IMAGE EVALUATION TEST TARGET (MT-3) kfO {./ ,% 5< .iR>i werd aangewezen om den tucht nut de Pandora mede te nuiken, en heeft de zoo gunstig bekende Kapi- tein Allkn Youno, de gezagvocrder van het scheepje, getoond een uitatekend leenneesler te zijn, zijn getuigenis is dddr om te bewijzen, dat de heer KooLLi^ANs Beynen niet mir.dcr uitstekend leerling is geioeest. Het hierachter volgende verhaal van den tocht, dat als verdag aan den Minister van Marine werd inge- diend, en dat welwiliend ter beschikking van het Bestiiiir van het Aardrijkskundig Genootachap is gesteld, geeft van beide genoeg- zame bewijzen. (*) Dezo voordraclil is bij den boekhandelaar C. L. Dbinrman to Atnstcrdam uiigcgevcii oiidor dcii lilcl: De Nederlanders en de Noord- pookxpedilicn door N. W, Posthuhus. Ill fiitnien iiikth- mnantlm (jiiat tit Pam/oia wedfi' mar de Pool- :cfrH, eii ii',derniu :al df hen- Kooi.kmans Hkynks tnl liaar biiiiannini/ Mioori'ii. llojim wij, did de errtiriny, welh; hij nok tliitnn wcdir col opdovn, nuwaal. Iict cadt'iiand ten i/oede home ; dat hd vadfditnd hem later in stuat atelle om aan zijn kloeke zonen den weg le ic'tjttii op hit roemrijke veld, ivaar in vroeyer tijd :ooveU' Nederlandache iauwertn i/eplukt zijn ! Utrecht, Aiusterdiiin, Munrt 1876. C. M. Kan, N. VV. I'OSTHLMUS Secretarmen van htft Uenootichap. DE TOCHT MET DE PAHDORA IN 1875. I N L E I D I N G. Tot recht verstand der bedoeling van den tocht der Pandora onder Allen Young naar de poolgewesten, is het noodig een blik te slaan op twee vror-ere expeditien naar de Noordelyke IJszee, en wel op die van Sir John Franklin in 1845 en van Mr. Clintoek in 1857. In de hier volgende inleiding wenschen wy een kort overzicht van die beide expedities te geven, en verwijzen wij den lezer, ter meerdere duidelijkheid, naar de by dit werkje gevoegde kaart. Te vergeefs hadden de beroemde Engelsche zeevaarders John Ross en Parry na 't jaar 1818, in verscheidene tochten naar 't Noordwesten ondernomen, getracht den lang besproken handelsweg naar Indie, benoorden Amerika om, te vinden. Bij herhaling waren zij door zware ijsmassa's belet gewor- den, verder westwaarts door te dringen, doch dat verhinderde niet, dat men in Engeland aan het bestaan van dien doortooht bleef gelooven, zoodat de Admiraliteit, op aanraden van dcu beroemdeu Sir John Barrow, iu 't voorjaar 1845 besloot op nieuw een expeditie daarheen te zendeu. De ^Erebus" en ,/T."rror", die juist op dien tijd van een reis naar de Zuidpool waren teruggekeerd, werden voor den tocht aangewezen, en hot bevel er over opgedragen, aan den door zyn reizen in het Noorden van Amerika zoo beroemden zeeofficier, Kapitein Sir John Franklin. UE TOCIIT MET DK I'.VNDOll.V TN 1875. Alhoewel hij reeds den Iceftijd van 59 jaar bereikt had, nanvaardde deze grijze zecman, met warme gcestdrift, den hem opgedragen last, en reeds den 26 Mei 1845 verlieten beide schepen, vergezeld van een transportschip, de haven van Sheerness, om den tocht naar het hooge Noorden te aan- vaarden. Sir John Franklin voerde het bevel aan boord van de Erebus, terwijl Kapitein Crozier gezaghebber aan boord van de Terror was. Het aantal der aan boord zijnde schepelingen bedroeg ruim 130 man, waarvan slechts enkelen den poolcirkel reeds over- schreden hadden. Na een vrij voorspoedigc reis door den Atlantischen Oceaan kwamen die schepen den 4 Juli te Disco aan, waar de voorraad van levensraiddelen uit het transportschip werd aangevuld, zoodat men voor drie jaren van al het noodige ruim voorzien was. Vol blijde verwachting werd de reis van daar voortgezet, en op den 26 Juli werden de schepen voor het laatst door Kapi- tein Dunnett, gczagvoerder van den walvischvaarder ,/Prince of Wales" op 74'' 48' N.Br. en 66' 13' W.L. gezien, terwijl zij aun een ijsberg geankerd lageu, in afwachting van een gunstige gelegcnheid ora door het ijs van Melvillebaai naar Lancaster Sound door te dringen. Na dicn tijd zijn de schepen nimmer weer gezien en eerst later na tal van onderzoekingen is men met den treurigen af- loop dier expeditie bekend geworden. Toen men in 't begin van 1847 in Engeland nog niets van de schepen vernoraen had, begon men zich meer en moer over het lang uitblijven van eenig bericht bekommerd te ge- voelen, en toen in den herfst vau dat jaar de walvischvaar- ders de Engelsche havens binneuliepen zonder icts van de expeditieschepeu vernomen te hebben, nam de bezorgdheid der- raate toe, dat men besloot in 't vroegc voorjaar van 1848 krachtige maatregelen te nemen om de afwezige schepen te gaan opzoeken, ten einde ze, zoo noodig, hulp te kunnen verleenen. Wij zuUen nu niet treden in een overzicht dier talrijke expe- DE TOCHT MET DE PANDORA IN 1875. dities, die in de danrop volgendc jarcii, de Noordelijke IJszee doorkruisten. De laatste er van was de reis van Kapitein M'CUn- tock, die in 1859, na twee jaar in het ijs overwinterd te heb- ben, met de tijding terugkeerde, dat bij een .bezoek op het King William sland gebleken was, dat de schepen van Franklin in de nabijheid daarvan, door de bemanning verlaten waren ge- worden, met het voornemen cm te trachten de raonding der Groote Visch-rivier te bereiken. Uit hetgeeu men verder gevonden had, moest men opmaken, dat de geheele bemanning op dien moeitevollen tocht van kommer en ellende was omgekomen. Toch was dit niet het eenige, wat men van de expeditie van Franklin was te weten gekomen. In 1850 namelijk, waren door Kapitein Ommaney op Bee- chey-eiland overblijfselen van een oud kampement gevonden, benevens drie graven, .de volgens de opschriften de laatste rustplaatsen waren var diie raatrozen der Erebus en Terror. Een nauwkeurig ingesteld onderzoek bewees, dat de schepen aldaar in 1846 overwinterd hadden, doch nergens werd eenig geschreven bericht gevonden dat eenige aanwijzing gaf omtrent den weg, dien de schepen vdor dien tijd gevolgd hadden of omtrent de richting waarin zij opnieuw vertrokken waren. Doch het geschreven dokument, door den luitenant Hobson • op den 6 Mei 1859 op King WilliamsLind in de nabijheid van Kaap Victoria in een cairn gevonden, helderde al die zjvken op. Hieruit bleek toch 't volgende : „De Erebus en Terror waren tot op 77' N.Br, het Welling- ton Channel opgevaren, doch, aldaar door ijs belet verder door te drinken, waren zij uaar Beechey-eiland teruggekoerd, alwaar zij hun eersten winter 184.5-46 doorbrachten. ,/Van daar op nieuw weggezeild, geraakten zij den 12 Sep- tember 1846 op 70° 5 N.Br, en 98° 24' W L. in 't gezicht van Kaap Victoria op King Williamsland in 't ijs bezet. „Tenvijl 't schip daar in het ijs bleef vastzitten, stierf de onverschrokken aanvoerder Sir John Franklin op den 11 Juni 1* 4 DE TOCIIT MKT DE I'ANDOUA IN 1875. 1847 en op den 23 April 1848 werclen cle beide schcpen door do beumnning verlaten. „Tot op dien dag warcii 9 officieren on 15 mindere scliepc- liiijfon aau buord van beide vaartiiigcu overleden." ,/l)e overgebleven niaiisdmppcii, 106 in getal, zouden op den 25 April, onder de leidiug van kaptein Crozier, den tocht naar den vasten wal van Aincrika onderncraen." Dit is alles wat men met zckerlieid van deze ongelukkige expeditie is tc weten kunnen komen. Tal van kleedingstukkon, kookgereedscliappen en instrumcnten lagen in den omtrek van kaap Victoria op den grond ver- spi-oid. Van hier volgde Initcnant Hobson dc kustlijn in een zuidwestclijke ricliting en ontdoktc op dc lioogte van Kaap Crozier een sloep, die bijna gohccl onder ile sneeiuv bogra- ven lag. In die sloep vond men twee mcnschclijkc goraamten, bene- vens versclieidene waarnemingshorloges, zilveren lepels en eenige boeken, en ofsclioon daaronder een bijbel was, waarin bijna iedere regel onderstrecpt was, werd er geen enkele letter ge- vonden, die eenig liclit wierp, ovor de verdere lotgevallen dier ongelukkige reizigers. Waarschijnlijk zuUen zij, door zickten en ontbering uitge- put, hun treurig bostaan nog eenigen tijd bebben voortgesleept, en cerst in de arm:;n van den doodslaap die rust hebben gevonden, di^ ben, reeds maanden en jaren voor verder lijdon behoed had, toen d*; bulpl^rengende arm van bet geliefde va- derland tot hun laatste rustplaats doordrong. Het was imniers cerst in 't jaar 1859 dat Kapitein M'Clintock met dcFox tot tlichtbij King Williarasland doordrong. De Fox was een klein houten stoomscheepje door de edele weduwe van Sir John Franklin aangekocht, eu op haar kosten voor ruim drie jaar van levensiniddcleu voorzien geworden. Op den 1 Juli 1857 verliet de Fox, na alvorcns behoorlijk voor de ijsvaart versterkt tc zijn, dc liaven van Aberdeen. De officieren daar aan boord waren Allen Young, luitenant Hobson en Dr. Walker. DK TOCIIT ]\n:i BE PANDORA IN 1675. Niet alleen dat Allen Young door groote goldelijkc bij- dragen de expeditie had holpen mogelijk inaken, maar, alhoe- wel liij reeds jaren lang zelf gczagvoerder was, aarzclde hij niet om in een ondergeschikte positie aan den toclit zelf deel te uemcn. Na een allervoorspoedigste reis liep dc Fox op den 19 Juli dc Groenlandsclie haven Frederikshaab binuen. Na nog oenige andero havens te hebben aangednan, vcrliot men op den 6 Au- gustus Upcrnivik, waar men tal van hondon, voor de slede- tocliten besterad, had aan boord genomen. Reeds op den 8 Augustus belette liet ijs van Melville-bay, verdor om de Noord door to dringcn. Men was toen op 72" 