet alien blij zijn mij kwijt te zijn f S. Neen, Peter; mij althans zal het leed doen (spijten) u te moet en missen. Wij zijn al dien tijd vrienden geiveest. Ik heb xcerkelijk vriendschap voor u opgevat. P. En eveneens ik voor u. Maar, waarom zouden ivij scheidenf Waaro^n niet met mij naar het oude vaderlarid teniggekeerdf Is er niemand, die blij zou zijn u daar te zienf S, Wel — ja; daar is mijn mine oude moeder, die steeds naar mijn terugkomst verlangt; en dan nog een goed, lief meisje, die, vrees ik, meer aan mij denkt, dan ik verdien. Toch durf ik haast niet. — Peter, ivaarom moet gij ons verlate7if P. Omdat ik plichten heb, die mij naar huis roepenf Gij weet, plicht v66r alles, dat is de stelregel van elk recht- schapen man. S. Ja, zooals de priester zegt. P. Zooals ieder braaf man zal zeggen. U dtvingt, denk ik, geen onafwijsbare plicht (verplichting) om hier te blijven. Laat ons hopen, dat ivij elkander nog eens weerzien. 4* — 52 — S. Voor dat gij gaat, Peter, diirf ik Jiet er op icagen u een geJieim te verfellen? P. .Vertel het mij niet, cds liet iets is waarover gij ti schaamt. S. Neen, neen, ik schaam mij er niet over; maar het is iets, dat mij hevreesd doet zijn cm naar liuis terug te keereru Ik hen te Moscou geboren. P. Wei, dat is toch geen misdaad om in Moscou geboren te zijn; behalve dat het mv schuld niet is. S. Dat is het niet wat ik bedoel. Luister! Op zekeren dag Meld een troep soldaten dicht bij de hut van mijne moeder rust. De commandeerende officier liet aanstonds zijn aandacht op mij vallen, en verzekerde mij dat Czaar Peter mijne diensten zeer noodig had en wenschte. Kortom — kortom — daar was overvloed van jenever, en voordat ik goed tvist ivat ik deed, gaf mij de officier een geweer op schoudet^ en deed mij af- marcheeren. P. Om kort te gaan, gij ivaart aangeivorven. S. Dat onderstel ik; maar in werkelijkheid begreep ik dat destijds niet. 113. Etgroen, onderdom, doeleinde, boosheid (gebelgdheid), ant- woord, bepaling (bestemming, beschikking, bezoldiging, voor- schrift etc.), scheidsman (scheidsrechter) , aartsbisscliop , aarts- vijand, aartsvrek, overheden (overheidsjjersonen), achterstraat (achterbuurt), bastaard, berenklaiiw, gedierte (beesten), schoone (schoonheid) , slaapkamer, beukeboom, bedelaarsherberg, levens- beschrijving, bisdom, zivart^ domoor (domkop), blauw, blauw- haard, blauwkous, beenderen, vromvenhoed, boekenkast, boek- handel, jongen, broederschap, gebouw, afiveg, gril (luim), rijtuig,. kattestaart, vee, oorzaak (reden, p^^oces), bergketen, oorkonde (handvest), Christenheid , hanekam, hanespoor, zolderkamertje (vliering), halsband (kraag), metgezel (makker), gezelschap, mede- werker, buitenplaats, lafaard, misdaad, wreedaard, drinkbeker, gevaar, waaghals, lieverd (lieveling), godheid, ivanhoop, vernielery ticeeklank, vuil (modder, slijk), oneenigheid (verschil), tmnorde (ongelsteldheid) , misnoegen (mishagen) , veinzaard (veinzer), wanklank, ivantrouwen, onbruik, stofregen, baker, hertogdom, graafschap, eierschaal, vijand, wangunst (nijd), kwaad, boeren- u'oning , kameraad (vennoot), brandspuit, gebladerte, dimas (potsemaker) , voorsmaak (voorproef), vergeet-mij-niet, gevogelte^ broederschap, vriend, heereboer, geitevel, deugniet, goederen,. — 53 — (janzenei, ganzenmarkt, groofmeester, kleinzoon, knorrepot, leids- man, gulden, hagedoorn, gehoor (verhoor), paardevoet, eierpruim, menschheid (menschelijkheid) , ecktgenoot, of god, hinnenp)laats, overstrooming , vreugde, vriendelijkheid, scliarensUjp, ridderschap, lamprei, leihand, leeuwenhek, mansrok, passe -par -tout (looper), vol- au -vent (vleeschpastei) , dnizendpoot, vrek, molshoop^ zedenleer, schoonmoeder , ossenhloed, adeldom, wanbetaling, nieuicigheid, min, kindermeid, eik, eikeboom, achterJioofd, grijsaard (oude man), meening , oorsprong , biiitenzijde, heidendom, tijdverdrijf, pastei, vaderschap, geduld, aartsvader, 2)erzikehoom, perehoom, pcnnemes, vijfhoek, afdak, menschen- Uefde, zevengesternte, dikkerd, pruimehoom, afgrond, vooroor- deel, lioogmoed, vorstendom, afdruksel (ajdmk), eigenschap (eigendom), voorzichtigheid, herberg (tapperij, kroeg), spooriveg (spoor), rood (roode kleur), roodhuid, eerbied, neushoorn (rhino- ceros), rijkaard, rijkdom, rundergebraad, het loopen or draven, heilige, heiligdom (vrijplaats), Zaligmaker (Heiland), Savoyaard, heeldjeskoop, vierspan, winkel, knapperd (sluwerd), ziel, zmir- koolj brilledoos, sjnn (spinnekop), eskadron — eskader (smal- deel), vierkant, onderstelling, kleedermaker (kleermaker, kleeren- maker), gesnap (gekakel), zerk (grafsteen), tverktuigen (gereed- scliap) , stadspoort, tram (tramwagen) , drieman, drievoet, dwingeland, eenhoren, ongedierte (gespuis), ondeugd or schroef, oorlog. )r>hl-n))ii. nua'Jijk (onreclit) , geel, jong. 114. J)e kofiinklijke thnmerman. (Vervolg.) Ferste Tooueel. (Slot.) P. Gij werdt aangeworven als soldaat van den Czaar. Maar hoe komt ge dan hier? S. Ja, daar hebt ge het (h^h je 't)! Ik geef u de ver-^ zekering, dat de Czaar een groote vergissing beging toen hij mij als soldaat verlangde or wMe! Inderdaad ik ben niet van het hout, tvaarvan men helden maakt. Ik vond den dienst volsfrekt niet naar mijn smaak. Ik moest mijn arme moeder en Catharina verlaten. Ik icerd hierheen gecommandeerd, dan weer daarheen, — harde ivoorden, harde slagen. Op zekeren hitter kouden morgen in December iverd ik om drie utir op- geroepen om op een hoogen ivinderigen teal in de sneemv de wacht te betrekken. Ik moest inderdaad wandelen (loopen) om met te bevriezen, en — kunt gij het gelooven'^ — ik bevond 54 ten slotte, clat ik aan het ivandelen ivas op een af stand van vijf mijlen van de huitenposten! P. Dat wil zeggen, gij waart gedeserteerdf S. Zoo, is dat deserteereti? Ik teas er zelf ook hang voot\ P. Goede vriend, weet gij tvel, dat gij den kogel krijgt, als gij ontdekt wordtf S. Die gedachte kwam dikivijis hij mij op; en zoo vond ik het verstandig een heetje verder te gaan, en ik maakte mij den weg 7iaar Saardam ten nutte, en zoo hen ik hier. Zoo, nil kent gij mijn gelieim, en ik geloof u te kunnen vertrouwen, want ik heh zoo'n idee (gij maakt op mij den indriik) alsof gij u in een dergelijke verlegenlieid hevindt als ik. P. Ik een deserteur! De ongerijmdheid zelve! (Hoe konit ge aan die hespottelijke onderstellingf) S. Wei, ik heh steeds den indruk ontvangen (ik heh steeds door als 't ivare gevoeld), dat er iets geheimzinnigs aan u was. Maar als gij naar huis teritgkeert, zult gij mijn geheim voor u houden, is het nietf Want als een van de agenten van den Czaar mijn geschiedenis tvist, zou het slecht met mij kunnen afloopen. P. Als ik er ivat aan doen kan, zal de Czaar er nimmer meer van weten, dan hij er op het oogenhlik van weet. Maar hij heeft een eigenaardige manier, naar ik hoor (zegt men) om achter allerlei soort van dingen te komen. Wat een hard- vochtig, wreed man, om een wet te maken, dat een arme drom- mel moet doodgeschoten tvorden, om dat hij geen aanleg heeft voor soldaat (den krijgsdienst) ! S. Kom, spreek geen kwaad van den Czaar. Ik zou met genoegen iedereen op zijn gezicht slaan, die kwaad van hem sprak; en al heh ik geen lust om in zijn leger te dienen, zoo komt toch dikwijls de wensch hij mij op, hem op een andere tvijs van dienst te kunnen zijn. Denk er om, oude jongen^ (kameraad), gij zijt de eenige sterveling aan wien ik mijn ge- heim verteld heh. P. Ge kunt mij vertrouwen ; ik zal u nimmer verraden, en den een of anderen tijd (dag) — tvie weet wat er nog geheurt? — zou ik nog ivel eens in staat kunnen zijn u te heiL'ijzen dat ik mv vriend hen. 115. Bitte7% hleek, hlank, hrak, dicht — dik, gaaf, hoi, be- kwaam, laag, mul, aangenaam, rijzig, sleetsch, slank, stuk, los — loos, vlug. — oo 116. Afgodisch, angstig, hedrijvig, hegeerig, beverig, hoersch, hokkig, daagsch, dienstig, duffelsch, eenig, ernstig, gelukUg, gevoelig, gewelddadig, godsdienstig, goedig, grappig, grondig, gouden — gulden, hoffelijk — JioofscJi, Jiouten, innig, ijzeren, jeugdig, kippig, koperen, kimstig, lakensch, lastig , levendig, looden, macMig, nalatig, nederig, neteldoeksch, nuttig, slaperig, statig, kundig, sfeedsch, hesfendig, stooterig, taalhindig, vader- landsdi, verdrietig, vergeefsch, vijandelijk, vorig, voordeelig, vreesachtig, iveelderig, tvettelijk — wettiscli, willekeurig, ivindig — tvinderig, zangerig, zilveren. 