40' N.Br, en 59° 50' W. L. De rand der ijsmassa werd toon gevolgd, doch nergens f)nt- waardc men do geringste opening, die cenige hoop gaf, cr spoedig door heen te zuUeu dringen. De wind, die steeds uit het zuiden woei, belette hat weg- drijven van het ijs ten eenen male, doch op den 16 Augustus liep de wind om naar het N,0. en kwamen er verscheidene openingen in de onafzienbare ijsmassa. Onmiddellijk maakte Kapitein M'Clintock hiervan gebruik om er in door te drin- gen, doch nog in dieii zclfden naclit liep de wind terug naar 't zuiden, waardoor zich de ijsmassa's wcer snel sloten met dat ongelukkig gevolg, dat de Fox voor goed in 't ijs l)ezet geraakte. Gedurende den geheelen winter dreel het schip ?tceds in het ijs geklemd langzaam om de zuid. Eerst op den 25 April 1858 na veel doorgestaan gevaar, mogt men er in slngen, het sch'.p opnieuw weer in open water te brengen. Drie dagen later liet men in de haven van Holsteinberg het anker val.len. Op den 5 Juli was men op nieuw in het ijs van Melville- baai en op den 26 dier moand was men door den ijsdam hcea en had men het open //North Water" bereikt. Den 11 Augustus kwam de Fox bij Beehey-eiland ten anker alwaar uit de provision, die vroeger op dat eiland waren ach- tergelaten, de scheepsvoorraad werd aangevuld. DB TOCHT MET UE PANDOKA IN 1876. Vier dagen later ging men wecr ouder zeil, koerste eerst, ill de richting van Peel Sound, doch toen men deze door het ys gesloten voiul, werd de steven gewend en stuurde men om de oost nuar Trins Regent Inlet met het voornemen oni te ondorzoeken of het mogelijk was door Bellotstraat verder om de zuid naar King VVilliarasland door te dringen. Den 29 Augustus was men aan den ingang der straat, doch hoewel men er een eind in doordrong, slaagde men er niet in er doorheen te komen en na herhaalde mislukte po- gingen was men genoodzaakt, er voor good van af te zien, daar de nadereiulo winter hot siiel zoeken van een veilige lig- plaats voor hot schip noodzakelijk maaktc. In een kleiiie baai in Bellotstraat ingevroren, overwinterde de Fox dus voor de tweede maal in de Noordelijke IJszee. In den herfst van 1858 en in de lente van 't volgende jaar werden verscliillende sledetochten ondernomen. Kapitein ^rClintock onderzocht het eiland Montreal, dicht bij de-groote v^'ischrivier gelegen en een gedeelte der zuidelijke kust van King Williams land. Allen Young braclit de kust van Prince of Wales laud in kaart en luitenaut Hobson ondemam deu tocht na£.r King Williarasland alwuar hij de hierboven ver- melde overblijfselen van Franklins expeditie vond. De vermoeienissen van deze sledetochten waren zoo groot, dat luitenant Hobson bij het aan boord terugkeeren door twee man ondersteund moest worden om op de been te kun- nen blijven. Ook Allen Young kwam volkomen uitgeput aan boord tc- rug. Op zijn tocht, vreezende dat de raeegeuomen proviand niet lang genoeg zou duren, zond hij de manschappen, (li(! hem vergezelden, naar boord terug en vervolgde slechts door een man vergezeld, zijn onderzoekingstocht langs de kustli^ van het Prince of Walesland. Slechts weinige menschen zouden die ontberingen en ver- moeienissen, die deze beide raanneu op dien tocht doorstonden, kunnen verduren. 's Nachts in do sneeuw zich een slaapplaats bereidende, DE TOCHT MET DE PANDORA IN 1875. raoesteu i;ij iio{^ tO diigoii, vaiik in raiat en sneeuwjaoht, voort- wandclon, voordat zij nan l)oor(I tcrugkeerden. Intusschon nam aan boord dcr Fox lict aantal scheurbuik- lyders, waaronder ook luitunaut Ilobsoii, zeer toe en daar men nu toch zekorheid liad omtrcnt hat treurig einde van Trank- liii en zijn tocht.gcnooten, was er niets, dat tot een langer vcrblijf in de poolstreken noopte. Tot lialf Augustus bleef Prins Regent Inlet evenwel toege- vroren en reeds vreesde men een derdeu winter in 't ijs tc moeten doorbreng(;n, toen op den 15 van die maand een op- volging van stijve westewindcn, het ijs van de kust drecsf, waarvau de Fox gebruik maakte, om zoo snel mogelijk door 't laudwater, in Lancaster Sound te geraken. Van nu af aan, was de verdere reis zeer voorspoedig en reeds op den 20 Sep- tember liep men in Engelaud binnen. Terwijl men aan boord van de Fox in 't najaar van 1858 vruchteloos alle pogingen in 't werk stelde om door Bellot- straat been te dringen, zag men van af het westelijk uiteinde dier straat, kaap Bird genaamd, dat er in Peel Sound veel open water was, terwijl er bijna voortdurend in 't zuidon in de ricliting van King Williaraslaud, een donkerc waterluoht boven den horizont zichtbaar was. Dit nu deed het vermoedcn ontstaan, dat men in 't late na- jaar met raeer kans van slagen door de wijde Peel Sound, dan door de nauwe Bellotstraat in de ricliting van King VVil- liamsland zcu kunnen doordringen. Hierop grondde zich dan ook het plan van Kapitein Allen Young om zoo laat in 't jaar, als de navigatie in de L'^zee mogelijk bleef, te be- proeven met de Pandora door Peel Sound heen King Wil- liaraslaud te bereiken. Werkelijk werd Peel Sound dan ook in de laatste dagen van Augustus bijna geheel vrij van ijs gevonden, doch de vela Noorden winden, die in deze strekeu in 't voorjaar nagenoag onafgebroken geheerscht hadden, waren oorzaak geweest, dat al het ijs in het zuiden der straat op dc hoogte van Kaap Bird was opgehoopt geworden, zoodat het verder doordringen der 8 DE TOCHT MET DE PANDORA IN 1875. Pandora, ten minste in den loop van het jaar 1875 daardoor ten eenemale onmogelyk was gemaakt. Toch mag men de reis der Pandora nog allervoorspoedigst noemen, want in ocn zomer drong zij tot op slechts 50 mijlcn van de plai-ts door, waar de schepen van Franklin door de bemanning verlaten waren geworden en tot in 't gezicht van Bellotstraat, waar de onversclirokken gezagvoerder der Pandora van 1858-59 aan boord der Fox voor de tweede maal de ver- schrikkingen van een langen poolnacht getrotseerd had. Het volgende verhaal van de reis der Pandora is een ver- slag, dat, als gevolg eener gegeven opdracht, aan Z. E. den Minister van Marine is ingediend. Waarschijnlijk daartoc opgewckf, door de groote bnlangstel- ling en vurige geostdrift van het tegcnwoordige Engelsclie pu- bliek, om, getrouw blijvende aan de aloude tradition op nieuw zijne boderas de baanbrekers der wetenschap in 't hooge Noorden te doen wezen, vatte Mr. Allen Young, Luite- tenant of the Naval Reserve, het voornomen op om voor de derde maal in do geheimen der poohvereld te willen door- dringen. Terwijl zijn regeering zoo waardig haar zonen uitzond, met het stoute doel, de pool der aarde te bereiken, besloot Allen Young te gelijkertijd een andere richting te volgen. Eeuwen lang hadden de grootste zeevaarders van alle natien vruchteloos gepoogd, den korteren weg te vinden, die door 't ijzig Noord naar 't zengende Oosten leidt. Allen Young zelf had al eenmaal in 1858, als officior aan boord van de Fox, zijn hoopvolle verwachtingen om de N. W. passage te maken zien te niet gaan, voor de onafzien- bare ijsmassa die Bellotstraat afsloot, en nu, twintig jaar later, herleefde dat stoute droombeeld zijner jeugd, in al zijn aan- trekkelijkheid, en 't was nu met dien dieperen ernst van rijpe- ren leeftijd, dat hij 't vooniemen opvatte, op nieuw de plaats te zoeken, waar de beide wereldzeeen elkander de hand reiken. De eer hiervan te voegen bij de vele lauweren, door zijn landgenooten reeds geplukt op alle zeeen der aarde, was echter niet de eenige reden, die Allen Young naar 't grijze noorden voerde. Dertig jaren geleden hadden Franklin en zijn wakkere tocht- genooten in blakenden welstand de vaderlandsche kusten voor eeuwig vaarwel gezegd, en nog hing een geheimzinnig floers over hun schrikkelijk lot. De tallooze energieke pogingen van Engeland, om den slui- er op te lichten, die over hun laatste levensdagen hing. 10 1)K TOCIIT MET I)K PANDOIIA IN 1875. liatlden wo] do worcld kuimcii verhazon, doch wnrcii n'w.i by mnclito t,'nwe(!at, iU>. vootstappoii huiinor oii;,'(!liikkif^c laudijo- nootcn verder to volgoii, dan daar, waar zij, scliijubaar voor ceuwig bedolvca lagou oiidcr 't doodsclio uitgcstrokto suceuw- kleod, dut do heuvoleii van //King Williamsland" dokt. En nu. mocht Allou Young's poging mot succes bokrooud wordch, dan moest ditzcilfde King Williamsland worden gopas- secrd on dat wcl in 't najaar, wannoor do vricndoiijko stralon der uoordsclio midd(!rnaohtzou, do snooiiw zou golokt hoi)b(!n van de laatste rustplaats dozer koono reizigors. Hun voetstappen to volgen, tot daar waar zij hun aard- sche rt'is in koramor en ellonde lia(ld(iii voleindigd, on do wetonschappelijko resultaten, die zij in hun nog niot tcrug- govonden journalon zuUon opgetciokcnd hebbcn, do wereld te doen toekomen, waren voldocndo rodenea ora Allen Young den weg naar 't hooge Noordon to doen inslaan. Mr. Bonnet, de eigenaar van de New York Herald, on Luite- nant Lillingston, die eerst onlangs de Engelsche Marine ver- laten had, onderstounden deze poging ieder met 3000 £, maar voor eon soortgelijk aanbod van wijlcn de edolo woduwe van Sir John Franklin, word vriendelijk, doch met nadruk bcdankt. Na deze uitconzetting van hot doel, ga ik over tot de wijze van uitvoeruig. Ue Pandora, een gunboat in 1864 voor de marine te Pem- broke aangebouwd, werd van 't Engelsche gouverneraent aan- gekocht, en op aanwijzing van Allen Young voor de ijsvaart gereed gemaakt. Tot nu toe bestemd om open zeeen te bevaren, en aan be- kende kusten te ankeren, moest 't schip nu aan andere en meerdere eischen gaan voldoen. Allen Young echter, bekend met de groote gevaren aan de IJsvaart verbonden, spaarde geen kosten ora de Pandora berekend voor haar taak te maken. En dit was niet gemakkelijk, want, wanneer wij lezen, dat schepen uit 't water gelicht en op 't ijs zijn geworpen, dat van andere de romp werd opengereten, on 't schip in tweeu ge- r 1)R TOCIIT MET l)K I'ASDOIIA IN IS?.*). 11 (loeltl, eii (Int hij noj? nndore 't ys, ovor hot schip hcc^iigmviulc, 't vunrtuig iiK^t zijii kouden last voor couwig in do dicptc deed verdwijuoii, dan is hut duith^ijk, dat ecu gowooii sterk- {(cbouwd schip, sh;cht9 eon nicts bcduidend verdodif^iufifsvor- inogcii bezit, als het zich met die ontzettende kruchtcn van het ijs moot raeten. Onze stoute oiidernememh! voorvndcren hcbbcn zclfs ecuniaal tijdoiis de walvischvanrt op zulk een wijzo 23 hunuer schnpen vcrloren, en in IfiSI wenlen or evoneeus It van vorniold, en bhivcu or 11 godurende den winter in 't ijs vastgevroren. AUe dcelcu in liet schip moetcn clkandor wederkeerig stounen, opdat van weaken kant do druk ook kouit, 't golicele schip als cen massa wcerstaiul biedt aau de pcrsing, waaraan het is blootgosteld. Daarom waren dan ook bij de Pandora hot aantal zwarc tiisschondeks-balken vermeerdord, terwijl ze alien door stutten in 't midden gestL.and wareu, die op hun beurt wCer door stevige kardoezeiv van onderen en van boven met kid- en dek- balken verbonden werden ; ijzereu knieen waren, ter winning van laadruimte, veel in plaats van houten aangebracht, en som- mige vereenigden niet allcen de dekbalken van 't bovendek mot de boordeu van het schip, zooals dit gewoonlijk hot geval is, maar doorloopende bogen zij zich over het benedendek been, en werden door bouten met de ijzeren knieen vereenigd, die dat dek steunden. Zet- en balkwegers waren van bijzonder sterk hout, en van 't dek, dat geheel nagezien was, waren de naden op nieuw gebreeuwd. Een dubbeling van dekdeelen, die, zooals op sommige pool- vaarders, dwarsscheeps over het oorspronkelijke dek gelegd wordt, was niet aangebracht. Het voorschip, dat natuurlyk het meCst te lijden heeft, was eehter buitengewoon goed versterkt. Boven de waterlijn was de boeg namelijk met zware stukken hout, die als boegbandeu dienst deden, geheel opgevuld, terwijl daar, waar het schip onder water scherprr toeliep, zware ijzeren bauden tot ver- sterking diendeu. 12 OK TOCItT MKT DK I'.VNDOIIA IN 1^75. TIet nchtorschip wns ovoncons mot hnndcii on strniil platen duohti^' voorzicn, cii do vnlrocpcu wnron vorviillon om 't pot- dokacl to docn doorloopfii. Manr vooral do romp moost vorslorkt wordon. [ii gowouo omstaudi|jfhodcu mof^o dc zccinnii volkDincri voiliv Pandora" voorstellondc, prijkte. De grootsto lengte, gcmeten van 't voorste gedeelte van deu voorstovcn, vlak ondor do boegspict tot aan don achterkant van de roersteven was HA motors, terwijl de grootste breedte, gerckend tot aan den buitenkant der huid, was 7.8 meters. By 't voor goed naar zee gaan was do diepgang I H j deci- meter, zoodat 't bovendek bijna golijk met 't water lag. De Pandora had een maohine mot tcrugwerkende drijfstang van 80 P. K. norainaal. Hot is wel zeker dat de ijsvaart een groote aanwinst gevonden heeft in de toepassing van den 14 OE TOCHT MRT 1)K I'ANDOUA IN 1875. stoom, ZOO zelfs, d.it mon zou kunnen zej»gen, dat de stoom cr cen onmisbaar veroischte voor is geworden. Onafhankelijk van stilte of tegenwind is hot scliip uu bij machte alle mugelijke voordeel te trekken van deu beperkten tijd, dat de vaart in deze zeeen mogelijk is. Bovendien kan het schip nu van de minste gunstige gelegenheid, door een verandering in 't ijs veroorzaakt, onmiddellijk gebruik makcn, terwijl met be- Ivulp van den stoom 't schip gemakkelijker te bewegen is door een vaak nauwen en hoekigen doortocht. Om deze laatste reden dan ook is 't wenschelijk dat 't vaartuig niet te lang of te breed zij, hoewel het daarom toch geuoegzaam laadruimte raoet bezitten, en zich met vokloende massa tegen het ijs moet kunnen bewegen. De eischen waaraan de machine moct voldoen, zijn hoofd- zakelijk : eenvoud, beknoptheid en weinig kolenverbruik, ter- wijl ecu gemiddelde vaart van 4V2 a 5 mijl door verscheidene deskuudigen als voldoende is beschouwd. De machine der Pandora was in Juli 1861 op de fabriek van Day Summers & Co. te Southampton vervaardigd. Mic'del- lijn der Cylinders 8 d. m. ; lengte van den slag 4.5 d. m., en twee tubulaire ketels, ieder met twee vuren. Uit Plymouth voor goed in zee gaande, waren er 126 ton beste Welsche steenkulen aanboord, dat, als men per etraaal een gebruik van ongevecr 4 ton rekende, cen 30tal stoomdagen verzekerde. Behalve in de koleuruimten waron zij in 't hoi van 't schip, op dek, ja zelfs voor een gedeelte, te midden van de pro vision weggestuwd. Verder was de Pandora voorzien van een barkstuig. 't Spreekt van zelf dat, ter besparing van brandstof, en voor 't geval van een onvoorzien gebrek in de machine, 't schip zeil moet kunnen voeren, doch, met 't oog op de geringe be- manning en de moeielijkheid om dc stijfgevoron en beijsde touwen te hanteeren, moet dit zoo eenvoudig mogelijk zijn ingericht. Naar mijn meening zou in ue meeste gevallen een schoeners- brik-tuig, of, voor 't geval van meer masteu, een driemast-schoe- nertuig met vierkante zeilen aan den fokkemast de meeste / l)K TOCIfT MKT nv. r VXDORa IN 1875. 16 aanbevcHiig vcrdiencii, vooral wanncer de inrichting der gaffel- zeilcn zoodanig gemaakt wordt, dat die zeilen met behulp van mime patentblokkcn gemakkelijk kunnen geborgen worden. Hot staand tuig der Pandora was ijzerdraadtounr; mars- en bramstrengen bostonden uit eeu stuk, terwijl zij geenjaaghout, maar een lang kluifliout voerde. Om dit te steunen, had de Pandora, in plaats van voelho- rens, een sink waarloos vondhout, dat, achter de apostelen dwars over den boeg gelegd, daaraan door ooghouten en naaiingen stevig verbonden was. Zij voerde geen spaansche ruiter, en had enkele marszeils. Van de raas was aan weerszijden een goed stuk afgenomen, op- dat de zeilen kleiner, en dus handelbaarder zouden zijn. Be zeilen waren geheel nieuw voor 't schip gesneden, en bestonden uit zwaar doek. Spieren, spierbeugels en alles wat maar eenigszlns geinist kou worden, waren verwijderd, terwijl de fok, als een //losse breefok" was ingericht, zoodat hij om ge- borgen tc worden op dek raoest neergevierd worden. llet is van groot belang, dat 't schip gevoelig voor 't roer is, en hct wicl gemakkelijk door con man bewogen kan worden. De sloepeu waren uiet bijzonder versterkt, doch de boeg er van was door middel van kopereu platen voov lekstooten min of meer beschermd. De tonnenni.\",t der Pandora, uitgedrukt in kubieke meter, was 689,980, warrvaiL door de machine met toebehooren 364,020 werd ingcnomen, zoodat men slcchts 325 M''. voor laadnumte overhield. Ter besparing van laadruirate, was er dan ook maar alleen een waarloos marszeil aan boord, hingen vier van de zeven sloe- pen, beiievens de stoombarkas in hooge ijzeren davids buiten boord, en waren de watervaten op het dek geplaatst, dat 't dubbele voordeel opleverde, dr.t zij, bij 't overnemen van urinkwatcr, voor de hand stonden en dus gemakkelijk te vullen waren. Do uitrusting der Pandora was uit een ruime beurs ge- schied. Dit is trouwens ecu bepaald vereischte. Zuinigheid in deze mag in de meeste gevallen misplaatst heeten, en slechts 16 DE TOCIIK MET DE PANDORA IN 1875. H zelden en clan met de meeste omzichtigheid tcepassing vinden, daar vaak de i.\inder goeda kwaliteit der artikelen een aller- noodlottigsten invloed op de gezondheid eu stemming der be- manning kan hebben. Weinig zout vleesch, doch veel vleesch in blikken, is, voor 't geval van overwintering, een onmisbaar vereischte. Inge- maakte vruchten en grov^aten, zuur, limoensap en bier z\jn bevonden "t meest bevorderlijk voor de gezondheid te zijn, doch daartoe is niets heilzamer dan versch vleesch, zoodat dan ook nimmer een gelegenheid om ijsberen, zeehonden en ander wild te schleten ongebruikt moet voorbijgaan. Alleen de lever van den ijsbeer is zeer schadelijk voor de gezondheid, doch zijn vleesch is vrij smakelijk, en zeer goed te verteren. Door alle ofRcieren aan bood der Pandora werd 't steeds als een lekkernij beschouwd, hoewel het zeehondenvleesch volgeus alien de voorkeur verdiende, vooral als het eenigen tijd gehangen had. De provisien waren alle van een uitstekende kwaliteit, en ora te bewijzen, dat de verstrekking, die voor alien aau boord zouder onderscheid dezelfde was, niets te wenschen overliet, geef ik nevensgaande lijst van vijtualie voor een man in 28 dagen. 5.13 kilo scheepsbe^ ihuit. 8.85 4.80 3.17 1.58 3.17 3.17 3.17 2.37 0.79 0.453 0.784 meel voor brood, blikken vleesch. ingezouten ossenvleesch. „ varkeusvleesch. verduurzaamd vleeschnat. ingelegde groenten, wortels en aardappelen. saamgedrukte „ „ „ meel, vet en krenten. spliterwten, I op ieder kilo spliterwten. chocolade. selderie UE TOCHT MET J)E PANDORA IN 1875. 17 0.176 kilo thee. 1.372 „ suiker. 0.784 „ 0.784 „ 0.056 „ 0.028 „ 0.448 „ 0.168 .. suiker voor limoensap. zuur, mostaard. peper. vruchleu uit flesschen. suiker voor vruchten. boter in de week. naar behoefte. 