117. Ahyssinie — Abgssi7iier — Abyssiniseh, Afrika — Afri- kaan — Afrikaansch^ Albanie — Albanees — Albanisch, Alexandrie — Alexandrier — Alexandrijnsch , Algiers — Algerijn — Algerijnsch, Amerika — Amerikaan — Amerikaansch, Arabia — Arabier — Arabisch, Australie — Australier — Australisch, Oostenrijk — Oostenrijker — Oostenrijkschj Bata- via — Batavier — Bataviaansch, Beieren — Beier — Beiersch, Belgie — Belg — Belgisch, Berlijn — Berlijner — Berlijnsch, Bohenieti — Bohemer — Boheemsch, Brazilie — BraziUaan — Braziliaamch, Britanje — Brit — Britsch, BiUgarije — Bulgaar — Biilgaarsch, China — Chinees — Chineesch, Keulen — Keulenaar — Keulsch, Denemarken — Been — Deensch, Oosf-Indie — Oost-Indier — Oost-hidisch, Egypte — Egyptenaar — Egyptisch, Engeland — Engelschman Engelsch, Europa — Europeaan (Europeeer) — Europeesch, Vlaanderen — Vlaming — Vlaainsch, Friesland — Fries Friesch, Gasconje — Gasconjer — Gasconisch, Gallie — Galli'er — Gallisch, Genua — Genuees — Genueesch, Grieken- land — Griek — GriekscJi, Hannover — Hannoveraan — Hannover aansch, Holland — Hollander — Hollandsch, Honga- rije — Hongaar — Hongaarsch, lerland — ler — lersch, Japan — Japanees (Japanner) — Japansch, Java — Javaan — Javaansch, Malta — Maltezer — Malteesch, Milaan — Milanees — Milaansch, Napels — Napolitaan — Napelsch (Napolitaansch) , De Nederlanden — Nederlander — Neder- landsch, Parijs — Parijzenaar — Farijsch, Perzie — Pers (Perziaan) PI. Perzen — Perzisch, Portugal — Portugees — Portugeesch, Prmsen — Pruis — Pruisisch, Pome — Bomein — Bomeinsch, Rusland — Bus — Bussisch, Saksen — Saks — 56 — — Saksiscli, Scliotland — Schot — Schotsch, Servie — Servier — Servisch, Spanje — Sx)anjaard — Spaanscli, Tiirkije — Turk — Turksch, Weenen — Weener — Weenerj West-Lidie — West-Indier — Westindisch, Wesffalen — Westfaal — Wesffaalsch, Zivaben — Zivaah — Zivabisch, Ziveden — Zweed — Ziveedsch, Z^citserland — Zwifser — Zivitsersch, Zeeland — Zeeuiv — Zeemvsch. 118. Bekwaam, almacMig, alleen, heminnenswaardig (heminne- lijk), schijnbaar (hlijkhaar)y ku7isimalig, acMerlijk, beestachtig (dierlijk), zwartliarig, zwartacliUg, icelzalig (gezegend), lickame- lijkj bomvrij, gelaarsd en gespoord^ fonkelnieuw (splinter- nieuw)y breedgescliouderd, zorgzaam (zorgvuldig) , vitziek, liefde- vol (iveldadig) J liefelijk, kinder aclitig , onhandig, voltallig (volkomen, volledig), bewusf, bedachtzaam, troostvol, tevreden, behaagziek (behaagzuchtig , coquet), kosthaar, donkerroody be- treurenswaardig (beklagenswaardig) , ontevreden, vermakelijk, deelbaar, twijfela(Mig , ouwelijk, verkiesbaar^ gelijkmatig, rek- baar, (ge)trouiv, snelgewiekt, schrikachtig (vreesachtig), vrucht- baar^ buigzaam, vierdraadsch, goelijk, reuzegroot (reusachtig) , grasgroen, ernsthaftig (ernstig), groenachtigj gevaarvol (gewaagd), liulpeloos, heldhaftig, eerbaar, eerzaam (eervol, Edelachtbaar) , mensclielijk, scMjnheilig , iverkeloos, eerloos, onbreekbaar , iveet- gierig, instinctmatig , innerlijk, reddeloos, spotachtig^ rechtvaardig, langdurig (duurzaam) , rechtmatig , lichtgroeyi , beminnelijk, menigvuldig, manliaftrg, melkwit, zedelijkj sterfelijk, kakelbont (geschakeerd) , gelioorzaam , olieachtig , oudacMig (omvelijk), niterlijk, deelachtig, lijdzaam (geduldig), aartsvaderlijk, lofivaar- dig (prijzenswaard[ig]) , verkieslijkj bestand (proefhoudend) , vier- voetig, twistziek, ailed aagsch (dagelijksch) , bereid (gereed), regehnatlg, merkwaardig (opmerkelijk) , berouwvol (boetvaardig) , achtingsivaardig (acMenswaardig), eerwaardig (Weleerwaard), rmv, zeeziek, gevoelvol, gedienstig (voorkomend) , (ge)streng, schadmvrijk, ondiep, onnoozel (flauw), hemelsblamv, langzaam, (stokdoof, steenacMig, onderaardsch, doelmafig (passend), u'is geivis, zeker), bijgenaamd, babbelziek (praatziek) , dankbaar (erkentelijk) , dankensivaardig , tooneelmatig (theatraal), verdrage- lijk (dragelijk, tamelijk), ivaaracktig (ivaar), dienstig (mdtig, Imdkbaar), zicktbaar, draagbaar, jvillig (geivillig). - 57 — 119. De koninklijke timmerinaan. Tweede Tooneel. Vrouw S. 0, Michael, moet gij ons zoo spoedig iveer verlafen? S. Ja, moeder: ik hen al reeds te lang geUeven. Ik kiram om u en Catharina te zien met gevaar van mijn leven ; maar het gevaar daargelaten, als ik langer hlijf, verlies ik mijn lAaats (betrekking) te Saardam en al mijn hoop voor de toekomst. Gij weet men maakte mij soldaat tegen mijn wil en hoe meer ik er van zag, des te meer kreeg ik een afkeer van het soldatenleven. Maar als timmerman hen ik vrij en onajhankelijk, en ik zou volkomen gelukkig zijn, als slechts