0.113 „ Gebrande kofFie azijn en zout tabak en zeep Vi! gill. : rum per dag, en na den poolcirkel gepasseerd te zijn 1 gill, per dag. Verder was er nog aan boord, voornamelijk voor den winter bestemd, York-liamuien, gerookt spek, melk in blikken, kon- fituren en gelei, vruchten in flesschen, ossentong, vijgen, sar- dines, maccaronie, verschillende specerijen en sausen, kerry, arrowroot, sago, tapioca en kaas. Eens in 't ijs zijnde, verschaften de geweren echter voortdurend overvloed van versch vleesch, dat merkbaar gunstig op ieders gezondheid werkte. Behalve tal van gewone, zecr warme zeeraanskleeren van 't zwaarste duffel, waren er een paar dozijn kielen van schapen- vel aan boord, voornamelijk bestemd om tijdens 't gure na- jaar 't lichaam voor wind en sneeuwdrift te beschutten. Voor 't geval van overwintering, zouden lange kleeren van rendierenhuid wordeii verstrekt, die Allen Young van de Indiauen, die 't noorden van Amerika bewonen, door welwillende bemiddeling der Hudson-Bay-Company, had bekomen. Schoeisels van de huid van rendieren en mutsen van zee- hondenvel, waren bestemd de wiuterkleeding te voltooien. Jacht- eu vischtuig waren even genoegzaam voorhanden als boeiende lectuur, terwijl zelfs twee der sloepen derwijze uit- 2 18 i>t; tociit met de pandoua tn 1875. gerust wnren, om, belioorlijk van alios voorzieii, jacht op wal- vissclien to kuiiiKMi makon. Km waarloos roor oiilbrak cvonniiii als con waarloozc schroef, torwijl coil f^ocd iiii^crichte tolof^Taaf van de brug iiaar de machiiiekamer li<'p. Doze block ouoiitbeerlijk, zoodra men met 't scliip door vcol drijtijs zicli "'■»". wcg wilde banen. Vodr in 't volkslogies, stond hot zeer beknoptc kooktoestel, dat voorzion was van oon platte vicrkante pijp ann weevszijden, waaraati con j^root koperon reservoir bovosti;;,' was, waariu men slcchls te smeltcu sliikkcn ijs tc doon hat", om bijna diidolijk 't water door ecu kraan, die er oiidcr was, te kun- nen aftappen. 't Geheele scliip w(!rd door drie klcine kachcls verwi.rmd, en was niet, zooals somnuL^'c vrociiero poolvaarders, voorzien van een stel pijpen, waarnii'6 floor middol van verwarmde lucht overal een gclijkmatigo tomperatuur kon geliouden worden. Belalve twee stcrke ladders van 18 en 16 sporten en tal van waarlooze planken, bestemd voor 't winterlmis, waren er aan boord, stalcn houweelen, ijsboren, ijsbaken, ijsankers eh ijszagon, welke laatste 36 en 42 decimeter lang waren. Doze sterke zagcn, waren aan 't boveneind voorzien van twee gaten, waardoor de stokken gestoken werden, waarmee de manscliappen de Zf>ag neer bewogen, nadat zij opwaarts ge- haald was door 't trtkken aan een touw, dat over een rad liep, boven de zaag geplaatst aan een sterke liouten drievoet. Verder waren alio instrnmenten, die men zou knnnen noo- dig hebben aan boord, docli daar wij 't scliip bijna nimmer lang genoeg konden verlaton, om met eenig succes observaties aan den wal te doen, zijii zij niet gebruikt. Om de vocbtigheid dor lucbt te weten, gebrulkteu wij den droogen en natten boUiygrometer, docli voor aflezingen beneden 32geloofik dat de haarbygrometer te verkiezen is. Enkele malen is ook de temperatiuir van 't water op zekere diepte waarge- noiaen, door den ,, Miller Cassella deap r-ea thermometer." Die van Negretti en Zambra was niet aan boord. Met suc- ces is steeds gebruik genicaakt van Walkers patenting. Overigens BE TOCIIT MET DE PANDORA IX 1875. 19 verdient oiider dc instrumenten nog vcrmcld te worden de „zichzolfvulleiidc artilicioelc horizon" van Staff Ooramander George, welk inetrumcutje zicli wcgens mindor gewicht en ge- schikter vorm voor reisgebruik bijzonder aanbeveelt. Ilerliaaldelijk heb ik dit instruraontie met o-oed godurende den winter het ijs bedekt had. Door middol van een klein liaiidig pompje, dat op de ver- schansing gezet word, en waarvan een slang buiten boord naar het ijs, en een ander binnen boord naar de vaten liep, waron deze spoedig gevuld. Zoolang het gedurende den korten nacht donker was, werd de machine gestopt, doch te half drie werd meer in den wal gehi^uden. De Pandora moest nu ongeveor op do hoogte van Arsuk Fjord wozen, maar daar de kust hier overal hetzelfde is, was het zeer moeilijk den ingang or van to vindcn. Intusschen werd hot meer en meer licht, on naar mate de dag aanbrak, word de kust beter zichtbaar. De omtrekken der hooge bergtoppen begoimen duidelijker on scherper af te steken tegen de in 't Oosten zacht gekleurdo lucht ; debergen zelvo ontdeden zicli van hun ecntonig grauw nacht- gewaad, sommige meer vooruittredend, waar anderen terug- weken, en hulden zich in een zachten roodklourigen nevel, die zelfs hun met sneeuw bedekte kruinen vriendelijk kleurde; de eenheid der tinten bogon te breken, hier nijgend naar 't dof rood, daar wegsmeltend naar 't licht geel; stcile vlakken der bergen werden kenbaar door hun donkero scha- duwen; hellingen en dalen, hoekigc rotsmassa's en diepo gleu- ven werden zichtbaar, en de trotsche hoogo kust vnii Groen- land vertoonde zich in al haar grootheid. Weldra verkende Kapitein Young Stor-eiland, en stoonide de Pandora langzaam en statig tusschen het vele drijfijs door in den wal. 1 1)E TOCIIT MET DE PANDORA IN 1876. 25 Kiiki'le zcehoiidcii vertoondeii zicli, (loch tal van noordknpcrs ill 't \vat(!r, on zwcrnKui vo' tieron. Di! ii('llinj(on der borj^cn zijn vrij grocu fxc.klcurd, daar do plantcnfiirooi hior wiiolderigcr k, dan in ceniji andor ffcdeoltc van GroeaUuid, liotjijcen aan doze plaats het iiitorlijk f^ccft van ecu vi'icnd('lijk(!n tuin ic niiddoii van dc alj>;unic('nc dorhuid van ocn land, dal i» van do 12 niaandcn dicp ondor do snecuw ligt bedolvcu. VV^at ochtor Ivigtnt 't meost morkwaardig maakt, is: dat hot do eenige plaats tor wcrold is, waar bolialvi; to Miask in Si- beriii, krioliet wordt aangotroH'on. Oni 't bolangrijko van dit inineraal iian to toouou, wil ik er met ecu eiikel woord bij stil- staan. Mogc in dc oorste tijilon dc poolvaart zioi' ecu Inuuhilsdocl of ocnig gcwin licbbon vourgcslold, zckcr is dat tegenwourdig uiet mocr hot geval. Ilet hoofddool ocncr liodondaagsclie Noordpool-expcditie is en inoet wczon, do oiitsluiering der tallooze zuiver welonscliap- pclijkc schatton, dio hot ijzigc noordeu voor ons verborgou houdt, op hot gobied van geologic, uiotoorologic, miuoralogie onz., inaar wie zegt ons dat dcze wctenschappelijkc schatton, uiot ecnniaul ook matorieclo voordeclcn zulkui oploveren. Op het laatst dcr 16o eouw zochton onzo vadoren naar ccn weg door het Noord-Oosteii naar Cathai, dio niot gcvouden word, maar hot loiddo tot dc ontdekking van Spitsbergen on tot de walvischvaart, waarvan ons land gcdurende bijna twee eeuwen groote winsten trok, en waaraan het nog vocl groottsrc voor- deel verbondon was van eon uitstokendo oefenschool te zijn voor stoule ondcrneniende zcelieden, die zooveel hebben bijge- drageu tot den rocm van 't gemecncbest. I)E lOClIT MET UE PANDORA IN 1876. 27 Ook in oiiz(! duyoii kaii yowc^cn wonlcii op ecu voorbcold, li()(! oii(l(!rzotkiiigt!n van wclciisi'liappclijkcii aani in \u-X liuoj^e, noordciU grooto niaterioi.'U! voordtoltiii liobbcii opgolcverd. lliit niinoraul Krioliot, dat ijsstceu betookcnit, was voorhecu wciuig b(^koiid. In lSO(i cchtcr ontdokto Sir CharloB Gii'secko op aauwijziiig van ocnigo Eskimo's langs dc oevora dor Ar- suk Fjord eon piaats, waar kriolict to vindcn was. l)i! Kskinio's zijn dc ccrsto gcwoosl, dio dit niiniTaal gcbruikt hcbbon. Zij bcnulligden het oclilcr toteen wondorlijk doclcindo nanielijk tot hot vorvaardigon van snuif. Zij maaldou bladou tabak tusschun twoo stukkcn kriolict tot poedur, en aan do al- dus vcrkrogcn snuif, vvaarvan do liell't van liet gcwicht nit krioliotstof bostond, gavcn zij boven allc andore do voorkonr. Kriolict hoet't tot chcnuscbc lorinulc ; Al, i^B+G NA. F\. Hot bovat dus do drio olonionton Aluminium, Natrium cu Fluor, die alle con lioogc waardc voor de Industrie hcbbon. llet clomont Natrium namclijk vornit verbondou met kool- zuur hot bckcndc handolsproduct .soda. Hot Aluminium gcol't, vorbondcn mot zwavelzuur eu kalium, hot woinig minder noodzakclijko product aluin. llet Fluor wordt in den nicuwsten tijd gobruikt tot het makeu van glas. Alle el( mentcn dus, in dit mineraal voorkoraendo, vinden haar toi^passing; van lastige bijproducten van wcinig waardc, als bijv. bij de soda-berciding uit koukenzout, het zoutzuur eu do zwavclzuro soda, is hier geen sprake, eu juist hicriu ligt nu het grooto voordeel van 't kriolict. De bewerking is aldus: Hot kriolict wordt vorliit met koolzure kalk, het koolzuur komt vrij, en wordt opgevaugen, de kalk verbindt zich met fluor, tot hot ecrsle product : /iHOixalciimi, geschikt voor glas- fabrikatio. llet aluminium heoft zich met het natrium verbondcn tot aluinzure natrium, die opgclost wordt in water. Door doze oplossing wordt nu hot bij dc cersto bewerking verkregeu 28 DE TOCHT MET 1)E PANDORA IN 1875. koolzuur geleid, dat zicli met het natrium verbiiidt tot soda die in oplossing blijft, terwijl ecu witte stof, aliiinaurde hy- draat, neorslaat. Men dampt do sodaoplossing uit, hcliandelt hel aluinaarde hydraat met zwavolzuur eu kali, en verkrijgt als laatste product aluiu. In 1849 — 50 bewecs Julius Thomsen, professor te Kopeii- liagen, dat het krioliet op boveustaando wijzc kou bewerkt worden, en outving daarvoor het privilege het krioliet uit Ivigtut te raogen uitbreken eu in Deuemarken te verwerken. In 't begin was het krioliet to goedkoop, en de invoer was nauwelijks voldoende, ora de kosten tc dekkon. De staat Denemarken ontviug als belasting : In 't jaar 1854 56 ton a / 4.72 de ton. „ 1856 37 „ „ „ 6.24 „ „ Later verbond Thomsen zich met anderen ; zij rustten nu zelf een schip uit, dat met 343 ton 't huis kwam, waarvoor / 4 per ton betaald word aan 't gouvernement. Later word de vergoeding aan 't gouvernement betaald in natura, dat is in krioliet zelf, dat dan weer door 't gouvernement publiek word verkocht. Opbrengst bij doze veilingen: In 't jaar 1857 800 ton, hier- van aan 't gouvernement te betalen 12o/n, dat is dus 96 ton. Deze brachten op f7.2S de ton. In 1858 2359Vi, ton, hiervan 12''/o gelijk 283 ton. Deze brachten op/ 19 de ton. Dit rijzen der prijzen binnen zoo korteu tijd is merkwaardig. Nu kregen ook anderen gezelschappen recht van exploitatie, b. v. een Fugel- sche maatschappij te Louden, en die van Ilalberstadt & C», en Puggaard & C". te Kopeuhagen. Deze mislukten echter, en in 1864 word aan Thomson uitsluitend recht gegeven voor 20 jaar bij Ivigtut krioliet te breken. Sinds nam het krioliet zeer in verbruik en waarde toe, 't geen duidelijk wordt, als wij met korte trekken de hoofdtoe- passingen, die de handelsartikelen soda en aluin vinden, na- gaan, en hierbij eenige statistischt; opgaven toevoegen. De waarde der soda valt terstond in 't oog, indion men vich slechts herinuert, dat zy een onmisbare grondstof is, cot DE TOCHT MET DE PANDORA IN 1875. 29 bet fabric ?ereii van glas, en dat de kolossale zeepindustrie op hot bcstaan van soda gegroudvest is. De soda-productie bedroeg dan ook in Europa in 1874: Groot Britannic Fi'ankrijk . . . Duitscliland . . Oostenrijk , . overige landen . 7.3B0.000 ccntenaar, 2.300.000 2.000.000 485.000 1.000.000 13.135.000 centenaar dat is 656,750.000 kilo. Het Aluiu wordt gebruikt als bijtraiddel bij 't verwen van alia woUen stofFen, tot het vervaardigen van lakverwen, tot het harden van gips, tot het onoplosbaar maken van lijm in de papierfabriekeu, en eindelijk tot het looien van wit leer, om van toepassingen van minder belang niet te spreken. Geen wonder dus dat de exploitatie der kriolietmijnen van jaar tot jaar op grooter schaal plaats vindt, en dat sinds 1857 verscheidene fabrieken in Denemarken, Dnitschland en Amerika dit miaeraal exploiteerden. Zoo vinden wij verraeld dat in 1867, vijf fabrieken in Dnitsch- land 7.500.000 kilo krioliet tot 13,500.000 kilo gebrande soda hebben verwerkt, en dat de „Pennsylvaniau Salt manufacturing Company" jaarlijks uit haar fabriek Natrona bij Pittsburg 4.300.000 kilo soda uit krioliet aflevert. Het zij raij eindelijk vergund nogmaals de cijfers met hun eigenaardige welsprekendheid te toen optreden, ten einde, den uitvoor van krioliet uit Ivigtut in Groenland te doen keunen. Jaar 1855. . 343 Deensche ton; in 1865. . 19891«/n ton. // 1857. . 800 II 1858. . 2359Vu II 1859. . 2788Vii II 1860. . 48207u II 1861. . 7638'Vi. II 1862. . 11045V. 1 1863. . 5498^u 1864. . 4261Vu ^«66. . 19852Vu // 1867. . 249088/,, // 1868. . 18890Vn // 1869. . 22S46'%,, // 1870. . 15522''/u // 1871. . 211779/11 // 1872. . 266O73/4 li 1873. . 17358V.1 II r 30 DE TOCIIT MET i)K PANDOllA IN 1875. Dat is bij elkaar op.^eield sinds 1856, 2266112/,, ton, en een Deensche ton = 6 cts. = 300 kilo, geeft, clus 1 359. 667 Vn centenaar of 68.000.000 kilo. Sinds 1865 werd ook aan Amerika afgeleverd, van daar de plotselinge toename in dat jaar. De staat Danemarken alleen, heeft nit dezen handel getrokken de aom van Vs millioen Rigs- daler. Mnge dit enkele voorbeeld voor 't oogenblik voldoen. Mijn cijfcrs zijn geput uit inededeelingen van Alfred Benzon, fabriekeigenaar te Kopenhagen. In de raijnen van Ivigtut werkten twee machines om de volgeladen wagens nit de diepte op te halen, en cm het water uit de mijn te pompen. Vandaar dat hier kolen zijn, die ge- woonlijk als ballast door de scliepen, die bier komen, worden uitgebracht. Gedurende den winter is de mijn opgevuld met ijs en sneeuw, en van November tot April wordt er dan niet gewerkt. Alleen van Mei tot October kan, tenzij het doo.' slecht weer belet wordt, in de mijn gearbeid worden. Een honderdtal meestal Deensche werklieden, die er opvallend flink en gezond uitzagen, vinden hier werk. Het grootste gedeelte keert ieder jaar naar Europa terug, en de overblijvende werken dan enkele malen door; wanneer er ergens in de mijn geea water staat. De grootste plaag bestaat hier in het ontzettend aantal groote muskieten, wier nijdige beten, hier even als langs de geheele noordkust van Siberie, handen en aangezicht pijnlijk doen zwellen. Ivigtut zelf, bestoud uit 6 vrij goede houten huizen, en voor de rest uit schuren en loodsen, die door dc werklieden be- woond worden. De eenige heeren hier op de plaats waren, be- halve de gouverneur, door de Deensche regeering aangesteld, ora den uitvoer te controleereu, twee ingeniears tevens machinist en de doV .. De mijn-ingenieur J. '\V. Pailor Esq. vestigt in //the Jour- nal of the Royal Geographical Society of London, vol XV 1869 p. 606-607, de aandachc, op een hior bestaande ader tin-erts. i ^ DE TOCHT MF,T TIE PANDORA IN 1875. 31 Te 4 uur was do Pandora te Ivigtut iiaiif^ekoinen, en te 9 nur waren er riiim 28 ton Scliotsche steenkolen aan boord ge- nomen, dat is op liaar bovendek nc'ergeworpen, zoodat geeu plank meer te zien was, en de kool in liet midden van het schip, gelijk met de verschansing lag. De schepen, die hier krioliot weglialen, doen tusschen Mei en September twee reizen hecn en weur, van Kopenhagen naar Ivigtut. Nu lagen er belialve een Decnsf.he bark nog drie Engelsche schepen in lading, waaronder de Fox het be- kende scheepje, waarin Kapitein Young in 1857 en 1858 twee lange poolnachten had doorleefd, en waarvan hij later, tijdens de opnamo voor den Noord-Atlantischen telegraafkabel, kom- raandant was geweest. Na nog bovendien een goede hoeveelheid radijs ten ge- ;henke te hebben gekrcgen, verlieten ■>'. ij 's nachts te 3 uur, do eenzame docli gastvrije bewoncrs der bergvallei van Ivig- tut, en stoomden, op aanwijzing van den kommaudant den- zelfden weg volgend, uit Arsuk Fjord. De andere uitgang kan ook gebezigd worden, doch hij is zeer eng, en daar dikwijls met ijs opgestopt, terwijl hij nu door een dichten mist aan 't oog onttrokken was. De Pandora had nu een sterken stroora mee, zooals des zomers altijd uit deze fiorden loopt, en buiten gekomen, werd er zeil gemaakt, en koerste zij onder zeil en stoom met een 7 mijls- vaart orn den Noord. De voigeode dagen bleef de Pandora steeds vlak onder de kuot, a ( open landwater, horhaaldtlijk door dichte stroomen \js ti«>;^. ji/i;end, doch vrij blijvende van de groote massa, die w\j 0; ■■; vp- ,er een mijl afstands aan b/b van ons zagen. 'sAvon.^ ii' uur stoomde de Pandora langs den schooncn f.'l.etscher benoorden Frederikshaab, vervolgde rustig haar weg ■(■•>' tallooze daarvan fifgebroken ijsbergen, en stoomde den voigenden dag to 2 uur, slechts eenige mijlen (*) benoorden iS' M i (*) Wanneer hier van mijlen gesproken wordl, worden altijd geogra- (ische tnylen bedoeld. 32 DE TOCIIT MET 1)K I'ANDORA IN 1875. Fiskernaes, door 't laatste ijs van den Spitsberger stroom, die be- langrijk genocg is, ora cr cen oogenblik bij stil te staan. Een verbazeud groote lioeveelheid ijs wordt jaarlijks in een zuidelijke en zuidwestelijke ricliting langs de oostkust van Greenland, en verder om de Z. W. gedreven, maar een gedeelte daarvan wordt om Kaap //Farewell" in straat Davis gestuwd. Het bestaan van dezen stroom is algemeen aangenomen, en door de waarnemingen van Graah en Scoresby, en de onder- vinding van tal van in 't ijs vastgeklerade walvischvaarders, die daarmede in die richti' "• voortdreven, bewezen. In Juni 1777 bij v. gei .»' -m vloot van 10 walvisch- vaarders op 76° "N". Br. bezet t ijs, beoosten Greenland, en werd door bovengenoemden stroom om de Zuid gedre- ven. Zij bezweken een voor een voor de vernielende kracht van 't ijs. Het laatst overgebleven schip dreef in October op 61° N. Br. straat Davis binnen, en 't mocht de daar aan boord zijnde 116 schepeliugen, alleen overgebleven uit een getal van 450, gelukken, zicli op 't land in de nabijheid van Kaap Farewell te redden. En nog onlangs in Juli 1857 dreef een verlaten wrak 80 geograpliische mijlen N. W. van Frederikshaab oij een dcr banken; 't zelfde wrak waarop 't vorige jaar Prins Napoleon op zijn te huisrcis met //tbo Atlantic" tusschen IJsland en Greenland aan boord gegaan was, en waarop hij toen een verslag had achtergelaten, opdat men later zou kunnen opma- ken, van waar het wrak gedreven was. Volgens Kapitein Graah" worden de zuidelijke en zuidwestelijke kusten van Greenland, vooral gedurende de lente, door veel drijfijs epge- stopt, terwijl zij daarentegen van September tot Jauuari er bijna geheel vrij van zijn. In 't begin van Februari komt het ecliter weer in groote hoeveelheid om kaap Farewell stroo- men, en volgt in een noordelijke ricliting de westkust van Greenland, op die wijze nuissa's ijs uit de Spitsbergen zeeeu naar straat Davis voeronde. Om te bewijzen dat de stroom die van om de Noord kwam, niet als kouden enderstroom DE TOCIIT MKT 1)E PANDORA