gij en Catharina met mij nwc vHdet gaan en voor mijn spaarduitjes zorgen. Vrouw S. Ach, Michael, ik hen te oud om nu nog het land te verlaten (zoo'n reis te ondernemen) ; en icat Catharina hetreft — zeker zijt gij nog niet in staat eene vrouw te qnder- houden, is het ivel? S. Dat is maar al te ivaar, moeder; maar juist daarom is het te noodzakelijker , dat ik dadelijk terugkeer om weer aan het werk te gaan. Bovendien ik verkeer hier icerkelijk in ge- vaar. (Er ivordt geklopt.) He! ivat iedere Mop op de deur mij doet ontstellen. Wacht, moedei'; doe de deur niet open voor- dat ik mij verborgen heh. (Hij sluipt achter een schtit.) Peter (treedt haastig hinnen). Kom voor den dag, oiide kameraad! Houd u maar niet ve7'horgen; ik zag u immers door het raam! Ge zijt toch zeker niet bang vom' mijf S. Peter! is het mogelijk? Ik hen recht hlij u weer te zien. Maar hoe ter wereld kom je hier in Moscou verzeildf Zoo diep het land in worden geen schepen gebouivd. P. Dat is zoo, maar wel te St. Petersburg, de niemve stad welke de Czaar aan het bouiven is. S. Men zegt, dat de Czaar juist heden in Moscou is. P. Ja. Hij passeerde van morgen uwe straat. S. Dat hoor ik, maar ik heh hem niet gezien. Peter, hoe h'Bht gij mij toch gevondenf P. Wel, daar ik toevalligerwijs uiv moeders naam boven de deur had gezien, kwam de gedachte hij mij op (u hier te 2ullen vinden), nadat ik naar het paleis teruggekeerd was. S. Kaar het paleis! — 58 — P. Jdy ik mem altijd de plaats umar ik mijn infrek neem eeyi paleis. Dat is een gril van mij. S. Ge zijt altijd een zonderlinge vent geweestf P. Zooals ik zeide, kivam ik op de gedachte of Juffrouw Stanmitz de nioeder of de tante kon zijn van mijn ouden kameraad, en zoo trok ik deze vermomming aan. S. Ha. ha! een heerenpak. Peter, waar heh je die fijne kleeren van daanf P. (streng). Val mij niet in de rede, Mijnheerf S. Wat een vreemde toon, om tot een oud vriend te spreken! Maar ik weetj gij meent liet goed; en ik vind liet aardig van u (ik dank ti), dat gij iets van mij ivenschtet te liooren. P. He, Michael, we Jiehhen samen menig zwaar Jiout- hlok gekloofd, den langen zomerdag door op de scheepsicerf van Van Block. S. Ja, dat hebhen ice, Peter! Ik icon, dat ge weer met mij teruggingt! P. Ik kan hooger loon te Petersburg verdienen. S. Als ik niet bang 7vas voor een oproeping om reken- schap te geven van mijn lange wandeling op die7i Decemher- morgen, dan zou ik met u mee tvillen. 120. Bibberen, blozen, boeren, bukken, dartelen, dooden, doppten, dribbelen, drenken, duikelen, eindigen, groenen, halveeren, gehengen, heiligen, herbergen, liikken, Imizen, innen, jakkeren, bejegenen, kah- belen, kibbelen, klapperen, kleeden, verkleinen, klooven, knabbelen from knainven, verkondigen, krabbelen, leggen, leiden, mijnen, naderen, vernederen, neigen, opperen, veroveren, pakken, j^loegen, richten, rechtvaardigen, reinigen, roosteren, rotten, sckilderen, schuifelen, verspillen, steenigen, stikken, sterken, stoffeeren, suffen, trotseeren, uiten, vervaardigen, vellen, voeren, vasten, beveiUgen, visschen, voeteeren, bevredigen, waardeeren, ivikken, tcentelen, wenden, witten, zetten, zoogen, zuiveren. 121. Erkennen, veriverven, naderen, belanden, aanvallen, ver- mijden, druipstaarten, zich gedragen, gelooven, behooren, be- voordeelen, beweenen, trekkebekken, belenden (grenzen aan), kenen, herademen, belasten, plukharen, bezingen (vieren), verbedden, klapwieken, bezinken (zuiveren), korttvieken, bevatten, berusten (vertromven stellen in), bekoelen, verbrijzelen, ontkennen, ont- adelen, veracJiten, verminderen, dineeren (middagmalen) , ont- — 59 — dekken, vermommen , onthinden (oplossen)^ ontraden, herdoen (overdoen), ontvreemden, zich vergissen (dolen), ontglippen^ ont- ruimen, vervliegen (uihvasemen) , ondervinden, ontslapen, (ge)- voelen, versterken^ (he)vriezen, ivinnen, knar set anden, suizeboUen, geschieden (geheuren), zich erharmen (zich ontfermen), ver- nederen, schoorvoeten (aarzelen) , hetreiiren^ reikhalzen, ver- heuren (verliezen), verslapen, verspelen. 