IN 1875 83 zijn weg om de Zuid kan voortzetten, zcgt Sir Edward Parry ill 't verliual zijner corato reis : „Den 13 Juui 1819 op 57° 51' N. Br. eu 41° 5 VV. L. voiid ik 't water op de oppervlakte 40'/:-' Fahr. en op een dieptc van 335 vademeu 39° Palir., aldus sleclits een verschil viiidende van I'/a" Fahr. Terwijl in „the Voyage of Captain Graali" p. 21 te viiideu is : nDen 5 Mei 1828 op 57° 35' N. Br. en 36° 36' VV. L. Gr. vond ik do temperatuur van 't water op de oppervlakte 46V2° Falir., en op een diepte van ongcveer 100 vademen 44° 5"' Pahr. Dit bewijst, dat aan geon kouden onderstroom te den- ken valt." Wij lezen dan ook in ,,A selection of papers for the Arctic Expedition of 1871 reprinted en presented bij the Boyal Geographical Society 1875 p. 104: //Uit 't bovenstaande blijkt dat de stroom, die, van uit de Spitsbergen zoe komende, zulk een ontzaggelijke massa ijs met zich voert, eerst laiigs de oostkust van Groenland stroomt, daarna om Kaap Farewell westwaarts oinbnigt, en vervolgens om de Noord stroomt, zonder een enk(>len tak in een Z. W. richting naar de lianken van New-Foundland af te zenden." Ik meen ook uit de gedane waarnemingen aan boord der Pandora, te inogen beweren, dat dit niet volkomen juist is. Voorop wil ik daartoe stellen het bekende feit, dat koude stroomen, steeds xaau, en warrae stroonien steeds van den evenaar vloeien, om 't evenwicht aan de polen te herstel- leu. Dit zien wij dan ook bij alle vooruitstekende kapen, zoo- wel in 't noordelijk als in 't zuitlelijk halfrond. Oostwaarts van Kaap dc Goedc Hoop vloeit de warme Algnlhas-stroom om de Zuid, en westwaarts er van loopt een bctrekkelijk koude strooni oni de Noord. Zoo ook vloeit oostwaarts van Kaap Hoorn de waume Brazili- aaudche stroom om dc /uid, eu westw.iarts er van loopt de KOUDE Humboldtstroom om de noord. En in 't noordelijk halfrond zullen de koude stroomen dus natuurlijk langs de oostkust om de zuid vloeien, en de 3 34 DE TOCHT MF,T 1)K PAXDORA IN 1875. WAUME lanj^s (le westkust om de noorp, zooals dan ook alge- moen bokciul is, dat. flit bij Spitsl)nrf!;en pliiat? ijrijpt. Kaap Farnwoll zou lii(n' (his ooii uitzoiulcrliif? malicii, eu nan de \v(;rold 't schouwspel Icvoren, hoc ook koudk stro(jmou naar de Pool kuunen terugvloeicn. Laat ons om dit to oiidorzooken, do roods hierl)oven gege- veii bowijzeii aan oon iiador onderzoek ondonvorpoii. Tegou zidko onwoorlogbaro fciteii als (h'ift van 't ijs en die van do sdiopon is natuurlijk woiuig in to brongen, doch wij kiinnen avoI nagaan of hot ook woUicht andoro oorzaken zijn, dio dit vorsoliijusel doon plaats grijpon. En verondorstellen wij nn bijv. dat do koudo stroom, die van om de Noord kouit, op d(! lioogtc van Kaap Farewell een warmen stroom ontnioot, dan spreokt hot van zelf, dat de drijvonde raatorie, zoowol ijs als schcpen, als de koude stroom naar onder duikt, onder den invloed komt van dien warmen stroom, en bijgevolg met hem verdcr, dat is in dit ge- val, om de Noord zal drijven. Dat bij Ka.'.p Farewell eon betrokkolijk warmo stroom be- staat, die in een noordolijke of N. W. riohting vlooit, wordt bewezon door hot gotuigenis van donzcdfden Kapitein Graah, die tijdens zijn o-derzoekingon in Groenland twee zomors en een winter op de oostknst er van doorbracht, als hij zegt: „De temperatuur van hot oppervlak dor zee werd de geheele reis door, voortdurend waargonomon, en wij vonden haar, in de nabijheid van ijs, bestendig tnssclien 28" on 24" Fahr. Aan den ingang van Straat Davis echter, vond ik de tem- peratuur van de oppervhikte dor zee 41° tot 39° Fahr., ofsehoon wij in de onmiddellijke nabijheid van ijs waren. Hieruit maakte ik op, dat een strooming van om de Zuid hier de overhand moest hebben, omdat ik ninimer voorheen in de nabijheid van ijs do temperatuur van 't water hooger dan 35° Fahr. had gevonden." En de Deensche admiraal Irminger, hierover sprekende, zegt : ,/Deze betrekkelijk hooge temperatuur in de onmiddellijke nabijheid van den Spitsberger ijsstroom, billijkt raijn ovortni- I)E TOCHT HfET 1)E PAXDORV TN 1875. 35 giiig, (lat do watoren van den Noord Atlantischen Oceaan aldaar in eon N.W. of N. richting, tegcn dc Oust- en Zuid- kust, van Groenland aanvloeion, en liierin moet dan ook zeker de reden gezoclit, Avorden, dat hot ijs aldaar altijd zoo diclit tegen het land wordt aatigedreven, dat het de Oostkust voor schepen die uit zee komen gelieel oiigenaakbaar maakt."' Wij, aan boord der Pandora, vonden de temperatuur van liot water, in de onmiddellijke nabijlieid van nitgestrekte ijs- massa's, nimmer hooger dan 32" Fahr., uitgezonderd dicht bij 't Spitsberger ijs : want, tot in 't gezicht er van, beliiekl 't water nog steeds een warnite van 40" tot 42" Fahr, Verder is bekend, dat ook meerraalen inahoni(!hout op de Groenlandsc'ie knst aanspoelt, 't welk volgens admiraal Irminger alleen uit West-Indie er been gospoeld kan wezen. Zoo dreef een stuk inalioniehout naar Disco, en werd later bewerkt tot een tafel, die nog langen tijd het huis ver- sierde, van den Deenschen Gouverneur van Holsteinberg. (Quarterly Review N=. XXXVI.) Zoo vond admiraal Lowennorn op de Z,0. kust van Groen- land even eens een door wormen beschadigd stuk mahonyhout. Dat verder de Znid en Zuidwestkust van Groenland in 't voorjaar door zooveel drijfijs wordt opgestopt, terwijl zij van September tot Januari daarentegen bijna geheel vrij is, is volkomen 't zelfde verschijnsel, zooals wij dat bij Spitsbergen waarnemen, waav ook in 't voorjaar tot half Mei, de westelijke kusten vaak niet genaakbaar zijn, terwijl zij later zonder eenige moeite bereikt kunnen worden. Overigens is 't wel jammer, dat ik tegenover de beide waar- nemingen, betreffende de tempcratnur van 't water op zekere diepte, bezuiden kaap Farewell verricht, slecht een eigen ob- servatie kan overstellen, maar die cene observatie is bijna op dezelfde plaats verricht, en geeft een tegenovergesteld resul- taat als de beide opgegeven waarnemingen. Op den 26 Juli 1875, toon het Middagsbestek was 57°55' N.Br, en 42°49' VV.L. werd 's morgens tc 10 uur, met een Miller Casella deep Sea thermometer de temperatuur van 't wa- 3* 3<} l.)K TOCHT MI'.T I)K I'ANDOllA IN 1875. ter op of!ii (liopto van 100 viulciudii waargoiioinen, on wcos (le tlionnometcr 30" Falir., torwijl het water aau de oppcr- oppervlakte 41'^ Pahr. was. Om bovonstaaiuh^ nuloncii wcnl ik or toe gcbraclit tc {^olooveu aau het in oeii uuordclijke riclitiii laatsto hclft van Septombor is 't Avoor gewooiilijk buiig, vorgozeld van suoeuwvlagen, on do nachton wordon donker en koud. In October bogint zich het jonge ijs al snel te vormon, dr. grond wordt hard bevroren, en do gehoolo natnur siuimert in, om vervangon te wordon door don langen oontonigon wintornacht. De nedorzottiiig liiovoly is gebonwd op oim klein ciland van syeniet, dat mot de donkere, stoilo, hoogoploopende kust van Disco, de havr-n vormt. Licvely is do woonplaats van den Deenschen Inspocteur van J D£ TOCIIT MRT UE PANDORA IN 1875. 41 Noor(l-<^iET DB P.VXUORA IN 1875. naar Kudlisiet hi Straat Waaignt, oni daar uit do mijiieu kolen tc houwen. Zoo stoomden v/ij Zoiidug morgen den 8 Augustus, dicht onder deu hoogeu wtd van Disco lioudeud, naar Kudlisaot. 'i Was eeii scboone dag, en wij genoteu volop al het grootsche en verheveue, dat dc vreemde on v oeste naluur der straat aanbood. Zij was sleclits twee iiiijlen breed, eii aan wccrszijden verhie- ven zich ruwe, steile bergwandeii, liio'* en d, •!' laugs de liel- lingen wel is waar een weiuig groen getint, docli overigens bar en koud, als de gelieele verdere omgeving. 't Water was spiegolghid, en weerkaatsto tot m de minste kleinigheden de duizend grillige gestalten der drijvende ijs- massa's, die den ingaiig der straat, als 't ware opstopten. Niet zouder gevaar stuurde de Pandora door dezen doolliof van ijs been, doeh dit gevaar werd niet niiuder, toen een plotseling opkomcnde mist, zelfs de dichtst bijzijnde ijsmassa's in een dikken novel aan het oog onttrok ei) de Pandora zicli gelukkijT moclit rekenen, zich nog bij tijds aan den er van to kunnen vastniaken. Eerst den volgenden morgen te 8 uur klaarde 't wecr vol- doende op om verder naar Kudlisaet te stoou^en. Wij hielden nu zoo dicht mogelijk langs den hoogen wal van Disco, waar- van wij lleeu de hooge bergtoppen kondon zien, daar een inistbank 't lagere gedeelte nog aan ous oog onttrok. Tegen don uiiddag echter dreof een zacht doorkomende wind uit het zuiden de nevels voor zich uit, de schoone kust op nieuw aan ons oog vertoonend. Te drie uur kwamen wij aan een plaats, waar twoe houten en ec- nige aarden woningeu ons de wodplaats van menschcn verrioden. Kapitoiu Young ging aan wal, en vernam dat dit een bui- tenpost was van hot Disco-distrikt, Uyarasusuk genoemd. Eer. oude Deon Jiirgerson, die hier 20 jaar woonde, en met een Eskimo-vrouw getrouwd was, vertogenwoordigde hier zijn gouvernement, en van hem vernam Kapitein Young, dat K-utiUsaet nog ongcv3er 6 mijlen noordelijkor lag. ! n JJK TOCHT MET 1)E I'ANUOUA IN 1875. 43 Ten eiude beliulpzaam to ziju bij het koleu laden, zond hij ons 33 Eskimo's aauboord, waaronder drie zijner eigene (lochters, jonjre meisjes van 16 tot 18 jaar oud. Kapitein 1 oung kocht hier 6 goede Eskinic .londeUj met in- begrip van trektuig voor 10 gulden het stuk. Het waren schrandere, prachtige beesten, met steil op- staande ooren, sterk gebit en dikke vacht. Zij zijn het best te vergelijken met onze herdershonden, doch zijn grooter van sink. Vooi- men te Uyarasusuk komt, passeert men Issunjoak, kenbaar aan twee piekbergeu, waarvan de noordelijke zeer scherp is, en volkomeu op een cairn gelijkt, en waarvan de zuidelijkste konisoli toeloopt. CJyar'isusuk ligt een mijl, en Kudlisaet zes mijlen benoorden Issunjoak. Wanneer men dc baai tusschen Atanekerdluk en Sekkak op 't schiereiland Xoarsak open heeft, dan licht Uyarasusuk in "t NO. (recbtw.) 's Avonds te 9 uur kwam de Pandora voor Kudlisaet ten anker. Daar de brvjedte hiervan niet bekend was, ea er geen aanwij- zingen voor bestonden, vonden wij de plaats niet zunder moeite. Na de verr ^hte observaties bleken de KudiisHet-kolenmijnen te liggen op V0°4'5'i" N.Br, en 53^59' W.L. en vonden wij de miswijziug 69'^'4'' W, Wanneer de overzijde niet door mist aan het oog wordt onttrokken, is Kudlisaei ecliter geinakkelijk te vinden. Als men nainelijk uagcnoeg op de hoogte er van gekoraen is, ziet men op den vasten wal van Groenland, een zeer scher- pe bergspits, en wanneer men deze in 't N.O. (rechtw.) peilt, is men op de lioogte der kolenmijn, of wel, als men een ken- nelijken koepelbcrg, die benoorden de scherpe bergspits ligt, N.N.O. (rechtw.) van zicli heeft. Kudlisaet zelf vcrtoout zich als een steile rots, van oi ,;^e- vetr 45 meter hoogte, waarin men tusschen de Soapstoro in, (hiidelijk de donkere kolenlagen gewaar wordt. Van af den top der rots, liep 't tcrrein geleidelijk op, tot waar hooge majestueusc gevaarten van bazalt zich nagenoeg steil tot ?i t I (1^ 44 UE TOCHT MET BE PANDORA IN 1875. 1000 meters in de lucht vorhieven. achter zich eeu uitgestrokten gletscher verbergend, die ook hier, oven als in Greenland, zich iiaar 'tbinneiiste van het land uitstrekt. De bergen ten noorden van de rots liebben sclierpe kruinen ; ten zuiden van deze vormen zij tafelltind, waarover been een kleine, docli merkwaardige watervnl zicli als een glasdraad naar beneden stort, terwijl zich bezuiden 't klif hooge, als een zaag getande rotsen ongeveer 800 meter in de lucht verheffen, De kust van Disco, van af Vlakkenhoek, (zoo door de Hol- landers genoemd) tot aan Kudlisaetj is niet juist op de kaart aangegcven. ging men met Den 10 Augustus vroog in den morgi de sloepon aan land, ora koleu in te nemen. Dc sloepen werden gevuld met bicge kob^nzakken, schoppen, houweelen, mokors, breekijzers, touw, enz. en door de stoombarkas naar deu wal gesleept. De straal vorint liier een soort van trechter, waardoor been bijna altijd zware rukwinden blazen, zoodat een scliip hier zelden veilig kan ankeren. Wij troffen een buitcngewoon guustigen dag. Er was volstrekt geen wind, zoodat de groote ijsmassa's onder den invloed van 't tij, slechts langzaam voortdreven. Aan beide zijden van de rots liepen twee breede bergstroomen van eeu aanzienlijko hoogte in zee, en vormden vdor dc mon- ding er van een ondiepte, waarop vcrscheidene der diepgaaudc ijsbergeu aan deu grond dreven, 7"odat 'l sehip hierdoor eenigs- zins gedekt was. Zeker zijn de Kudlisaet-kolenmijneu cigeuaardig gelegcn, daar rien er do kool maar voor 't weghakken heeft, oni erhet scbip meo te vuUen. Op een hoogte van nagenoeg 15 meter, troffen wij een be- trekkelijk goed icoleubed aan. De nutuur had op die hoogte een suuil pad van "2 meter breed gevorind, dat ons diende, om van daar, de kolca uit de rots te houwen. Daar dit echter met omzichtigheid moest geschicden, om instortingon te voor- komen, werkten hier de offlcieren, terwijl de matrozen en Eskimo's de zakken ouilaag vulden, en in de sloepen droegen, die, volge- » 1)E TOCIIT MBT DE PAXDOKA IN 1875, 45 laden zijnde, door de stoombarkas naar boord gcsleept werden. Tegen dcii middag verplaatsten wij de werkzaamheden een eiud verder op, aaugezien bet werken op de oude plaats gevaarlijk begon te worden. Tegeii 10 uur des avoiids werd bet werk gestaakt, en smaak ten wij bet genoegcn te booren, dat er dien dag ruim 37000 kilo koleu, aan boord waren gebracbt. 11 et bleek later, dat de kool zeer goed bruikbaar was, boo- wel van minderc kwaliteit dan onze goede Welscbe koleii, waar- van zij slecbts de helft van bet wanntegevend vermogen be- zaten. Er moeten bier in straat Waaigat en verderop aan de Groenlandscbe kust tal van plaatsen 5ijn, waar kool wordt aangetroffeii, docb te Kudlisaet en te Atanekerdluk zijn zij 't gemakkelijkst te bekomen. Volgciis Dr. llink, een onderaemend Deenscl -.iiziger is in Groenland overvloed van kool voorbanden. Zij is te bekomen op de Z. 0. en N. 0. kust van Disco, op den zuidelijken oever van Oraenak Fjord, op de Z. O. kust van Hare-eiland, op een der eilandeu in Noordoost-baai, en eenige mijlen bezuiden de I'iskinio-vcstiging Proven, op de paralel van 72" N.Br. Volgens Professor Tyfe of King's College Aberdeen, bestond di; analyse van een sink kool uit Disco-eiland, 't buisgebraolit door eenige der ofticieven van de expeditie van Sir Edward ilt'lnher. Its i^pecitic gravity is 1.3848. Volatile matter 50.6 Coke consisting of asb 9.84 Fixed Carbon 39.5(5 49.4 100.— Nu liggon al deze mijneu, waar de kool betrekkelijk zonder raoeite te bekomen is, onaangeroerd. 't Is, alsof zij door moe- der tiatuur in die v<;rrc streken zijn neergelegd, ton cinde voor- b)opig nog ill voorraad te blijven, om zoodoende later van des te meer belang te zijn : want wie weet, wanneer de voortdurend toeuemende Industrie eenraaal gebrek aan haar voedingsmid- li] I'll 46 DE TOCHT MKT 1)E PANDORA IN' 187?». (U;!, fie steenkolen, begint te krijgen, mon niet zijn toevlncht. zcA moeton neraeii tot flic uitgebreicle stcenkolenlagiMi van het ruTve Noordeii. Stru.it Waaigat is van 2-4 mijlen breed, en wordt aan weers- zijden begrensd door 8 a 900 meter hooge bergen. l)e noord- punt van Disco eindigde in een steilen bergwand, welks met sneeuw bedekte kruin meer dan 1200 meter hoog is. In 1858 vond Kapitein Mc. Clintock op den 3 April het ijs in straat Waaigat reeds opgebroken, en benoorden Disco ora in zee ge- dreven, alleen tal van ijsbergen achterlatende. Den 11 Augustus te uur werd het anker gelicht, en vcr- volgde de Pandora, steeds begeleid door hanr trouwcn raedge- zel //den tegenwind" al stoomend haar reis om de Noord. In 't midden van den iiitgang van straat Waaigat, werden wii de rots gewaar, waar de Phoenix, Kapitein Inglefield in 1853, gedurende een donkeren nacht, bijna op gestrand was. Zij is, zelden te zien, door dat zij zoo vaak aan 't oog wordt ont- trokken door een ijsberg, die er op gegrond is. Den 12 Augustus passeerde de Pandora van nabij den Zwar- ten hoek, dat een loodrecht, breed, donker voorgebergte is, en op den .olgenden dag in den vroegen morgen kaap Sanderson's Hope, waar wij even boven water uit stekend twee rotsen ontdekten, die niet op cle kaart stonden aange- geven. Te 12 uur liep de Pandora Upernivik binnen, en ver- toefde er slechts een uur. — Kapitein Young vernam hier van den Deenschen gouverneur Mr. Klarup Smith, dat de gouver- nements schepen, H. M. Alert en Discovery, Upernivik op den 21 Juli verlaten hadden, en tevens dat de vooruitzichten, ora dit jaar veel open water in de poolzeec'ii aan te treii'en, zeer gunstig waren. Terwijl het in Zuid-Grocnland, trngevolge van veel westewinden, gedurende den zomer zeer koud was ge- weest, had men in Noord-Groenland, buitengewoon zaoht weer grhad. Alleen het voorjaar was zeer koud geweest, vermoede- lijk omdat toen westewinden, de drift van het ijs om de Zuid gestopt, en het tegen Groenland aangedreven hadden. Te Lievely was de temperatuur der wintermaanden van 5 T)E TOCHT MET DE PANDORA IN 1875. 47 tot 13° Pahr. hooger g-eweest, dan dit geraiddeld jaarlijks het geval is. Om in Upornivik binneii to loopen, hidden wij do beide eilan- den tegenover Sanderson's Hope aan stnurboord van ons, en stmirden midden tusschen deze on eon andor meer wostelijk gelogon eiland door. Do reode van Upornivik ligt open voor ffostelijke windon, zoodat als een scliip hior eenigen tijd moet blijven liggen, do oostzijdo van het eiland te verkiezen is. Eenige honden werden hier nog aan boord genomen, cle laatste brieven aclitergelaten, on dezon uitpost der beschaafde wereld verlatendn, word do rois naar Melville-bay voortgezet. Melville-bay, dat schrikoord der walvischvaarders, waar zoo vele jninnor ?chepen door 't ijs verniold zijn geworden, vormt in 't vasteland van Groenland, tusschen dc paralellen, van 73°— 76", een winkelhaak, die oost en west, en noord en zuid loopt. Door dozen nitspringenden hoek van het land wordt Melvil- le-bay bniten den ijsstroom gebracht, en het ijs, dat er . n komt, blijft zich soms 'tgeheelc jaar door aan "t land vasthechteii, on wordt dns oudor en bij gevolg sterker dan 't ijs, dat er bniten gevorrad wordt of dat er ieder jaar om de Znid voorbij drijft. Dit zoogenaamde landijs breidt zich in 't najaar meer en meer in een westelijke richting uit; het losse drijfijs, dat zich alsdan snel vormt, vriest er aan vast, vereenigt zich met de onafzionbare ijsmassa's, die jaarlijks uit de Lancaster-, Jones- en Smith-:.-.iirds komen, en vormt dan als 't ware een ijsdara, die de beide oevers van Baftinsbaai vereenigt, en den toegang p-'i sehepen afsluit. De heerschende noordenwinden voeren massa's ijs uit de meor noorrlclijk golegen poolstreken hier heen, waardoor er zelfs in den winter in het hooge noordon open water ont- staat, on veelal boveuaan in Baffii.