122. Klapperl anden, ontmoeten, vermelden, modelleeren, ver- moorden, hevaren, knikkehoUen, ontluiken (openen), sckilderen, hevolken, versteenen, (he)p)lan1en, Che)snoeien, herlezen (overlezen)^ herhakken, herdoopen, herhouwen, herroepen, herkennen, ver- hr anden J hervormen, weigeren, her inner en, verwijderen, ver- nieiiwen, herhalen, herdrtikken, gelijken, herleven, hereenigen, herzien, herooven, herkauwen, hevredigen, (ver)z€g€len, verleiden, (be)griJ2)en, onizieyi, ontvallen, (he)zaaien, verdrinken, vernagelen, onispruiien , stanqwoefen , (ge)lukken, verdenken, onthr anden, (oyit)dooien, (veiObinden, begaan (betreden), bejegenen (tracteeren), onfgrendelen, ontsluiten, wandelen, knipoogen, iveerhouden, be- kransen (vlechten). 123. JDe koninklijke titnmerman, Ttvcede Tooneel. (Slot.) P. Hoe kivaamt gij er toe u hier terng te wagenf S. Bit mijn oude moedertje teas zoo verlangend mij te zien; en dan Catharina — zij heeft al dien tijd op mij ge- wacht, het lieve kind! Was ik maar niet zoo arm! Maar komende jaar, als het mij een beetje mee wil loopen met mijn icerk bij Van Block, hoop ik in staat te zijn terug te komen en haar te tromven, en dan mijn oiide moeder over te halen met ons mee te gaan. P. Ik zou nu juist een aardig sommetje kunnen ver- dienen met inlichtingen te geven omtrent een deserteur. S. Asjeblieft, scherts niet over dat onderwerp, Peter! Ik weet gij doet het alleen voor de aardigheid (uit kortswijl), fnaar het brengt mijn moeder in onrust (het baart mijn moeder angst). — Wei, Peter, ik ben blij u weer gezien te hebben! Ik vertrek van avond — nog het een of ander aan de oude kameraden? (Een liiid klojypen aan de deur. Bij gluurt door het vensterj Soldaten, en er is een officier bij! Wat kan dat zijn (beteekenen)f Peter, pardon (verschoon mij), maar ik moet verdwijnen. GO P. Blijf Mer! Ik verzeker u, dat zij niet naar n zoeken, (om u komen). Het zijn vrienden van mij. S. 0, in dat geval, kan ik hlijven. Maar, iceet ge, een "van die lui lijkt sprekend op mijn ouden commandant f De Ojfficier treedt hinnen. Een gewichtige depeche van St. Petersburg y Vive Majeateit, die geen nitstel diddt (die mce onmiddellijke aandach t . eisch f) . Jufr. S. Majesteit! S. Majesteit! Peter, wat heteekent datf Ojffider. Op uwe knieen, Meneerf Weet gij niet, icie dit isl Op ince knieen voor Peter den Grooien, Czaar van Busland! Juffr. S. Cop de knieen vallend). 0, Majesteit! Uwe Majesteit! heb medelijden met tnijn armen jongen! Hij is mijn eenige zoon! Hij wist niet ivat hij deed! S. Onzin, moeder! Dat is weer een van Peters uien. Ha! ha! ha! Flink zoo Peter! Nu die is goed. Ojfficier. Jon onbeschaamde schehn! laat me je eens icat meer van naderbij zien; mij diinkt wij hebben mekaar meer ontmoet. — Soldateyi, arresteert dezen vent! hij is een deserteur! S. (met een gebaar van icanlioop). Nu is het met mij gedaan! Peter ^ Peter! kunt ge uw ouden kameraad 7iiet helpeni Hoe kunt ge zoo riistig voortlezen? Juffr. S. (hare handen wringend). Ach, beste ojfficier, spaar mijn jongen! Ojfficier. Hij moet voor een krijgsraad verschijnen. Hij hehoorde doodgeschoten te worden. P. (plotseling opziende van het lezen der depeche). Ojfficier, ik ben in de gelegenheid om van de diensten van uiv gevangene gebruik te maken. Laat hem vrij. Ojfficier. Voor TJwer Majesteits wil moet alles buigen. S. (terzijde). Alweer Majesteit! Wat beteekent dat alles tochf Ah, ik begin er iets van te begrijpen. Daar liepen geruchten in Holland, toen ik het verliet, dat de Czaar ge- werkt had op een van de scheejystimmeriverven. Zou mijn Peter soms de keizer zijn? P. Stanmitz. Nu kent gij mijn geheim. S. En gij zijt — P. De Czaar. (S. valt op de knieen.) Sta op, mijn vriend! Sta op oude vroutv; uw zoon. Baron Stanmitz , is veilig. Juffr. S. Baron Stanmitz! P. Ik eisch (heh noodig) zijn diensten om oppertoezicht te houden over mijn sclieepswerf te St. Petersburg. Gij moet — 61 — heulen de noodige maairegelen nemen om dadelijk van liier naar de nieuwe stad de vertrekken. Michael^ maak morgen. uwe Catharwa tot harones, en neem liaar met u mee. Neen, neen, geen dank! DHngende hezigheden roepen mij, zoodat ik hij uic huwelijk niet tegemcoordig kan zijn (mv huivelijk niet kan afwachten). Hier heb Je een beurs met diikaten. Een mijner secretarissen zal u morgen mijne hevelen brengen. Vaanvell S. Peter! Peter! — ik wil zeggen Uwe Majesteitl Uwe Majesteit! Ik ben heelemaal in de war, ik tceet niet icat ik zeggen zal, noch hoe u te danken! Vergeef mij, Uwe Majesteit! Vriend Peter! — Zeker, ik droom! P. Ha! ha! Goeden dag, oude kameraad! We zidlen. elkaar nog wel eens weer zien! De complimenten aan wve Catharina. (Vertrekt.) S. Meneer de ojfficier, icanneer denkt u, dat de krijgs- raad, iraarvan gij spraakt (wellicht) zal plaats hebbenf Officier. Baron, ik neem mijn afscheid. Ik hoop, dat gij ^V gdegenheid eens een goed woordje bij Zijne Majesteit voor mij zult doen. S. Nil op slag (dadelijk) naar Catharina! Wat heb ik haar al niet te vertellen! 124. Anders, 's avonds, blindelings, boogswijze, daags — da- gelijks, deels, dichte (bij), eens, eindelijk, gelijkelijk, gemeenlijk, gevallig, gewisselijk, gewoonlijk, gloeiend (mooi), eershalve — halverwegen — onzenthalve, geicapenderhand — voorshands — langzamerhand — bijdehand — thans — voorhanden, herhaalde- lijk, heuschelijk, overhoop, kantig — bijkans, kortelijk — kortelings — kortom — kortaf, eerlang — overlang — voor- lang, terloops, overlaid , namaals — voormaals, midden (door), 's morgens, \s nachts, netjes, vannieuics — opnieuic, terecht — rechtens — rechts, slechts, stillekens, aanstonds, straks — strakjes, omstreeks — rechtstreeks, stuksgewijze, altijd — som- tijds, vaak, verre — hoever(re) — zoover(re), volmaakt — volmaaktelijk, voortdurend, voorzichtig — voorzichtiglijk, waar- lijk, warmpjes, mijnentwege — onzentivege, wijlen, zachtjes - zachtkens, zekerlijk — voorzeker, alleszins — geenszins, zoetjes. 125. Aangaande, behoudens, gedurende, ingevolge, binnen, jegens (fegen — tegenover), krachtens, langs, naar — naast, nopens, ondanks, omstreeks, niettegenstaande, tijdens, buiten, volgens, wegens, bezijden. — 62 — 126. Behalve dat, dan dat, hijaldien — doordien — indien — naardien, doordat, ten einde, nademaal, overmits — mits dat, ncaarom, opdatj, sedert dat, sinds dat, terivijl, zonder dat, zoodat. 127. Oirciilaire bij de oin^ichting van eene handels^aak, Rotterdam, 1 Fehvuari 1892. P. P. Ik 7ieem de vrijheid u hiermede kennis te geven, dat ik Jieden hier ter stede eenen Wijnliandel opgericht Jieh, die ik 07ide7' de jirma K, E. Aalsteker zal drijven voor mijne eigene rekening. Gediirende vele jaren op groote kantoren in dien tak van Jiandel iverkzaam geweest zijnde, heb ik daarin eene rijke er- varing en de noodige kennis van liet vak opgedaan, zoodat ik, ^erugsteund door een toereikend kapitaal, mij in staat mag achten, om mijne zaak met goed gevolg te kunnen hestiiren. Het heginsel der strengste degelijkheid zal mij hij al mijne ondernemingen tot richtsnoer dienen, en het zal steeds mijn streven zijn om- aan het vertrouiven, waarom ik u hij deze heleefdelijk verzoek, ten voile te heanticoorden, en de hestellingen, die mij, naar ik hoop, door u gegeven zullen ivorden, met alle zorg ten uitvoer te brengen. U nog verzoekende van mijne onderstaande handteekening kennis te ivillen nemen, heb ik de eer hoogachtend te zijn Lhv Dw. Dienaar, Karel P. Aalsteker, die zal teekenen: K. P. Aalsteker. 128. Circiilaire hij de oprichting van eene fabriek^aak, Haarlem, 15 Februari 1892. P. P. Vergun mij u bij dezen kennis te geven van de heden :plaats gehad hebbende oprichting van mijne Fabriek van Beslag-artikeleUy tvelke zaak ik zal drijven onder mijnen naam en voor mijne eigene rekening. — 63 — Eene goede waterkracht, dlsmede eene ami de 7iiemcste vereischten beantwoordende inrichting van mijne fahriekj gepaard met degelijke kennis van het vak en de noodige geldmiddelen, maken het mij mogelijk solide ivaren, die in staat zijn om met die van anderen te conairreeren, te fahriceeren tegen hillijke Xyrijzen. Eene hestelling als proefneming zal u overtuigen^ dat mijne fabrikaten in netheid en deugd met die van andere fabrikanten kunnen ivedijveren, en dat ze nog iets goedkooper zijn. Het zal mij eene eer wezen in u eenen klant te vinden^ en gij kunt u overtuigd houden, dat ik ti in ieder opzickt naar uw genoegen bedienen zal. Ik voeg mijne prijscourant hierbij, en heb, onder aanbe- veiling, de eer met alle achting te teekenen Ferd. Witsenhoven. 