-sbaai, on zelfs voor een fe- deelto in Lancaster- en Smith-sound een open vaarwater, ,/Northwater" genoemd, gevonden wordt. Om door dezen ijsdam heen in 't open Northwater te 48 DE TOCIIT MET l)E PANDORA IN 1875, komen, geven de walvischvaarders, die dit jaarlijks beproevcn, drie wegeu aan, namelijk : den zuidclijkeu, den midden- en den North-about doortocht. De eerstgeuoemde, langs de westkust dor baai, is 't minst veilig, en moot alleen beproefd worden, als er een weinig noorden- en veel wcstenwinden in den winter in 't vroege voorjaar gelieerscht hebben. De midden-doortocht is alleen laat in 't jaar te volgen, wanneer 't ijs tijd geluid lieeft, geheel of voor cen groot ge- deelte om de zuid te drijven. ,/The north about passage" blijft echter altijd 't meest vertrouwbaar. Men volge daartoe den wal van Groenland, zoo veel inogelijI«. -stelijk aanhoudend, en nooit uit 't gezicht van 't land gaaude, totdat men kaap York gepasseerd is, en wil men naar Lancaster-sound, dan loopt men door tot aan Kaap Dudley Digges, voor men oversteekt. De in 't voorjaar heerschende noordenwinden, drijven het ijs namelijk van 't land af, en vormen zoodoende een laan van open water tusschen 't vastblijvcnde landijs en de drijveude middenmassa. Hievau moet nu 't schip zou snel mogelijk gebruik maken, want loopt de wind om naar 't zuiden, dan zal de drijvende massa, weer even snel terugkomende, 't schip tegen 't landijs te pletter kunnen drukken. Wanneer dat gevaar ontstaat, dan biedt de landschots ech- ter een beschermingsoord aan, waanian tal van schepcn hun bcihoud te danken hebben. Een holte in de landschots biedt somtijds gelegenheid aan om het schip daarin in veiligheid te brengen tegen de vernielende kracht van 't ijs, dat voorbij drijft en samenperst. Is zulks echter niet het geval, dan moet men zelf een dok in het landijs zageu, oni 't schip daarin te kunnen leggen, voordat de twee ijsmassa's met een ontzettend gcweld tegen elkaar aanbotsen. Laat in 't najaar, in de maanden Augustus en September, is de toegang tot het Northwater het gemakkelijkst, terwijl de walvischvaarders, die in het begin van den zonior daarin I)K TOCIIT MKT l)K I'ANDOUA IN 1875. 49 ni..eten wezen, wekeu bestodea, om door 't ijs van Melville- bay door te dringeu. Men waclito zicli echter wel te vroeg om de West naar Laiicaster-souud over te steken, daar men dan altijd gevaar loopt, vooral tijdens mist, in eon bijt van 't middenijs te loopen, en daarin ingesloten, en raee om de Zuid te drijven. Hot aantal walvisohvaarders, die in liet ijs van Melville-bay vernicld ziju f^cworden, is zeer aanzienlijk, ofschoon in de laatste jaren, nu ze alien van stoom voorzien zijn, de kan3 door het ijs verbrijzeld te worden, zeer is verminderd. Upernivik verlatende, had de Pandora voor het eerst den wind in haar voordeel, terwijl het al dadelijk bleek, welk een gunstig jaar het voor de ijsvaart was, daar wij eerst op de hoogte van Kaap York ijs ontmoetten, dat zoo los en ver- spreid was, dat de I'andora bijiia recht er door heen haar weg kon vervolgen. Alleeu was eon plotseling opkoraende, dikke mist oorzaak, dat zij "s nachts in 't ijs nicest stoppen, zoodat zij eerst den volgenden morgen, toeu do inisf opklaarde, in 't open water kon doordringen. Alleen op de hoogte der Ducks-eilanden zagen wij tal van ijsbergen, doch verderop maar weinigc. Op den 16 Augustus schoten wij een ijsbeer, die 15 mijlen verwijderd van 't dichtst bijzijndo land, in zee rondzvvom. Denkelijk was hij met 't middenijs mecgedreven, en keerde nu terug naar 't land. Daar Kapitein Young, volgens af'spraak met het Engelsche Gouvernemeut, de Carey-cilaudoa zou aandoen, ten einde aldaar de brieven voor H. M. Alert en Discovery bestemd, aclitev te laten, werd in die richting koers gehouden. Hij zou er denkelijk tevens een bericht vinden van Kapitein Nares. Den 17 Augustus zager wij op 76" N.Br, en 69" 30' W.L. een merkwaardige ,/Halo." Rondoni de zon, die rechtwijzend in N. W. t. W. stond, w?rcu te 8 uur 'savonds middelbare tijd aan boord, twee middelpuntige regenbogen te zien, met een straal van 22'/3° en 45'//. Daar de zoushoogte 7 '31' bedroeg, was het hoogste punt van den middolston boog natuurlijk 30°, 4 50 DE TOCIIT MET DE PANDOIIA IN 1875. i • Aaii wccTdzijdon dcr zoii, waron op dezolfdc hoogto in den binnensten boog, vrij dnidolijk tweo bijzonnoii zichtbaar, ter- wijl bovon aan dion l)0')g con zoor fluidolijk zichtbaar godoelte was van oen dcrdon klcineron boon', die clkanr in ecu zecr licht pnnt, met de bollo zijde naar olkaar tocgdkoerd, raaktoii. Boven den hori/on was do liicht vuurrood tot halfwcg do hoog'te dcr zon, waarbovcn cirrnswolkcii tegcn de overigens blauwc lucht afstakcii. Aaii stuurboord van 't scliip dat rechtw. N. W. '/• W. voorlag, strckte zich de hoogo wal van (xroenland uit, en waren lal van ijsbergen zichtbaar, tcrwijl in het Z. W. eon mistbank bov.^n den horizon hing. De lucht wa8 ovcrigens vrij holder, hicr en daar oen weinig cumulus. Wind flauw uit 't Z. Z.O. (roclitw); therm: op dek in de schaduw 34" 8 Fahr., T5aro meter-stand 754, 3 en de bijbe- hoorendo therm : 43" Fahr. Met oen koudeu noorden wind opstoomend, bereikten wij to G uur 's avonds van den 18 Augustus 't noordwestolijkste der Carey-eilanden. Otsciioon or nagenoeg eon storm wooi, word er toch aan den wal gegaan, om do brievon to bezorgen. Be Curey-oilanden, in 1(518 door Bailin ontdekt, liggon op den weg naar Smith-sound. Zij zijn onbewoond, on zien or ontzettond woest on verlaten uit. Verscheideno kleine gletschers, str'>kken zich tot in zo(! uit. Hot hoogste punt van 't noord- westolijkste dor cilanden was 392 meters lioog. Groot was de teleurstelling toon er drie oude cairns gevonden werdou dooh volstrekt geoii spoor, dat Kaptein Nares hicr gowoest was. Eon der cairns was opgericlit door walvischvaarders uit Dun- dey in Juli 1867, 't bericht inhoudende dat or hier van top, volstrekt geen ijs to zion was. Do cairn bevatte tevons een halve flesch rum en een stuk pruiratabuk voor den eerlijken vinder. De andere cairn op 't andere oind van het eiland gologen, was reeds vroegor geopend geworden. liij bovatto ton minste niets racer, on 't oonige wat wij er vonden, was een oud oponge- broken, zoor geroest blik, waarop, moeilijk to ondersclioidon met witte letters geschilderd, to lezen was //Resolut & Assista", J)E TOCHT MET 1)E PANDORA IN 1875. 51 waaruit men zou raoetcu opmakcn, di.t deze cairn opgericht was door de Engelschc souvonifimentsachopen Resoluto en Assistance. Kupitein Young vermoedde, dat de gouverniiments-schepen door een mist of storm verhindcrd waren goworden deze eiland- groep aan te doen, en zoo werd op de plaats, waar wij debrie- ven in twee vateu acliterlieten, een cairn gebouwd, om de aan- daclit op die plants te vestigen, en niet zonder raoeitc keerden wij l)ij 't iicht eener middernaclitzon naar boord terug, daar de wind zeer toegenomen was, en er een liooge zee stond. Dadelijk werrl nu zeil gezet, en om de ZVV. koersende, op den ochtcnd van den 21 Augustus Lancaster-sound binuBuge. loopen, iiadat er den vorigen dag op tie hoogte van Kaap Kors- burgli twee ijs])cren gedood wanni, en een levcnd gevangen was. Volgens de Engelsche zeevaarders is het 't veiligst, de noord- zijde van Lancaster-sound te liouden, daar er aldaar tal van veilige havens ziju. Kapitein I'arker of the Truelove, een oud ondernemend walvischvaarder, geeft den volgenden raad. Wauneer men Lancaster-sound in wil loopen, en men wordt overvallen door zwaar werr uit 't N.W. (rechtw.), houd dan dadelijk aan op den uoordelijken oever, om den noordenwind te gebruiken, die daar zal waaien, en om den lager wal to mijden. ]5ij stormweer uit 't westen, houd dan even- eens den uoordelijken oever van de Sound, en denk er aan, dat de stroom kings den zuick^lijken oever om de Oost loopt. De Pandora hield dan ook \\u den noordelijkeu wal, en hoe- wel zij al dadelijk door veel drijfijs raoest stoomen, dat vod zwaarder was, dan wij in Melville-bay gezieu hadden, kon zij toch zeer goed haar weg vervolgen, de kust van Noord-Devon aan stuurboord zich als eon ijswal voordoende, waar nu en dan de toppen der bergen bovenuit staken. Lancaster-sound is op dczeu tijd van 't jaar altijd openge- vouden, zoodat Kapitein Young dan ook zeer verbaasd was, toen tegen den avond van den 23 Augustus, het ijs al dichter en dichter werd, en de Pandora te tien uur te midden van een dikken mist door een ijsdaiu in haar vaart gestuit werd. 4* 52 DE TOCIIT MET J)K I'ANDOUA IN 1876. G(ulurcn(lo den iiacht was het niot, mogdijk door den mist lieen iets to zicn, zoodivt de Pandora verplicht was lanj^zaam cm d" Z.O. te lioudoii. Tocn t(tgoii den in(n"n;eii te 4 uiir do nevol optrok, ziigen wij don zuidelijkcn wul rccht duid(!lijk voor ons, doeh tovons dat een onafzionbnre ijsmassa ook liier den doortocht versperdo. De horizon van om do Zuid naar het oosteii volgende, zagen wij op een nitgostrektheid van ongeveer 8 streken, een scherp helderwitte streep boven den horizon, die als //ice sky" bekond, steeds de aanwozigheid van grooto ijsmassa's verraadt. Boven die streop hiiigon cuinulns-wolkcn tcrwijl oeii donkore wolkon- hiag aan woerazijd