129. Circulaire MJ den verkoop van eene ^aak. Den Haag, 15 April 1892. Bij dezen geef ik nkennis, dat ik de dusver door mij onder de firma 3Iineraalivatev-fcLbrie1c La Haye, JPh. Karthuis voor eigene rekening gedrevene fabriekszaak keden verkocht heb aan den heer Theod. Slips. Deze zal haar onder de oude firma voortzetfen en alle activa (passiva zijn er niet) overnemen, en ik verzoek ii, het aan mij geschonkene vertrouwen ook op hem te willen overbrengen. Voor de mij zoo veelzijdig bewezene wehvillendheid mijnen besten dank betuigende, behoiid ik mij voor, u aangaande mijne verdere ondernemingen later in kennis te stellen, en verblijf met de meeste achting Ph. Korthuis, die niet meer zal teekenen: Minei'aahvater-fabriek La Haye, Ph. Kortlmis. 130. CirciUaire van den kooper eener zaak. Den Haag, 15 April 1892. P. P. Vit de hierbijgaande circulaire blijkt u, dat ik heden van de tot dusver door den heer Ph. Korthuis onder de Firma Mineraalwater-fdbHek La Haye, Ph. Korthuis gedrevene fabriek door aankoop eigenaar ben geworden, en ik erzoek n, ook mij met uiv vertrouiven te ivillen vereeren. — 64 — Ik zal er naar sfreven om den goeden naanij ivaarin mijn voor ganger zich heeft mogen verJieiigen^ te hehouden; en zijne streng aan eer- en pUchfgevoel gehondene ivijze van liandelen zal mij in ieder opzicht tot richtmoer dienen^ waarmede ik him, om wier wehnllendlieid ik verzoek, den hesten waarlorg Iwop te geven voor de soliditeit van de icijze, waarop ik mijne zaak zal heheeren. Heh(t) de goedheid mij zeer dikivijls met mce hestellingen te vereeren, zullende ik mij heijveren die steeds met de meeste zorgvuldigheid uit te voeren, en ontvangCt) de hetuiging van mijne hijzondere hoogackting. Theod. Slips, die zal teekenen: Mineraahvater-fabriek La Haye, Theod. Slips. 131. Circiilaire bij Jiet verleenen van proctiratie. il^ Nijmegen, 1 Maart 1892. '' P. P. Daar mijne zaken huitenslands mij dikivijls een geruimen tijd van hiiis verwijderd Jiouden, heh ik den heer Joh. Zeeman, die mij sedert add jaren een trouw medeiverker geweest is, mijne proctiratie verleend, en ik verzoek u, alles wat hij in mijnen naam zal doen, te heschoiiwen als ware het door mij zelven geschied. Terwijl ik u nog op onderstaande liandteekening van den heer Zeeman oponerkzaam maak, maak ik van deze gelegenheid gebruik, om mij in uive verdere wehvillendheid aan te hevelen en teeken met de meeste achting P. Dorpers. De heer Joh. Zeeman zal teekenen: pr. p)t'o: P. Dorpers, Joh. Zeeman. 132. Den Heere Fr. Knoppers, machinenfabriek, Venloo. Rotterdam, 3 April 1892. Door den heer G. Max, alhier, op mce firma opmerkzaam gemaakt, zenden tvij u ingesloten de teekeningen van 8 stempel- machines, en verzoeken u, ons per ommegaande te melden, teg en tvelken prijs en binnen hoeveel tijd gij die kunt leveren, waar- bij ivij doen opmerken, dat wij op den meest mogelijken spoed aandringen en de termijn van levering in geen geval later mag zijn dan 1 Mei. — 65 — Als gij ons billijk en goed hedient, kunnen ivij u nog ver- sckeidene orders in uitzicht stellen, daar wij voor de voUedige inrichting van onze fabriek nog vele machines noodig hebhen. Met achting Gerards en Kroese. 133. Den Heeren Gerards en Kroese,, Rotterdam. Venloo, 5 April 1892. TJit nice geeerde letter en van 3 dezer zie ik met genoegen, dat gij mij de vervaardiging van 3 stempelmachines wilt op- dragen, en ik verklaar mij bereid u die tegen 1 Mei te lever en^ alhoewel die termijn eenigszins kort is. Naar de mij toegezondene teekeningen berekend, komen de 3 stempehnachines op 1400 gld., te leveren alhier a contant, namelijk No. 1 a 550 gld., No. 2 a 500 gld. en No. 3 a 350 gld. Ik heb de prijzen zoo laag gesteld., dat w, voor solied werk, door de concurrentie geen goedkoopere aanbie.Vmg gedaan zal worden, en ik mag dus hopen, dat gij mij de levering van die machines ziilt opdragen, in welk geval ik, den norten termijn van levering in aanmerking genomen, om uw spoedig bericht verzoek. Met de meeste achting Fr. Knoppers. 134. Aanvraag hij een hankier om de vergunning accepten bij hem te domldlieeren. Den Heeren. Zadelhof en Timmermans, Amsterdam. Kampen, 15 Maart 1892.. Ik neem de vrijheid, mij met de beleefde vraag tot u te wenden, of gij mij vergunnen wilt mijne accepten in uw domi- cilie betaalbaar te stellen., en welke uwe voorwaarden zijn. Het ZOIC een jaarlijkschen omzet van omstreeks f. 80000. — betreffen, zijnde de op mij getrokkene wissels altijd in appoints van belangrijke bedragen, zoodat uiterst zelden posten beneden de f. 20000.—, ymar nimmer posten beneden de f. 1000. — voorkomen. Ik zou het mij ten plicht stellen, u altijd eenige dagen vodr den vervaldag behoorlijke dekking te doen toekomen. Uw antwoord te genwet ziende, heb ik de eer te teekenen Hoogachtend Jan Knap. Kej' to the Dutch Grammar, ^ — 66 — 135. Antwoord. Den Heere Jan Knap, Kampen. Amsterdam, 17 Maart 1892. Wij zijn in het bezit vari uiven geeerden van 15 dezer, en geven u gaarne de ver gunning, om de op u getrokken wordende wissels in ons domicilie hetaalbaar te sfellen. Bij het ons geopende uitzicht op eenen omzet van f. 80000. — per jaar, hetaalbaar in appoints niet beneden de f, 1000. — berekenen wij u slecMs l^jo provisie, en zenden wij u de betaalde vjissels franco toe. Wij liopen, dat gij deze billijke voorwaarden aannemen tult, en zien uw antwoord te gemoet. Hoogachtend Zadelhof en Timmermans. 136. Aanbevelingsbrief, Den Heeren Hoffmann en Bar, Weenen. Rotterdam, 1 Mei 1892. Het strekt ons tot genoegen, den overbrenger van dezen brief, den lieer Adolf Strelitski, met u in kennis te brengen. Hij bezoekt uive plaats, om nieuwe handelsbetrekkingen aan te knoopen, en wij zullen het dankbaar erkennen, als gij hem daarbij met uwen raad en mve plaatskennis de behulpzame hand wilt bieden. Wij kunnen u den heer S. als een degelijk en soiled man van zaken aanbevelen, en verzoeken u hem weUvillend te ont- vangen. Van elke vriendelijkheid, die gij aan den heer S. bewijst hetuigen wij reeds bij voorbaai onzen besten dank, en teekenen Met de meeste achting Wijnandts en Fock. 137. JEenvoudige kredietbrief. Den Heere Francesco Cirio, Milaan. Amsterdam, 15 Mei 1892. Ik geef mij de eer, den heer A. Harinxma, lid der zeer geachte firma Harinxma en Comp., bij u te accrediteeren voor de som van L. 12000 — zegge twaalf duiz-end lire. 67 Wees zoo goed, aan mijnen vriend tot dit hedrag de sommen, die hij verlangen mocht, vrij van kosten uit te betalen, en voor het aldus hij u uitgeschotene op mij te trekken, na mij vooraf een duplicaat der quitantie te hehben toegezonden. Hoogachtend T. Borromeo. 138. Order tot verkixyp van een geldswaardig papier. Den Heeren Schaap en Bonte, Amsterdam. Middelburg, 18 Mei 1892. Ingesloten zend ik u f, 12000.- — Rotterdamsche paardenspoor-aandeelen die n verzoek zoo goed mogelijkj maar niet onder 95, te verkoopen en de opbrengst, onder berichtzending, te mijner beschikking houderi. Uwe berichten te genwet ziende, teeken ik. Hoogachtend P. a de Graaf. 139. Bericht van verhoop* Den Heere P. C. de Graaf, Middelburg. Amsterdam, 21 Mei 1892.^ De ons bij iiwen brief van IS dezer toegezondene f. 1200^ Rotterdamsche paardenspoor-aandeelen hebben wij a 95 ^/a franco onkosten verkocht en u daarvoor met f. 1 1 400 — gecrediteerd, over tvelk bedrag ivij u verzoeken naar goedvinden te be- schikken. Ingeval gij dat bedrag weder in aandeelen wenscht te plaatsen, kunnen wij u Amsterdamsche Bomvvereeniging a 87^1,4 aanbevelen, aU een solied en gedurig in koers rijzend papier. De nieuwste koersnoteering hierbij voegende, teekenen wij Hoogachtend Schaap en Bonte. 140. Aati^oek oni eene betrekking. Den Heeren Gebr. Bastings, Rotterdam. Kampen, 1 Mei 1892. De heer E. Pronk, van de jirma Pronk en Comp., alhier, heeft mij medegedeeld dat binnenkort bij u de betrekking vm correspondent openkomt, en ik neem de vrijheid, u beleefddtjfc 5* t - 68 - , i mijne diensten aan te hiederij terivijl ik u hieronder een kort *■ overzicht van mijne loophaan tot heden aanhied. ; ,11— * " Ik hen een zoon van Hk. Zandvliet, fabrikant. te Tiel, en heb mijne sclwolopleiding genoten te Arnhem. Op mijn vijftiende jaar kwam ik ah leerling ojy liet kantoor bij den lieer C. H. Klaverweide^ te Arnhem, van wien ik bijgaande getuigschrift mocht ontvangen, toen ik 1 Juli 1887, ten genoege van mijnen patroon, mijn leertijd eindigde. Den 15 October 1888 ben ik als bediende, om de facturen te sclirijven, op het kantoor van de papierfabriek te Kampen gekomen, warn' ik thans nog werkzaam ben als 'respondent. Mocht het u, na het bovenstaande, behagen mij voor de )ij u openvallende plaats aan te nemen, dan durf ik u de ver- fekering geven, dat ik mijn uiterste best zal doen, oyyi die trekking tot uwe tevredenheid te vervullen. Terwijl ik u beleefdelijk verzoek mij met uiv vertrouwcn ^te vei'eeren, hetivelk ik mij zeer zeker waardig zoic toonen, \- teeken ik, in de hoop op een gunstig antwoord^ J^ Met de meeste hoogachting Printed by C. F, Winter, Darmstadt.